Schriftelijke vragen : Het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën in Xinjiang te verwoesten
Vragen van de leden Kuzu (DENK) en Ploumen (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën in Xinjiang te verwoesten (ingezonden 3 juni 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Revealed: new evidence of China's mission to
raze the mosques of Xinjiang»?1
Vraag 2
Bent u het eens dat het hierbij gaat om schendingen van universele mensenrechten?
Vraag 3
Baart de berichtgeving u zorgen? Zo ja, bent u voornemens om naar aanleiding van van
deze zorgwekkende berichten actie te ondernemen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Heeft u redenen om te twijfelen aan de echtheid van de in het artikel aangehaalde
satellietbeelden?
Vraag 5
Deelt u de mening van de onderzoekers dat de vernietiging van Oeigoerse heiligdommen
een nieuwe aanval is op de cultuur van de Oeigoeren? Zo ja, bent u het eens dat het
gaat om schending van universele mensenrechten? Zo ja, bent u bereid om de Verenigde
Naties ertoe te bewegen meer druk uit te oefenen op de Chinese autoriteiten? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 6
Bent u bereid om zich in te zetten voor de totstandkoming van een internationaal onafhankelijk
onderzoek naar de Chinese schending van mensenrechten van Oeigoerse moslims? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 7
Deelt u de in het artikel genoemde theorie dat door het vernietigen van Oeigoerse
heiligdommen de Chinese autoriteiten pogen de volgende generatie Oeigoeren te assimileren?
Wat vindt u van deze theorie?
Vraag 8
Hoe leest u de reactie van een woordvoerder van het Chinese Ministerie van Buitenlandse
Zaken dat hij niet bekend is met de situatie en dat China vrijheid van godsdienst
betracht? Hoe vindt u het dat een woordvoerder van het Chinese ministerie de situatie
bagatelliseert? Wat zegt dit volgens u over de intenties van de Chinese autoriteiten
ten aanzien van de Oeigoeren? Baart u dit zorgen?
Vraag 9
Zijn Nederlandse diplomaten reeds geïnstrueerd hoe zij met de schendingen van de mensenrechten
van de Oeigoerse minderheid dienen om te gaan? Zo ja, wanneer zijn zij hierover geinstrueerd?
En kunt u deze instructie delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Doen de Chinese autoriteiten naar uw mening genoeg om de positie van de Oeigoeren
te verbeteren? Zo ja, kunt u een toelichting geven? Zo nee, bent u bereid om hierover
in gesprek te gaan met de Chinese regering?
Vraag 11
Wat heeft de Nederlandse regering sinds haar beantwoording van mijn eerdere vragen
over de situatie van de Oeigoeren concreet gedaan om de situatie van de Oeigoeren
te verbeteren? Kunt u hier een gespecificeerd overzicht van geven? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 12
Hoe effectief is de Nederlandse druk in EU-verband op de Chinese autoriteiten gebleken
met betrekking tot van de onderdrukking van de Oeigoeren?
Vraag 13
Hebt u er bij uw EU-collega’s op aangedrongen om gezamenlijk bij de Chinese autoriteiten
aan te dringen op een verbetering van de omstandigheden van Oeigoeren? Zo ja, kunt
u een overzicht geven van de keren dat u in EU-verband aandacht hebt gevraagd voor
de situatie van de Oeigoerse minderheid? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
T. Kuzu, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.