Kamer rondt begrotingsbehandeling OCW af

15 oktober 2020, begroting - Onderwijsministers Van Engelshoven en Slob reageren op vragen van de Kamer over de onderwijsbegroting.

De toekomst van het onderwijsstelsel. De gevolgen van corona voor leerlingen, studenten en docenten. Kansengelijkheid in het primair en voortgezet onderwijs. Bij de behandeling van de onderwijsbegroting spreekt de Kamer met de bewindslieden over de uitdagingen op onderwijsgebied in 2021.

Prestaties en kwaliteit hoger onderwijs

De laatste begrotingsbehandeling in deze kabinetsperiode biedt minister Van Engelshoven aanleiding om terug te kijken. Een nadruk op prestaties in plaats van kwaliteit heeft volgens haar tot een onhoudbaar onderwijsstelsel geleid. Dat heeft ze tijdens haar bewind proberen te veranderen.

Van den Hul (PvdA) vraagt aandacht voor de relatie tussen de werkdruk voor docenten in het hoger onderwijs en de bekostiging. We moeten de financiële prikkels weghalen die leiden tot een hogere werk- en prestatiedruk, vindt Van Engelshoven. Het helpt niet om er geld bij te leggen, denkt de minister: je moet het systeem structureel veranderen.

Van der Molen (CDA) wil op termijn een einde maken aan het bindend studieadvies (bsa) ten faveure van een doorstroomnorm. Van het bsa staat ook Van Engelshoven tegen dat het instellingen studenten doet rondpompen: falen ze bij de ene opleiding, dan beginnen ze bij de andere gewoon opnieuw. Instellingen zouden studenten daarom beter moeten begeleiden bij de doorstroming naar het tweede jaar.

Een student zou makkelijker verhaal moeten kunnen halen als de kwaliteit van zijn opleiding niet op orde is, vindt Wiersma (VVD). Maar het stelsel van medezeggenschap via representatieve democratie functioneert volgens Van Engelshoven goed, net als de klachtenprocedures.

Verschillende politieke partijen lijken het leenstelsel los te willen laten. Van Engelshoven wil zich daar niet over uitspreken, want zij vindt dat iets voor het volgende kabinet. Bruins (ChristenUnie) is in dat verband blij dat het Nibud onderzoek gaat doen naar de financiële positie van studenten.

Inclusie en diversiteitsbeleid

Bisschop (SGP) hekelt het diversiteitsbeleid op universiteiten: hij spreekt van "de bevordering van een ideologie". De "monocultuur van linkse, politiek correcte meningen" is volgens Beertema (PVV) fnuikend voor de vrije meningsuiting en vrije wetenschapsbeoefening. Beide woordvoerders vinden de minister te activistisch op het gebied van inclusie en diversiteit.

Maar Van Engelshoven vindt een diversiteitsbeleid "heel hard nodig": onderwijsinstellingen moeten een plek zijn waar iedereen zichzelf kan zijn en veilig zijn werk kan doen, en waar de breedte van de diversiteit in de samenleving is terug te vinden.

Corona en het onderwijs

Door de coronacrisis kampen studenten met studievertraging of stoppen zij helemaal met hun opleiding. Kunnen zij op compensatie of ondersteuning rekenen, willen Futselaar (SP) en Paternotte (D66) weten. Het is nog te vroeg om te zeggen wat de gevolgen zijn, vindt Van Engelshoven. Zij verwacht in november meer duidelijkheid te hebben over studievertraging in het afgelopen studiejaar. Bij knelpunten is het kabinet bereid bij te springen, maar de minister wil niet vooruitlopen op hoe dat gebeurt.

Van den Berge (GroenLinks) is bezorgd over de afname van stageplaatsen bij de overheid en in publieke sectoren als de zorg. Neemt de rijksoverheid haar verantwoordelijkheid wel? Studenten stellen zelf niet-verplichte stages uit, licht minister Van Engelshoven toe. De afname hangt ook samen met thuiswerken en het lastig kunnen handhaven van de anderhalvemeterregel.

Kansenongelijkheid, leesonderwijs en lesmateriaal

De kwaliteit van het Nederlandse onderwijs is goed maar staat ook onder druk, zegt Slob. Vooral scholieren uit kwetsbare gezinnen raken op achterstand. Het is volgens de minister een illusie om te denken dat je die kansenongelijkheid in één kabinetsperiode kunt oplossen.

Van Meenen (D66) pleit voor wetenschappelijk onderzoek naar wat werkt bij de bestrijding van kansenongelijkheid. Kan het ministerie daaraan een bijdrage leveren? Slob wijst op een breed onderzoek hiernaar dat nu gaande is. Hij wil waken voor allerlei losse onderzoeken.

Naar aanleiding van signalen van scholen, wil Westerveld (GroenLinks) weten of de voorwaarden voor subsidies om kansenongelijkheid te bestrijden te strikt zijn. We kunnen nooit genoeg doen, is de reactie van Slob, maar hij belooft signalen over struikelblokken bij het aanvragen van subsidies te monitoren.

De leesmotivatie is in Nederland relatief laag en de leesvaardigheid in het primair onderwijs daalt, stelt Slob vast. Naast de ouders, heeft de minister hiervoor een verantwoordelijkheid, vindt Rog (CDA). Hoe gaat hij zorgen dat kinderen op de basisschool in aanraking komen met boeken en niet alleen met begrijpend lezen? Het kabinet licht op dit moment het leesonderwijs door en probeert de samenwerking tussen scholen en bibliotheken te verbeteren, antwoordt Slob.

Van Raan (Partij voor de Dieren) waarschuwt voor lesmateriaal dat is gemaakt door partijen met commerciële belangen, en voor kindermarketing op de basisschool. Volgens Kuzu (DENK) is er lesmateriaal in omloop dat discriminatie en stigmatisering in de hand werkt.

Lerarentekort

Slob probeert specifieke informatie te verkrijgen over de huidige stand van het lerarentekort. Dat lijkt de laatste tijd iets te zijn teruggedrongen. Maar met name de vervanging van leraren die uitvallen is een probleem. En een flink deel van de aspirant-leraren stroomt helaas voortijdig uit, zegt Heerema (VVD). Hoe houden we zo veel mogelijk pabo-studenten binnenboord? Dat heeft inderdaad prioriteit, maar minister Slob benadrukt dat toekomstige leraren wel aan de kwaliteitscriteria moeten voldoen.

Kwint (SP) zou graag een massaal offensief zien om mensen die werkloos raken door de coronacrisis tot docent om te scholen, bijvoorbeeld door de lerarenopleiding voor hen te betalen. Er loopt een campagne om nieuwe leraren te werven, zeggen Slob en Van Engelshoven. Het kabinet probeert om WW’ers en zijinstromers het onderwijs binnen te halen.

De woordvoerders leverden hun inbreng in eerste termijn op 13 oktober. De Kamer stemt op 27 oktober over de tijdens het debat ingediende moties. Zij stemt op donderdag 3 december over de begroting.

Zie ook: