Amendement : Amendement van de leden Nijboer en Beckerman over de mogelijkheid voor eigenaren van gebouwen om versterking en afhandeling van de schade samen te voegen
35 603 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
Nr. 34
AMENDEMENT VAN DE LEDEN NIJBOER EN BECKERMAN
Ontvangen 10 februari 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, onder 2, wordt voor de punt aan het slot van het voorgestelde
negende lid ingevoegd «, met uitzondering van de situatie waarin de aanvrager in de
onder artikel 11, tweede lid, onderdeel d, bedoelde verklaring heeft aangegeven dat
hij gebruik wenst te maken van het recht, bedoeld in artikel 13j, vierde lid».
II
Artikel I, onderdeel C, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het voorgestelde negende lid wordt «kunnen regels worden gesteld» vervangen door
«worden regels gesteld».
2. Na het voorgestelde negende lid worden drie leden ingevoegd, luidende:
9a. De regeling, bedoeld in het negende lid, bevat in ieder geval regels omtrent de werkwijze
en de procedures, waaronder bepalingen omtrent het indienen van bedenkingen en het
instellen van bezwaar en beroep, alsmede omtrent de termijnen die gelden voor aanvragen
waarbij de aanvrager in de onder artikel 11, tweede lid, onderdeel i, bedoelde verklaring
heeft aangegeven dat hij gebruik wenst te maken van het recht, bedoeld in artikel
13j, vierde lid.
9b. De in lid 9a bedoelde werkwijze en procedures zijn gericht op een geïntegreerd besluit
inzake een toekomstbestendig herstel van het gebouw en een minimalisering van de doorlooptijden.
Dit besluit wordt genomen door het Instituut, dat, voor zover van toepassing, daartoe
is gemandateerd door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.
9c. Het geïntegreerde besluit, bedoeld in lid 9b, bevat in ieder geval een berekening
van het geldbedrag dat nodig is om het gebouw toekomstbestendig te herstellen.
III
In artikel I worden na onderdeel C twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ca
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en het Instituut kunnen
zowel voor afzonderlijke aanvragen als voor groepen van aanvragen besluiten de procedure
rond het versterkingsbesluit en de uitvoering daarvan en het vaststellen en afhandelen
van schade vorm te geven binnen één voorstel, indien zij van mening zijn dat daarmee
de samenhang wordt bevorderd, ook in gevallen waarin de aanvrager daar niet zelf om
heeft verzocht.
Cb
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. indien van toepassing, een verklaring van de aanvrager dat hij gebruik wil maken van
het recht, bedoeld in artikel 13j, lid 3a.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een verklaring als bedoeld in het tweede lid, onderdeel i, kan tot het moment waarop
een beslissing wordt genomen over de aanvraag aan de aanvraag worden toegevoegd.
IV
In artikel I, onderdeel F, wordt aan het voorgestelde artikel 13i een lid toegevoegd,
luidende:
8. Het derde tot en met zesde lid zijn niet van toepassing indien de eigenaar van het
gebouw in de onder artikel 11, tweede lid, onderdeel i, bedoelde verklaring heeft
aangegeven dat hij gebruik wenst te maken van het recht, bedoeld in artikel 13j, lid
3a.
V
In artikel I, onderdeel F, wordt het voorgestelde artikel 13j als volgt gewijzigd:
1. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3a. De eigenaar kan van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en
het Instituut verlangen dat de procedure rond het versterkingsbesluit en de uitvoering
daarvan en het vaststellen en afhandelen van schade worden vormgegeven binnen één
voorstel voor de toekomst van het gebouw.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Het eerste tot en met zevende lid zijn niet van toepassing indien de aanvrager in
de onder artikel 11 tweede lid, onderdeel i, bedoelde verklaring heeft aangegeven
dat hij gebruik wenst te maken van het recht, bedoeld in artikel 13j, lid 3a.
Toelichting
Met dit amendement wordt in onderdeel II de eigenaar van een gebouw het recht gegeven
om van de overheidsinstanties te verlangen dat de versterking van dat gebouw en de
afhandeling van de schade aan dat gebouw als een samenhangend geheel worden beschouwd.
En dat dit binnen een voorstel, dus binnen één plan wordt vormgegeven. En dat plan
moet tot aanpassingen leiden die het gebouw ook in de toekomst veilig maken. Als van dit recht gebruik wordt gemaakt, noemen we dat in deze toelichting dat «wordt
geopteerd voor samenvoeging».
Onderdeel I verklaart een bepaling in de wet (artikel 2 lid 9) niet van toepassing
als er is geopteerd voor samenvoeging. Artikel 2 lid 9 regelt dat het IMG – als het
om versterken gaat – geen maatregelen mag nemen of vergoedingen mag uitkeren. Als
je opteert voor samenvoeging, dan moet die belemmering natuurlijk worden opgeheven.
In deel II van dit amendement worden twee dingen geregeld.
▪ In de eerste plaats wordt geregeld waar de eigenaar moet aangeven dat hij opteert
voor samenvoeging. Dat is op het moment dat hij bij IMG een verzoek indient tot vaststelling
en afhandeling van bevingsschade. Als hij dat verzoek bij IMG al eerder had ingediend,
kan hij verderop in de procedure alsnog kenbaar maken dat hij wil opteren voor samenvoeging.
▪ In de tweede plaats wordt geregeld dat de overheidsinstanties (IMG en NCG) ook zelf
kunnen besluiten versterking en schadeafhandeling samen te voegen, als zij denken
dat daarmee in samenhang van de uiteindelijk oplossing wordt bevorderd. Zij kunnen
dat doen voor zowel individuele aanvragers als voor groepen aanvragers.
In onderdeel III wordt allereerst geregeld dat er een ministeriële regeling komt,
waarin in ieder geval de werkwijze en procedures van de beide instituten worden vastgelegd
die zij moeten volgen als een aanvrager opteert voor samenvoeging. Die werkwijze moet
leiden tot een geïntegreerd besluit gericht op een toekomstbestendig herstel van het
gebouw en een minimalisering van de doorlooptijden. Verder wordt erin geregeld dat
het uiteindelijke besluit – indien is geopteerd voor samenvoeging – wordt genomen
door IMG (het zelfstandig bestuursorgaan), daartoe gemandateerd door NCG.
In onderdeel IV worden bepalingen (in artikel 13i) van de wet niet van toepassing
verklaard indien wordt geopteerd voor samenvoeging. De betreffende bepalingen van
artikel 13i regelen wat er moet gebeuren als een gebouw moet worden versterkt. Het
is logisch dat deze bepalingen niet moeten gelden indien wordt geopteerd voor samenvoeging.
Dan moet er immers niet een apart versterkingsbesluit worden genomen, maar een geïntegreerd
schadeafhandelings-en-versterkingsbesluit.
In onderdeel V wordt geregeld dat een aantal bepalingen in de wet (de eerste zeven
leden van artikel 13j) niet van toepassing zijn als er is geopteerd voor samenvoeging.
De eerste zeven leden van artikel 13j hebben betrekking op het versterkingsbesluit. Als wordt geopteerd voor samenvoeging
moet er een andersoortig besluit worden genomen.
Nijboer Beckerman
Indieners
-
Indiener
H. Nijboer, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Sandra Beckerman, Kamerlid