E-mailprocedure : [EMAILPROCEDURE] Verzoek om de inbreng rapporteurs Jaarverslag OCW 2024 als gezamenlijke inbreng toe te voegen aan SO Jaarverslag 2024 en de Staat van het Onderwijs d.d. 26 juni 2025 - reactietermijn 25 juni 2025 om 10.00 uur

De vergadering is geweest

25 juni 2025
10:00 uur
Geachte leden en plaatsvervangende leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
 
Op 26 juni 2025 om 10.00 uur staat het schriftelijk overleg Jaarverslag OCW 2024 en de Staat van het Onderwijs gepland. Namens de commissie OCW hebben de rapporteurs Stultiens (GroenLinks-PvdA) en Heite (NSC) het begrotingsonderzoek naar het Jaarverslag OCW 2024 uitgevoerd. De rapporteurs hebben hun belangrijkste aandachtspunten bij het Jaarverslag OCW 2024 verwoord in een gezamenlijke inbreng namens de commissie (zie bijlage). Indien het wetgevingsoverleg niet was omgezet in een schriftelijk overleg, hadden beide rapporteurs deze gezamenlijke inbreng namens de commissie tijdens dat wetgevingsoverleg gepresenteerd. In een aparte bijlage treft u ook de resultaten van het begrotingsonderzoek aan, waarop deze inbreng is gebaseerd. Deze kunt u (via uw fractie) desgewenst betrekken bij de inbreng van het schriftelijk verslag.
 
De vraag ligt voor of u akkoord of niet akkoord kunt gaan om de inbreng als gezamenlijke inbreng toe te voegen aan het schriftelijk overleg Jaarverslag 2024 en de Staat van het Onderwijs 2025 van donderdag 26 juni 2025.
U wordt vriendelijk verzocht naar aanleiding van deze emailprocedure een reactie te geven (akkoord/niet akkoord).
 
U wordt verzocht uiterlijk morgen, woensdag 25 juni 2025, om 10.00 uur te laten weten (via allen beantwoorden) of u al dan niet akkoord gaat met dit verzoek. Spoedig daarna wordt u geïnformeerd over de uitkomst van deze e-mailprocedure.*
 
Met vriendelijke groet,
 
Marleen Huls
 
Adjunct-griffier commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 7.20, tweede lid, van het Reglement van Orde, luidende:
2. Een commissie kan buiten haar vergaderingen langs schriftelijke weg besluiten over een voorstel dat naar het oordeel van haar commissievoorzitter eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en stemde zij als bedoeld in artikel 8.25.