Amendement : Amendement van de leden Maatoug en Van der Lee over het verlagen van het maximumbedrag naar 17.500 euro
35 496 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en -afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap)
Nr. 16 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN VAN DER LEE
Ontvangen 29 maart 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
1. In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 4.14a, tweede lid, «€ 700.000»
vervangen door «€ 17.500».
2. In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 4.14b, eerste en tweede
lid, «€ 700.000» telkens vervangen door «€ 17.500».
3. In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 4.14c, eerste lid, «€ 700.000»
vervangen door «€ 17.500».
Toelichting
Het wetsvoorstel beoogt belastinguitstel door middel van het lenen uit de eigen vennootschap
tegen te gaan. Er is geen reden om leningen tot € 700.000 hiervan uit te zonderen.
Een dergelijke hoge grens maakt het mogelijk alsnog substantieel uit de eigen vennootschap
te lenen, en dus inkomsten uit de vennootschap te benutten zonder daar inkomstenbelasting
over te betalen. Dit amendement verlaagt daarom het maximumbedrag aan schulden bij
de eigen vennootschap die niet worden meegerekend als fictief regulier voordeel naar
€ 17.500. Deze grens sluit aan bij de huidige grens voor een rekening-courant, wat
zowel de uitvoerbaarheid als begrijpelijkheid ten goede komt.
Maatoug
Van der Lee
Indieners
-
Indiener
S. Maatoug, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Tom van der Lee, Kamerlid