Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Van der Werf c.s. ter vervanging van nr. 10 over het tijdelijk verlengen van de wet in plaats van deze permanent te maken en het in aangepaste vorm behouden van toezicht door de CTIVD
35 934 (R2158) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, alsmede intrekking van de Rijkswet van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Stb. 2017, 52)
Nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER WERF C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101
Ontvangen 15 december 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift vervalt «intrekking».
II
In de considerans wordt «in te trekken» vervangen door «te wijzigen» en wordt «niet
van rechtswege vervalt» vervangen door «wordt verlengd».
III
Artikel II komt te luiden:
ARTIKEL II
In artikel 97, derde lid, onderdeel d, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017 vervalt «, waarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan de doelmatigheid
en proportionaliteit van de toepassing van deze bevoegdheid».
IV
Artikel III komt te luiden:
ARTIKEL III
De Rijkswet van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap
in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale
veiligheid (Stb. 2017, 52) wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel IA, onderdeel B komt te luiden:
B
De hoofdstukken 7A en 7B vervallen.
B
Artikel IC komt te luiden:
ARTIKEL IC
Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 97, derde lid, onderdeel c,
van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 door een punt, vervalt
onderdeel d.
C
In artikel II, tweede lid, wordt «vijf jaren» vervangen door «tien jaren».
Toelichting
De indieners willen met dit amendement de wet verlengen in plaats van permanent maken,
en wil hiermee tevens het toezicht behouden van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (CTIVD) op de toepassing van de bevoegdheid tot intrekking
van het Nederlanderschap op basis van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het
Nederlanderschap.
De Afdeling advisering van de Raad van State oordeelde dat, in het licht van het ingrijpende
karakter van de intrekkingsbevoegdheid, de vragen over de werking en de (neven)effecten
van de maatregel evenals de (complementaire) verhouding tot het nieuwe strafrechtelijk
instrumentarium, onvoldoende zwaarwegende argumenten waren gegeven voor het permanent
maken van de onderhavige bevoegdheid. De indieners delen deze constatering en willen
de wet daarom verlengen in plaats van permanent maken.
Met betrekking tot het toezicht achten de indieners eenduidige interpretatie van het
belang van nationale veiligheid van groot belang. De CTIVD is de aangewezen instantie
om daar toezicht op te houden. Indieners delen wel de stellingname van de regering
dat de CTIVD niet is ingesteld om te toetsen op doelmatigheid en proportionaliteit.
Die toevoeging willen de indieners daarom schrappen uit onderhavig wetsvoorstel.
Van der Werf
Ceder
Van Nispen
Kathmann
Koekkoek
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Hanneke van der Werf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Don Ceder, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Barbara Kathmann, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Marieke Koekkoek, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 17 | Tegen | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Tegen | |
DENK | 3 | Tegen | |
Groep Van Haga | 3 | Tegen | |
JA21 | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Tegen | |
Volt | 3 | Voor | |
BBB | 1 | Tegen | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Niet deelgenomen |