Uitgelicht : Kunstwerk plenaire zaal

Bij beelden van debatten in de plenaire zaal van de Tweede Kamer zijn op de achtergrond rood-paarse wandpanelen te zien, een creatie van wijlen kunstenaar Rudi van de Wint. Wat is het verhaal achter het kunstwerk 'De oneindige ruimte'?

kunstwerk plenaire zaal

Vergaderen in een politiek theater

Sinds 28 april 1992 vergaderen de 150 Kamerleden in de plenaire zaal. Deze zaal is ontworpen door architect Pi de Bruijn. De zaal moest iets van een theater hebben. Vandaar dat de stoelen zijn opgesteld in de halfronde vorm van een Romeins-Grieks theater. Met de rood-paarse wandpanelen met zeventien lagen olieverf wilde  Rudi van de Wint het theatrale karakter onderstrepen.

Rudi van de Wint

Rudi van de Wint (1942-2006) was een veelzijdig kunstenaar. Behalve schilderijen, maakte hij ook beelden en bouwwerken. Vanaf 1980 werkt hij vanuit het duingebied De Nollen in Den Helder. Wie belangstelling heeft voor zijn beelden en bouwsels kan die daar in de  open natuur bekijken. Over kunst in een openbare ruimte had Van de Wint een uitgesproken mening. Een schilderstuk was volgens hem  een werk op zich en dient niet alleen als decoratie. In 1987 kreeg de kunstenaar de opdracht om een kunstwerk te maken voor de nieuwe plenaire zaal van de Tweede Kamer.

Over het kunstwerk

Het totale kunstwerk bestaat uit tien panelen en is onderdeel van de serie ‘Het oog’. De doeken zijn 7 meter hoog en variëren in breedte van 2 tot 5 meter. De serie gaat niet over de afbeelding van een oog, maar over de verhouding tussen licht en donker. Andere delen van de serie zijn te zien in het stadhuis van Groningen en het kunstproject De Nollen. Van de Wint heeft de verf met lappen stof en stukken papier op het paneel aangebracht. Hij schilderde met zijn vlakke hand en met de toppen  van zijn vingers. Afwisselend gebruikte hij lichte en donkere kleuren. Dit zorgt  voor dieptewerking waardoor het lijkt of er vanuit een oneindige ruimte rode, oranje en gele nevels opdoemen.

Effect van het schilderij

Twee panelen van het werk vormen steeds één geheel, doordat het ene schilderij doorloopt in het andere. Van afstand gezien lijkt het daarom een geheel en valt  het niet op dat er tussen de panelen een opening is die toegang biedt tot de plenaire zaal. Architect Pi de Bruijn was vooral te spreken over de manier waarop de schilderstukken in paren zijn gerangschikt. “Als je door de zaal beweegt ervaar je hierdoor een voortdurend veranderend kunstwerk.” De schilderijen lijken zich te versmallen of te verbreden.

Gerelateerde websites