Behandeling Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen voortgezet

22 februari 2022, wetsvoorstel - Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken gaat in op vragen van de Kamer over de Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen.

Met het wetsvoorstel wil Bruins Slot de transparantie over de financiering van politieke partijen vergroten. De kiezer moet daardoor meer inzicht krijgen in de giften aan politieke partijen. Maar er is gezocht naar een balans, benadrukt de minister, want politieke partijen zijn onafhankelijk en moeten kunnen opereren met zo min mogelijk bemoeienis van de overheid.

Giften aan politieke partijen

Moet er een maximumbedrag komen voor giften? Dat heeft volgens de minister voors en tegens. Het wetsvoorstel gaat uit van een maximum van €100.000. Partijen zouden zelf moeten kunnen besluiten over de giften die ze accepteren. Bij een te hoog bedrag kan evenwel de indruk ontstaan dat gevers politieke invloed kopen. Bruins Slot wil het uiteindelijke besluit over een maximum, en de hoogte ervan, aan de Kamer laten.

Giften zouden alleen van mensen moeten komen en niet van bedrijven, vindt Westerveld (GroenLinks), want alleen mensen hebben stemrecht. Het is volgens de minister op zich geen probleem als bedrijven of stichtingen schenkingen doen aan partijen. Zij wil wel dat wordt geregistreerd welke personen er uiteindelijk achter zo'n gift zitten.

Teunissen (PvdD) stelt een uitzondering voor op het maximumbedrag als het gaat om erfenissen en legaten: het zou mensen die zijn overleden niet gaan om het kopen van invloed. Dat voorstel ontraadt de minister, want overleden personen die geld aan een politieke partij nalaten, hebben daarvoor bij leven waarschijnlijk een bedoeling gehad.

Transparantie

Politieke partijen moeten giften openbaar maken als die hoger zijn dan €4.500. De minister heeft gezocht naar een balans tussen transparantie en de privacy van schenkers. Maar zij "kan zich vinden" in voorstellen uit de Kamer om dit drempelbedrag te verlagen naar €2.500 of €1.000.

Het blijft essentieel dat een politieke partij navraag doet naar waar een schenking vandaan komt, benadrukt Ellian (VVD). Van Baarle (DENK) en Omtzigt zien een risico als anonieme giften opgeknipt worden in delen om zo openbaarmaking te ontlopen.

Opknippen is niet onmogelijk, erkent Bruins Slot, maar zij ziet dat risico "niet direct". Zij wijst ook op de administratieve lasten voor partijen als het drempelbedrag wordt verlaagd. Of het voor een politieke partij moeilijk uitvoerbaar is, zou geen criterium moeten zijn, vindt Van der Plas (BBB): het gaat om de transparantie.

Buitenlandse giften

Het wetsvoorstel laat de mogelijkheid open dat giften worden gedaan vanuit het buitenland. Nederlandse politieke partijen hebben vaak zusterpartijen in het buitenland, benadrukt de minister. Daarom zouden giften van binnen de Europese Economische Ruimte mogelijk moeten zijn.

Buitenlandse giften vindt Leijten (SP) "niet zuiver", omdat zo buitenlandse beïnvloeding dreigt. Vreemd dat het door de gemaakte keuze mogelijk is om giften uit "corrupte landen" als Malta en Roemenië te ontvangen, aldus Bosma (PVV), maar niet uit NAVO-partner Amerika.

Wet op de politieke partijen

De minister komt nog met een afzonderlijke Wet op de politieke partijen, waarin onder andere nieuwe regels staan over de financiering van politieke partijen door de overheid. Zij wil eind 2022 een voorstel ter consultatie kunnen aanbieden.

Er moet veel meer haast worden gemaakt met deze wet, vindt Arib (PvdA), want het duurt al te lang en politieke partijen moeten weten waar ze aan toe zijn. Zij zou net als Dekker (D66) graag zien dat er onafhankelijk toezicht op politieke partijen wordt geregeld.

Wordt er in de Wet op de politieke partijen ook gekeken naar de financiering van lokale politieke partijen, vragen Van der Graaf (ChristenUnie) en Van Dijk (CDA) zich af. Bruins Slot is de gevolgen daarvan momenteel in kaart aan het brengen. Wellicht zou daardoor minder geld beschikbaar zijn voor de landelijke politieke partijen, waarschuwt de minister.

De woordvoerders leverden hun inbreng over het wetsvoorstel op 15 februari. Het debat wordt op een later te bepalen moment afgerond met de tweede termijn van de Kamer en een reactie van de minister daarop.

Zie ook: