Beperkte gemeenschap van goederen in huwelijk

14 april 2016, initiatiefwetsvoorstel - De gemeenschap van goederen zou alleen moeten gelden voor wat je tijdens een huwelijk samen aan vermogen opbouwt. Dit regelen Swinkels (D66), Recourt (PvdA) en Van Oosten (VVD) met hun initiatiefwetsvoorstel.

Spullen, vermogen en schulden van vóór het huwelijk, giften en erfenissen vallen niet meer standaard onder de gemeenschap van goederen. Door de bestaande algehele gemeenschap van goederen te beperken willen de initiatiefnemers het huwelijksvermogensrecht moderniseren. Steun krijgen ze van Van Wijngaarden (VVD), Yücel (PvdA) en Bergkamp (D66). Een belangrijk voordeel is dat verzwegen schulden buiten de gemeenschap van goederen blijven, benadrukt minister Van der Steur (Justitie). Maar Van Nispen (SP), Van Toorenburg (CDA), Segers (ChristenUnie) en Dijkgraaf (SGP) zijn kritisch. Zij vrezen onder andere voor administratieve rompslomp en pleiten voor een keuze tussen algehele en beperkte gemeenschap van goederen.

Zorgen over administratieve rompslomp

Leidt een beperkte gemeenschap van goederen niet tot veel administratieve rompslomp? Verschillende woordvoerders vragen zich dit af. Nauwkeurig administreren wordt noodzakelijk om het nieuwe stelsel goed te laten werken, stellen Segers en Dijkgraaf. Het is een misverstand dat het initiatiefwetsvoorstel leidt tot een plicht voor echtgenoten om een uitgebreide administratie bij te houden, reageert Van Oosten. Hij wijst erop dat veel informatie automatisch wordt vastgelegd, bijvoorbeeld in leveringsaktes voor woningen, testamenten en digitale betalingsgegevens. Bergkamp, Yücel en Van Toorenburg pleiten voor goede voorlichting over de gevolgen van zowel leefvormkeuzes als het nieuwe stelsel.

Discussie over keuzemogelijkheid

Veel mensen zullen toch in algehele gemeenschap van goederen willen trouwen, denkt Segers, en daarop zou geen "boete" moeten staan in de vorm van notariskosten. Hij wil daarom in de wet opnemen dat men kan kiezen tussen een algehele of beperkte gemeenschap van goederen. Steun hiervoor krijgt hij van Van Nispen, Dijkgraaf en Van Toorenburg. Maar Recourt vindt het onverstandig om twee verschillende wettelijke stelsels naast elkaar te hebben. Een notaris zou er advies over moeten geven, stellen Swinkels en Bergkamp, wat leidt tot extra kosten. Bovendien veroorzaakt het registreren van de keuze uitvoeringskosten voor de overheid, benadrukt de minister.

De Kamer sprak eerder op 17 februari over het initiatiefwetsvoorstel van Swinkels, Recourt en Van Oosten. Zij stemt op 19 april over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.