Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Kat c.s. ter vervanging van nr. 18 over het schrappen van de tienjaartermijn
35 915 Wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Nr. 21 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KAT C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
               NR. 181
Ontvangen 18 januari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel 2, komt te luiden:
2. In het tweede lid wordt aan onderdeel b toegevoegd «of» en vervalt onder vervanging
                     van «; of» aan het slot van onderdeel c door een punt onderdeel d.
                  
Toelichting
               
Op dit moment geldt op basis van artikel 288, tweede lid, onderdeel d, Faillissementswet
                  (Fw) dat een toelatingsverzoek van een schuldenaar automatisch wordt afgewezen als
                  hij of zij in de voorgaande tien jaar al eens eerder tot de wettelijke schuldsanering
                  natuurlijke personen (WSNP) is toegelaten en het traject toen is geëindigd in een
                  «schone lei» voor de schuldenaar of met een tussentijdse beëindiging zonder «schone
                  lei» voor de schuldenaar omdat hij of zij zich niet heeft gehouden aan de uit de WSNP
                  voortvloeiende verplichtingen (hierna: «tienjaartermijn»). Dit amendement voorziet
                  in het schrappen van deze tienjaartermijn. De indieners zijn van mening dat de tienjaartermijn
                  in de huidige vorm te streng is.
               
In het voorliggende wetsvoorstel wordt geregeld dat de rechter in schrijnende gevallen
                  een uitzondering kan maken op de tienjaartermijn. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om
                  gevallen waarbij buiten de schuld van de schuldenaar (bijvoorbeeld door een economische
                  crisis, een lockdown zoals afgekondigd in het kader van de uitbraak van het COVID-19
                  virus, ziekte of niet verwijtbaar ontslag) deze persoon opnieuw in financiële problemen
                  komt. Of een schuldenaar die een eerder WSNP-traject niet heeft kunnen afmaken, maar
                  daartoe nu wel in staat wordt geacht. De rechter gaat hiertoe niet over als hij oordeelt
                  dat er sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Het doel is om er voor te zorgen dat
                  schuldenaren die willen en kunnen betalen niet per definitie worden afgewezen.
               
De indieners zijn echter van mening dat iedereen die te goeder trouw is in principe
                  een tweede kans verdient. Daarbij wordt gedoeld op de «goede trouw-toets» en de daarop
                  van toepassing zijnde hardheidsclausule ingevolge artikel 288, eerste lid, onderdeel
                  b, en derde lid Fw. Nu bepaalt artikel 288, eerste lid, onderdeel b, Fw dat een schuldenaar
                  in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van zijn verzoek om toelating tot de
                  WSNP te goeder trouw moet zijn geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten
                  van zijn schulden. De termijn van deze «goede trouw-toets» wordt in het wetsvoorstel
                  teruggebracht naar drie jaar. Op basis van de hardheidsclausule in artikel 288, derde
                  lid, Fw blijft het als niet voldaan is aan de «goede trouw-toets» toch mogelijk om
                  voor de rechter om een schuldenaar toe te laten tot de WSNP als «voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar de omstandigheden die bepalend zijn geweest
                     voor het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden, onder controle heeft gekregen».
               
Is aan deze voorwaarde voldaan, dan zou de schuldenaar in principe toegang moeten
                  kunnen krijgen tot de WSNP. Daarom regelt dit amendement dat de tienjaartermijn komt
                  te vervallen.
               
Kat
                  Ceder
                  Maatoug
                  Kathmann
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 H. Kat, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Barbara Kathmann, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 Don Ceder, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
| Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen | 
|---|---|---|---|
| VVD | 34 | Tegen | |
| D66 | 24 | Voor | |
| PVV | 17 | Voor | |
| CDA | 14 | Voor | |
| PvdA | 9 | Voor | |
| SP | 9 | Voor | |
| GroenLinks | 8 | Voor | |
| PvdD | 6 | Voor | |
| ChristenUnie | 5 | Voor | |
| FVD | 5 | Voor | |
| DENK | 3 | Voor | |
| Groep Van Haga | 3 | Tegen | |
| JA21 | 3 | Tegen | |
| SGP | 3 | Tegen | |
| Volt | 2 | Voor | |
| BBB | 1 | Voor | |
| BIJ1 | 1 | Niet deelgenomen | |
| Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
| Gündogan | 1 | Voor | |
| Omtzigt | 1 | Niet deelgenomen | 
 
           
  