Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Michon-Derkzen en Palland ter vervanging van nr. 10 over de mogelijkheid van een Bibob-onderzoek naar de verkrijger van voormalig overheidsvastgoed waarop een kettingbeding rust
35 764 Wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met informatiedeling tussen bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak en enige overige wijzigingen
Nr. 11 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN PALLAND TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 101
Ontvangen 24 maart 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel A, onderdeel 2, komt te luiden:
2. In het eerste lid wordt in de begripsomschrijving van betrokkene na «de vergunninghouder,»
ingevoegd «de begunstigde van een andere beschikking,» en wordt «en de beoogd verkrijger
van de erfpacht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling
«vastgoedtransactie», onder 5°» vervangen door «de beoogd verkrijger van de erfpacht
of de opstal waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling «vastgoedtransactie»,
onder 5°, en de beoogd verkrijger van een recht op eigendom of een zakelijk recht
waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling «vastgoedtransactie»,
onder 6°».
II
Artikel I, onderdeel A, onderdeel 3, komt te luiden:
3. In het eerste lid, in de begripsomschrijving van vastgoedtransactie, vervalt aan
het slot van subonderdeel 4° «of» en wordt subonderdeel 5° vervangen door:
5°. toestemming voor vervreemding van erfpacht als bedoeld in artikel 91, eerste lid,
van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek of opstal als bedoeld in artikel 104, tweede
lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek; of
6°. toestemming voor het vervreemden van een recht op eigendom, of voor het vestigen,
vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht, ten aanzien van een registergoed dat
de rechtspersoon met een overheidstaak heeft vervreemd onder de voorwaarde dat de
verkrijger en zijn rechtsopvolgers verplicht zijn voor handelingen als hiervoor vermeld
toestemming te vragen aan voornoemde rechtspersoon.
Toelichting
De Bibob is een essentieel preventief bestuursrechtelijk instrument van de overheid
om te voorkomen dat er criminele activiteiten worden gefaciliteerd. Ook beschermt
de Bibob de concurrentiepositie van bonafide ondernemers. Wanneer er een ernstig gevaar
dreigt dat een vastgoedtransactie wordt misbruikt voor criminele activiteiten, dan
kunnen gemeenten op grond van de wet Bibob beslissen dat een vastgoedtransactie niet
wordt aangegaan of een ter zake gesloten overeenkomst ontbinden.
Het komt in de gemeentelijke praktijk regelmatig voor dat gemeenten een vastgoedovereenkomst
sluiten met derden, waarin is bepaald dat wanneer de derde het pand weer verkoopt,
de derde toestemming moet vragen aan de gemeente om te mogen verkopen. Daarbij wordt
vaak een kettingbeding overeengekomen en gevestigd zodat iedere opvolgende eigenaar
eveneens toestemming moet vragen aan de gemeente voor de verkoop van het pand. Deze
toestemmingen/kettingbedingen vallen momenteel niet onder de reikwijdte van de wet
Bibob. Hierdoor bestaat er volgens gemeenten een risico op het faciliteren van malafide
ondernemers. Derhalve achten de indieners het noodzakelijk dat gemeenten in staat
worden gesteld om ook in deze gevallen de Bibob effectief te kunnen gebruiken en aldus
alle toestemmingen/kettingbedingen onder de reikwijdte van de Bibob te brengen. Hiermee
wordt aangesloten bij het eerdere consultatieadvies van de G4 en B5 Gemeenten.2
Het amendement maakt het mogelijk om een Bibob-onderzoek te doen naar de verkrijger
van voormalig overheidsvastgoed waarop een kettingbeding rust dat toekomstige eigenaren
en rechthebbenden verplicht om voor elke doorverkoop of vervreemding toestemming te
vragen aan de overheid die voorheen eigenaar was. Het gaat in deze situaties om verkoop
van vastgoed tussen natuurlijke personen of rechtspersonen, waarbij de rechtspersoon
met een overheidstaak, toen deze het vastgoed vervreemdde, heeft bepaald dat toestemming
vereist is voor elke toekomstige doorverkoop of vervreemding van dat voormalige overheidsvastgoed.
Volgens het kettingbeding moet die toestemming worden gevraagd aan de overheid («rechtspersoon
met een overheidstaak») die het vastgoed heeft vervreemd.
De zinsnede «of voor het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht»
is opgenomen omdat aannemelijk lijkt dat kettingbedingen niet alleen toestemming vereisen
voor de overdracht van eigendom, maar regelmatig ruimer zijn geformuleerd en eveneens
toestemming vereisen voor bijvoorbeeld het vestigen, vervreemden en wijzigen van een
zakelijk recht. Voornoemde zinsnede bewerkstelligt dat dergelijke acties ook onder
de reikwijdte vallen van het amendement. Concreet gaat dit bijvoorbeeld over de situatie
waarin een particulier een erfpachtrecht vestigt op de onroerende zaak die voorheen
in eigendom was van de rechtspersoon met een overheidstaak of een erfpachtrecht wijzigt
of vervreemd.
Michon-Derkzen
Palland
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ingrid Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.M. Palland, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Tegen | |
PVV | 17 | Voor | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Tegen | |
DENK | 3 | Tegen | |
Groep Van Haga | 3 | Voor | |
JA21 | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Volt | 2 | Voor | |
BBB | 1 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Niet deelgenomen | |
Omtzigt | 1 | Niet deelgenomen |