Onderwijsaccreditatie: meer vertrouwen, minder regeldruk

6 februari 2018, wetsvoorstel - De accreditatie van opleidingen in het hoger onderwijs zal meer op basis van vertrouwen gebeuren en moet minder bureaucratie opleveren. De Kamer steunt een wetsvoorstel van minister Van Engelshoven (Onderwijs).

De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie beoordeelt de kwaliteit van opleidingen in het hoger onderwijs. Alleen door haar erkende opleidingen komen voor overheidsfinanciering in aanmerking en kunnen een erkend diploma verstrekken. Bovendien is erkenning voor studenten een voorwaarde om studiefinanciering te kunnen krijgen.

Het Nederlandse hoger onderwijs is van hoge kwaliteit en het accreditatiestelsel werkt goed. Futselaar (SP) verwoordt daarmee eigenlijk de mening van alle woordvoerders. Maar het wetsvoorstel voert een paar nuttige reparaties uit, zegt Van der Molen (CDA). Hij vindt het goed dat de NVAO instellingen meer vertrouwen geeft bij de eigen invulling van de kwaliteit.

De onderwijsgemeenschap moet zich eigenaar voelen van een kwaliteitscultuur, zegt Van Engelshoven. Niet de regels en de indicatoren staan centraal, maar de docenten en de studenten.

Excellent en goed

Schaf de predicaten "excellent" en "goed" voor opleidingen af, bepleiten Bisschop (SGP), Özdil (GroenLinks), Futselaar, Van der Molen, Bruins (ChristenUnie) en Van Meenen (D66). Zelfs de NVAO, die de kwalificaties toekent, zegt dat ze niet goed te onderbouwen zijn. De indieners menen dat de oordelen "voldoende" en "onvoldoende" volstaan.

De minister is blij met het voorstel om de predicaten "excellent" en "goed" te schrappen. Zij wijst erop dat ze in vrijwel geen enkel ander land worden gebruikt en dat ze voor studenten geen rol spelen in hun keuze voor een opleiding.

Beertema (PVV) en Tielen (VVD) hadden bij de accreditatie wél willen vasthouden aan de oordelen "excellent' en "goed". Het vergroot het inzicht in de kwaliteit van een opleiding, vindt Beertema. En het is een stimulans voor instellingen, voegt Tielen toe.

Evaluatiebureaus

Particuliere evaluatiebureaus die een rol spelen in het beoordelen van opleidingen, moeten onafhankelijk zijn, vindt Özdil. Om de marktwerking bij dit soort bureaus te reguleren wil hij dat de NVAO ze beoordeelt. Dat vindt Van Engelshoven geen goed idee.

Instellingen zijn niet verplicht een evaluatiebureau in te schakelen. Daarom wil de minister ze in tegenstelling tot Özdil niet in de wet opnemen. Van der Molen voegt toe dat de NVAO al een taak heeft in de beoordeling van secretarissen van de visitatiepanels. De onafhankelijkheid van die secretarissen en panels is goed geborgd, bevestigt de minister.

Evaluatie

Het accreditatiestelsel moet op termijn nog een keer goed tegen het licht worden gehouden. Beertema, Van Meenen, Tielen en Van der Molen verwijzen naar het advies van de Raad van State hierover. De volgende evaluatie is gepland voor 2022, reageert Van Engelshoven. Bij die gelegenheid zal de inspectie het hele stelsel bekijken.

De Kamer stemt op 13 februari over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk het debat terug via Debat Gemist