Plenair verslag Tweede Kamer, 16e vergadering
Donderdag 20 november 2025

  • Begin
    13:30 uur
  • Sluiting
    17:15 uur
  • Status
    Ongecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Van Campen

Aanwezig zijn 137 leden der Kamer, te weten:

Abdi, Van Ark, Armut, Van Asten, Van Baarle, Bamenga, Baudet, Becker, Beckerman, Belhirch, Van den Berg, Van Berkel, Bevers, Biekman, Bikker, Boelsma-Hoekstra, Bontenbal, Boomsma, Boon, Bosma, Boswijk, El Boujdaini, Van Brenk, Bart van den Brink, Tijs van den Brink, Bromet, Bühler, Van der Burg, Bushoff, Van Campen, Ceder, Ceulemans, Claassen, Clemminck, Coenradie, Dassen, Dekker, Tony van Dijck, Heera Dijk, Jimmy Dijk, Diederik van Dijk, Emiel van Dijk, Inge van Dijk, Dobbe, Van Duijvenvoorde, Eerdmans, Van Eijk, Ellian, Ergin, Erkens, Faber, Flach, Goudzwaard, Grinwis, De Groot, Hamstra, Heutink, Den Hollander, Hoogeveen, De Hoop, Van Houwelingen, Ten Hove, Huidekooper, Huizenga, Chris Jansen, Jetten, Jumelet, Kathmann, Keijzer, Kisteman, Klaver, Klos, Koorevaar, Kops, De Kort, Köse, Kostić, Kröger, Krul, Lahlah, Lammers, Van Lanschot, Van der Lee, Maeijer, Markuszower, Martens-America, Van Meetelen, Michon-Derkzen, Mohandis, Moinat, Mooiman, Moorman, Mulder, Mutluer, Nanninga, Neijenhuis, Van Oosterhout, Oosterhuis, Oualhadj, Paternotte, Patijn, Paulusma, Piri, Van der Plas, Podt, Raijer, Rajkowski, Rooderkerk, Schilder, Schoonis, Schutz, Sneller, Steen, Stoffer, Stöteler, Straatman, Struijs, Stultiens, Synhaeve, Teunissen, Tijmstra, Tseggai, Vellinga-Beemsterboer, Vermeer, Vervuurt, Vijlbrief, Vliegenthart, Vlottes, Vondeling, De Vos, Wendel, Van der Werf, Westerveld, Wiersma, Wilders, Yeşilgöz-Zegerius en Zalinyan,

en de heer Heijnen, staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane.

De voorzitter:
Ik open de vergadering.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven

Verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven

Aan de orde is het verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven met betrekking tot de toelating van mevrouw M. Andriese als lid van het Europees Parlement.

De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de heer Ellian voor het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Ellian (voorzitter van de commissie):
Daar was ik alweer, voorzitter, voor degenen die mij gemist hadden in deze rol.

De voorzitter:
Daar was u weer!

De heer Ellian (lid Tweede Kamer):
De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw M. Andriese te Zaventem, België.

De commissie is tot de conclusie gekomen dat zij terecht benoemd is verklaard tot lid van het Europees Parlement. De commissie stelt vast dat zij op grond van de nationale bepalingen tot lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten.

De commissie stelt voor dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en uiteraard aan de benoemde.

Tot slot stelt de commissie voor het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:
Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de fractie van FVD benoem ik in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Van Houwelingen tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dekker.

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik:

  • in de commissie voor de Werkwijze het lid Oosterhuis tot lid en het lid Sneller tot plaatsvervangend lid;
  • in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Huidekooper tot lid;
  • in de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing het lid Sneller tot lid.

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik:

  • in de commissie voor de Werkwijze het lid Inge van Dijk tot lid;
  • in de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing het lid Tijs van den Brink tot lid.

Op verzoek van de fractie van JA21 benoem ik:

  • in de commissie voor de Werkwijze het lid Eerdmans tot lid;
  • in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Ceulemans tot lid;
  • in de Bouwbegeleidingscommissie het lid Clemminck tot lid;
  • in de Kunstcommissie het lid Hoogeveen tot lid.

Op verzoek van de fractie van BBB benoem ik:

  • in de commissie voor de Werkwijze het lid Van der Plas tot lid;
  • in de de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Van der Plas tot lid.

Op verzoek van de fractie van de SGP benoem ik in de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing het lid Diederijk van Dijk tot lid.

Op verzoek van de fractie van DENK benoem ik in de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing het lid Ergin tot lid.

Op verzoek van de fractie van FVD benoem ik:

  • in de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing het lid Van Meijeren tot lid;
  • in de Bouwbegeleidingscommissie het lid Van Duijvenvoorde tot lid;
  • in de Kunstcommissie het lid Baudet tot lid.

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • het debat over het gebruik van staalslakken door Rijkswaterstaat;
  • het debat over het bericht dat duizenden ondervoede kinderen dreigen te sterven in een belegerde stad in Sudan.

Ik stel aan de Kamer voor om tot Ondervoorzitter te benoemen de leden Paulusma, Wilders, Moorman, Krul, Eerdmans en Michon-Derkzen, waarbij de leden Paulusma en Wilders als respectievelijk eerste en tweede Ondervoorzitter zullen optreden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Ik schors de vergadering een enkel ogenblik, omdat dan aan de orde is de plenaire behandeling van het pakket Belastingplan 2026.

De vergadering wordt van 13.32 uur tot 13.36 uur geschorst.

Pakket Belastingplan 2026

Pakket Belastingplan 2026

Pakket Belastingplan 2026

Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026) (36812);
het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2026) (36813);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met differentiatie van het tarief van de vliegbelasting (Wet differentiatie vliegbelasting) (36815);
het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enkele andere wetten in verband met het stroomlijnen van het fiscale inzagerecht (Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht) (36816);
het wetsvoorstel Tweede wijziging van de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de in december 2023, juni 2024 en januari 2025 internationaal overeengekomen administratieve richtsnoeren en een aantal overige technische wijzigingen (Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024) (36817);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2025/872 van de Raad van 14 april 2025 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting) (36818);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de nadere operationalisering van het mechanisme voor een koolstofcorrectie aan de grens (36819).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en heet de staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, de heer Heijnen, van harte welkom. Vandaag is aan de orde de eerste termijn van de zijde van de Kamer in het debat over het Pakket Belastingplan 2026. Dat is een bijzondere behandeling, want we hebben vandaag twee leden die hun maidenspeech houden: de heer Oosterhuis namens de fractie van D66 en de heer Hoogeveen namens de fractie van JA21. Die gaan we met elkaar beluisteren.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:
Dan wil ik de heer Oosterhuis uitnodigen om naar voren te komen, zodat ik hem het woord kan geven voor zijn bijdrage. Het is gebruikelijk dat bij maidenspeeches geen interrupties worden gepleegd, tenzij het lid daar zelf wenst van af te wijken, maar het gebruik is dat het niet gebeurt. Meneer Oosterhuis, u heeft het woord.

De heer Oosterhuis (D66):
Dank u, voorzitter. Het is heel bijzonder om hier vandaag voor het eerst te mogen staan, zeker ook met mijn gezin op de publieke tribune, onder wie mijn zoon, Casper, die deze week de voorleeswedstrijd van zijn klas won. Voor de komende tien minuten hoop ik voor u dat hij dat talent van zijn vader heeft! Mijn jongste dochter Willemijn is ook aanwezig. Zij is net 7 en volgt de Kamer nu soms ook. Ze keek afgelopen dinsdag naar de voorzittersverkiezing in het Jeugdjournaal. Ik mag van haar verklappen, meneer Van Campen, dat haar favoriet heeft gewonnen!

Mijn kinderen vonden het eerst helemaal niet leuk dat ik mij had gekandideerd, want ik ben dan natuurlijk wat minder thuis. Maar gaandeweg de campagne begonnen zij ook te wennen aan het idee. Een paar dagen voor de verkiezingen zei mijn oudste dochter, Josephine, opeens: "Pappa, het is toch eigenlijk wel heel bijzonder: we zijn met 18 miljoen mensen, daarvan bepalen 150 mensen de wetten en regels, en daar ben jij er straks één van." Zelf kan ik niet kernachtiger zeggen hoe bijzonder het is om hier te mogen staan en om, inderdaad, als 1 van de 150 Kamerleden mensen een stem te geven, de regering te controleren en goede wetten te maken. Extra bijzonder vind ik het dat ik dit mag doen met een fractie van D66, die groter is dan ooit. Dat maakt dat ik hier sta met een mengeling van trots, verantwoordelijkheid en een zekere mate van bescheidenheid. Want met 26 zetels was de grootste fractie in deze Kamer nog nooit zo klein. Meer dan ooit vraagt dat om samenwerking. Dat is hard nodig, omdat Nederland grote doorbraken nodig heeft om vooruit te komen. Geruzie en geschreeuw leidt tot stilstand. Echte vooruitgang ontstaat alleen door samenwerking. Daar zal ik mijn bijdrage aan leveren.

Bij het werken aan vooruitgang staan voor mij drie waarden centraal. De eerste is vrijheid. We mogen koesteren dat we in een vrij land wonen, in een democratische rechtsstaat, waar de wet ons beschermt tegen willekeur. Ik denk na de bijzondere verenigde vergadering van vanochtend dat we dat allemaal nog eens extra beseffen. Maar laten we eerlijk zijn: die vrijheid is er ook in Nederland nog niet voor iedereen. Het doet er nog steeds toe welke kleur je huid heeft, of je man bent of vrouw, homo, hetero, christen, moslim, jood of niet-gelovig. Laten we alsjeblieft werken aan een land waarin iedereen zichzelf kan zijn en zijn eigen keuzes kan maken, waarin we elkaar vrijlaten en respecteren, zeker als het gaat om de liefde, geloof, leven en dood. Of om de vrije kunst; denk ook aan die mooie muziek vanochtend, die ooit verboden was. Maar ook als het gaat om de overheid, zoals een neutrale, rechtvaardige behandeling door de Belastingdienst of de Douane.

Voorzitter. Parallel aan vrijheid loopt voor mij een tweede waarde: kansengelijkheid. Want het doet er in Nederland nog steeds toe welk werk je ouders hebben, of ze een huurhuis hebben of een koophuis, welk sociaal netwerk er om hen heen staat. Maar op de plek waar je geboren wordt en in welk gezin heb je zelf geen invloed. Als liberaal vind ik dat iedereen het recht heeft om het maximale uit zichzelf te kunnen halen, dat we prestatie moeten belonen zonder dat pech mensen blijvend op achterstand zet en dat we daar als politiek bij moeten helpen. Niet alleen omdat het rechtvaardig is; het is ook een verspilling van talent als mensen niet de kans krijgen om zichzelf te ontplooien. Dat is uiteindelijk zonde voor ons allemaal.

Voorzitter. De derde waarde van waaruit ik politiek wil bedrijven, is toekomstgerichtheid: niet alleen denken aan vandaag en morgen, maar ook aan het land dat we achterlaten. Wij hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen dat al onze kinderen en kleinkinderen in een vrij, mooi en schoon land opgroeien en dat we in Nederland ook in de toekomst goed ons geld kunnen verdienen. Daarvoor moeten we blijven investeren, innoveren en vernieuwen. Dat vraagt om keuzes die soms ook indruisen tegen gevestigde belangen. Er zijn altijd machtige en luidruchtige partijen die het liefst alles houden zoals het is. Maar houden die ook voldoende rekening met de mensen met een zachte stem, in de woorden van Hans Vijlbrief? Houden die rekening met de toekomstige generatie, die nog geen stem heeft? Houden die rekening met de natuur en het klimaat, die zelf nooit een stem zullen hebben? Nee, daarvoor ligt de verantwoordelijkheid toch echt bij ons, de 150 mensen die hier de wetten en regels bepalen.

Voorzitter. Met vrijheid, kansengelijkheid en toekomstgerichtheid in het achterhoofd kijk ik ook naar ons belastingstelsel, het financiële fundament van de Staat. Zonder belastingen is er geen geld voor onderwijs, veiligheid en infrastructuur en lukt het ook niet om onze welvaart eerlijk te verdelen. Tegelijkertijd is elke belasting bedoeld of onbedoeld ook een sturende factor in onze maatschappij en een spiegel van wat wij politiek belangrijk vinden. Wat dat betreft hield Klaas Knot, de oud-president van De Nederlandsche Bank, óns vorig jaar een duidelijke spiegel voor. Hij zei: "De boodschap van ons belastingstelsel is dat niet arbeid, maar vooral vermogen loont."

Voorzitter. Welk signaal geven wij aan de samenleving als niet inzet, creativiteit en prestatie wordt beloond, maar rijkdom? We zouden het in deze Kamer toch eens moeten zijn dat we beter de mensen die hard werken de kans geven om een betere toekomst op te bouwen, dat we liever hen helpen om vrij te zijn dan de meest vermogenden nog rijker te laten worden?

Voorzitter. Het hele stelsel van belastingen en toeslagen is ook buitengewoon ingewikkeld gemaakt. Je moet ongeveer fiscalist zijn om te berekenen of meer werken gaat lonen en een halve jurist om te weten waar je recht op hebt zonder het risico te lopen om grote bedragen te moeten terugbetalen. Het is voor mensen niet meer te overzien. Het tast ook het rechtvaardigheidsgevoel aan als gewone mensen en mkb'ers vastlopen, terwijl degenen die in staat zijn om slimme adviseurs in te huren, gebruik kunnen maken van alle mazen in de wet en uitzonderingen waarvan hun eigen belang profiteert. Steeds meer dringt zich daarom de vraag op of het belastingstelsel nog wel voldoende het algemeen belang dient.

Een belangrijke reden waarom ik mij in 2007 aansloot bij D66 was dat die partij zich destijds onder leiding van Alexander Pechtold als eerste durfde uit te spreken voor belangrijke economische hervormingen. Destijds ging het bijvoorbeeld om de verhoging van de AOW-leeftijd en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Dat was misschien niet altijd direct populair, soms strijdig met gevestigde belangen, maar altijd ten dienste van het algemeen belang. Dat was nodig voor onze toekomstige welvaart, voor een rechtvaardige samenleving, bijvoorbeeld om mensen toegang te geven tot een betaalbaar huis.

Ook voor ons belastingstelsel is nu zo'n doorbraak nodig, een verregaande vereenvoudiging waarin we toewerken naar een belastingstelsel met lagere belastingen op werk en inkomen, zonder moeilijke toeslagen, zodat werken meer loont en grote vermogens en vervuilers eerlijk worden belast. Een belastingstelsel waarin we belastingsubsidies die niet bijdragen aan het algemeen belang maar die de belastingbetaler wel elk jaar 50 miljard euro kosten, afbouwen. En ja, voorzitter, dan erken ik: de hypotheekrenteaftrek laat wel zien dat politiek een kwestie van lange adem is.

Maar denk ook aan de 40 miljard euro aan jaarlijkse fossiele subsidies, die een oude economie in stand houden die niet toekomstbestendig is. Natuurlijk moeten we dat doen met oog voor het vestigingsklimaat, zeker in een open internationale economie als die van Nederland. Maar in mijn optiek maakt dit het juist extra belangrijk dat de Nederlandse regering een actieve rol speelt in de Europese, internationale samenwerking, zodat wij zorgen dat andere landen ook aan de slag gaan.

Voorzitter, tot slot over de inhoud een kleine persoonlijke hartenkreet. Al sinds ik mij als jonge ambtenaar op het ministerie van Financiën bezighield met de financiën van gemeenten, verbaas ik mij erover dat het Rijk heel veel belasting heft en gemeenten zelf weinig, terwijl meermaals is onderzocht dat lokale investeringen de welvaart in een gemeente aantoonbaar vergroten en het de lokale democratie versterkt als de gemeenteraad niet alleen over de uitgaven gaat maar ook wezenlijk invloed heeft op de inkomsten. Ik geef het nog maar even mee aan collega's Jetten en Paternotte.

Voorzitter. Wat mij betreft ligt er een grote agenda voor de opvolger van deze staatssecretaris. Het Belastingplan 2026, dat wat mij betreft een goede illustratie is van de diepdemissionaire staat van dit kabinet, hebben we al twee volle dagen in de commissie behandeld. Ik zou daarom de staatssecretaris vooral willen uitnodigen tot een reflectie op dit betoog, in aanvulling op zijn woorden in de commissie over de voorwaarden voor zo'n hervorming, vereenvoudiging en verbetering. Want ook in het vorige coalitieakkoord stond dit voornemen, maar daar is weinig van terecht gekomen. Dus misschien kan de staatssecretaris ook hier plenair nog enkele wijze lessen meegeven over hoe het wél kan.

Voorzitter, ik rond af. Vandaag heb ik hier vooral geschetst vanuit welke waarden ik hier wil werken: vrijheid, kansengelijkheid en toekomstgerichtheid. Ik hoop elke dag dat ik dit mag doen, te blijven beseffen hoe bijzonder het is om hier met 150 mensen te werken in het algemeen belang van 18 miljoen Nederlanders. Ik heb er in ieder geval heel veel zin in!

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Oosterhuis. Het is een groot genoegen om u als eerste te mogen feliciteren. Ik vind het ook heel mooi hoe u de dag, die in het teken staat van 80 jaar vrijheid, heeft betrokken bij uw maidenspeech. Ik schors de vergadering voor een enkel ogenblik, zodat u voor het rostrum plaats kunt nemen en de felicitaties in ontvangst kunt nemen. Ik zou u graag als eerste willen feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Vlottes, die zich tot ons zal richten namens de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Meneer Vlottes, u heeft het woord.

De heer Vlottes (PVV):
Voorzitter, veel dank. Het Belastingplan zou op het eerste oog vrij summier moeten zijn. "Beleidsarm" wordt dat dan genoemd. Maar schijn bedriegt, want inhoudelijk worden er toch wel veel belastingen verhoogd, zoals de vliegbelasting, de inkomstenbelasting, de verbruiksbelasting, de motorrijtuigenbelasting — oftewel, de auto wordt weer duurder — en de afvalstoffenheffing. Er worden zelfs nieuwe belastingen ingevoerd, zoals een pseudo-eindheffing, een straf voor werkgevers en werknemers als er privé wordt gereden met een leaseauto. Over het geheel genomen is het dus niet echt beleidsarm.

Voorzitter. Een belasting verhogen is één ding, maar dan is het nog maar af te wachten of deze verhoging daadwerkelijk geld gaat opbrengen en niet gewoon geld gaat kosten. Neem bijvoorbeeld zo'n pseudo-eindheffing. Dit is een brandstofstraf voor zakelijk rijders en wordt alleen maar ingevoerd vanwege het klimaat. Hierdoor worden zakelijk rijders de elektrische auto in gejaagd. Er wordt door dit kabinet geen belasting aangepast of er moet sprake zijn van een dekking, maar deze brandstofstraf voor zakelijk rijders leidt tot een derving van 313 miljoen in 2027 en 43 miljoen structureel, voor maar liefst 0,4 megaton CO2-reductie in 2030. Kan de staatssecretaris aangeven hoe deze derving wordt gedekt en hoe dit zich verhoudt tot de CO2-reductie?

Voorzitter. Nog een voorbeeldje: de accijns op tabak. Die is inmiddels zo hoog geworden dat iedere verdere verhoging geen geld meer oplevert. We hebben dit uitvoerig behandeld in het WGO, maar om er toch nog maar even op door te gaan: in de schriftelijke beantwoording op vragen die de PVV maandag heeft gesteld, schrijft de staatssecretaris "Aan de hand van de zogenaamde Empty Pack Survey (EPS) van 2023 bleek dat 25% van de geraapte verpakkingen niet in de Nederlandse heffing betrokken is." Nou, oké. Maar dit percentage, zo blijkt uit hetzelfde onderzoek een jaar later, is gestegen naar 45,1%. Dit is dan 2024, precies het jaar waarin de accijns op tabak enorm werd verhoogd. Als argument voor deze accijnsstijging schrijft de staatssecretaris dat het aantal rokers is afgenomen na stijging van de tabaksaccijnstarieven. Ja, zeker. In de periode 2023-2024 is het aandeel rokers met — schrik niet — maar liefst 0,8% afgenomen, aldus het RIVM. Daarom stel ik vandaag nogmaals de vraag: hoe verklaart de staatssecretaris het verschil in het aandeel rokers afgezet tegen de enorme stijging van het aandeel niet-veraccijnsde tabak in de periode 2023-2024 in relatie tot de accijnsopbrengsten?

Voorzitter. Dit klinkt heel theoretisch, maar het gevolg is in de praktijk wel degelijk zichtbaar. Er rijden dagelijks tientallen bussen naar Duitsland zodat mensen daar lekker kunnen winkelen en met afgeladen bussen vol goederen terugkeren. Mensen thuis besparen op deze manier vele tientallen en soms wel honderden euro's, allemaal vanwege de gigantisch hoge lasten in Nederland. Deze mensen hebben groot gelijk. Maar dit gaan we nu ook zien bij de vliegbelasting, want een gewoon Nederlands gezin ziet zijn zuurverdiende vakantie met honderden euro's duurder worden. Volgens de staatssecretaris is dit "redelijk", in verband met externe kosten voor middellange- en langeafstandsvluchten. Dat is dan ook duidelijk: de staatssecretaris vindt het prima dat gezinnen ruim twee keer zo veel belasting gaan betalen als ze besluiten niet naar Parijs maar naar een lekker zonnig ver zuiden te gaan voor hun vakantie. Ik heb gelukkig begrepen dat de minister van Klimaat en Groene Groei ook aanwezig is. Ik zou graag van haar willen weten wat de definitie van "redelijk" is in relatie tot klimaat, wat het effect van deze maatregel is op de mondiale CO2-uitstoot en hoe dit zich verhoudt tot de beoogde opbrengst van zo'n 257 miljoen in 2027.

Voorzitter. Ook hier is er weer een verschil met de praktijk. Uit een recente enquête bleek dat ruim driekwart van de respondenten overweegt om, volledig terecht trouwens, over de grens naar bijvoorbeeld Duitsland of België te gaan en vanaf daar verder te vliegen voor hun vakantie. Vliegen is daar namelijk vele malen goedkoper, zelfs tot zo'n 83%.

Voorzitter. Dan nog iets: de btw op boodschappen. Zo ongeveer iedere week stijgen de boodschappenprijzen. Is het niet vanwege de inflatie, dan komt het wel door de zogenaamde "krimpflatie" dan wel door zoiets belachelijks als een klimaatflatie. Maar ook dit gebeurt wel vooral in Nederland. Uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt namelijk dat boodschappen doen in België, Duitsland of Frankrijk tussen 12% en 20% goedkoper is. De ACM is inmiddels gelukkig in beweging gekomen en is een onderzoek gestart. De logische vraag is dan ook: wanneer kunnen we deze resultaten eindelijk tegemoetzien?

Voorzitter. Maar we kunnen ook nu iets doen, namelijk door de btw op boodschappen naar nul te brengen. Dit betekent een korting van toch bijna 10% op een gemiddelde boodschappenkar. De mensen snakken hiernaar. Uit onderzoek van het Nibud blijkt — een triest cijfer — dat maar liefst een op de drie huishoudens moeite heeft om de boodschappen te betalen en überhaupt rond te komen. Het schrappen kost een boel geld; dat is duidelijk. Maar we kunnen dit realiseren door het ontwikkelingsbudget, het geld dat staat voor ontwikkelingshulp, volledig te schrappen. Dan krijgen de mensen thuis in hun portemonnee weer een beetje financiële ruimte en eindelijk een beetje financiële lucht in hun portemonnee.

Voorzitter, afrondend. De rek is er eigenlijk uit om alsmaar de lasten te blijven verhogen. De belastingen moeten eindelijk eens omlaag. Want door de enorme belastingen is eigenlijk heel Nederland inmiddels al een grensregio geworden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw Teunissen. Ik zou de leden willen oproepen om in interrupties toch wel echt een vraag te stellen en ze kort en bondig te houden.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor de PVV pleiten voor 0% btw op boodschappen. Dat is een begrijpelijk voorstel, omdat mensen de boodschappen nu bijna niet meer kunnen betalen. De Partij voor de Dieren is het daar dus mee eens. Ik zit alleen met het probleem dat de PVV dat ten koste van de ontwikkelingssamenwerking wil laten gaan. Daarover zijn we het niet eens. Eigenlijk heeft de Partij voor de Dieren vandaag een beter voorstel, namelijk 0% btw op groente en fruit. Dan heb je twee in één, want het is ook nog eens heel gezond als we dat doen: we bevorderen de gezondheid én het betekent goedkopere boodschappen. De vraag is dus of de PVV dat voorstel kan steunen.

De heer Vlottes (PVV):
Ik begrijp dat de vertegenwoordiger van de Partij voor de Dieren daarover een amendement heeft ingediend. Het gaat ons om de boodschappen naar nul, niet alleen groente en fruit. De dekking van het schrappen van ontwikkelingshulp lijkt ons uitstekend. Er zit 6 miljard in. Dat kunnen wij veel beter besteden.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er zijn veel meer partijen in dit huis die niet willen dat het ten koste gaat van mensen elders die het ook heel erg moeilijk hebben. Daarom heb ik ook een ander voorstel gedaan, dat niet ten koste gaat van ontwikkelingssamenwerking en waar een draagvlak voor is. De PVV heeft dit voorstel voor 0% btw op groente en fruit eerder ook gesteund. Daarom is mijn vraag als volgt. Als we kunnen rekenen op een breed draagvlak, dan kunnen we in ieder geval een stap vooruit zetten om de boodschappen goedkoper te maken. Kan de PVV daarin meegaan?

De heer Vlottes (PVV):
Dank aan mevrouw Teunissen voor de vraag. Dit is nou zo treffend. Iedereen maakt zich druk om wat er in Afrika gebeurt. Daar worden miljarden besteed. Miljarden! Vergis u niet, er is dringend behoefte aan om hier de btw op boodschappen naar nul te brengen, om de mensen hier te helpen. 80% van de laagste inkomens kan de boodschappen gewoon niet betalen door de gestegen boodschappenprijzen. Wij komen met dit voorstel om de btw op boodschappen naar nul te brengen. Nou, het lijkt mij duidelijk bij wie ze moeten zijn. Dat is niet de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik geloof dat meneer ... Sorry, wat was uw naam?

De heer Vlottes (PVV):
Vlottes.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Excuus. Ik geloof dat meneer Vlottes mijn vraag niet heeft begrepen. Hij wil de ontwikkelingssamenwerking schrappen. Daar is weinig draagvlak voor in de Kamer, en terecht. Er ligt nu een voorstel om de boodschappenkosten voor een deel te verlagen, namelijk door de btw op groente en fruit naar 0% te brengen. Is de PVV bereid om dat te doen? Dat vergroot de kans op een meerderheid voor dat voorstel.

De heer Vlottes (PVV):
Ik was toch duidelijk? De btw op boodschappen moet naar 0%. Mevrouw Teunissen kan nog drie keer dezelfde vraag herhalen, dan krijgt ze drie keer hetzelfde antwoord. Als mevrouw Teunissen daarnaar op zoek is, dan stel ik voor dat ze het bandje terugkijkt of zo.

De heer Baudet (FVD):
Complimenten voor deze kritiek op de huidige economische situatie in Nederland. Ik ben het met het meeste eens. Er zijn veel raakvlakken. Er zijn terechte punten over de oplopende boodschappenprijzen. Daar ben ik het allemaal mee eens. Ik ben eigenlijk benieuwd of ik steun kan vinden voor een voorstel dat ik zelf zo meteen ga doen, en in de tweede termijn in de vorm van een motie zal indienen, om het nultarief voor btw op zonnepanelen, dat nu geldt, op te schroeven naar een normaal btw-tarief en de opbrengsten daarvan ten goede te laten komen aan verlaging van de belasting op gas, zodat de energiekosten van huishoudens omlaag kunnen. Dat is dus eigenlijk budgetneutraal. Het gaat ten koste van die onzinnige klimaatplannen en komt ten goede aan gewone gezinnen, gewone mensen die aan het eind van de maand moeten struggelen om de rekeningen te betalen. Kan ik bij de PVV steun vinden voor dat voorstel dat ik straks ga doen?

De heer Vlottes (PVV):
Ik zie het voorstel graag tegemoet. Natuurlijk moeten we dat ook afstemmen met de woordvoerder Klimaat en Energie. Wij kijken altijd overal serieus naar.

De heer Baudet (FVD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Ik zie ook de heer Grinwis voor een interruptie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Klopt, voorzitter. Ik heb een vraag aan de heer Vlottes naar aanleiding van wat hij zei over de vliegtaks, de vliegbelasting. De differentiatie die nu in het Belastingplan wordt voorgesteld, is natuurlijk een uitvoering van een afspraak die PVV, NSC, BBB en VVD hebben gemaakt in het hoofdlijnenakkoord, maar vragen staat natuurlijk vrij. De heer Vlottes vraagt wat redelijk is in relatie tot het klimaat. We weten allemaal dat het principe van een vliegbelasting in eerste instantie het internaliseren is van negatieve externe effecten, zoals dat heet in de economie. We hebben grote maatschappelijke effecten van vliegen, die niet allemaal in de marktprijs zitten, en dus maken we vliegen duurder. Is dat argument op zich niet genoeg voor de heer Vlottes om voor zo'n belasting te zijn? Ze hebben het immers zelf afgesproken; ik kan me voorstellen dat dit de gedachte erachter was. Gaat het daadwerkelijk effect hebben? Gaan mensen minder vliegen? De vuistregel is: maak je vliegen 1% duurder, dan gaan mensen ook 1% minder vliegen. Maar we hebben te maken met slots, we hebben eigenlijk kunstmatig onze vliegbewegingen gemaximeerd, je kunt uitwijken naar het buitenland … Dus er zitten veel haken en ogen aan. Hoe zit de heer Vlottes daar nou zelf in?

De heer Vlottes (PVV):
Dat was een heel, heel lang verhaal. Mijn antwoord kan een stuk korter zijn, namelijk dat we niet voor deze differentiatie van de vliegbelasting zijn. Dus hoe we er zelf in zitten: geen voorstander.

De voorzitter:
De heer Grinwis, kan het ook kort?

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nou ja, de heer Vlottes heeft het zelf afgesproken in het hoofdlijnenakkoord; althans, dat hebben zijn collega's gedaan. Het kan natuurlijk zijn dat dat vanuit PVV-perspectief een compromis was. Daar kan je nu weer van weglopen; dat is prima. Mijn vraag aan de heer Vlottes is de volgende. We internaliseren hier maatschappelijke effecten, maatschappelijke kosten, die niet in de marktprijs van vliegen zitten. Erkent de heer Vlottes dat principe? Wat vindt hij daarvan? Is de vraag naar redelijkheid dan niet een beetje gekunsteld, als hij zoekt naar bepaalde CO2-reducties?

De heer Vlottes (PVV):
Ik zoek helemaal niet naar een CO2-reductie, want CO2 is helemaal geen probleem.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Die laatste zin belooft weinig voor de volgende reactie. Ik wil namelijk vragen hoe de PVV staat tegenover privéjets. Daar hebben wij een amendement over ingediend. De heer Vlottes is geen fan van gewone mensen belasten voor vliegen. Hoe zit het met de allerrijksten van dit land en ter wereld en hun privéjets?

De heer Vlottes (PVV):
Het is een beetje jammer dat de heer Stultiens niet helemaal de essentie van mijn betoog heeft begrepen. Het ging mij er juist om dat de lasten omlaag moeten. De lasten moeten omlaag. De oplossing van links is dan vooral om die ergens anders te gaan verhogen, zodat we dat geld dan mogelijk weer voor iets onbestaands kunnen gebruiken. Dat was ook mijn illustratie van de pseudo-eindheffing. Daar schijnt zo'n 0,4 megaton CO2-reductie mee bereikt te worden. Ik heb geen idee. Ik heb ook geen idee hoe dat zich verhoudt tot de kosten. Daar zag mijn betoog op. Dat is dan ook het antwoord aan de heer Stultiens.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ten slotte: het is jammer dat de PVV de belangen van de allerrijksten van de wereld blijkbaar hoger in het vaandel heeft staan dan die van gewone mensen. Privéjets zijn niet van Henk en Ingrid; die zijn van de allerrijksten van het land. Zelfs die wil de PVV niet eerlijk belasten.

De heer Vlottes (PVV):
Dit is totale onzin. Wij zijn absoluut geen voorstander van deze differentiatie van de vliegbelasting. Wij komen juist altijd op voor de arme mensen in onze samenleving. Daar ging mijn hele betoog over, had ik zo bedacht.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vlottes, voor uw bijdrage.

De heer Vlottes (PVV):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dan nodig ik mevrouw Van Eijk uit. Het woord is aan haar voor haar bijdrage namens de fractie van de VVD.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Voordat ik inhoudelijk inga op het pakket Belastingplan 2026, wil ik stilstaan bij het proces dat we met elkaar hebben doorlopen. We hebben een uitgebreide schriftelijke ronde gehad, gevolgd door twee dagen wetgevingsoverleg, waarin in detail is gesproken over de voorgestelde maatregelen, de uitvoering en de effecten voor burgers en ondernemers. Nu staan we hier al voor de plenaire afronding, terwijl verschillende amendementen nog in voorbereiding zijn en moties nog moeten worden uitgewerkt. Dat laat zien hoe intensief en complex deze jaarlijkse behandeling is, maar het laat vooral zien hoe hard iedereen heeft gewerkt: de collega's in deze Kamer, het kabinet en de ondersteuning. De VVD waardeert de zorgvuldige wisseling van argumenten en de brede inhoudelijke discussie die we hebben gevoerd. Dank daarvoor!

Voorzitter. Nederland heeft behoefte aan stabiliteit, duidelijkheid en een overheid die betrouwbaar en uitvoerbaar beleid maakt. Burgers willen kunnen rekenen op voorspelbare lasten. Ondernemers willen investeren zonder steeds veranderende randvoorwaarden en de Belastingdienst moet kunnen uitvoeren wat wij hier besluiten. Voor de VVD zijn drie uitgangspunten daarbij leidend: groei in de portemonnee voor werkenden, een sterke economie en ruimte voor ondernemers. Zonder een solide economisch fundament kunnen we simpelweg niet voorzien in de publieke voorzieningen die we allemaal belangrijk vinden. Dat blijft ons uitgangspunt: het geld moet eerst worden verdiend voordat het kan worden uitgegeven.

Tegen die achtergrond beoordeelt de VVD het pakket Belastingplan 2026, ook in deze demissionaire fase. In grote lijnen bevat het pakket verstandige en goede maatregelen voor werkend Nederland. De koopkracht verbetert, de energierekening blijft beheersbaar en de lasten voor ondernemers lopen niet op. Dat zorgt voor rust in de portemonnee en een goed ondernemersklimaat. Tegelijkertijd is het onze verantwoordelijkheid om kritisch te blijven en voorstellen te vermijden die op korte termijn prettig lijken maar op lange termijn de stabiliteit of de uitvoerbaarheid van het stelsel onder druk zetten.

Voorzitter. Het is positief dat werkenden er in 2026 1,3% op vooruitgaan. Op een modaal inkomen is dat zo'n €40 per maand. Dat is essentieel om werken aantrekkelijk te houden. De verhoging van de arbeidskorting is daarbij een belangrijke stap. Toch blijft het verschil tussen werken en niet werken voor de VVD een aandachtspunt. Dat zou sterker moeten zijn. Zeker de middeninkomens dragen een groot deel van onze economie. Zij verdienen dat dit ook zichtbaar wordt in hun netto-inkomen.

Ook op het gebied van de vaste lasten wordt er een stap gezet. De hogere belastingvermindering op de energierekening biedt huishoudens verlichting en is een eenvoudige en effectieve maatregel. Er moet echter ook aandacht blijven voor het mkb, dat kampt met hoge energielasten.

De verlenging van de verlaging van de brandstofaccijns zorgt ervoor dat autorijden voor gewone mensen betaalbaar blijft. Het scheelt ruim €10 op een volle tank en houdt woon-werkverkeer betaalbaar, juist voor mensen die voor dag en dauw opstaan en een stuk moeten rijden voor hun werk. De VVD keert zich tegen de voorstellen om de brandstofaccijns wel te verhogen. Het laaghouden van de brandstofaccijns was in de vorige Tweede Kamer een breed gedragen wens. Het is zeer onwenselijk als op de valreep van het nieuwe jaar toch weer wordt getornd aan de accijns. Dit zorgt ervoor dat mensen die ervan uit mochten gaan dat de lagere accijns werd verlengd, dat in de portemonnee gaan voelen.

Een bijzonder punt is de bijzondere invaliditeitsverhoging voor veteranen. Voor de VVD is dat een punt van rechtvaardigheid. Dit is compensatie voor immateriële schade. In alle andere letselschadezaken is smartengeld vrijgesteld van belasting. De VVD vindt het daarom logisch om deze behandeling gelijk te trekken en dus ook te doen gelden voor veteranen. Het lijkt echter vooralsnog verstandig om de uitkomst van de lopende procedure af te wachten. Dat zullen we dan ook doen. We blijven het dossier nauwgezet volgen.

Voorzitter. Voor ondernemers blijft de VVD zeer kritisch op maatregelen die ertoe leiden dat er minder groeigeld is voor onze economie. We hebben elke euro die ondernemers en spaarders bereid zijn te investeren in onze economie, hard nodig, juist voor ons toekomstig verdienvermogen. Het hoger belasten van lucratief belang zorgt voor een belastingdruk die internationaal uit de pas loopt. Dit raakt investeringsfondsen evenals start-ups, scale-ups en mkb-ondernemers en heeft daarmee gevolgen voor belangrijke investeringen die onze economie juist zouden moeten versterken. Zeker nu er binnenkort een advies ligt van de commissie-Wennink over het versterken van ons verdienvermogen, vindt de VVD het onverstandig om vooruit te lopen met een forse belastingverhoging die het vestigingsklimaat raakt. Een amendement om de inwerkingtreding van de maatregelen uit te stellen tot 1 januari 2029 is in voorbereiding.

Een vergelijkbare zorg geldt voor het voorstel in box 3. Het verhogen van het forfait tot bijna 8% en het verlagen van het heffingsvrije vermogen treft niet alleen beleggers, maar ook particulieren met gewoon spaargeld. Particuliere verhuurders, eigenaren van rijksmonumenten en Natuurschoonwet-landgoederen en eigenaren van vakantiewoningen worden geconfronteerd met een veel te hoge belastingdruk, met alle gevolgen van dien. Bovendien leidt dit tot honderdduizenden nieuwe belastingplichtigen, terwijl de uitvoeringscapaciteit al zeer beperkt is. Een groot deel van de Tweede Kamer lijkt hier iets aan te willen doen, maar het is erg ingewikkeld gebleken om overeenstemming te vinden over de mate en over de dekking.

Familiebedrijven vormen een belangrijke pijler onder onze economie en onze regio's. Zij verdienen stabiliteit rondom bedrijfsopvolging. De VVD is teleurgesteld dat de verruiming van de borg nu niet doorgaat, maar tegelijkertijd opgelucht dat verdere versobering is voorkomen. Laten we deze bedrijven in de komende jaren duidelijkheid geven, zodat zij langetermijninvesteringen kunnen blijven doen. Het is goed dat het kabinet op dit moment werkt aan een nota van wijziging, zodat de amendementen uit de wet worden verwijderd.

Ook voor het aantrekken van internationaal talent is stabiliteit essentieel. De kennismigrantenregeling speelt een grote rol in ons verdienvermogen. Misbruik moet worden tegengegaan, maar het is wel belangrijk dat werkgevers kunnen vertrouwen op voorspelbare regelgeving en niet geconfronteerd worden met nieuwe, onverwachte wijzigingen. Ik wil de staatssecretaris nog vragen of hij het risico dat de versobering van de ETK-regeling gevolgen kan hebben voor de forfaitaire 70%-regeling. Dat moet voor ons vestigingsklimaat te allen tijde voorkomen.

Het is goed dat het kabinet de Wbso versterkt. Dat is een regeling die cruciaal is voor innovatie. Zolang start-ups en scale-ups de regeling niet volledig kunnen verzilveren, verliezen we echter een deel van de beoogde stimulans. De VVD pleit daarom voor een oplossing waarmee de opgebouwde voordelen kunnen worden meegenomen naar toekomstige jaren, waarin bedrijven die ruimte wél hebben.

Daarnaast vraagt de VVD aandacht voor het overgangsrecht bij het fonds voor gemene rekening. In zijn huidige vorm is het te beperkt, zeker voor buitenlandse fondsen die op korte termijn onbedoeld belastingplichtig kunnen worden. Dat leidt tot onzekerheid en administratieve lasten die niet bijdragen aan het investeringsklimaat. Onnodig. Daarom heb ik ook hierop een amendement.

De VVD steunt het uitgangspunt van pijler twee. We moeten tegelijkertijd scherp blijven op de internationale concurrentiepositie van Nederlandse en Europese bedrijven. De administratieve lasten lopen enorm op, zonder dat er sprake is van een risico op onderbelasting. We moeten onze bedrijven en industrie beschermen tegen oneerlijke concurrentie vanuit de VS, China of India. De VVD wil het kabinet oproepen om de zorgen van het bedrijfsleven serieus te nemen, ervaren knelpunten op te lossen en in Europa keihard te knokken voor vereenvoudiging van de regelgeving en een gelijker speelveld.

Op klimaatbeleid ziet de VVD een verstandige stap in het terugbrengen van de nationale CO2-heffing richting het Europese niveau. Onze industrie moet kunnen concurreren met omringende landen. Als bedrijven wegtrekken, verliezen we economische kracht en klimaatimpact.

De VVD is geen voorstander van hogere vliegbelastingen, maar de voorgestelde differentiatie in de vliegbelasting is uitlegbaar. Voor de VVD is het daarbij belangrijk dat Nederland geen extra nationale maatregelen stapelt die onze internationale positie verder verzwakken. Transferpassagiers onder de vliegbelasting laten vallen klinkt misschien sympathiek, maar het gevolg is dat de hakbijl in het businessmodel van Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en onze luchthavens wordt gezet, waardoor verbindingen vanuit Nederland verdwijnen en onze economie wordt verzwakt. Regionale luchthavens verdienen daarbij specifieke aandacht vanwege hun grensligging en beperkte schaal.

Voorzitter. Nederland staat er financieel beter voor dan enkele jaren geleden. Dat is een compliment, ook aan onze minister van Financiën. Maar onze overheidsfinanciën zijn nog altijd kwetsbaar. De rente is structureel hoger, de vergrijzing drukt steeds zwaarder op de begroting en de ruimte voor nieuw beleid is niet onbeperkt. Juist daarom moeten we vasthouden aan solide begrotingsregels, ook in deze demissionaire fase.

Stabiliteit vraagt om keuzes en om terughoudendheid bij voorstellen die op korte termijn aantrekkelijk lijken, maar op lange termijn leiden tot hogere tekorten of structurele lasten. De VVD steunt dan ook geen amendementen die het tekort in 2026 laten oplopen. We zitten nu al op 2,9% van het bbp en zeilen daarmee scherp aan de wind. Het heeft ook gevolgen voor onze rente-uitgaven, voor toekomstige generaties en voor de ruimte die wij nodig hebben om te kunnen investeren in onze veiligheid en defensie. We moeten eerst zorgen dat de basis op orde is. Begrotingsdiscipline is geen doel op zich, maar een randvoorwaarde voor een sterke en weerbare economie.

Tot slot. Dat is me misschien nog gegund?

De voorzitter:
Ja, gaat uw gang.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Tot slot een kort punt over de uitvoering. De Belastingdienst staat onder grote druk en kan niet onbeperkt nieuwe maatregelen verwerken. Rechtszekerheid, eenvoud en uitvoerbaarheid zijn noodzakelijk om te voorkomen dat het systeem vastloopt. De VVD blijft daarom pleiten voor een echte vereenvoudiging en een realistische prioritering.

Nog vier zinnen, voorzitter.

De voorzitter:
Uw slotwoorden.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ja. De VVD kiest met dit Belastingplan voor stabiliteit en voor maatregelen die ons economische fundament versterken. Wij steunen voorstellen die werken, uitvoerbaar zijn en bijdragen aan een aantrekkelijk ondernemers- en vestigingsklimaat. Wij zullen ons blijven verzetten tegen stappen die de lasten verhogen of ons verdienvermogen onder druk zetten. Alleen zo kunnen we Nederland sterk, welvarend en toekomstbestendig houden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Nu dan toch de interruptie van de heer Stultiens.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Eerder deze week overwoog de VVD nog een amendement te maken om de lasten te verschuiven van inkomen in box 1 naar vermogen in box 3. In de inbreng was nu onduidelijk of dat amendement nog ingediend wordt of niet meer. Kan mevrouw Van Eijk dat toelichten?

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik heb aangegeven in mijn inbreng dat er een breed gedragen wens is in deze Kamer om iets te doen aan box 3. Er is geen debat voorbijgegaan waarin we daar geen serieuze pogingen toe hebben gedaan. Maar we lopen met z'n allen vast op een dekking die op een meerderheid in deze Kamer kan rekenen. Dat geldt ook voor het amendement dat ik in voorbereiding had, dat ik dus ook niet ga indienen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Op dat punt is wel een amendement van mij en collega Stoffer onderweg, met de gecommuniceerde dekking, namelijk om de afbouw van de wet-Hillen met een aantal jaren te versnellen en dat als dekking te gebruiken. Dan kom ik bij een punt dat collega Van Eijk onderstreepte, namelijk dat we al dicht tegen de 3%-tekorten aan zitten in 2026. Dat beluisterde ik bijna als een soort argument om tegen zo'n oplossing te stemmen. Heeft het kabinet er niet zelf aan bijgedragen om zo scherp aan de wind te gaan zeilen? Want het inkomstenkader sluit niet. In de Miljoenennota zit in 2026 een tekort van een miljard, ten opzichte van het aanvankelijke basispad voor die Miljoenennota. Dat komt met name doordat er een korting van 1,7 miljard wordt gegeven op de brandstofaccijns, waarvoor de dekking pas in 2030 wordt gevonden. Het kabinet heeft dus zelf een precedent geschapen met een dekking voor een cadeau in 2026. Beluister ik mevrouw Van Eijk dan goed dat ze in dezelfde lijn als het kabinet gaat handelen? Of zegt ze: we zitten nu zo dicht bij de 3%, dus we gaan tegen elk amendement stemmen dat een gat slaat in 2026 maar verder wel zorgt voor keurige dekking?

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik ben daar heel duidelijk in geweest: wij zullen amendementen die nu worden ingediend niet steunen als ze ertoe leiden dat het begrotingstekort verder gaat oplopen in 2026. Ik heb ook aangegeven dat de brandstofaccijns een breedgedragen wens van deze Tweede Kamer was. Die heeft dit kabinet in de Miljoenennota verwerkt en daar heeft het een dekking bij gezocht, die voor ons nog net uitlegbaar is. In het amendement dat de heer Grinwis voor ogen heeft, gaat hij daar nog heel veel stappen in verder. Vooral het punt ten aanzien van 2026 vind ik echt cruciaal, wetende waar we vandaan komen. We kwamen uit m'n hoofd van een tekort van 3,4% of 3,5%, dus dat is wel degelijk naar beneden bijgesteld, dankzij de inzet van dit kabinet. Daarom vinden wij dit dus ook een lijn, die wij hier trekken.

De voorzitter:
De interrupties zijn niet gemaximeerd, maar ik verzoek wel om ze bondig te houden.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vind wel dat collega Van Eijk hier wat speelt met de feiten. Dat 2026 een tekort hoger dan 3% zou hebben, had alles te maken met de pensioenhervorming, waardoor een bedrag van 8 miljard boekhoudkundig in dat jaar zou neerslaan vanwege Defensie en pensioenen. Jarenlang was dat geen reden om je aan de 3% te houden. Ook bij de afspraken in het hoofdlijnenakkoord was dat geen reden. Nu is het inderdaad, door allerlei kasschuiven, onderuitputting et cetera net onder de 3% …

De voorzitter:
En uw vraag?

De heer Grinwis (ChristenUnie):
En dus vind ik het argument een beetje houtje-touwtje en gezocht om elk amendement dat daar iets tegen inbrengt, bij voorbaat kalt te stellen en te zeggen: daar stemmen wij als VVD tegen. Laten mevrouw Van Eijk en de VVD-fractie de box 3-belanghebbenden — ik zou bijna "box 3-slachtoffers" zeggen — hiermee niet eigenlijk in de kou staan omdat in haar ogen de dekking niet helemaal compatibel is met haar wensen?

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Nou, in dit geval niet "niet helemaal" maar "helemaal niet", omdat het bedrag dat neerslaat in 2026 echt fors is. Ik heb daar een ander voorstel tegenover gezet. Ik heb gesondeerd bij de collega's en heb geconstateerd dat het niet op een meerderheid kan rekenen. De heer Grinwis moet mij nu dus niet, zal ik maar zeggen, de schuld geven van het feit dat wij voor box 3 niks kunnen betekenen of niks voor elkaar krijgen. In de Kamer is geen meerderheid gevonden voor een dekking die voor iedereen acceptabel is.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Heel kort, afrondend. Dit is prematuur. Ik heb gisteren, volgens mij, via de app nog contact gezocht met mevrouw Van App. Sorry, met mevrouw Van Eijk; ik combineerde een paar woorden. Mijn vraag in die app was: kunnen wij niet tot een vergelijk, een compromis komen qua dekking? Zo zouden we daadwerkelijk iets kunnen doen tegen de onrechtvaardige verhoging van de belasting in box 3, voor beleggers, maar met name voor verhuurders van huizen. Volgens mij zijn we nog helemaal niet uitgepraat. We gaan vandaag een hele dag in debat en dinsdag gaan we nog in debat. De stemmingen zijn pas volgende week donderdag. Dat duurt nog heel lang. Waarom zouden we dus nu al het hoofd in de schoot werpen en zeggen: sorry, we gaan niks doen voor de box 3-slachtoffers? We hebben heel mooie woorden aan ze besteed, maar als het puntje bij paaltje komt, laten we ze zitten.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik heb geconstateerd dat ik geen meerderheid ga halen voor het amendement dat ik heb voorbereid. De heer Grinwis is nog volop bezig om te kijken hoe hij die meerderheid bij elkaar kan krijgen. Ik zeg alleen dat de dekking die de heer Grinwis in zijn amendement voorstelt, niet op onze goedkeuring en steun kan rekenen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik wil het graag hebben over de hardwerkende Nederlanders, de Nederlanders die in absolute uren meer werken dan het Europees gemiddelde en die, bij elkaar opgeteld, meer gewerkte jaren hebben dan het Europees gemiddelde. Dan is het toch heel gek dat de VVD hier nu niet begint over bijvoorbeeld de rare btw-verhogingen op een weekendje weg? Als mensen keihard hebben gewerkt en eindelijk een weekendje weg kunnen, komt de VVD de rekening neerleggen bij al die mensen die in hun vrije tijd eindelijk eens een keer op pad kunnen. Zij kunnen het zo meteen niet meer betalen of gaan de grens over om daar een hotel te boeken of een vakantiehuisje te huren. Is de VVD in beweging te krijgen om daar iets aan te gaan doen, om al die hardwerkende Nederlanders dat weekendje weg te gunnen, iets wat ze straks met de plannen van de VVD niet meer kunnen betalen?

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Dank u wel voor deze vraag. Toen wij het hoofdlijnenakkoord met elkaar hebben gesloten, is daar een pakket uitgekomen met een lastenverlichting voor iedereen: voor werkende Nederlanders, lage inkomens, middeninkomens en ondernemers. Dat pakket is gedekt met een aantal maatregelen, waarvan deze btw-verhoging er eentje was. Daar hebben wij onze handtekening onder gezet en daar sta ik nog steeds achter. Ik begrijp de zorgen die de heer Dijk uitspreekt. Die bereiken ons ook, maar ik ben op dit moment niet in de gelegenheid om de dekking te vinden om dit nu op te lossen. Ik sta wel achter het besluit dat wij toentertijd hebben genomen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Vlak voor de verkiezingen is er een voorstel van mijn collega aangenomen om wél iets te gaan doen aan die btw op vrije tijd. Zou de VVD ook de vrijheid kunnen nemen om nu samen met de SP voorstellen te gaan doen om ervoor te zorgen dat de btw op vrije tijd naar beneden gaat, zodat ook de ondernemers die bijvoorbeeld een vakantiehuisje verhuren nog een boterham kunnen verdienen? Ze vluchten namelijk gewoon de grens over. We weten dat dat patroon zich voordoet. U zegt: ik ben gebonden aan een hoofdlijnenakkoord. Nou, de meerderheid van de Kamer wil wat anders. Is de VVD in beweging te krijgen om iets anders voor te gaan stellen? Dat zou namelijk heel goed zijn voor al die mensen die eindelijk vrije tijd hebben na al het harde werk dat ze hebben verricht.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
In het algemeen — dat heb ik ook in mijn betoog gezegd — zullen wij ieder voorstel dat wordt voorgelegd serieus bekijken. Dat geldt ook voor een voorstel van de SP om de btw-verhoging terug te draaien. Maar of wij zo'n voorstel wel of niet kunnen steunen, hangt uiteraard af van de dekking die de heer Dijk daartegenover zet. Ik zeg wel: wij staan achter het besluit dat wij anderhalf jaar geleden hebben genomen. Daar heeft lastenverlichting voor iedereen tegenover gestaan, dus we moeten niet doen alsof die er in één keer niet meer is. Ik zal serieus kijken naar het voorstel van de heer Dijk en ik neem het in overweging, maar het hangt af van de dekking, zoals bij ieder voorstel in deze Kamer.

De voorzitter:
Afrondend.

De heer Jimmy Dijk (SP):
De SP houdt altijd de lijn aan dat we consumptie niet willen belasten, dus geen btw-verhoging, omdat dat een indirecte belasting is op de arbeid van die hardwerkende Nederlander, waar we het net over hadden. Wij willen de inkomsten niet extra belasten, omdat je daarmee arbeid extra belast, maar wij willen naar vermogen kijken. Als het gaat om dit voorstel, kiest de VVD dan voor de btw, voor inkomstenbelasting of voor een vermogensbelasting?

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Een voorstel dat leidt tot verhoging van lasten op vermogen, zullen wij niet steunen, zeg ik hier tegen de heer Dijk.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Eijk. Dan nodig ik de heer Stultiens uit om namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid zijn bijdrage te leveren aan dit debat. U heeft het woord.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter. Vanochtend stonden we met z'n allen stil bij 80 jaar vrijheid, want precies 80 jaar geleden hadden we, onze voorlopers, de eerste gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer na de Tweede Wereldoorlog. Het was een prachtige bijeenkomst. Complimenten aan de voorzitter, of waarschijnlijk aan zijn voorganger die het heeft georganiseerd. Het doet me opnieuw beseffen wat een voorrecht het is dat we met elkaar in vrijheid van mening mogen verschillen over het belastingstelsel.

We zitten alweer op dag drie van de belastingplanvierdaagse. Het is een van de leukste dossiers die er zijn. Het gaat over de vraag wie in Nederland de rekening betaalt, of we de ongelijkheid in Nederland gaan vergroten of verkleinen, en of we de klimaatdoelen van Parijs wel of niet gaan halen. De afgelopen dagen ging het veel over de plannen van het kabinet. Vandaag zal ik vooral stilstaan bij onze eigen voorstellen, de plannen van GroenLinks-PvdA, en hoe wij het belastingstelsel willen verbeteren door het eerlijker en duurzamer te maken. Daarom doen we vandaag vier voorstellen om het duurzamer te maken en vier voorstellen om het eerlijker te maken.

Laat me beginnen met de duurzame belastingen. Wij willen de aarde in goede staat doorgeven aan toekomstige generaties: een veilige wereld, een schone lucht en een omgeving waarin kinderen gezond kunnen opgroeien. Op dit punt doet het kabinet helaas niet genoeg. Het kabinet haalt de klimaatdoelen, de stikstofdoelen en de circulaire-economiedoelen niet. Ook voor de elektrische auto's wordt het doel nog niet gehaald. Dit is een gevaar voor onze veiligheid, zeker voor die van onze jongste generaties. Er is deze week veel gesproken over het doorschuiven van rekeningen naar het volgende kabinet, maar één rekening wordt sowieso doorgeschoven; dat is de klimaatrekening. Sowieso moet het volgende kabinet heel hard aan de bak en zijn vooral de jongste generaties hiervan de dupe. Daarom vindt mijn partij dat de plannen, de amendementen en de moties hier vandaag niet alleen financieel gedekt moeten zijn, maar ook CO2-dekking moeten hebben. Het is prima als je een belasting wil wijzigen — dat staat je hartstikke vrij — maar wees dan ook eerlijk door te vertellen hoe je de klimaatdoelen wel gaat halen, want die hebben we toch voor een groot deel met elkaar vastgesteld.

Dat brengt me bij het eerste voorstel van mijn partij: een belasting op privéjets. Op dit moment is de klimaattop gaande in Brazilië. Landen als Frankrijk en Spanje en Eurocommissaris Hoekstra roepen ons op om privéjets zwaarder te belasten. We hebben het hier over de allerrijksten van deze wereld, die veel meer uitstoten dan de rest. Ons amendement is uitvoerbaar per 2030 en sluit exact aan bij de tarieven van Frankrijk. Ik roep de collega's dus op: laten we ons scharen achter de oproep van Frankrijk, Spanje en Wopke Hoekstra. Belast die privéjets.

Het tweede voorstel gaat over de CO2-belasting. Het bedrijfsleven is gebaat bij voorspelbaar en stabiel beleid. Bovendien hebben de groene koplopers de afgelopen jaren investeringen gedaan en hielden zij rekening met de huidige CO2-belasting. Daarom dienen wij een amendement in om de bestaande heffing niet af te schaffen maar in stand te houden. We kunnen het ons namelijk niet permitteren om het huidige klimaatbeleid verder af te zwakken terwijl het al onvoldoende is om de klimaatdoelen van Parijs te halen.

Het derde voorstel gaat over het afbouwen van fossiele subsidies. Elke econoom zal zeggen dat het verstandig is om externe kosten op te nemen in de prijs om zo de vervuiler te laten betalen. Toch doen we hier in Nederland precies het omgekeerde: de vervuiler ontvangt subsidie. Dit is oneerlijk richting de belastingbetaler en zeer onverstandig voor het klimaat. We dienen daarom een amendement in om een grote fossiele subsidie af te schaffen. Voor de onderbouwing verwijs ik eigenlijk naar de onderbouwing van het vorige kabinet. Dat heeft ook geprobeerd om deze af te schaffen. Helaas strandde dat plan in de Eerste Kamer. We hopen dat het deze keer wel steun krijgt.

Dan het laatste voorstel in de categorie verduurzaming. Dat gaat over de plastic-heffing. We hebben deze week lang gepraat over de plastic-heffing en over de afvalstoffenheffing die daar nu voor in de plaats gekomen is. GroenLinks-PvdA vindt dat het probleem niet bij één sector terecht mag komen. We moeten naar de hele sector kijken, veel breder in de keten. We zullen daarom opnieuw een motie indienen — dat zal dan dinsdag gebeuren — die wij vorige maand ook hebben ingediend, in de oude Kamer. Die heeft het toen net niet gehaald. We hopen nu wel op steun, in deze nieuwe samenstelling. Deze motie verzoekt om naar de hele keten te kijken, dus om breder te kijken dan alleen naar afvalverwerkingsinstallaties en dus ook te kijken naar het gebruik van blikjes en eenmalig plastic. Wij denken namelijk dat het beter kan voor onze circulaire economie, maar ook voor onze afvalindustrie.

Voorzitter. Dat waren de vier voorstellen om het belastingstelsel te vergroenen. Daarnaast willen wij natuurlijk ook dat het stelsel socialer en eerlijker wordt. Wij staan namelijk voor een eerlijke spreiding van kennis, macht, inkomen, bezit en zeggenschap. Om die te bereiken hebben we echt een eerlijk belastingstelsel nodig, waarbij werken echt gaat lonen, inkomen uit arbeid niet zwaarder wordt belast dan inkomen uit vermogen, en ook de allerrijksten hun steentje gaan bijdragen.

Voorzitter. We zien dat in de afgelopen tijd de rekening te vaak kwam te liggen bij lage inkomens en middeninkomens. Een goed voorbeeld was de buffelboete, waardoor winkelmedewerkers, schoonmakers en thuiszorgmedewerkers opeens meer belasting moesten gaan betalen dan in het jaar ervoor. Dat probleem is bij de Financiële Beschouwingen gelukkig opgelost voor het huidige jaar, maar voor de toekomst blijft dit een aandachtspunt. Ik ben blij dat de staatssecretaris heeft toegezegd om hier goed op te gaan letten. Ik hoop dat zijn opvolgers dat ook doen.

We zien wel nog steeds dat de rekening ook nu weer wordt neergelegd bij deze lage en middeninkomens. Zodra het kabinet geen dappere keuzes durft te maken of er problemen komen, is eigenlijk altijd weer het lage tarief in box 1 de terugvaloptie. Als de aanpak van fiscale constructies mislukt, de btw-verhoging een andere dekking nodig heeft of er een tegenvaller met de nota van wijziging is, is er elke keer weer dezelfde terugvaloptie. We vinden dit onverstandig en daarom hebben we een amendement ingediend — dat wordt vandaag ingediend; er wordt nog hard aan gewerkt — om deze rekening te verplaatsen. We zeggen: laten we het toptarief, die schijfgrens, bevriezen en dat geld gebruiken om terug te sluizen naar box 1, naar de lage en middeninkomens.

Ons tweede voorstel. Ik wacht er even mee tot de heer Grinwis is aangesneld.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Interessante amendementen. Is het niet nog interessanter om de hoogte van de arbeidskorting ietsje te verlagen en dat geld terug te brengen naar de eerste schijf in box 1? Dan doen we dus niks aan de nota van wijziging, dus aan het schuiven in de knikpunten, de inkomensgrenzen, maar brengen we wel over de hele linie de arbeidskorting wat omlaag. Dat is namelijk het nadeel van het voorstel van de heer Stultiens: die hoge opgepompte heffingskorting blijft daar gewoon maar als een soort brok graniet staan.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat de heer Grinwis aan het eind de arbeidskorting bedoelt?

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Wat zei ik dan?

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De heffingskorting, de algemene heffingskorting. We zijn het er volgens mij over eens. Ja, ook dit voorstel van de heer Grinwis kan dus op mijn steun rekenen. De vraag is vooral: wat gaat volgende week een meerderheid halen? Dat wordt het spannende. Mocht blijken dat dat van de heer Grinwis wel steun krijgt en dat van mij niet, dan ben ik dus van harte bereid om het in te trekken. Ik denk dat het overigens in beide gevallen wel moeilijk wordt om een meerderheid te vinden; dat is het eerlijke antwoord. Maar voor beide geldt: als wij een schuif kunnen krijgen van de hoogste inkomens naar de lage en middeninkomens, dan is dat voor mij een vooruitgang. Als de heer Grinwis wil dat de arbeidskorting iets wordt verlaagd op de manier zoals hij die net schetste, dan kan ik hem daarin steunen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dank voor deze welwillende houding. Ik denk dat wij het wel eens worden, maar nou de rest nog.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
We hebben helaas nog geen 80 zetels samen. Dan zag de wereld er een stukje anders uit. Dan kom ik bij het tweede voorstel.

De voorzitter:
U continueert, ja.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik noemde het al even kort: fiscale regelingen zouden worden aangepakt. Helaas is dat niet volledig gelukt. Daarover leeft breed in de Kamer onvrede. Wij vinden het belangrijk dat deze regelingen wél worden aangepakt. We zullen dus dinsdag een motie indienen waarin we het kabinet verzoeken om in het voorjaar de taakstelling die nog openstond alsnog te regelen. Want er liggen in al die ambtelijke rapporten die de laatste jaren zijn verschenen, meer dan genoeg goeie suggesties.

Voorzitter. Ons derde voorstel gaat over de aanpak van een lek in de liquidatieverliesregeling. Ook hier hebben we de afgelopen dagen lang over gepraat. Dit lek is eerder dit jaar ontstaan door een uitspraak van de Hoge Raad. Hierdoor kunnen bedrijven hun verliezen eigenlijk twee keer aftrekken voor de belasting. Dat kan hier in Nederland bij liquidatie ondanks het feit dat de verliezen al eerder hebben kunnen aftrekken in een ander land, bijvoorbeeld Ierland. Dat vinden we politiek zeer onwenselijk. Het gaat om een groot gat: eenmalig 840 miljoen euro en structureel 65 miljoen. Met ons amendement willen we ervoor zorgen dat deze buitenlandse verliezen niet twee keer aftrekbaar zijn. Uiteraard is het hiervoor belangrijk dat het uitvoerbaar en juridisch houdbaar is. Er wordt nu druk samen met ambtenaren aan gewerkt en we hopen het zo snel mogelijk naar de Kamer te kunnen sturen.

Voorzitter. Ons vierde en laatste voorstel gaat over het tegengaan van grondslagleenconstructies. Dat is ook een vorm van ongewenste belastingontwijking, binnen de EIA en de MIA. Vorig jaar kreeg het amendement oordeel Kamer en we hopen dat de Kamer deze keer wel goed luistert naar het advies van het kabinet. Wij denken namelijk dat het verstandig is om deze vorm van ontwijking tegen te gaan.

Voorzitter. Dat waren onze eigen voorstellen. De afgelopen dagen zijn er al veel vragen van ons beantwoord, waarvoor ik de staatssecretaris en alle goede ondersteuning bedank. Op één onderwerp waren er nog een paar vragen met antwoorden waar we nog niet tevreden over zijn. Dat gaat over constructies waarmee de dividendbelasting wordt ontweken. We zien nog steeds veel brutale constructies waarmee de allerrijksten ter wereld hun eerlijke bijdrage ontlopen. Dat gaat om het inkopen van eigen aandelen en het omtoveren van winsten tot ingelegd kapitaal. Dit is funest voor het draagvlak van ons belastingstelsel. Ik zal de namen hier niet herhalen, maar we hebben het afgelopen jaar in de krant kunnen lezen van vermogenden in Nederland maar ook in andere landen die niet hun eerlijke steentje bijdragen. Als je dat in de krant leest, waarom zou je dan als mkb'er op de hoek of als iemand met een gewoon middeninkomen wel moeten betalen? Daarom de volgende vragen aan het kabinet. Wat is in gewonemensentaal nou de toegevoegde waarde voor de samenleving van het inkopen van eigen aandelen? Wat gaat er mis als bedrijven hier wel netjes dividendbelasting over zouden moeten betalen? Erkent de staatssecretaris dat het allang niet meer gaat om een eenmalige inkoop, maar dat het inmiddels structureel is geworden? De huidige inkoopfaciliteit heeft een vrijstelling in de dividendbelasting; daarboven moet je wel betalen. Hoeveel is hier de afgelopen jaren over betaald? Kan de staatssecretaris dit opvragen bij de Belastingdienst? Zou hij — het hoeft niet deze week, maar ergens de komende maanden — kunnen terugkomen op de recente ontwikkelingen in andere landen, zoals Frankrijk en Italië, waar we nu nieuwe belastingen zien op deze aandeleninkoop?

Voorzitter. De laatste feitelijke vraag gaat over de step-up in dividendbelasting. Wat zou er misgaan als Nederland deze afschaft? Volgens onze gegevens is Nederland namelijk een van de uitschieters als het gaat om het hebben van een step-up. Wij denken dat het niet nodig zou moeten zijn.

Voorzitter. Ik ga afronden. Laat ik dan eindigen met de formatie, die toch een beetje als een wolk boven het debat hangt. Zoals u heeft meegekregen, zit ik zelf niet aan tafel, maar dat biedt mij wel de kans om hier een paar dingen publiekelijk mee te geven. Het is namelijk de hoogste tijd voor een echte herziening van het belastingstelsel, waarbij we de inkomenszekerheid gaan vergroten, zeker die van lage inkomens en middeninkomens. Het gaat dan om een grote schuif van de lasten op arbeid naar kapitaal, zodat het werken echt gaat lonen. Laten we een einde maken aan al die ondoelmatige fiscale regelingen en een belastingstelsel creëren waarbij we wel gaan voldoen aan onze klimaatdoelen.

Voorzitter. Laat het algemeen belang weer doorslag geven boven de deelbelangen. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stultiens. U heeft een aantal interrupties. Het is woord is aan mevrouw Inge van Dijk, CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik denk dat heel de Kamer de laatste oproep herkent: het belastingstelsel moet eenvoudiger. Maar daarvoor moet ook wel ruimte gevonden gaan worden, onder andere in de ICT-capaciteit, maar nu zie ik toch weer aan alle kanten, ook vanuit GroenLinks-PvdA, amendementen binnenkomen. Stel je voor dat de staatssecretaris zegt: dit leidt tot verdringing. Is GroenLinks-PvdA dan bereid de amendementen in te trekken, ten behoeve van verbetering van het belastingstelsel?

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Goeie vraag, want de uitvoerbaarheid is inderdaad in het verleden te vaak genegeerd. Het antwoord is dus ja. Wij zijn van mening dat ze allemaal uitvoerbaar zijn, maar dat gaan we, als het goed is, volgende week zien in de uitvoeringstoets of de quickscans. Maar mocht inderdaad blijken, zeg ik tegen mevrouw Van Dijk, dat er iets niet uitvoerbaar is of heel veel capaciteit kost, dan ben ik van harte bereid om te kijken hoe het anders kan. Misschien kom ik met een motie om te kijken hoe het kabinet met een alternatief kan komen. We moeten hier namelijk inderdaad geen dingen doen waar we later spijt van krijgen.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
De heer Stultiens geeft aan dat hij iets wil met fiscale regelingen, zeker met regelingen die niet doelmatig en niet doeltreffend zijn. Ik denk dat we dat op onderdelen delen. Je kan ook kijken naar het doel van de regeling: hoe kan ik ervoor zorgen dat die wel doelmatig en doeltreffend is? Is dat een manier waarop de heer Stultiens ook naar de fiscale regeling zou kunnen en willen kijken?

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Het antwoord is ja. Stap één is afschaffen. Stap twee is wat je vervolgens doet met de opbrengsten. Je kan het voor een deel slimmer terugsluizen. Dat kan een subsidie zijn en dat kan ook een andere regeling zijn. Er zijn natuurlijk regelingen die wel doeltreffend maar niet doelmatig zijn. Daarvan kun je je afvragen: wat moeten we ermee? Er zijn ook dingen die echt geen doel meer hebben. De landbouwvrijstelling is echt verouderd; die hebben we helemaal niet meer nodig. Daarom zou ik zeggen: die kun je afschaffen en het geld kun je voor andere dingen gebruiken. Mevrouw Van Eijk heeft vast voorbeelden van regelingen die nog steeds een doel hebben. Ik sta open voor alternatieven. Als rapporten van ambtenaren — die hebben we hier stapelhoog liggen — zeggen dat dit niet doelmatig is, dan zouden we met elkaar, als we het belastinggeld zuinig willen uitgeven, moeten beginnen met het afbouwen van deze regelingen en die moeten vervangen door doelmatige alternatieven.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Dan kun je op twee manieren werken. Je kunt eerst afschaffen en dan bekijken hoe je het doel vervolgens op een andere manier invulling geeft. Volgens mij is het zorgvuldig om eerst te bekijken hoe je het doel op een betere, efficiëntere en effectievere manier kunt bereiken en om dan de regeling af te schaffen. Los daarvan is de hervorming van ons belasting- en toeslagenstelsel een breed gedragen wens, ook in deze Kamer. We moeten met elkaar gaan bepalen hoe het stelsel eruit gaat zien. We weten met z'n allen vanuit het verleden dat hervormingen altijd gepaard gaan met een herverdeling. Er zijn altijd groepen die erop achteruitgaan. Er zal altijd iets van compensatie moeten zijn. Juist dan kijken naar fiscale regelingen, in die combinatie, is volgens mij een betere manier om te komen naar het stelsel dat we allemaal voor ogen hebben, in stappen. Is de heer Stultiens dat met mij eens? Als dat zo is, betekent dit dan dat amendementen die nu worden ingediend op dit Belastingplan om heel snel en kort door de bocht een aantal regelingen af te schaffen, ook niet door de heer Stultiens gesteund zullen worden?

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik ben het eens met de eerste 80% van het betoog. Met de laatste zin ben ik dat nog niet helemaal, want het maakt politiek gezien natuurlijk nogal uit wat u van die amendementen vindt. Wat wij vandaag hebben ingediend — laat ik daarmee beginnen — zijn dingen die door het kabinet zelf zijn voorgesteld, dus amendementen met een goede onderbouwing, dan wel amendementen die vorige keer oordeel Kamer kregen. Daarvan durf ik de stelling aan: die zijn robuust en leiden niet tot ongewenste effecten. Misschien heeft u de andere amendementen in uw hoofd van andere partijen. Dat weet ik nu niet, maar ik durf de stelling aan: alles wat wij hier vandaag indienen, gaat niet leiden tot ongewenste gevolgen. Ja, ik ben het ermee eens: het liefst zou je dit soort dingen regelen in de formatie, waarbij wij inderdaad niet aan tafel zitten. Want daar kun je in het geheel bekijken: wat wil je integraal regelen? Tot slot, als een kabinet het voornemen heeft om voor een beperkt bedrag fiscale regelingen aan te pakken, vind ik het wel teleurstellend dat zelfs dat niet gelukt is in de afgelopen jaren.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ten slotte. Als je het hebt over gewenste of ongewenste gevolgen van amendementen, dan is dat volgens mij vooral een politieke weging. Ik zie de heer Stultiens vooral voorstellen doen die weer verder nivelleren. Dan zal hij ons in ieder geval niet vinden qua steun. Maar het is wel iets wat ik van ze gewend ben en wat ook nu weer in dit debat heel sterk naar voren komt.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dit zie ik als een compliment. Inderdaad, de VVD en GroenLinks-PvdA zijn het op dit punt politiek gewoon oneens. Ja, het belasten van privéjets is een vorm van nivelleren. Dat klopt: de allerrijkste 1% gaat meer betalen. Maar zonder gekheid, we denken hier verschillend over. Dat is geen geheim. Dat is ook het mooie aan democratie.

De heer Vlottes (PVV):
Ik was de tekst van de heer Stultiens nog even op me aan het laten inwerken. Hij had het ook over CO2-kosten en hoe die dan inzichtelijk moeten worden gemaakt. De heer Stultiens weet natuurlijk net zo goed dat de helft van de energierekening op dit moment al bestaat uit belastingen. Met die belastingen wordt natuurlijk vooral de SDE++-pot gevuld, waar al die fantastische windmolens waar GroenLinks-PvdA zo weg van is van worden betaald, en zonnepanelen en dergelijke. Dan is de heel logische vraag aan de heer Stultiens eigenlijk: wat is nou voor de heer Stultiens een aanvaardbaar aantal huishoudens in de energiearmoede die als gevolg van dit hele beleid nu de rekeningen niet meer kunnen betalen?

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Eigenlijk nul. Als het aan GroenLinks-PvdA ligt, is er geen armoede in Nederland. Dat zie je zo mooi aan sociaal en duurzaam beleid, namelijk dat je de klimaatdoelen wel haalt én zorgt voor de laagste armoede. Ik ga toch naar mijn stikpaardje verwijzen: de doorrekening van het verkiezingsprogramma. GroenLinks-PvdA haalt de klimaatdoelen en de laagste armoede van alle partijen hier. Ik kan de PVV moeilijk vergelijken; die heeft het verkiezingsprogramma natuurlijk niet laten doorrekenen. Maar het laat zien: het kan wel. Je kunt zowel duurzaam als sociaal beleid voeren.

De heer Vlottes (PVV):
Hoor ik de heer Stultiens nou zeggen dat het nul is? Nul? Op dit moment leven alleen al 600.000 huishoudens in energiearmoede. Gisteren nog: een op de twaalf kinderen met slaapproblemen, leerachterstanden. Dat is allemaal het gevolg het gevolg van klimaatbeleid. Dat is het gevolg van de stijgende lasten op de energierekening. En dan hoor ik hier de heer Stultiens zeggen dat het nul is? Ik dacht weleens dat het kabinet in een soort droomwereld leefde als het gaat om inkomsten ten opzichte van de belastingen, maar GroenLinks-PvdA is hier helemaal de weg kwijt.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dit is een leuke poging. De vraag van de heer Vlottes was: wat is het gewénste aantal mensen in armoede? Dat is bij ons nul. Wij amenderen wat er nu voorligt om het beleid socialer te maken: minder mensen in armoede. Wij sluizen geld van het toptarief terug naar bijvoorbeeld de lage en middeninkomens. Ik hoop op steun van de PVV. Dat zou consistent zijn met hun campagneboodschappen over het verlagen van de prijzen. Ik vind het wel een beetje ongeloofwaardig dat de PVV hier een grote mond heeft. Alles wat vandaag besproken wordt, komt uit een coalitieakkoord van de PVV. En nu opeens weer schone handen? Ja, dat is heel makkelijk. Al deze belastingen zijn afgesproken met uw partijleider en daar heeft u mee ingestemd, ook in het Belastingplan van vorig jaar. Daar heeft u blijkbaar spijt van. Dat is prima, maar kom dan niet ons verwijten dat er mensen in armoede zitten.

De heer Vlottes (PVV):
Nou heeft de heer Stultiens het een beetje moeilijk, omdat het best confronterend is. Ik snap dat ook. Een op de twaalf kinderen in energiearmoede is heel confronterend. 600.000 huishoudens in energiearmoede is heel confronterend. Met name als je zo'n streven hebt voor zo'n wanprobleem als CO2, dan snap ik dat. Het is voor de PVV in ieder geval heel duidelijk: je moet dus niet bij GroenLinks-PvdA zijn om de lasten echt omlaag te brengen, zodat de energierekening ten minste weer een beetje betaalbaar wordt. Want die wordt bij GroenLinks-PvdA alleen maar meer en meer onbetaalbaar, met nog meer gezinnen in energiearmoede.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Het is jammer dat de heer Vlottes niet op GroenLinks-PvdA gaat stemmen, hoor ik hier. Uiteindelijk komt de rekening van de klimaatcrisis juist bij lage en middeninkomens te liggen, hier in Nederland maar zeker ook wereldwijd.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stultiens. Dan nodig ik mevrouw Inge van Dijk uit voor haar inbreng namens de fractie van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Allereerst natuurlijk felicitaties aan de collega van D66 voor zijn maidenspeech, maar ik wens hem vooral veel plezier zo dadelijk.

Voorzitter. Een Belastingplan in sneltreinvaart door de Kamer. Het is een proces waar we overigens met elkaar heel bewust ja tegen hebben gezegd, maar dat ontslaat ons niet van een serieuze behandeling en kritisch zijn op wat voorligt. Daarom inderdaad ook dit jaar de belastingplanvierdaagse, al doen we het nu in een iets hoger tempo.

Voorzitter. Het CDA heeft dit Belastingplan beoordeeld met drie belangrijke criteria in het achterhoofd, namelijk: uitvoerbaarheid, rechtsbescherming van belastingbetalers en het proces van ramingen en budgetrecht over ontvangsten.

Ik begin met de uitvoerbaarheid. De staatssecretaris schrijft dat het Belastingplan uitvoerbaar is, maar schrijft ook: tegelijkertijd zit er een wereld van nuance achter de vraag wat "uitvoerbaar" is. Uitvoerbaar is wat ons betreft niet met hangen en wurgen een maatregel toch uiteindelijk kunnen uitvoeren, met alle risico's van dien. Mijn vraag aan deze staatssecretaris: hoe kun je stappen voorwaarts zetten om de basis op orde te krijgen en voor een betere uitvoerbaarheid als niet kraakhelder is wat met "uitvoerbaarheid" wordt bedoeld? Voor ons zit de uitvoerbaarheid op drie aspecten. In hoeverre dragen plannen bij aan de basis op orde krijgen binnen de ICT van de Belastingdienst? In hoeverre dragen voorstellen bij aan minder complexiteit voor inwoners en bedrijven? En wat is het aantal fte dat nodig is voor de uitvoering van het Belastingplan? Onze conclusie in het kort: de balans in dit Belastingplan is niet goed, en dat moeten we in de toekomst echt beter met elkaar gaan doen. Dat licht ik graag verder toe.

Allereerst het punt van de ICT. Een breedgedragen wens van zowel Kamer, als kabinet en Belastingdienst is de basis op orde te krijgen. Dat is belangrijk voor de continuïteit, maar ook voor de wens om tot een nieuw stelsel te komen. Om dat te bereiken moet je uitvoeringstechnisch dus ruimte gaan creëren. Lees vervolgens het overzicht Uitvoerbaarheid Belastingdienst 2025. Als je alles bij elkaar optelt, kom je tot de conclusie dat tot 2028 de boel eigenlijk grotendeels op slot zit. En wat doen we met dit Belastingplan? In plaats van ruimte organiseren we juist verdringing. Voor de pseudo-eindheffing is herprioritering binnen de IV-portefeuille nodig en de differentiatie van de vliegbelasting en de multiplier in de lucratiefbelangregeling zijn ICT-technisch op korte termijn niet mogelijk — om het nog maar niet te hebben over de stroomlijning van het fiscaal inzagerecht. Daar is nog geen tijdslijn, inschatting personele inzet of kosteninschatting voor te maken, terwijl veel applicaties moeten worden gebouwd en het systeem deels handmatig zal moeten worden geladen.

Voorzitter. Dan het punt van de complexiteit voor inwoners en bedrijven. We laten met dit Belastingplan inwoners en bedrijven meer gegevens aanleveren. We organiseren meer discussie over de toepassing van complexe wetgeving, met als gevolg meer bezwaar- en beroepsprocedures, en het risico op fraude neemt toe. Ik zou aan deze staatssecretaris — ik weet dat het een beetje flauw is — willen vragen: wat vindt collega Karremans ervan dat zijn regeldrukbarometer, waaruit moet blijken dat hij 500 regels voor ondernemers schrapt, na het aannemen van dit Belastingplan in de min staat?

Voorzitter. Laten we ook het menselijk kapitaal niet vergeten. Dat is onmisbaar voor het goed functioneren van de Belastingdienst. Structureel zijn na accordering van dit Belastingplan — ik moest toch weer even knipperen met mijn ogen — 1.000 fte extra nodig. Het ministerie zelf zegt daarvan: werven en opleiden lukt niet goed, met name op het gebied van ICT, fiscalisten en accountants.

Voorzitter. Deze discussie over de uitvoerbaarheid is natuurlijk helemaal niet nieuw. We lopen hier ieder jaar tegen aan. Maar mijn fractie vindt het steeds lastiger om hier iedere keer maar weer gewoon in mee te gaan. Want als we met elkaar menen dat we de basis op orde willen krijgen, dan zullen we deze manier van werken wel een halt toe moeten gaan roepen.

Voor het CDA is het daarnaast ook steeds duidelijker dat het vernieuwen van het belastingstelsel en op de winkel passen heel lastig samengaan. Als wij op basis van deze drie essentiële onderdelen een oordeel zouden moeten geven over de uitvoerbaarheid van het belastingpakket, dan zou dat negatief uitvallen.

In het kader van de uitvoerbaarheid noem ik daarom een paar maatregelen waar ik extra bij stil wil staan en waar we graag een vereenvoudiging zouden willen zien. Allereerst de verduidelijking van de fietsregeling. Daar zijn we natuurlijk hartstikke positief over, maar hoe ga je nou controleren of een bedrijfsfiets wel of niet meer dan 10% bij het woon- of verblijfadres wordt gestald? Ik zal u het antwoord verklappen: dat gaan we niet doen. Dus kunnen we dat 10%-criterium niet gewoon achterwege laten en volstaan met op te nemen dat de deelfiets niet meer dan incidenteel voor privédoeleinden mag worden gebruikt? Een beetje vertrouwen lijkt me beter dan een niet te handhaven criterium.

Voorzitter. Dan de lucratiefbelangregeling. Daarbij is de ICT-ondersteuning voor de handhaving niet voor 1 januari 2029 te realiseren. Daarom is deze maatregel tot die tijd arbeidsintensief en fraudegevoelig. We weten ook dat deze maatregel samenhangt met box 3, waarvoor we een nieuw stelsel in gaan voeren, met als risico dat de aangescherpte regeling achteraf niet goed blijkt te passen. Daarbovenop komt nóg een zeer onwenselijk aspect, namelijk de aangekondigde maatregel voor aandelenopties in start-ups en scale-ups. Hun participaties worden namelijk ook vaak via lucratief belang vormgegeven. Mijn fractie zou het verstandig vinden om deze maatregel op een later moment en beter uitgelijnd met het nieuwe box 3-stelsel en de aangekondigde maatregel voor start-ups en scale-ups in te voeren. Daarom zullen we het amendement dat de VVD gaat indienen zeker steunen.

Voorzitter. Dan de pseudo-eindheffing. Het kabinet wil de verkoop van nieuwe elektrische auto's stimuleren richting 100% in 2030 en denkt dit te kunnen realiseren door deze heffing in te voeren. Wij vragen ons af waarom er geen mkb-toets is gedaan en geen ATR-advies is gevraagd. Het zou namelijk zomaar kunnen dat nut en noodzaak niet kunnen worden aangetoond en dat het beoogde doel van de maatregel niet gehaald wordt, waardoor er per definitie sprake is van onnodige regeldruk. Daarnaast verwacht de Belastingdienst veel bezwaren en beroepen, met name over definities van "woon", "werk" en "privé", en is de maatregel niet fraudebestendig. Wij stellen daarom voor om deze maatregel een jaar uit te stellen en deze tijd te gebruiken om definities beter af te bakenen en advies van het ATR te vragen. Wij denken daarnaast dat een wortel, bijvoorbeeld het doortrekken van het lagere tarief in de bijtelling voor elektrische auto's, effectiever kan zijn in het behalen van het gewenste doel dan deze stok.

Voorzitter. Dan de verhoging van de afvalstoffenbelasting. Dit is een technische, puur budgettaire dekking die nodig is omdat de heffing op polymeren niet wordt ingevoerd. Dat leidt tot een derving van 67 miljoen vanaf 2028. Als er geen alternatief gevonden wordt voor deze derving, dan zitten we met een maatregel die mogelijk net zo veel negatieve als positieve effecten heeft op het milieu. Deze komt grotendeels via de afvalstoffenheffing bij de burger terecht, die daar niets aan kan doen. Gisteren hebben we onze zorgen hierover uitgebreid met de staatssecretaris gedeeld. Hij heeft zijn oprechte inspanning om dit tot een goed einde te brengen uit de doeken gedaan. Wij waarderen die intenties, maar we weten allemaal: intenties zijn geen garanties. Nieuwe budgettaire voorstellen zouden zomaar wéér grote gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering. Dat is dus een stevig risico, dat wij bij accordering van dit Belastingplan wel nemen. Ik vraag me nog steeds af of dit verantwoord is.

Ik ga verder naar de Wet differentiatie vliegbelasting. Hierbij gaan we werken met een tijdelijke, handmatige systematiek via het aangifteformulier. Dit heeft wederom gevolgen voor de uitvoering. Deze systematiek heb ik vorig jaar overigens exact zo voorgesteld in het kader van tariefdifferentiatie in de kansspelbelasting om de bijdrages voor sport veilig te stellen. Toen kregen we te horen dat het technisch niet mogelijk was. Dat blijkt nu dus niet waar. Tegen de staatssecretaris zou ik willen zeggen: zo ga je dus niet met de Kamer om. Zeg dan gewoon eerlijk dat je het niet wil. Dat zou ik in ieder geval meer kunnen waarderen. Kunnen we de periode tot de invoering van deze heffing niet nogmaals benutten voor een economische analyse van het effect van deze heffing als landen om ons heen hun tarieven juist verlagen, zo vraag ik de staatssecretaris.

Voorzitter. Ik hoop dan ook dat de staatssecretaris na mijn betoog over uitvoerbaarheid, ondersteund door deze voorbeelden, ziet dat het eenvoudiger kan en moet en mee wil gaan in voorstellen daartoe.

Voorzitter. Dan ons tweede punt. Naast alert zijn op fraude en het hoog houden van de belastingmoraal dienen we ook oog te houden voor de rechtsbescherming van belastingbetalers. Ik wil daar een paar dingen over zeggen. Bij het voorliggende wetsvoorstel voor stroomlijning van het fiscaal inzagerecht hebben wij de zorg dat de rechten van belastingplichtigen ondanks de beste bedoelingen toch worden ingeperkt. De bestaande bezwaar- en beroepsmogelijkheden worden teruggedraaid, waardoor de rechtsbescherming verslechtert. De staatssecretaris zegt dat er geen probleem is, omdat inwoners en bedrijven in een bezwaar- of beroepsprocedure tegen de belastingaanslag kunnen aanvoeren dat er stukken ontbreken. Maar dit argument gaat voorbij aan het feit dat het inzagerecht juist bedoeld is voor situaties waarin een belastingaanslag al onherroepelijk vaststaat, maar een belastingbetaler om welke reden dan ook alsnog zijn dossier wil zien. Denk daarbij weer aan de slachtoffers van de toeslagenaffaire of aan de belastingbetaler die wil weten waarom een aftrekpost jarenlang werd geaccepteerd, maar nu ineens tot een hoge navordering met boetes leidt. Wij zouden heel graag zien dat het voorstel zo gewijzigd wordt dat de mogelijkheid tot bezwaar en beroep behouden blijft wanneer de belastingbetaler vindt dat stukken op het webportaal ontbreken.

Na mijn hele pleidooi over het belang van uitvoerbaarheid van zojuist, snap ik heel goed de vrees dat de Belastingdienst overspoeld wordt met inzageverzoeken en dat hij daardoor vastloopt. Maar zijn daar nou echt geen goede, gerichte flankerende maatregelen voor te bedenken? Als invoering daarvan nu niet haalbaar is, voer ze dan desnoods op een later moment in, maar wel zoals initieel bedoeld.

Voorzitter. Ik wil ten aanzien van fiscale rechtsbescherming nog twee aanvullende vragen stellen. Die gaan over de voor het CDA belangrijke individuele handelingsruimte voor de inspecteur om naar de menselijke maat te handelen. Onder andere daarom hebben wij het afgelopen jaar een initiatief ingediend voor het invoeren van een handvest voor bescherming van de rechten van belastingplichtigen en toeslaggerechtigden: een voor de uitvoering en de belastingbetaler gezamenlijke basis voor wat men mag verwachten van de uitvoering. Dat wil ook zeggen dat inspecteurs en medewerkers van de diensten op basis van deze gedragscode de ruimte die ze hebben, hopelijk ook daadwerkelijk gaan ervaren en ze die dus meer toepassen in de praktijk. Wij zijn benieuwd hoe het met de uitwerking van dit handvest staat. Wij krijgen namelijk signalen dat het nogal afwijkend is van de door ons ingediende voorstellen. Daar maken we ons serieuze zorgen over. Dus graag een update van de staatssecretaris.

Onlangs viel ons in het kader van handelingsruimte ook een artikel in het FD op. Daarin stond dat de systematiek van standpunten van de kennisgroepen binnen de Belastingdienst de bevoegdheid van de inspecteur juist kleiner maakt. Het is goed dat kennisgroepstandpunten openbaar gemaakt worden. Maar wat het minder ondersteunt, is dat het voor inspecteurs verplicht is om dit standpunt te volgen in alle vergelijkbare situaties, terwijl de specifieke feiten en omstandigheden van een geval binnen de ruimte van de wet en rechtsbeginselen niet altijd hetzelfde hoeven uit te werken. Sla maar eens regelmatig een fiscaal tijdschrift open — ik weet zeker dat deze staatssecretaris dat doet — en je ziet dat praktijkexperts en wetenschappers verschillende standpunten innemen ten aanzien van wet- en regelgeving en dat kennis constant wordt doorontwikkeld.

Onze vraag aan de staatssecretaris is als volgt. Is het de bedoeling dat het woord van de kennisgroep wet is? Of is het meer de bedoeling dat het als richtlijn wordt gebruikt, waarbij gemotiveerde afwijking mogelijk is? Wij vinden dat laatste namelijk belangrijk voor het borgen en stimuleren van een professioneel kritische houding van de medewerkers van de Belastingdienst. Zo blijft de dienstverlening richting burgers en bedrijven actueel en passend. Ik hoor graag hoe de staatssecretaris hiernaar kijkt.

Voorzitter. Dan mijn laatste punt: raming en het budgetrecht van de Kamer. In dit geval heeft dat specifiek betrekking op de gezamenlijke hobby van volgens mij heel de Kamer: box 3. In het WGO voorafgaande aan de plenaire behandeling heb ik al gewezen op het recente rapport van de Algemene Rekenkamer over verantwoord belasten. Met betrekking tot box 3 was de derving over het eerste deel van de hersteloperatie maar liefst de helft lager dan ingeschat, namelijk 3 miljard in plaats van 6 miljard. Dat is nogal een verschil. Reeds bij de behandeling van de Wet tegenbewijsregeling, alweer enkele maanden geleden, hebben wij gewezen op de signalen van praktijkexperts dat de ramingen van het herstel te hoog zijn. Dat signaal is belangrijk, want een grote geschatte derving zorgt ook voor een grote dekkingsopgave. Daarbij moeten pijnlijke keuzes gemaakt worden, met implicaties voor de praktijk. We moeten als Kamer proberen scherp te hebben hoe ramingen tot stand zijn gekomen en waar het verschil in inzicht 'm in zit.

Inmiddels zijn er zo'n 300.000 bezwaren ingediend, maar er is nog geen uitspraak te doen over of deze in lijn zijn met de ramingen. De eerste analyses hierover komen aan het einde van het jaar, als het Belastingplan al is vastgesteld. Ik snap echt wel dat ijzer met handen breken niet kan. Maar als de signalen uit de praktijk in december inderdaad waarheid blijken te worden, dan zal de Kamer zich serieus bekocht voelen. De Algemene Rekenkamer wijst er namelijk terecht op dat ook het budgetrecht over de ontvangsten een essentieel recht van het parlement is om zijn controlerende taak te kunnen vervullen. Daarom verbaast het mij, en volgens mij meerdere collega's, dat inzicht in deze ramingen voor ons zo ongrijpbaar en vaag blijft.

Voorzitter. Tot slot een laatste puntje: de Wbso. Dat is een belangrijke regeling in het kader van innovatie. We hebben daar vorig jaar een amendement over ingediend. Daar willen we nu op voortborduren met een aanvullend voorstel, namelijk om de schijfgrenzen mee te indexeren binnen de regeling. De kosten van R&D staan namelijk niet stil. De schijfgrens heeft het meeste effect gehad op de investeringsbereidheid in R&D, met name vanuit het innovatieve mkb, om extra R&D-medewerkers aan te nemen. We hopen dan ook op een positief oordeel om dit te kunnen regelen. We zijn aan het knutselen aan het amendement. Zoals u niet zal verbazen, is de dekking de uitdaging.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u, mevrouw Inge van Dijk. Dan is nu het woord aan de heer Hoogeveen, die namens de fractie van JA21 zijn maidenspeech zal uitspreken. Ik herinner u eraan dat we tijdens maidenspeeches niet interrumperen. U heeft het woord.

De heer Hoogeveen (JA21):
Voorzitter, dank. Ik sta hier niet helemaal voor het eerst. Ik stond hier twee jaar geleden voor de Staat van de Europese Unie. Toen werd mijn microfoon voortijdig dichtgeknepen. Wellicht bent u iets vergevingsgezinder jegens een nieuwkomer, voorzitter.

Voorzitter. "De juiste weg in belastingen of ieder ander economisch beleid is niet om te vernietigen wie al succes heeft, maar om omstandigheden te scheppen waarin iedereen de kans krijgt succesvol te zijn." Dit waren de woorden van de Amerikaanse president Calvin Coolidge zo'n 100 jaar geleden, een van de meest vergeten maar ook meest fascinerende en onderschatte leiders van de vorige eeuw. Deze woorden raken de kern. Belastingheffing en economisch beleid moeten ruimte scheppen voor succes, niet bestraffen. Ze moeten mensen vrijmaken, niet klemzetten. Ze moeten mensen beschermen, niet plunderen. Want wat maakt een land nou werkelijk economisch succesvol? Niet toevallige meevallers, niet technocratisch schuiven met schijven of het implementeren van de juiste toeslagen, maar een samenleving die drie simpele pijlers begrijpt en op orde heeft: een terughoudende overheid met een robuuste rechtsstaat die eigendom en initiatief beschermt maar weet wanneer hij moet loslaten, open handel met zo weinig mogelijk regeldruk, bureaucratie of protectionisme en lage, voorspelbare belastingen die arbeid, ondernemerschap en investeringen belonen. Waar deze drie pijlers bestaan, stijgt welvaart. Waar ze worden afgebroken, verdwijnt welvaart.

Voorzitter. Als nieuwsgierige afgestudeerde politicoloog met een hele vreemde hobby had ik het voorrecht om meerdere keren beide kanten van de demilitarized zone op het Koreaanse schiereiland te bezoeken. Aan de zuidkant, in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel, zie je een samenleving die ademt. Innovatie, handel, technologie en bedrijvigheid komen daar samen. Je ziet een land dat groeide door een klimaat van lage belastingen, internationale handel en ruimte voor initiatief. Aan de noordkant, in Pyongyang, zie je stilte, schaarste, duisternis en stagnatie. Handel is er wel, maar speelt zich af in de schaduw. Daar is de belastingdruk formeel niet hoog; hij is totaal. De staat is eigenaar van alles. De zwaarste belasting is die op initiatief en vrijheid. Op één schiereiland zie je het antwoord op de vraag waarom sommige landen floreren en andere falen. Het is niet het aldaar heersende klimaat of de grondstoffen, maar het systeem en de mindset van de mensen. Dat is niet alleen een les voor Korea. Het is een waarschuwing voor elk land dat denkt dat meer staat, meer regels en meer belastingen de oplossing zijn.

Voorzitter. Dat brengt mij bij Nederland. Hoewel ik denk dat wij de juiste balans hebben tussen aan de ene kant een goed investeringsklimaat en aan de andere kant een robuust sociaal vangnet voor de allerzwaksten, zien we ook de glijdende schaal. Die ontstaat niet uit kwade wil, maar uit een reflex. Elk probleem wordt benaderd met een nieuwe heffing, een nieuwe toeslag, een nieuwe verplichting of een nieuwe uitzondering. Belastingheffing is geen instrument meer om de staat te financieren. Het is een instrument geworden om gedrag te sturen, om wensen te realiseren en om de gaten op te vullen. De belastingheffing is alomvattend en voelbaar van 's ochtend vroeg tot 's avonds laat. Je staat op en springt onder de douche: je water is belast. Je eet je ontbijt: je eten is belast. Je laat je hond uit waarvoor je hondenbelasting betaalt. Je stapt in je belaste auto en rijdt naar de pomp, waar je benzine is belast. Je gaat naar je werk: meer dan de helft van je inkomen is belast. Je komt na een dag lang werken in je belaste huis, gaat op je belaste meubelen zitten, zet je belaste televisie aan en denkt: wat heeft het eigenlijk allemaal nog voor zin? Maar je bedenkt je ook: als het einde daar is, ook dan moet ik nog steeds langs de fiscus.

Voorzitter. Dan verbaast het ons dat werken minder loont, dat ondernemers en bedrijven vertrekken en dat investeren minder aantrekkelijk wordt.

En het is niet alleen Nederland dat dit doet, hè? Het is vanuit de Europese Unie, waarin steeds meer wordt gestuurd en doorgedrukt, niet door directe belastingen maar door eigen middelen. Brussel rekt zo de verdragen steeds verder op en perkt onze fiscale autonomie in. Nu al is er vanuit Brussel een plastictaks, een CO2-taks en een koolstofgrensheffing. De Commissie-Von der Leyen zet voor de nieuwe meerjarenbegroting in op een recordbedrag van 2.000 miljard euro. Volgens Europese verdragen zou zij daarvoor afhankelijk moeten zijn van de afdrachten van onze lidstaten, ook goedgekeurd door dit parlement, maar toch stelt de Commissie-Von der Leyen voor om 800 miljard euro te financieren via die zogenoemde eigen middelen. Dat klinkt misschien technisch, maar in werkelijkheid gaat het om een fundamentele machtsverschuiving, een stap richting een Europees belastingstelsel. Voor Nederlandse huishoudens betekent dit vooral hogere kosten via nieuwe heffingen op e-waste, tabak en belastingen voor grote bedrijven. Daarbij krijgt Brussel toegang tot iets wat zij al heel lang willen, namelijk toegang tot onze inkomsten zonder dat wij als nationaal parlement daar telkens onze goedkeuring voor hoeven te geven.

Voorzitter. Het Belastingplan 2026 bevestigt dit patroon: belastingen die gedrag moeten sturen, met Brussel over onze schouder meekijkend. Laat ik ook een aantal positieve elementen noemen, die ik ook in het wetgevingsoverleg al heb genoemd: het verlengen van de accijnsverlaging op brandstof, het de facto schrappen van de nationale CO2-heffing en de eerste kleine stapjes richting minder fiscale complexiteit. Maar dit blijven herstelwerkzaamheden op zelf toegebrachte wonden. Uit het Belastingplan van vorig jaar begreep ik dat er nog best wel wat ambitie bij het kabinet zat om meer van die hervormingen door te zetten. Hoewel ik blij ben dat ik hier vandaag mag staan en dat mijn partij hier nu met negen volksvertegenwoordigers zit, blijft het een affront tegen de kiezer dat we vandaag opnieuw in de marges zitten te rommelen en dat we moeten terugvallen op het oude patroon: hopen op toevallige meevallers, technocratisch schuiven met schijven en het sturen van gedrag.

Voorzitter. Een aantal grepen uit dit Belastingplan. De tabelcorrectiefactor is een stille belastingverhoging. Het is goed dat de btw-verhoging op sport, cultuur en media wordt teruggedraaid, maar de rekening wordt simpelweg doorgeschoven doordat de belastingschijven niet volledig worden geïndexeerd, waardoor mensen automatisch in een hogere schijf terechtkomen. Dat levert het kabinet 1,5 miljard euro op, maar dat verhoogt tegelijkertijd de marginale druk op precies de mensen die we zouden moeten belonen in plaats van straffen.

Dan de lucratiefbelangmultiplier. Wat begon als een maatregel tegen een kleine groep gemene private-equitymanagers raakt nu ook onze start-ups, scale-ups en het mkb, juist de ondernemingen die innovatie en groei dragen. Terwijl dat gebeurt, verhogen wij dus ons tarief naar 36%, terwijl dat tarief in omringende landen veel lager ligt. Dit roept vragen op over ons vestigingsklimaat en onze internationale concurrentiepositie. Kan de staatssecretaris daar nog op ingaan? Ik denk dat dit er bij het wetgevingsoverleg bij ingeschoten is. Hoe is dat in vergelijking met de ons omringende landen, waar de belastingdruk voor vergelijkbare winstdelingen veelal lager ligt?

Dan box 3: een verhoging van het forfaitair rendement naar 7,78% en een verlaging van het heffingsvrije vermogen. Sparen en beleggen worden nog verder ontmoedigd. Dat is niet alleen onrechtvaardig, maar het ondermijnt ook het draagvlak voor ons belastingstelsel.

De pseudo-eindheffing op fossiele auto's is een boete van 12% op de cataloguswaarde van leaseauto's voor werkgevers die hun personeel geen elektrische auto willen aanbieden. Dat is een maatregel die voorbijgaat aan de realiteit. Niet alleen beschikken niet alle bedrijven over voldoende laadcapaciteit, omdat zij nog wachten op goedkeuring, maar ook veel mensen willen simpelweg niet elektrisch rijden. Bovendien is er voor deze maatregel geen enkele regeldruktoets uitgevoerd. De maatregel is eigenlijk in juni onder stoom en kokend water in elkaar gezet zonder oog voor de uitvoerbaarheid en de gevolgen voor ondernemers. Is het kabinet bereid om deze maatregel op zijn minst een jaar uit te stellen? Dat geeft niet alleen lucht aan werkgevers, maar geeft ook de ruimte voor een volgend kabinet om deze ondoordachte heffing in de komende onderhandelingen geheel te laten verdwijnen.

Dan de vliegbelasting. Nederland verhoogt deze en de rest van Europa verlaagt die. Duitsland draaide vorige week de luchtvaartbelastingverhogingen terug. Zweden schafte ze eerder dit jaar af. Nederland verhoogt ze echter naar €30, €50 of €70 per ticket. Als wij het gedrag toch willen sturen, kijk dan niet verbaasd op dat wij reizigers naar Brussel en Düsseldorf sturen. De verwachte CO2-winst is nul. Dat is geen klimaatbeleid, maar een economische krimpstrategie.

Voorzitter. Deze maatregelen lijken misschien technisch en triviaal in dat grote verhaal, maar ze delen dezelfde fout en passen in hetzelfde patroon, namelijk het hardnekkige geloof dat de overheid moet sturen, de welvaart moet maken en moet herverdelen. De overheid maakt echter geen welvaart. Wanneer de overheid te groot wordt, verbruikt zij welvaart. De overheid stuurt geen gedrag. Zij verstikt, ontmoedigt en jaagt weg. Echte welvaart ontstaat alleen daar waar mensen vrij zijn om te ondernemen, om risico's te nemen, om te werken, te sparen en te investeren. De taak van ons als volksvertegenwoordigers is dan ook glashelder. Verlaag die belastingen! Hervorm of schrap het hele toeslagenstelsel! Zorg ervoor dat burgers en bedrijven hun werk kunnen doen zonder onnodige hindernissen! Accepteer ook de waarheid dat het niet onze rol, de rol van de politici, is om banen te creëren, om te kiezen voor industriekampioenen of om de economie van de toekomst te plannen, alsof het een vijfjarenplan is! Wat welvaart creëert, is innovatie. Dat is de vrije markt. Het is onze rol om obstakels weg te nemen, zodat bedrijven kunnen groeien en daarmee zelf banen kunnen scheppen en mensen kunnen aannemen.

Voorzitter. President Coolidge was zeker niet volmaakt. Zijn protectionistische heffingen doen pijnlijk denken aan het beleid dat we vandaag de dag van de andere kant van de plas op ons af zien komen. Maar één ding zag hij heel erg scherp: de overheid moet krimpen, niet groeien. Zijn keuze voor lage belastingen, schuldafbouw en sobere uitgaven legde de basis voor een periode van ongekende economische groei, dynamiek en brede welvaart in de roaring twenties. Dát, voorzitter, is de koers waar wij voor staan. Dát is waar wij ons de komende jaren voor gaan inzetten.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Hoogeveen, voor uw maidenspeech, waaruit ik meende op te maken dat u niet zo veel op heeft met belastingen. Ik zou u graag van harte feliciteren met uw maidenspeech en verzoeken hiervoor te gaan staan om felicitaties in ontvangst te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en nodig de heer Baudet uit voor zijn bijdrage bij dit debat namens de fractie van Forum voor Democratie. U heeft het woord.

De heer Baudet (FVD):
Voorzitter, dank u wel. Ambtgenoten. Mijn dank aan de minister en het team van Financiën voor hun inzet bij het Belastingplan 2026 en het beantwoorden van vragen. FVD wil het plan kritisch en constructief bespreken, maar eerst in het algemeen het een en ander zeggen.

Belastingen zijn meer dan alleen cijfers of bedragen die we moeten betalen ieder jaar. Ze bepalen in belangrijke mate de relatie tussen burger en staat. Ze definiëren als het ware onze verhouding met de overheid. Hoe we de collectieve lasten verdelen, hoe we zorgdragen voor kwetsbare groepen: het weerspiegelt de maatschappelijke visie op vrijheid en eigen dan wel collectieve verantwoordelijkheid. Onze visie, heel in het algemeen, is dat we in Nederland veel te veel weghalen bij de mensen zelf en veel te veel neerleggen bij de staat. Dat krijgen we niet zomaar veranderd; dat snappen we. Maar we zullen die visie wel blijven uitdragen in dit parlement en daarbuiten. Uiteindelijk is een samenleving met een alsmaar uitdijende overheid niet houdbaar.

Voorzitter. We vergeten het weleens, maar in Nederland ligt de collectievelastendruk, dus het aandeel van de geheven belastingen in de totale economie, bijzonder hoog: rond de 40% van het bbp. Dat is een niveau dat door veel economen als remmend voor groei wordt gezien, waardoor je, kortom, steeds meer belastingen nodig hebt om de bestaande uitgaven te financieren en zodoende in een negatieve spiraal terechtkomt. Niet toevallig worstelen honderdduizenden mensen met de uitdaging om maandelijks rond te komen. Ook al is er al zo óngelofelijk veel herverdeling in Nederland, elke keer blijkt het geld weer op te zijn. Dat is logisch omdat die belastingdruk zo hoog is dat die de groei en de economische activiteit remt.

Bovendien is er een onnodig complex stelsel opgetuigd van toeslagen en regelingen die in essentie sigaren uit eigen doos bevatten waardoor het alleen maar moeilijker wordt. Eerst wordt je geld afgepakt. Daarna kun je dat weer voor een deel terugkrijgen als je tot deze of gene categorie van bevoordeelden behoort. Het is ondoorzichtig, bestraft succes en ambitie en laat gezinnen en bedrijven verdwalen in eindeloze formulieren, teruggaveregelingen, aanvullende heffingen en vooral heel veel bureaucratie. De creatieve, werkgerichte energie van onze samenleving dreigt verlamd te raken, ís al in een heel grote mate verlamd.

De hogere-inkomensgroepen, de succesvolle mensen, die we juist de ruimte moeten geven, zijn het goud van je samenleving. Dat is de kracht waar miljoenen mensen vervolgens een baan aan ontlenen. Juist bij die hogere-inkomensgroepen loopt de marginale druk verder op, tot boven de 50%, waardoor extra inzet nauwelijks nog loont. Succesvolle mensen gaan naar het buitenland. Die hebben er helemaal geen zin meer in. Die laten het zitten. Dat is precies wat je eigenlijk niet wil als land. Dat betekent bovendien dat veel mensen in de praktijk twee tot drie dagen per week voor de overheid werken in plaats van voor zichzelf. We zien dit als een demotiverend en onrechtvaardig systeem. Werken moet lonen, primair voor degene die het werk verricht.

Ook zien we een probleem bij aanvullende belastingen die nog boven op de inkomstenbelasting komen, de schandalige, misdadige en met beschaving onverenigbare erfbelasting bijvoorbeeld. Mensen die iets willen nalaten aan hun dierbaren worden gedwongen nog eens tientallen procenten belasting te betalen over geld waarover al eerder belasting is betaald. Hoe verzin je het? Zulke heffingen ontmoedigen families om aan een gezamenlijke toekomst te bouwen.

Omgekeerd zien we dat landen die hun belastingdruk aanmerkelijk verlagen en bijvoorbeeld een vlaktaks invoeren, zoals Estland onlangs gedaan heeft, direct enorme economische dynamiek terugbrachten in de samenleving. Als de mens de ruimte krijgt, dan gaat ie wel. Als samenlevingen de ruimte krijgen, dan gaan ze wel. De overheid is het probleem, niet de oplossing. Wanneer dringt dat eens door in Den Haag? Eén helder en gelijk tarief, zo'n vlaktaks, maakt voor iedereen duidelijk dat ambitie loont en dat we mensen waarderen om hun verdienste in plaats van hen bestraffen voor succes. Bovendien is dat ook gewoon een progressieve belastingvoet: als je meer verdient, betaal je in absolute getallen meer belasting. Het percentage blijft hetzelfde, maar in absolute zin betaal je meer. Echt rechts belastingbeleid zou een absoluut getal vragen en zeggen: het kost gewoon €25.000; dat is het lidmaatschap van de Nederlandse Staat, ongeacht hoeveel je verdient. De Staat is eigenlijk een dienstverlener, en elke andere normale dienstverlening rekent gewoon een vast bedrag, bijvoorbeeld voor een krantenabonnement. Je zou dat dan nog wel percentueel kunnen doen, maar het ook nog een keer laten oplopen als je meer verdient, is absurd.

Essentieel in onze visie op belastingen is dat we een overheid nodig hebben die zichzelf weet te beperken. De Nederlandse Staat dijt op dit moment alsmaar uit en de rijksuitgaven bedragen inmiddels ruim 480 miljard euro per jaar. Grote posten, zoals het klimaatbeleid, met een geraamde kostprijs van circa 1.000 miljard in de komende decennia, drukken zwaar op gezinnen en bedrijven. Dit komt neer op €10 tot honderdduizenden euro's per huishouden, zonder dat het enig voordeel oplevert. Als we de rijksuitgaven jaarlijks met zo'n 3% zouden kunnen terugbrengen, dan brengen we de overheid terug tot haar kerntaken: veiligheid, infrastructuur en basisvoorzieningen. We introduceren dan een gezonde prikkel om de overheid zo efficiënt mogelijk te maken. Gezinnen houden dan meer van hun spaargeld over, ondernemers krijgen weer de ruimte en er ontstaat weer een samenleving waarin vrijheid, ambitie en zelfvertrouwen de norm zijn.

Voorzitter. Dat was het in algemene zin. Voor de beoordeling van het nu voorliggende Belastingplan hanteren wij drie criteria: het effect op burgers, het effect op bedrijven en het effect op de samenleving als geheel. Volgens de tekst van het Belastingplan zelf gaan Nederlanders volgend jaar 1,3% meer koopkracht krijgen. Wat betekent dat werkelijk voor de mensen thuis? Neem een modaal huishouden, dat dus ongeveer €50.000 bruto verdient in een jaar. Overigens, dat is het modaal, maar 60% van de 8,2 miljoen huishoudens in ons land heeft een totaal bruto-inkomen op of onder dit niveau. Dan hebben we het dus al over een categorie met relatief succesvolle mensen. Na alle belastingen en premies blijft er bij dat modale huishouden ongeveer €38.000 netto over. Daar gaan dan natuurlijk de vaste lasten af, dus huur, gas, water, elektriciteit, ziektekosten, andere verzekeringen en zo. Die vaste lasten nemen gemiddeld, volgens het Nibud en andere berekenaars, €20.000 tot €24.000 per jaar in beslag. Dan houden we voor voeding, kleding, schoolspullen, vakanties, onvoorziene dingen, mobiliteit en sparen ongeveer €14.000 tot €18.000 per modaal huishouden over per jaar. Dat is circa €1.200 besteedbaar inkomen per maand.

In 2026 zou het inkomen van deze groep mensen met ongeveer €100 per maand gaan stijgen, althans, volgens het plan. Maar tegelijkertijd betalen deze mensen meer voor vaste lasten en zuigt inflatie ook een stuk van de koopkracht weg. Al deze effecten bij elkaar, plus de verhoogde box 3-belasting, leiden ertoe dat modale gezinnen in 2026 in hun vrij te besteden koopkracht niets extra's overhouden en er in veel gevallen zelfs op achteruitgaan.

Wij vinden dat niet acceptabel. Een overheid zou zich moeten schamen om zo'n plan te presenteren en zou moeten schrappen in de eigen ambities, in de kostenslurpende plannen en de grote kostenposten, zoals klimaatplannen, immigratie of ontwikkelingshulp. Je hebt primair een verantwoordelijkheid voor je eigen burgers, om ervoor te zorgen dat ze er allemaal een beetje op vooruitgaan volgend jaar. Daarin falen, met alle respect, dit kabinet en dit Belastingplan.

Ook voor bedrijven en ondernemers vind ik het plan buitengewoon teleurstellend. De zelfstandigenaftrek wordt bijvoorbeeld gehalveerd. Dit raakt kleine zelfstandigen, in de zorg, het onderwijs en de dienstensector, en niet de grote bedrijven, terwijl je juist de kleine bedrijven, de mkb-bedrijven, moet helpen. Mensen die al kampen met onzekerheid rond de Wet DBA zien nu ook hun fiscale voordeel verdwijnen. De btw op logiesaccommodatie gaat van 9% naar 21%. Hotels, campings en vakantieparken kunnen dit niet zomaar doorberekenen. Duitse en Belgische toeristen en Nederlandse gezinnen zoeken hun vakantie dan namelijk elders, wat Nederland heel veel geld kost. De box 3-belasting op zakelijk vermogen en beleggingen stijgt ook. Dit treft ondernemers die wat hebben opgebouwd en die voorzichtig, prudent beleggen. Tegelijkertijd blijven energiekosten, personeelskosten, sociale lasten, reiskosten en regeldruk onverminderd bestaan. Het mkb voelt zich zeker niet gesteund, maar juist extra belast door dit Belastingplan. Wij zien dat dit Belastingplan juist voor bedrijven in de middenstand en de middenklasse niet verstandig is.

In de tweede termijn zal ik een aantal voorstellen doen — ik heb er al eentje genoemd — om het marginaal te verbeteren. Maar we moeten ook de grote vraag durven stellen: wat is nou de visie die we hebben voor over vijf of tien jaar; wat voor richting willen we uitgaan? Hoe zou een rechtvaardig belastingstelsel eruit zien waarin wel ruimte is voor mensen en bedrijven om daadwerkelijk geld te verdienen en succesvol te zijn? Ik noemde het al: met een kleinere overheid, door structurele krimp van het overheidsapparaat van enkele procenten per jaar, met een vlaktaks op de inkomstenbelasting, door de vpb-grens voor het hoge tarief op te hogen naar 1 miljoen euro omzet per jaar, zodat het mkb in Nederland weer de ruimte krijgt, en met een belastingvrije voet van bijvoorbeeld €30.000 voor iedereen, voor werkenden en gepensioneerden. Alle toeslagen moeten we radicaal schrappen. De basis die je verdient is voor jou; daarbovenop ga je pas belasting betalen. Dat is een veel beter systeem. Met €1.000 extra belastingvrij bij een tweede baan, mits de hoofdbaan minimaal 32 uur per week is, wordt een extra weekenddienst of een avondshift weer aantrekkelijk. Ook voor seizoensarbeid en dat soort dingen is dat een heel, heel goed idee.

Een laag btw-tarief voor cultuur, sport en ontspanning is een no-brainer. Waarom doen we dat niet? Geen btw meer op BtB-transacties: waarom moeten alle bedrijven die aan elkaar leveren elkaar btw betalen, die ze vervolgens weer terug kunnen krijgen van de Belastingdienst? Het is alleen maar geld rondpompen, alleen maar bureaucratie! Waarom is dat nog niet opgelost?

Erfbelasting moeten we natuurlijk afschaffen. Ik wil niet in een land leven waar een dienstplicht geldt of waar je erfbelasting betaalt. Ik vind dat twee fundamenteel immorele en onacceptabele zaken.

De kilometervergoeding moet naar €0,30, zodat we mensen stimuleren om een wat mooiere auto te kopen. Box 3 moet belastingvrij. Gelijke belastingen voor expats; dat is ook zoiets. Waarom hebben we die rare expatregeling nog steeds? Deze drukt Nederlanders uit de markt! Komt deze overheid op voor Nederlanders of voor internationale bedrijven?

We moeten de rode diesel herinvoeren en uitbreiden naar pleziervaart, zodat mensen weer lekker kunnen varen met hun bootje op de Lek of de Linge. We moeten de klimaattaks van Rutte schrappen en de accijns op tabak verlagen. Geen vlees- of suikertaks. Kansspelbelasting moeten we afschaffen, zodat als je na een avondje pokeren een keer succes hebt, je daar niet voor hoeft af te rekenen. Dat geldt, vanzelfsprekend, ook voor de belasting op prijzengeld in de sport: die moeten we afschaffen.

Tot slot, wat Forum voor Democratie betreft schaffen we ook de belasting op fooi af. Fooi is namelijk ooit bedoeld als toegestopte cash, maar door de invoering van de pin is dat ineens binnen het bereik van de Belastingdienst gekomen. Dat is natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Het is een klein cadeautje, een geschenk, iets wat je iemand even toestopt en wat onbelast is. Er is ook geen belasting op verjaardagscadeautjes, niet waar? Er zou geen belasting moeten zijn op fooi. Die is door technische innovatie eigenlijk per ongeluk binnen het bereik van de Belastingdienst gekomen. Dat moet worden gecorrigeerd. Fooi moet altijd belastingvrij zijn.

Dat kan ook allemaal makkelijk worden gefinancierd: op korte termijn door te stoppen met het klimaatbeleid en de massa-immigratie, en op lange termijn door remigratie tot stand te brengen. Met elke batch van mensen die remigreert, kan je de belastingen over de hele linie met een paar procent verlagen, want dat is gewoon wat al die immigratie kost. Het kan ook doordat al deze maatregelen zich op de lange termijn terugverdienen. Dat is de belangrijkste les van de geschiedenis. De Sovjet-Unie en socialistische regimes zaten in een neerwaartse spiraal. De arbeid gaat omlaag en er moet meer belasting worden geheven. Daardoor gaan mensen weer minder produceren en daardoor moet er dan weer meer belasting worden geheven. Dat is de negatieve spiraal waar wij in de hele westerse wereld in zitten, omdat de staat veel te veel uitgedijd is. Als je het omdraait, krijg je een multipliereffect: mensen gaan interessante bedrijven oprichten en harder werken; ambitie komt weer terug. Dan zal je zien dat de staat er ook beter aan toe is. Ook de armsten zullen er beter aan toe zijn. Die kunnen dan een goede baan vinden. De economie komt dan weer in een opwaartse spiraal. Dat is de richting die we moeten inslaan met z'n allen. Dat is nu absoluut niet het geval. We zitten helemaal op de verkeerde weg. Wij zullen constructief blijven bijdragen aan verbeteringen hiervan. Dit is de algemene richting.

Dank voor de aandacht.

De voorzitter:
U bedankt voor uw bijdrage, meneer Baudet. Dan is nu het woord aan de heer Vermeer, die zijn inbreng zal leveren namens de fractie van de BoerBurgerBeweging. Gaat uw gang.

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst nogmaals dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording van de vele vragen die we gesteld hebben in twee dagen aan wetgevingsoverleggen.

Voorzitter. BBB maakt zich, zoals ook maandag besproken, sterk voor een betaalbaar Nederland. Klimaatbelastingen, zoals de pseudo-eindheffing, die alleen maar bijdragen aan netcongestie, zijn wat ons betreft vooral overhaaste symboolpolitiek. Ook verhogingen van belastingen op consumptie en gebruik moeten we wat ons betreft niet willen. De amendementen die ik ingediend heb, onderstrepen dat. Nederland zit namelijk aan zijn taks. In de afgelopen paar jaar viel het mij op dat bij het wetgevingsoverleg ook de ramingen steeds vaker ter discussie staan, en dan vooral vanwege gedrags- en ontwijkeffecten. Dit zien we bij de btw op logies, de CO2-belasting, de pseudo-eindheffing, de wegenbelasting voor campers, de belasting op oldtimers, de kansspelbelasting en bij accijnzen, zoals tabaksaccijnzen, die ook eerder werden genoemd door collega's. Daarbij is op dit moment gewoon het enige effect dat illegaliteit toeneemt, dat kopen in het buitenland toeneemt en dat de opbrengsten dalen.

Over box 3 hebben we meerdere aparte debatten gehad. Dat zit steeds muurvast. Wat ons betreft kan dat echt niet op de manier zoals we daar nu mee omgaan. Er is hier in de Kamer namelijk vaak discussie over de vraag of belastingen moeten bijdragen aan de inkomsten van de staat of een bepaald doel moeten hebben. Die moeten redelijk en eerlijk zijn. Maar eerlijk gezegd is er bij de huidige box 3-situatie maar één ding dat telt. Dat heet met een heel mooi woord "budgetneutraliteit", maar dat betekent gewoon dat als er minder binnenkomt, de tarieven omhooggaan zodat er toch meer binnenkomt. Ondertussen is er geen enkele relatie meer tot werkelijke opbrengsten bij de mensen die belast worden, zeker niet als je dat ook nog in het licht ziet van de inflatie, rentetarieven en kostenstijgingen waar die mensen mee te maken hebben. Wat ons betreft richten we ons op een belastingplan waarin gezond verstand de boventoon voert. Wij kunnen niet verdergaan met het kapotbelasten van onze samenleving. Een toekomstig kabinet zal zich meer moeten focussen op ombuigingen aan de uitgavenkant. Graag hoor ik ook de visie van de staatssecretaris op hetgeen ik net ingebracht heb.

Ik heb in dit verband ook nog een paar vragen over individuele maatregelen, maar misschien wil de heer Stoffer eerst op het algemene betoog reageren.

De voorzitter:
Dat lijkt me een goed voorstel.

De heer Stoffer (SGP):
Ik hoorde heel behartigenswaardige woorden van de heer Vermeer. Die hoorde ik daarstraks ook vanuit de VVD, namelijk dat je het land niet kapot moet belasten en dat het eigenlijk allemaal te hoog is. Dan denk ik: het kabinet dat nu nog over is, bestaat uit de VVD en BBB. Waarom doet dit kabinet het nu dan niet anders?

De heer Vermeer (BBB):
Ik vraag dus ook wat de visie van de staatssecretaris hierop is. Dat vroeg ik net. Dit kabinet heeft afspraken gemaakt in de coalitieonderhandelingen tijdens de formatie en heeft ook daarna nog bij de verschillende begrotingen afspraken gemaakt. Ik zal eerlijk zeggen waar ik in al die processen tegenaan gelopen ben. Dat zijn de begrotingsregels die we onszelf opgelegd hebben, de systemen die we onszelf opgelegd hebben in de afgelopen tientallen jaren. Mijn constatering — dat heb ik volgens mij ook al in het wetgevingsoverleg gezegd — is dat dit systeem feitelijk stuk is en dat je moet pleiten voor wat ik dan de "nucleaire optie" noemde. Er werd in een vorig betoog al verwezen naar Estland. Daar zijn ze zijn natuurlijk op een gegeven moment gewoon met een nieuw systeem begonnen. Ze zijn gewoon vanaf nul, met een leeg papier, begonnen en hebben toen een vlaktaks ingesteld. Maar wat wij hier steeds aan het doen zijn — dat gaan we straks ook doen en daar ga ik ook weer aan meedoen — is met enkele amendementen kleine dingetjes bijstellen die allemaal weer interactie hebben met de andere systemen die we hebben. We hebben onszelf nou eenmaal opgelegd dat wij de opbrengsten moeten zoeken in precies dezelfde categorie en dat wij inkomens niet mogen compenseren door aan de uitgavenkant iets te doen. Wij zitten op deze manier klem. De enige keren dat er van die begrotingsregels afgeweken wordt — dat is terecht al door een aantal oppositiepartijen aangestipt — is als er geformeerd wordt of als er opeens een onderhandeling is over een bepaalde begroting. Dan kan er in de achterkamers wel aan de regels getornd worden, maar hier plenair in deze Kamer wordt dat telkens geblokkeerd. Dat doen wij zelf, hè; deze Kamer heeft namelijk het budgetrecht. En zolang er geen meerderheid is om dit patroon te doorbreken, blijft het zoals het is en blijven we met z'n allen gewoon in die fuik zitten. Dat is mijn visie daarop.

De heer Stoffer (SGP):
Dat is een helder verhaal en ik herken het grotendeels. Het is ook goed om dat hier met elkaar in het midden neer te leggen. Ik heb nog een heel specifiek punt en dat is box 3. Daar hoor ik de heer Vermeer ook nadrukkelijk over en ik hoorde mevrouw Van Eijk daar ook over. Er lag zelfs een voorstel in de Kamer vanuit de VVD. Er ligt in ieder geval ook een heel goed voorstel van de heer Grinwis. Ik heb me daar inmiddels bij aangesloten; het is dus een gezamenlijk amendement. Overweegt de heer Vermeer bij box 3 … Blijkbaar is het niet gelukt om dat vanuit het kabinet te veranderen. Hij vindt toch ook dat die 7,78% eigenlijk naar beneden moet? Heel concreet: schaart de heer Vermeer zich achter het voorstel dat de heer Grinwis heeft gemaakt, dat hij goed heeft uitgedokterd en waar ik me in ieder geval achter heb geschaard?

De heer Vermeer (BBB):
Ik vind dat tarief volstrekt belachelijk en onredelijk. Maar, nogmaals, dat komt weer voort uit budgetneutraliteit. Afgelopen juni hebben wij als Kamer hier de Wet tegenbewijsregeling box 3 behandeld. Dat is een wet die vermogensaanwas betrekt bij de bepaling van het werkelijk rendement en geen kostenaftrek toestaat, alleen maar rente. Mijn amendement van toen om een regeling te treffen om die verhuurders op z'n minst de kans te geven om het naar box 2 te verplaatsen, heeft het niet gehaald. Dat lag niet aan de heer Stoffer, zeg ik via de voorzitter. Dat lag gewoon aan een meerderheid in deze Kamer die dat niet zag zitten en die nog steeds mensen met een extra woning … Dat kunnen landgoedeigenaren wezen met monumenten. Dat kunnen mensen zijn die een vakantiewoninkje hebben. Over het algemeen zijn dat ook een paar honderdduizend zzp'ers die daar hun pensioen in hebben zitten, vaak nog voor een lager bedrag dan de mensen hier in deze Kamer hebben, die vervolgens tegen zo'n voorstel stemmen. Hier is dus meer aan de hand. Wij gaan dit met grote belangstelling bekijken. Wij zitten op dit moment vooral te kijken wat dat veranderen van de wet-Hillen en het naar voren halen van die einddatum precies voor impact hebben. We moeten ons namelijk wel realiseren dat alles wat wij hier als dekking opvoeren, weer door iemand anders betaald wordt. Wij moeten gewoon goed kijken of dat redelijk is en of dat voor die mensen haalbaar is. In dat licht zullen we het dus bekijken. De eerste mails erover heb ik al binnen. Daarin zie ik wel dat de meeste mensen zich niet realiseren dat de wet-Hillen al een einddatum heeft en dat het vanaf 2048 sowieso al niet meer mogelijk is om gecompenseerd te worden.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De heer Vermeer gebruikt grote woorden over het kapotbelasten van Nederland. Volgende week worden we gedwongen om met elkaar te kiezen: stem je voor of tegen het Belastingplan? In dat plan staat onder andere het verhogen van het forfait in box 3, de eindheffing op fossiele auto's en de verhoging van de afvalstoffenheffing. Dat staat allemaal in het Belastingplan. Gaat de heer Vermeer, gaat BBB dit volgende week mogelijk maken?

De heer Vermeer (BBB):
Nogmaals, dat gaat u volgende week zien bij de stemmingen. Dat heb ik ook gezegd tijdens het wetgevingsoverleg. Zulks is ook altijd afhankelijk van hoe er hier met amendementen omgegaan wordt, amendementen die al ingediend zijn of nog ingediend worden, en van de inhoud van die amendementen. Bepaalde dingen zijn voor een partij als BBB niet te dragen. Dat weet de heer Stultiens volgens mij ook. Hij kan volgens mij wel uittekenen op welk gebied die zitten.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dat laatste is interessant. "Niet te dragen" klinkt best stevig. Er liggen veel amendementen. Mijn inschatting is dat de meeste het niet gaan halen, maar we gaan het inderdaad zien. Dan blijft het volgende de vraag. De heer Vermeer heeft nu hele grote woorden, ook naar de mensen thuis, maar de kans is best aanwezig dat hij volgende week gewoon het hoge forfait, een pseudo-eindheffing en een hoge afvalstoffenheffing gaat steunen. Hoe matcht het woord van "kapotbelasten" dus met het stemgedrag van BBB als zij volgende week gewoon deze wet gaan steunen?

De heer Vermeer (BBB):
Nou, meneer Stultiens, dat is gewoon omdat het hier om een partij gaat, in dit geval BBB, die realistisch is en die ook kijkt of hier meerderheden zijn te vinden voor het veranderen van dit systeem. Maar het lijkt me toch goed dat we hier in een debat over het Belastingplan ook gewoon zeggen waar we eigenlijk naartoe zouden willen. Als we dat niet doen, dan hadden we dit namelijk ook wel schriftelijk af kunnen handelen en daar hebben we niet voor gekozen. Ik geef dus een stuk toekomstvisie weer van wat er volgens ons moet gebeuren. Dit werkt niet zo. We hebben volgens mij ook in het wetgevingsoverleg op meerdere onderwerpen gezien dat we het er bijna allemaal over eens zijn wat er niet oké aan is, maar allemaal met verschillende oplossingsrichtingen komen. Die komen alleen maar omdat we in dit systeem vastzitten. Die komen niet alleen vanwege ideologische verschillen, want niemand heeft de pure neiging om alles te willen dekken. Het gaat erom wat je wil regelen en verbeteren. Die dekking is dan op dit moment, volgens de huidige spelregels, een noodzakelijk kwaad, maar dat blokkeert wel elke verandering van dit systeem.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. Ik doe deze portefeuille nu tien maanden. Volgens mij heeft BBB eigenlijk gestemd tegen elk wetsvoorstel dat er lag. Ze stemden tegen de Fiscale verzamelwet en tegen de tegenbewijsregeling. Nu lijkt het er dus weer op, in elk geval als ik hun grote woorden hoor, dat ze tegen het Belastingplan gaan stemmen. Dan verbaast het mij dat je in een coalitie stapt als je vervolgens alle eigen voorstellen wegstemt.

De heer Vermeer (BBB):
Het verbaast mij dat het de heer Stultiens verbaast dat als iemand ergens tegen is, hij dan tegenstemt. Volgens mij is dat vrij logisch.

De heer Oosterhuis (D66):
Ergens tegen zijn en dan tegenstemmen, lijkt me niet zo heel gek. Maar wat ik wel gek vind, is het volgende. Er zitten 10 BBB'ers in een kabinet van 26 bewindspersonen. Twee van die tien BBB'ers zitten hier in de fractie. Dan vind ik het wel gek dat die twee BBB'ers — een daarvan is vicepremier — blijkbaar in het kabinet hebben ingestemd met iets wat ze "niet te dragen" vinden. Kan meneer Vermeer dat dan duiden?

De heer Vermeer (BBB):
De heer Oosterhuis loopt nu met zevenmijlslaarzen naar een heel ander punt toe. Dit sluit namelijk totaal niet aan bij wat ik gezegd heb. Ik heb gezegd dat wij alle amendementen moeten beoordelen en dat in die amendementen dekkingen en zaken kunnen zitten die wij niet kunnen dragen. Als zo'n amendement aangenomen wordt, heeft dat gevolgen voor onze positie. Er staan in dit Belastingplan geen dingen die wij niet kunnen dragen, want dan had ik hier niet gestaan als een van de overgebleven coalitieleden. Verder heeft de heer Oosterhuis volgens mij wel laten zien dat hij kan rekenen, ook al hebben we een verschil van inzicht als het gaat om de uitgangspunten die gehanteerd worden. Hij kan rekenen. Het klopt: er zitten 10 BBB-bewindspersonen in een kabinet van 26 bewindspersonen. U heeft volgens mij geen meerderhedenteller nodig om uit te zoeken hoe het dan zit.

De heer Oosterhuis (D66):
Nee, inderdaad. Dit is een goed inkijkje in hoe het gaat in deze coalitie, die nu demissionair is. Volgens mij hoorde ik meneer Vermeer toch echt zeggen dat wat wel in dit Belastingplan zit met betrekking tot box 3, volstrekt belachelijk en onredelijk is. Dat is misschien één klein tandje minder dan "niet te dragen", maar ik vind het toch buitengewoon opmerkelijk. Ik blijf erbij dat het toch wel heel vreemd is dat iemand die vicepremier is in het kabinet, straks tegen het Belastingplan over de hele inkomstenkant van de Staat gaat stemmen. Ik vind dat moeilijk serieus te nemen, zal ik maar zeggen.

De heer Vermeer (BBB):
Ik vind het totaal niet serieus te nemen dat een mede-Kamerlid mij woorden in de mond legt die ik niet gezegd heb, en dat hij dat herhaaldelijk doet. Als ik iets vertel over meerderheden in een kabinet, geeft dat geen enkele inkijk in hoe het gaat. Dat is gewoon een getalsmatige constatering. Punt. Ten tweede slaat het helemaal nergens op dat hier gesuggereerd wordt dat kabinetsleden tegen de inkomstenkant van onze begroting zitten te stemmen, want we hebben nog helemaal niet gestemd. Het slaat dus gewoon nergens op.

De voorzitter:
Wenst u daar nog op te reageren, meneer Oosterhuis?

De heer Oosterhuis (D66):
Nee, excuus. Ik dacht dat meneer Vermeer aansloeg op woorden die ik hier had gezegd als "volstrekt belachelijk en onredelijk" en dat het daarover ging. Maar ik begrijp dat dat niet het geval is. Ik zie uit naar het stemgedrag volgende week.

De heer Vermeer (BBB):
Daar wil ik ook nog even op reageren. Wij hebben vanaf het allereerste begin, in elke bijdrage die wij hier gedaan hebben, duidelijk aangegeven dat wij de huidige box 3-tarieven en de manier hoe dat alles bepaald wordt volstrekt onredelijk vinden. Dat hebben wij ook in de formatie aangegeven. Dat hebben we ook bij de Voorjaarsnota en bij iedere begroting aangegeven. Wij zijn steeds op zoek geweest naar manieren om daaruit te komen, maar daar hebben we simpelweg geen meerderheid voor gekregen. Je moet in een formatie … Misschien gaat de heer Oosterhuis die fase ook nog meemaken. Dan zal hij hier straks dingen moeten verdedigen of daar een andere mening over verkondigen maar wel ervoor stemmen. Volgens mij kan dat gewoon; ik doe het in ieder geval. Dan zal hij zelf ook meemaken dat hij niet alles wat in zijn programma staat en wat er beloofd is in de campagne een-op-een waar zal kunnen maken zolang hij geen meerderheid heeft van 76 zetels hier en van 38 zetels in de Eerste Kamer.

Voorzitter, kan ik verdergaan?

De voorzitter:
Ik zie mevrouw Van Eijk nog staan. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Nog een verduidelijkende vraag. Ik denk dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen enerzijds de amendementen die de heer Vermeer zelf indient waarmee hij probeert een aantal van de voorstellen te wijzigen en anderzijds andere amendementen die van de rest van de Kamer komen en die het Belastingplan ook kunnen wijzigen. Weegt hij die twee verschillend? Begrijp ik hem goed dat hij zegt: "Natuurlijk, ik heb amendementen. Ik wil de wet beter maken, ik wil dingen veranderen. Maar goed, als een meerderheid ervoor kiest die niet te steunen, doet dat niks af aan steun voor het Belastingplan. Maar als het Belastingplan zodanig wordt gewijzigd door amendementen die niet van mij zijn maar van de rest van de Kamer, dan laat ik het daar wel van afhangen"?

De heer Vermeer (BBB):
Ja, uiteraard, want na het aannemen van amendementen ligt er opeens een nieuwe wet voor. Daar moeten we dan over stemmen. Zo werkt dat hier.

De voorzitter:
U continueert uw betoog.

De heer Vermeer (BBB):
Zoals ik zei, heb ik in dit verband nog een paar vragen over individuele maatregelen. Wij hebben het gisteren kort gehad over gedragseffecten rond kampeervoertuigen. Ik heb daar een vrij algemeen antwoord op gekregen. Ik heb vandaag zelf ook even geprobeerd hoe makkelijk de schorsingstool van de RDW werkt. Ik kan je zeggen: als je de DigiD-app op je telefoon hebt, dan is dat echt in een minuutje gefikst, zeker als je zelf degene bent die de belasting daarvoor betaalt, want dan staat dat netjes in het overzicht. Een paar klikken en je voertuig is geschorst. Gisteren heeft de staatssecretaris in algemene bewoordingen geantwoord. Op dit moment schorst 80% van de eigenaren hun camper minimaal een keer per jaar. Maar zoals gezegd is het bij een redelijke camper straks zo dat als je veertien dagen je camper niet gebruikt, dat al gelijk is aan het schorsingstarief. Het wordt dus zeer interessant om vanaf vijftien dagen schorsing je camper te gaan schorsen. Mijn vraag is als volgt. Ik wil nu graag geen algemeen antwoord, maar een precies antwoord. Hoe vaak gaat volgens de berekeningen van Financiën in de toekomstige situatie een camper geschorst worden? Dat zat op 80%. Gaat dat naar 200%, 300%? Welk getal wordt dat? En welk bedrag heeft Financiën in de berekeningen gezet voor schorsingen en in mindering gebracht op de brutoraming van het aantal campers maal het tarief? Ik wil dus weten hoeveel er gecorrigeerd is voor schorsingen. Dan kunnen we dit nauw volgen, net zoals we het op dit moment ook nauw volgen bij tabak, waarbij een grote inkomstenderving plaatsvindt.

Hetzelfde geldt voor de oldtimerregeling. Een versobering zoals aangekondigd in het Belastingplan 2024 en die volgend jaar moet ingaan, moet structureel maar liefst 150 miljoen euro per jaar opleveren. Maar dan zou je toch denken dat bezitters massaal gaan schorsen, op een enkele zomermaand na. Hoe is dat daar in de boeken gekomen? Hoe staat het erin?

Wij hebben een amendement gemaakt om de verhoging van het tarief voor campers te verzachten. Bij een quickscan op de uitvoerbaarheid krijgen we te horen dat dat nu, omdat het al na 14 november is, niet meer zou kunnen voor komend jaar, omdat dat tot handmatige correcties zou leiden. Ik zou heel graag van de staatssecretaris horen hoe dit in vredesnaam werkt, zeker als ik zie hoe makkelijk ik een voertuig kan schorsen; dat kan namelijk volledig elektronisch. Dus misschien moet dat handmatig dan maar via dezelfde weg ingevoerd worden. Er is blijkbaar een tool voor.

Dan heb ik ook nog een vraag over het kwarttarief in de motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagens en bestelauto's. In het Belastingplan is te lezen dat na de invoering van de vrachtwagenheffing de tarieven in de motorrijtuigenbelasting moeten worden vastgesteld op het EU-minimum. Dat is bijvoorbeeld een argument waarom het niet mogelijk zou zijn om voor kermisattracties het kwarttarief te blijven hanteren. Begrijp ik het goed dat het hanteren van een nationaal kwarttarief op die gronden niet langer is toegestaan binnen Europese wetgeving? En heeft het EU-minimum betrekking op het gebruik van vrachtauto's in het algemeen of erkennen zij ook dat de ene vrachtwagen gebruikt wordt als verdienmodel om te kunnen transporteren en de andere alleen maar gebruikt wordt om iets van A naar B te brengen, terwijl het verdienmodel bijvoorbeeld de kermisattractie of de verkoopbalie is, of het foodfestival in het geval van foodtrucks? Zou voor deze categorie, dus voor degenen waarbij niet transport het verdienmodel is, dan geen uitzondering te vinden zijn binnen de Europese kaders? Ik wil hier dus niet horen wat de risico's zijn, maar ik wil horen hoe je het moet omschrijven om te zorgen dat je wel dat kwarttarief kunt hanteren.

Dan een heel ander punt, dat ik maandag nog niet benoemd had en dinsdag ook niet: de productie van groen gas. Op dit moment is het zo dat er ook belasting betaald moet worden voor de energie die nodig is voor de productie van groen gas, de zogenaamd inputbelasting. Is het gas eenmaal geproduceerd, dan moeten de afnemers ook nog weer een reguliere energiebelasting betalen. Groen gas wordt in feite dus twee keer belast. Is de staatssecretaris bereid om te onderzoeken of een inputvrijstelling nationaal kan worden ingevoerd om dit op te lossen? Dit zou de groengasproductie namelijk effectief kunnen stimuleren. Dat hebben wij keihard nodig om er ook weer voor te kunnen zorgen dat er aan de bijmengverplichting voldaan wordt. Volgens ons zou dat slechts een beperkt budgettair effect hebben, aangezien die productie nu nog extreem laag is. Dus is dit het moment om dit aan te pakken en om niet in die fuik te zwemmen die ik in mijn eerdere betoog al had genoemd ten aanzien van de andere regelingen.

Voorzitter. Dan een vraag over de invoeringsdatum van de verbruiksbelasting. "Suikertaks" is natuurlijk de betere naam, want dan weet iedereen waar we het over hebben. We hebben in samenwerking met de SGP een amendement opgesteld dat een uitzondering regelt voor pure fruit- en groentesappen. Wij willen dit eigenlijk per 1 januari 2026 in laten gaan, maar we hebben van het ministerie begrepen dat uitvoering per 1 januari niet mogelijk zou zijn omdat de Douane de teruggave- en aangifteformulieren daarvoor niet tijdig kan aanpassen. Maar het ligt wel nú voor, dus we willen er eigenlijk nu iets mee doen. Kan de staatssecretaris dit nog wat nader toelichten? Hoeveel werk is er concreet om deze aanpassing van de formulieren door te voeren? We hebben daar dus echt wel wat extra toelichting op nodig.

Voorzitter. Volgens mij heb ik genoeg gezegd en is mijn tijd op 18 seconden na verstreken.

De voorzitter:
U heeft dat heel scherp gedaan, meneer Vermeer. Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik de heer Ergin uit voor zijn bijdrage namens de fractie van DENK. U heeft het woord.

De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Terwijl wij hier praten, zien mensen in Nederland de prijzen stijgen, bij de pomp, bij de supermarkt, bij de bakker om de hoek en op de energierekening. Al jarenlang is dat een bron van stress. Als we dit Belastingplan mogen geloven, zien we dit straks ook bij de afvalstoffenheffing, die in de afgelopen tien jaar in bijvoorbeeld de provincie Zuid-Holland met al meer dan 30% is toegenomen. Ze horen ons hier praten over 100 miljoen voordeel hier en 340 miljoen nadeel daar, over structureel en incidenteel, maar zij voelen maar één ding: het wordt duurder en bij ons komt er niets bij. Volgens mij moeten wij ook bij dit Belastingplan zeker rekening houden met de discussie over bestaanszekerheid in dit land. En ja, als je het vergelijkt met andere plannen is het Belastingplan relatief beleidsarm. De grote besluiten die we in de komende jaren nog moeten nemen, staan er niet in. Als het goed is, gaan we zien wat die keuzes zijn als er ooit nog een coalitie komt in dit land. Tegelijkertijd is dit wel de realiteit waar mensen iedere dag mee wakker worden en waar wij in dit huis ook gewoon rekening mee moeten houden.

Voorzitter. Daarom is het schrijnend dat het Belastingplan zoals het nu voorligt extra lasten oplegt aan mensen thuis. Een taxichauffeur, een taxiondernemer, een rijschoolhouder of een kleine mkb'er krijgt er straks nog eens een extra heffing bij: de pseudo-eindheffing. Voor heel veel ondernemers maakt dat gewoon het verschil of ondernemen leuk is of niet. Voor heel veel mensen is de vraag: hoelang ga ik dit nog volhouden? Is dit nog wel te doen voor mij? Is mijn bedrijf straks nog wel rendabel? Over de grote bedrijven maak ik me minder zorgen. Die hebben veel meer geld, veel meer investeringskracht en een veel langere horizon dan de gemiddelde mkb'er. Wij maken ons zorgen over de lastenstijging die in dit Belastingplan is ingebouwd voor die ondernemer en voor de gewone mensen thuis.

Neem bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing. Het ziet ernaar uit dat de afvalstoffenheffing eigenlijk met 340 miljoen euro gaat toenemen. Als oud-wethouder die over afvalinzameling ging, weet ik dat dit straks een groot probleem is aan de collegetafels. De burgemeesters en wethouders doen er alles aan om de afvalstoffenheffing zo laag mogelijk te houden. Zij verzinnen allemaal trucjes om ervoor te zorgen dat die niet toeneemt. En nu komt daar eigenlijk met één pennenstreek €50 tot €60 per huishouden bovenop, omdat er geen deal is gekomen aan de Plastic Tafel. Wij zien dit dus niet als een incidentele tegenvaller of een technische schuif. Het is gewoon een enorme lastenverzwaring voor veel mensen thuis, die in de afgelopen jaren al veel meer betaalden voor hun afvalstoffenheffing dan voorheen.

Voorzitter. Dan kom ik bij het tweede punt dat ik vandaag graag wil maken. Dat gaat over de lastenverlichting in het Belastingplan. Het gaat om de lastenverlichting van 100 miljoen euro om de energiebelasting te verlagen. Dat was 200 miljoen euro en is nu veel minder, omdat ergens op een avond in juni is besloten om dat geld ergens anders aan te besteden. We weten dat alle experts zeggen dat de energielasten de komende jaren gemiddeld met zeker €1.000 gaan stijgen. Als we nu dan ook nog eens een cadeautje dat we aan de mensen hebben gegeven, een toezegging die we aan al die mensen thuis hebben gedaan, namelijk minder energiebelasting, gaan halveren, dan zijn we echt veel verder weg van waar we eigenlijk dagelijks voor staan, al gaat het om een symbolisch gebaar van €8 per jaar. Daarom vinden wij het belangrijk dat we die verlaging van de energiebelasting met 200 miljoen gewoon doorvoeren. Daar hebben we ook een amendement voor ingediend. We moeten mensen compenseren. We moeten ze niet een schijnfooi of een doekje voor het bloeden geven, maar gewoon doen wat we al die mensen eerder hebben beloofd. We weten nu al dat het niet genoeg is voor al die mensen thuis die moeite hebben om de energierekening te betalen, maar het is wel het minste wat wij hier in dit huis moeten doen.

Voorzitter. De dekking voor het amendement halen we uit de VAMIL-regeling. We zien namelijk dat er in die regeling sprake is van heel veel — hoe zal ik het zeggen? — ineffectief gebruik. Ik heb het rapport gelezen. Daarin staat dat zelfs — hoeveel was het? — 30% van die hele regeling inmiddels wordt gebruikt door freeriders, initiatieven of bedrijven die daar eigenlijk geen behoefte aan hebben, maar die er gebruik van maken omdat die regeling er nou eenmaal is. Het gaat om miljarden. Volgens mij ging het om 4 miljard. Wij zeggen: laten we daar 3,9 miljard van maken. Laten we die belastingverlaging voor energie gewoon doorvoeren. Daar zit ruimte; daar zit lucht. Die moeten we gewoon pakken.

Voorzitter. Ik wil wat dieper ingaan op de pseudo-eindheffing van 12% op fossiele auto's bij bedrijven die dat beschikbaar stellen voor hun medewerkers. Dat klinkt heel technisch, maar het gaat gewoon om de taxiondernemer die één auto heeft. Daar verdient hij zijn brood mee en die zet hij tegelijkertijd in voor privédoeleinden. Heel vaak maakt hij onderdeel uit van constructies waarbij je op gemeenteniveau één bedrijf hebt waaronder meerdere taxichauffeurs werken. Die mensen worden nu dus extra geraakt. Het gaat om de rijschoolhouder die met meerdere rijschoolhouders bij elkaar werkt en die zijn auto niet alleen voor werk, maar ook voor privédoeleinden gebruikt.

Tegen die mensen zeg je eigenlijk dat ze daar meer belasting over moeten betalen. Dat vinden wij oneerlijk. We vinden dat een generieke maatregel doorvoeren iedereen raakt die van haar of zijn werkgever de mogelijkheid krijgt van een auto. Het zo een-op-een doortrekken vinden wij gewoon te kort door de bocht. We raken daarmee te veel kleine ondernemers. Ik heb daarvan twee voorbeelden genoemd. Ik was niet aanwezig bij het WGO omdat ik dacht: ik doe het plenair debat. Misschien is hier dus al antwoord op gegeven, maar ik zou er vandaag in de beantwoording van het kabinet toch iets meer over willen horen dan alleen dat "die regeling er nou eenmaal is gekomen". Is er voldoende oog voor wat dit betekent voor de kleine ondernemer? Ik voorzie grote problemen. Ik ontvang graag antwoord daarop.

Voorzitter. Dan een kort resumé. Ja, het is een beleidsarm belastingplan. Ik noemde zojuist enkele maatregelen: de hogere afvalkosten voor huishoudens, de extra belasting voor ondernemers en een lagere belastingverlaging dan we eigenlijk zouden willen. We zouden eigenlijk meer willen, maar laten we op z'n minst voor het minimum gaan. Dat is de inzet van DENK wat betreft het Belastingplan. Ik zou daarop graag een reflectie willen vanuit het kabinet.

Want alleen zo kunnen we rechtvaardig beleid creëren. Ja, we moeten belasting hebben. We moeten als overheid nou eenmaal belastinginkomsten hebben. Maar we kunnen dat alleen op een eerlijke manier doen als we rekening houden met de uitschieters, met ondernemers en met mensen die het gewoon niet kunnen dragen of voor wie het extreem veel gevolgen heeft. Op die wijze zullen wij het Belastingplan uiteindelijk beoordelen.

We hebben één amendement ingediend, maar we hebben drie punten die we graag veranderd zouden willen zien. Ik heb bij collega's een aantal amendementen gezien die ik de goede richting op vind gaan. Daar zal ik zelf dus geen amendement voor indienen. Maar dit is waar wij voor staan. Ik zou graag willen dat we deze drie maatregelen, die bij mensen thuis en bij ondernemers tot enorm veel kopzorgen leiden, in ieder geval recht kunnen zetten. Als er een coalitie is, hebben we dan wel weer een debat over het beleid dat wordt gevoerd.

Tot zover mijn eerste termijn. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ergin. Dan geef ik het woord aan de heer Stoffer, die zijn inbreng zal leveren namens de fractie van de SGP, de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Stoffer (SGP):
U leert snel, voorzitter.

De voorzitter:
Ik leer heel snel van u. Dat weet u.

De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Ik wil beginnen met felicitaties aan de heer Oosterhuis en de heer Hoogeveen met hun prachtige maidenspeeches. Dat belooft vast nog heel veel.

Voorzitter. Dan het Belastingplan. Vroeger had je van die prachtige ouderwetse weegschalen. Die zijn pas in evenwicht als aan beide kanten het gewicht precies gelijk is. Een klein verschil, een muntje meer of minder, brengt je weegschaal direct uit balans. Aan dat beeld moest ik denken bij de voorbereiding op dit debat, want ook belastingen vragen om zo'n nauwkeurig geijkte weegschaal waar het gewicht goed in evenwicht is gebracht, tussen de verschillende inkomensbronnen maar ook tussen groepen belastingplichtigen. En ook moet er evenwicht zijn tussen de lusten en de lasten. Hoewel dit Belastingplan in de steigers is gezet door een demissionair kabinet, zitten er ook veel maatregelen in die dat evenwicht zouden kunnen verstoren. Ook nu geldt, net als altijd, dat een kleine aanpassing de weegschaal zomaar de verkeerde kant op kan laten slaan.

Voorzitter. In de schriftelijke voorbereiding zijn heel veel zaken helder geworden. Daarvoor dank ik de staatssecretaris. Na twee dagen van wetgevingsoverleggen zijn we inmiddels beland bij de plenaire behandeling. Ik zou vandaag nog in willen gaan op een aantal zaken die zijn blijven liggen maar voor ons als SGP wel heel belangrijk zijn om die belastingweegschaal vanuit ons perspectief in evenwicht te houden.

Ik begin met het inkomensbeleid. Elk jaar wordt er opnieuw gesleuteld aan de inkomstenbelasting, aan de tarieven en aan de kortingen. De afgelopen jaren leek de balans gunstig. De tarieven daalden. De kortingen namen af of stegen in ieder geval niet fors. Maar dit keer kiest het demissionaire kabinet wel voor de wat ons betreft verkeerde route. De tarieven stijgen. De arbeidskorting stijgt. Dat heeft allerlei negatieve gevolgen. Het stelsel wordt daardoor ook ingewikkelder. Het werkt discriminatie in de hand doordat niet iedereen gebruik kan maken van de arbeidskorting en tegelijkertijd vergroot het de kloof tussen eenverdieners en tweeverdieners. Ik hoop van harte dat het volgende kabinet hierin wel de goede keuzes gaat maken; ik kijk maar eens even naar CDA en D66. Vorig jaar is een amendement van de SGP aangenomen dat de positie van eenverdieners verbetert. Dat was een trendbreuk na vele jaren, maar het is wel nog maar een eerste stap, zeg ik daarbij. Wat de SGP betreft volgen er nog veel meer stappen. Het evenwicht in de belastingdruk voor eenverdieners en tweeverdieners is namelijk al jaren volledig zoek. Vandaar dat ik met een amendement kom om een volgende stap te zetten.

Voorzitter. Ook het box 3-stelsel wordt steeds onevenwichtiger. Er is veel over gezegd, maar het forfaitair rendement wordt opeens verhoogd en het heffingsvrije vermogen daalt; tenminste, als het aan het kabinet ligt. Ik hoop dat we daar als Kamer toch nog een stokje voor kunnen steken. De SGP heeft samen met onder andere de ChristenUnie inmiddels een amendement ingediend, waar de heer Grinwis wellicht nog meer over zal zeggen.

Voor sommige belastingplichtigen stijgt de belastingdruk onevenredig hard, zoals voor verhuurders van woningen en eigenaren van rijksmonumenten. Samen met mevrouw Van Eijk heb ik een motie ingediend om alternatieven te onderzoeken die bijdragen aan een evenwichtige belastingheffing voor deze groepen. Het kabinet ziet er geen mogelijkheden voor, maar het heeft natuurlijk wel grote gevolgen voor het aanbod van huurwoningen. Ik maak me daar echt grote zorgen over. Datzelfde geldt voor de positie van rijksmonumenten. Ook daarover heb ik een motie ingediend, want het gaat hier echt om een heel specifieke en afgebakende groep. Er ligt gewoon een aangenomen motie die verzoekt te bezien hoe de positie, met name de fiscale positie, van rijksmonumenten verbeterd kan worden. In de schriftelijke beantwoording geeft de staatssecretaris aan dat er geen oplossingen mogelijk zijn. Hij noemt daarbij echter alleen generieke mogelijkheden. Mijn vraag is dan ook: welke specifieke oplossingen voor deze groep zijn wél mogelijk? Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij op die manier nog een keer de uitvoering van de motie wil oppakken, in overleg met de sector?

Ik vroeg tijdens het wetgevingsoverleg ook naar de positie van pachtcontracten. Deze worden veel gebruikt in de agrarische sector. De rendementen daarop zijn over het algemeen begrensd. Datzelfde geldt overigens voor bepaalde verzekeringsproducten. De staatssecretaris gaf gisteren aan dat er dan tegenbewijs geleverd kan worden, maar ik zou zeggen dat dat toch de wereld op zijn kop is. Eerst heft de overheid veel te veel belasting en daarna mag de burger zelf de belasting evenwichtig en eerlijk maken. Daarnaast is er misschien nog wel een groter probleem. Ik heb gisteren ook gewezen op het feit dat het tegenbewijs alles op één hoop gooit en dat daarmee geen recht wordt gedaan aan die specifieke wettelijk begrensde rendementen. Ik heb er al veel vaker de vinger bij gelegd, maar nu het forfaitair rendement wordt verhoogd, steekt dit des te meer. De belastingweegschaal slaat hier echt uit het lood. Gezien de stijging van de heffing is de vraag aan de staatssecretaris of hij alsnog bereid is om te zoeken naar oplossingen voor dit probleem.

Voorzitter. Het kabinet legt de wortel naast zich neer en neemt de stok op om het wagenpark te elektrificeren. Als het aan het kabinet ligt, komt er een pseudo-eindheffing voor werkgevers die een brandstofauto aan een werknemer ter beschikking stellen. Wij maken ons grote zorgen over de gevolgen. Volgens het kabinet zijn de administratieve lasten zeer beperkt, worden uitwijkmogelijkheden nauwelijks gebruikt en is dit de meest efficiënte manier om verduurzaming te stimuleren. Op alle drie de onderwerpen heb ik grote vraagtekens. De administratieve lasten gaan gewoon stijgen, zeker voor kleine werkgevers. Het is een nieuwe belasting met allerlei andere definities en regels. Mijn vraag is: is het kabinet bereid te onderzoeken hoe de uitvoering voor werkgevers verbeterd kan worden? De uitwijkmogelijkheden zouden beperkt zijn, maar ik moet dat echt nog zien. De kosten zijn dermate hoog dat uitwijken al snel loont. Ten slotte gaat de maatregel pas per 2027 in. Volgens mij is er dus nog meer dan voldoende tijd om te komen tot een alternatieve maatregel. Ik heb daarom een amendement ingediend om de pseudo-eindheffing te schrappen en het geld te gebruiken om met een betere maatregel hetzelfde doel te behalen. Heel graag een reactie op dat amendement.

Voorzitter. Het kabinet stelt ook voor om de afvalstoffenheffing enorm te verhogen; we hebben het daar vanmiddag al over gehad en ook op de vorige dagen. Gisteren gaf de staatssecretaris aan dat in het voorjaar wordt bezien of het pakket anders vormgegeven kan worden. Ook een volgend kabinet kan uiteraard een andere invulling kiezen. Dit demissionaire kabinet is uit de problemen; de sector en het volgende kabinet mogen de scherven oprapen. Het lijkt mij niet heel erg evenwichtig, maar we krijgen gelukkig nog een brief over de ideeën van dit kabinet over de alternatieve invulling. Gisteren gaf de staatssecretaris al een inkijkje, maar voor de SGP is dit echt een heikel punt. Inzicht in de vormgeving die het kabinet voor ogen heeft, is voor ons heel belangrijk. Maar los daarvan: wat is nu precies de status van het pakket waar de Kamer volgende week over stemt? Want dan is het wel voor of tegen. Het toont gelijkenissen met vorig jaar, toen we voor de verhoging van de btw moesten stemmen en er maar van moesten uitgaan dat het kabinet met een andere invulling zou komen.

Voorzitter. Ik vraag vandaag toch opnieuw aandacht voor de waterschappen. Ik heb daar maandag ook naar gevraagd. Volgens het kabinet lopen de kosten voor hen met 1 miljoen euro op, maar uit de sector krijg ik andere geluiden. Ook is er geen Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden uitgevoerd. De staatssecretaris had het daar gisteren over en gaf aan dat er onder andere een werkbezoek heeft plaatsgevonden. Dat is heel nuttig, weet ik uit ervaring, maar ik zeg erbij dat het geen uitvoerbaarheidstoets is. Gisteren gaf de staatssecretaris aan dat er vanuit de Unie van Waterschappen bij hem niet de wens ligt om zo'n toets uit te voeren. Ik heb vanmorgen nog even contact met de Unie van Waterschappen gehad en ik krijg het signaal dat die wens er vanuit de Unie van Waterschappen zelf nadrukkelijk nog wel ligt. Los van hun wens worden er maatregelen genomen die grote gevolgen hebben voor de waterschappen en er is onduidelijkheid over de kosten. Mijn vraag aan de staatssecretaris is, ook gezien de informatie die ik vanmorgen heb opgehaald, of hij toe zou willen zeggen dat die uitvoerbaarheidstoets alsnog wordt gedaan.

Voorzitter. In de Kamer leeft de brede wens om de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken te heffen op basis van een gedifferentieerd tarief. Nu betaal je voor alle soorten dranken dezelfde belasting, ongeacht suikergehalte en ongeacht of er suiker toegevoegd is of niet. Er liggen meerdere scenario's voor die omzetting. Daarvoor wil ik het kabinet dankzeggen. Voor de SGP is het helder: er is zo snel mogelijk een heffing nodig op basis van suikergehalte en het liefst op basis van toegevoegde suikers. Dat kan ook, want in het Verenigd Koninkrijk is er zo'n heffing. Die heeft ook positieve resultaten op de gezondheid. In de brief van 11 juli van dit jaar wordt deze variant ook uitgewerkt.

Gisteren hebben we gehoord dat er een soort update van de scenario's komt. Op zich snap ik dat; dat is ook goed, alleen zou dat zomaar een jaar vertraging kunnen opleveren, terwijl de sector al heel lang in onzekerheid verkeert. Dat gaf de staatssecretaris gisteren zelf ook aan. Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat we heel concreet kunnen verwachten van een update van de brief van vier maanden geleden. Hoe denkt de staatssecretaris de benodigde snelheid in dit dossier te houden? Volgens de SGP zou het toch beter zijn om alvast een trechtering te maken, waarbij wat ons betreft scenario 5 of 4b de voorkeur heeft. Wat is ervoor nodig om scenario 5 verder uit te werken in wetgeving? Als dat scenario niet kan, zou het dan een optie zijn om scenario 4b in verdere wetgeving uit te werken? Is de staatssecretaris bereid om de omzetting in die volgorde vorm te geven? Ik hoop namelijk echt dat we vaart kunnen maken met dit dossier en dat we geen kostbare tijd verloren laten gaan.

Dan heb ik nog een punt. Dat betreft de BOR. Mevrouw Van Eijk ging daar zojuist ook al op in. Zal ik daar even mee wachten of ...?

De voorzitter:
Nou, maakt u het even af. Dan kan de heer Oosterhuis daarna interrumperen.

De heer Stoffer (SGP):
De BOR. Er komt een nota van wijziging; dat is helder. Maar mijn vraag is heel specifiek of daarmee ook de versobering van de BOR, zoals vorig jaar voorgesteld, uit de wet gehaald wordt. Nog concreter: wordt het amendement-Stoffer c.s. ook meegenomen in de nota van wijziging?

Voorzitter. Dat was mijn slotvraag. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stoffer.

De heer Oosterhuis (D66):
Ik heb even getwijfeld of ik de interruptie die ik nu ga plaatsen in mijn allereerste debat zou doen. Ik ga het doen, omdat ik hoop en verwacht dat collega's dat in voorkomende gevallen ook bij mij zullen doen. Een van de eerste e-mails die ik als fiscaal woordvoerder kreeg, nog voor de beëdiging, kwam van een fabrikant van pure sappen. Zijn verzoek was om bij de varianten voor categorie 5 te kiezen, dus om pure sappen uit te zonderen van de suikertaks. De heer Stoffer heeft met de heer Vermeer een amendement daarover ingediend en hij stelt hier nu vragen over. Puur toevallig bekeek ik vorige week, nadat ik die mail had gekregen, vanuit een andere plek het donatieregister van de politieke partijen. Toen viel mijn oog erop dat de sapfabrikant die mij had gemaild, op 14 oktober een donatie van €12.100 in de campagnekas van de SGP heeft gestort. Dat geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Zou de heer Stoffer daar misschien wat meer over kunnen zeggen?

De heer Stoffer (SGP):
Jazeker, dat zou kunnen. Volgens mij is dat een dossier dat al jaren speelt. Volgens mij zijn meerdere fabrikanten hier ook geregeld geweest. Een van die fabrikanten is inderdaad iemand die uit de SGP-achterban komt en wellicht af en toe een donatie doet. Laat ik heel helder zijn: dat maakt voor mijn standpuntbepaling niets uit.

De heer Oosterhuis (D66):
Dank voor dit antwoord. Ik begrijp ook de moeilijkheid. Ook mijn partij ontvangt donaties. Dat maakt ook dat ik het ingewikkeld vind. Tegelijkertijd ligt er nu geen voorstel van het kabinet. Er is geen enorme haast, maar wel vrij rechtstreeks en op heel korte termijn een belang tussen deze twee kwesties. Dus ik vind het wel heel moeilijk om nu onbevooroordeeld naar deze voorstellen te kijken. Zou het misschien toch niet wijs zijn als de heer Stoffer die nu niet doet?

De heer Stoffer (SGP):
Ik denk dat de heer Oosterhuis dan doelt op het amendement dat voorligt, want dat is het concrete dat we hebben liggen. Nee. Laat ik ook heel helder zijn. Ik zeg altijd tegen iedereen … Er zijn best eens mensen bij ons, bij de partij geweest die zeiden: als je nu dit bedrag neerzet, zou je dan dat willen opnemen? Ik zeg altijd: dat geldt bij ons niet. We hebben een verkiezingsprogramma. We zijn wie we zijn, ruim 100 jaar. Als u denkt dat u een donatie wil doen aan onze partij, dan bent u daar vrij in, maar onze politieke koers verandert daar niet door. Dus nee, ik ben niet van plan dat in te trekken, tenzij de heer Vermeer dat doet, want hij is de eerste indiener.

De heer Vermeer (BBB):
Ik sta niet bij de interruptiemicrofoon om nu te proberen een deel van de donatie die de SGP blijkbaar ontvangen heeft naar ons toe te halen.

De voorzitter:
Nou, wordt hier gewoon zakengedaan?

De heer Vermeer (BBB):
Nee, juist niet. Ik zeg: ik sta hier niet daarvoor. Ik wil toch hier een punt van orde maken, voorzitter. Dit is een amendement dat door ons opgesteld is. We hebben de heer Stoffer gevraagd het mee in te dienen. Ik vind de insinuatie dat Kamerleden hier in dit debat te koop zijn door welke donatie dan ook, echt stuitend. Ik hoop dat de voorzitter daar ook iets over wil zeggen. Daarnaast is dit wel een heel gevaarlijk pad dat de heer Oosterhuis nu opgaat, zeker als ik kijk naar de donatielijst van zijn eigen partij. Dat zou betekenen dat wij die voorlopig niet meer zullen gaan zien bij debatten over een heleboel onderwerpen.

De voorzitter:
Het is geen punt van orde dat u maakte, maar u heeft uw punt gemaakt. Volgens mij moeten we het daar dan even bij houden. Wenst u daar nog op te reageren, meneer Stoffer, of kunnen we naar de interruptie van de heer Stultiens?

De heer Stoffer (SGP):
Zeker.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Juist omdat we vertrouwen hebben in elkaars integriteit, is het volgens mij goed als het transparant is. Dus ik vind de vraag wel valide of er door dit bedrijf voor gelobbyd is en hoeveel ze hebben gedoneerd. Dan kun je nog steeds met elkaar wat van het voorstel vinden, maar het is een valide vraag. Je moet het hier niet laten lijken alsof je invloed kan kopen met donaties en dan amendementen terugkrijgt. Dat moeten we volgens mij niet willen met elkaar. Dus de vraag is helder: is er door dit bedrijf gelobbyd? Zo ja, dan is het goed om dit bij zo'n amendement te vermelden, volgens mij.

De voorzitter:
Volgens mij heeft de heer Stoffer daar ook al antwoord op gegeven, maar wellicht wenst hij daar nogmaals op te reageren. Ik meen dat hij dat al heeft gedaan.

De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter, volgens mij heb ik uitgebreid antwoord gegeven over hoe wij zowel in dit dossier maar ook in andere dossiers daarin acteren.

De voorzitter:
Meneer Stultiens, het mag, maar volgens mij maken partijen hier gewoon op basis van inhoud afwegingen over plannen van het kabinet die voorliggen.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dat geloof ik zeker.

De voorzitter:
De vraag is inmiddels ook al gesteld door de heer Oosterhuis en door uzelf.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ja. Alleen, de heer Stoffer reageert door te zeggen "er is mogelijk gedoneerd". Ik vind het wel valide om te vragen: is er gedoneerd en over hoeveel geld gaat het? Dat is toch een normale vraag in de politiek?

De voorzitter:
Laten we dan nog naar dat antwoord luisteren.

De heer Stoffer (SGP):
O, zeker. Ik zou het niet weten. Het zou kunnen. Ik ken niet het hele donatieregister van de SGP uit mijn hoofd. Maar als de heer Oosterhuis dat nagekeken heeft, zal het zo zijn, want wij zijn altijd compleet transparant over iedere donatie die naar onze partij komt. We zijn er ook compleet transparant in dat als iemand wil doneren, dat diegene vrijstaat. Dat vinden we natuurlijk altijd fijn. Volgens mij vindt iedereen het fijn als er gedoneerd wordt. Maar ons verkiezingsprogramma, dat wij als partij maken, is leidend. De donatie komt er niet omdat wij iets willen veranderen in ons verkiezingsprogramma of aan onze standpunten.

Dank u wel.

De voorzitter:
Helder, meneer Stoffer, dank u wel. Mevrouw Teunissen, mag ik u uitnodigen voor uw inbreng namens de fractie van de Partij voor de Dieren?

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Grote problemen moeten worden opgelost, en snel. De klimaatcrisis, de stikstofcrisis en de wooncrisis zijn een paar voorbeelden. Ze bedreigen onze veiligheid, de toekomst van jongeren, onze gezondheid, dieren en natuur. Het zijn problemen die niet uit de lucht zijn komen vallen, maar het gevolg zijn van structureel verkeerde keuzes. Ons belastingstelsel kan onderdeel worden van de oplossing, want ons belastingstelsel is geen neutraal instrument: het bepaalt wie betaalt en profiteert, en het bepaalt mede welke richting onze samenleving opgaat. Daarvoor is het wel nodig dat ons stelsel ten dienste gaat staan van het welzijn van iedereen, van mens, dier en natuur, en niet voornamelijk van het kortetermijnbelang van vervuilende bedrijven en hun aandeelhouders.

Voorzitter. Op dit moment is het belastingstelsel helaas oneerlijk en onlogisch. Werkenden en het mkb dragen relatief veel bij, groene keuzes worden duurder gemaakt dan vervuilende keuzes, de enorme overwinsten van grote bedrijven blijven structureel buiten schot en de vermogenskloof tussen arm en rijk groeit. Daarom wil de Partij voor de Dieren vandaag de noodzaak onderstrepen van een transitie naar groene en eerlijke belastingen. We doen daarvoor concrete voorstellen.

Ten eerste is het cruciaal dat de fossiele subsidies en vrijstellingen worden afgeschaft, want ze hebben een dempend effect op elke groene maatregel, ze houden de fossiele economie in stand en de kosten voor de belastingbetaler lopen jaarlijks op tot miljarden. Dat is zeer onwenselijk en het brengt het land tot stilstand. We moeten dus stoppen met die fossiele subsidies en fossiele voordelen, die de transitie afremmen en ons miljarden kosten. Dit demissionaire kabinet doet er echter zelfs een fossiele subsidie bovenop, door de accijnzen op diesel en benzine een jaar te verlengen, terwijl experts zeggen dat dit niet de manier is om mensen te helpen die hoge prijzen aan de pomp niet kunnen betalen. Dit wordt ook nog eens betaald uit het Klimaatfonds. De Partij voor de Dieren wil deze subsidie dus direct terugdraaien en de opbrengst investeren in een circulaire economie.

Een andere fossiele subsidie — of beter gezegd: vrijstelling — is het verlaagde btw-tarief voor de sierteelt. In de sierteelt wordt heel veel gif gebruikt. Dat gaat bijvoorbeeld ten koste van de natuur, van de bestuivers, die we zo ontzettend hard nodig hebben voor ons voedsel, van de waterkwaliteit en van de gezondheid van omwonenden. Volgens het ministerie van Financiën is het ook nog eens een ondoelmatige vrijstelling. Daarom is het voorstel van Partij voor de Dieren om deze vrijstelling af te schaffen en de btw voor de sierteelt te verhogen. Dat is eerlijk, en het is goed voor het milieu.

Voorzitter. We blijven nog even bij de landbouw. Uit onderzoek van Deloitte blijkt dat de landbouw elk jaar 18,6 miljard euro aan schade veroorzaakt. Dan moet u denken aan mestoverschotten, uitstoot en gifgebruik. Het is duidelijk dat ons landbouwsysteem onhoudbaar is en dat we boeren volop moeten helpen met omschakelen. Daarbij moeten we belastinggeld zeker niet langer meer verspillen aan de ondoelmatige landbouwvrijstelling. Die afschaffen wordt al jarenlang door experts geadviseerd. De Algemene Rekenkamer noemt die vrijstelling ook een ondoeltreffend beleidsinstrument en doet een aanbeveling om die af te schaffen.

Voorzitter. Ook wil de Partij voor de Dieren reparatie, onderhoud en hergebruik goedkoper maken door arbeid, reparatie en hergebruik minder te belasten. Het kabinet bezuinigt juist op de circulaire economie. Dat brengt grote risico's met zich mee, want het verlengt onze afhankelijkheid van dubieuze regimes voor onze grondstoffen. Daarom wil de Partij voor de Dieren het duurder maken om nieuwe grondstoffen te gebruiken, door klimaat- en milieukosten mee te rekenen in de prijs. Alleen door deze fiscale vergroening maken we de noodzakelijke stappen naar de circulaire economie, waarvan we hebben afgesproken dat we op 50% zijn in 2030.

Daarom doet de Partij voor de Dieren ook het voorstel om het verlaagde btw-tarief in te stellen voor de reparatie van huishoudelijke apparaten. Dat geldt nu al voor de reparatie van fietsen, schoenen, kleding en huishoudlinnen. "Huishoudlinnen" is een mooi woord, voorzitter. Zo stimuleren we de reparatie van wasmachines en koelkasten, en ontmoedigen we dat de waardevolle grondstoffen die daarin zitten zomaar worden weggegooid.

Zo wordt de groene en eerlijke keuze eindelijk de goedkopere keuze. Het is precies zoals het hoort, het is nodig en het is ook wat zo ontzettend veel Nederlandse duurzaam ondernemers inmiddels verlangen. Denktank Ex'tax toont dit ook helder aan. Een groene verschuiving van de belastingen richting vervuiling levert banen op, verlaagt milieuschade en maakt de circulaire economie haalbaar.

Voorzitter. Naast de vervuiling door de fossiele industrie en de agro-industrie vormt ongelijkheid ook een bedreiging voor de stabiliteit van onze samenleving. De rijken worden rijker, en de extreemrijken nog rijker. Steeds meer mensen worstelen met hun energierekening, huur en boodschappen. Daarom pleit de Partij voor de Dieren voor een vermogensheffing, een progressieve winstbelasting en een belasting op de inkoop van eigen aandelen. Daarmee kunnen we boodschappen en schone energie goedkoper maken, woningen comfortabel maken door ze te isoleren en het openbaar vervoer betaalbaar maken.

Maar er is meer mogelijk. Vorige week bleek dat stabiele prijzen in de supermarkten niet langer vanzelfsprekend zijn. Dat komt deels door klimaatverandering. Extreem weer veroorzaakt misoogsten en die zorgen voor hoge pieken in de prijzen van voedsel. Klimaatverandering treft namelijk de meest kwetsbare groepen. Dat kun je hier weer aan zien: mens en dier worden het hardst getroffen. Mensen kunnen hun boodschappen amper nog betalen. Daarom heeft de Partij voor de Dieren een amendement ingediend om gezond eten voor iedereen goedkoper te maken door de btw op 0% te zetten voor groente en fruit. Dit voorstel is een al lang gekoesterde wens van een meerderheid van de Kamer, maar het kabinet weigert tot nu toe om die wens uit te voeren. Nu willen we dit dus direct in het Belastingplan regelen. Dit willen we laten betalen door mensen die al voldoende hebben, namelijk door de inkoop van eigen aandelen weer te gaan belasten.

Voorzitter. Dan de vliegbelasting. We weten allemaal dat de luchtvaartsector ongeveer 10% van onze totale CO2 uitstoot. Dat is een enorme bijdrage aan de klimaatschade. Toch betaalt deze sector nog steeds geen belasting op kerosine en profiteert de sector van fiscale voordelen. Daarom is het echt een stap in de goede richting dat Nederland nu eindelijk een afstandsafhankelijk vliegtarief gaat invoeren. Ik wil de staatssecretaris daar ook voor complimenteren. Het is een stap naar het eerlijker beprijzen van de luchtvaart en naar een eerlijker speelveld voor alternatieven zoals de trein.

Het is dan wel weer een gemiste kans dat het kabinet kiest voor de meest smalle variant van deze heffing. Kijk naar het Verenigd Koninkrijk. Daar wordt al sinds 1994 onderscheid gemaakt op basis van afstand en reisklasse. Wie meer ruimte inneemt, betaalt meer. Er is een apart tarief voor eerste klas en privéjets. Frankrijk doet dit ook. Het zou eerlijk zijn als Nederland dit ook doet. Differentiatie naar reisklasse past daarom precies in het principe dat de vervuiler betaalt. Daarover hebben wij een amendement ingediend. We onderschrijven natuurlijk ook het amendement van GroenLinks-PvdA over het belasten van privéjets. Ook is het eerlijk om overstappers of transferpassagiers te belasten. Deze reizigers veroorzaken dezelfde uitstoot en geluidsoverlast als mensen die vanuit Nederland vertrekken, maar betalen hier geen vliegbelasting voor. Dat willen we corrigeren en daarom hebben we ook daarover een amendement ingediend.

Voorzitter. Op de klimaattop gebeurt ook het een en ander wat betreft de privéjets. Er is een initiatief opgetuigd, door onder andere Frankrijk en Spanje, om de belasting op eersteklasvliegtickets en privéjets te verhogen, maar Nederland heeft zich daar niet bij aangesloten. Waarom niet, is mijn vraag aan de staatssecretaris. Zou dat nog steeds kunnen? Is hij bereid om zich daarvoor in te spannen?

Dan heb ik nog een vraag over de hoge dierenartskosten. Medische zorg voor dieren is geen luxe maar een noodzaak. Maar steeds meer mensen kunnen de dierenartsrekening niet meer betalen. Dat leidt tot schrijnende situaties, waarbij dieren niet de zorg krijgen die ze nodig hebben of mensen in de problemen komen omdat ze de rekening niet kunnen betalen. Vlak voor de verkiezingen, op Dierendag, is door bijna de hele Tweede Kamer een akkoord ondertekend waarmee we de regering oproepen om actie te ondernemen tegen de hoge kosten. Het ministerie van LVVN heeft ons gezegd dat we hiervoor bij de staatssecretaris van Financiën moeten zijn. Daarom vraag ik de staatssecretaris of hij bereid is om een kopgroep te vormen van landen in Europa, zoals België, om samen op te trekken om het mogelijk te maken dat de btw op dierenartskosten wordt afgeschaft. Dat kan helaas nog niet nationaal; daar is een Europese richtlijn voor. Maar kunnen we dan ten minste in Europa samen gaan optrekken om dat voor elkaar te krijgen?

Voorzitter. Dan nog een laatste punt, over aangenomen moties van ons. Het is natuurlijk belangrijk dat die ook worden uitgevoerd. Helaas gebeurt dat niet altijd. Denk aan de motie om een grondslag te creëren voor het belasten van overwinsten uit de wapenindustrie en onze motie om geen dividendkorting aan Schiphol te geven, maar dit geld in onze basisvoorzieningen te stoppen. Het niet uitvoeren van deze moties vindt mijn fractie echt zorgwekkend: niet het parlement, maar de luchtvaartlobby lijkt hier de macht te hebben. Ik roep het kabinet dus op deze moties gewoon uit te voeren.

Voorzitter. Dan ben ik aan het eind gekomen van mijn betoog. Ik heb nog een aantal slotopmerkingen. Allereerst heb ik de heer Hoogeveen en de heer Oosterhuis nog niet gefeliciteerd met hun maidenspeeches. Alsnog van harte gefeliciteerd namens de Partij voor de Dieren. Veel succes met uw eervolle taken.

Voorzitter. De fossiele krachten zijn helaas nog steeds enorm. Daarom moeten we nu juist inzetten op een toekomstbestendig belastingstelsel, dat werk beloont, vervuiling ontmoedigt in plaats van beloont en extreme vermogens eerlijk belast. Als we samen kiezen voor een duurzame verandering, zullen de zwakste schouders niet meer de zwaarste lasten dragen en kunnen ook onze kinderen en de generaties na hen genieten van een leefbare wereld.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik wil de Partij voor de Dieren complimenteren voor het harde werk deze week. We krijgen namelijk de hele week al pop-ups met nieuwe amendementen van mevrouw Teunissen in onze mail.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het zijn wel allemaal voorstellen die u al van ons gewend bent.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Zeker, en daar gaat mijn vraag inderdaad over. Tegenover de meeste amendementen heb ik een positieve grondhouding. Alleen, bij één specifiek amendement is het vooral de vraag of het uitvoerbaar is voor de Belastingdienst. Dat gaat over de bekende discussie over het afschaffen van de btw op groenten en fruit, iets wat we eigenlijk allemaal sympathiek vinden en willen. Ik ben benieuwd: is het de Partij voor de Dieren nou gelukt om iets te maken waarvan de Belastingdienst zegt het te kunnen uitvoeren?

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik denk dat de heer Stultiens deze vraag niet voor niks stelt en dat hij daar ook wel enige vraagtekens bij heeft. Ik moet eerlijk zeggen dat wij diezelfde vraagtekens ook nog wel hebben. Ik vind het dus een goede vraag aan het kabinet om daar helderheid over te verschaffen. We hebben eerder in deze discussie — die loopt namelijk al een tijdje — gezien dat het wel degelijk mogelijk is om een goed onderscheid te maken tussen verse groenten en fruit en bewerkte groenten en fruit. Wat betreft die afbakening is het goed uit te voeren. En ja, eerlijk gezegd: onze Belastingdienst loopt al over. Voor ons is dus de vraag wanneer het kan worden ingevoerd, en niet of het kan worden ingevoerd.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. Wij kijken uit naar de uitvoeringstoetsen. We zullen het met een open houding bekijken, want het doel steunen we volledig. We moeten alleen geen dingen implementeren die niet kunnen. Ik ben dus benieuwd naar de quickscans, volgende week.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Teunissen, voor uw inbreng. Dan vraag ik de heer Grinwis achter het spreekgestoelte te gaan staan voor zijn inbreng namens de fractie van de ChristenUnie. U heeft het woord.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank voor het woord. Wat een heerlijke week is het toch. Sinterklaas is weer in het land en voor zover ik aan sommige bijdragen heb gehoord, heeft hij dit huis niet overgeslagen. De gratis belastingen en de belastingen die zouden worden afgeschaft, vlogen ons om de oren. We zijn volgens mij nog altijd in afwachting van het antwoord op de vraag hoe die betaald gaan worden. Ik kon maar aan één iemand denken, en dat was Sinterklaas.

Voorzitter. Allereerst complimenten aan degenen die hier zojuist hun maidenspeech hebben uitgesproken: de heer Oosterhuis, met een dikke streep onder de o zo noodzakelijke hervorming van het veel te ingewikkelde belastingstelsel, met mooie waarden als vrijheid, kansengelijkheid en toekomstgerichtheid, en collega Hoogeveen, die niet houdt van belasting heffen, maar wel houdt van over belastingen praten; dat was duidelijk. Die voorliefde deel ik met hem. Beiden van harte gefeliciteerd. Ik zie uit naar onze samenwerking. Ook complimenten aan de staatssecretaris, die zich inhoudelijk en fair opstelde tijdens het wetgevingsoverleg dat we gisteren met elkaar hadden.

Voorzitter. We zijn aanbeland bij deel drie van de belastingvierdaagse. U valt er dus zomaar gratis middenin, met de neus in de boter. Vanochtend, tijdens de bijzondere Verenigde Vergadering, werden we er met een gouden kleinood, waarvoor heel veel dank, aan herinnerd dat we het vandaag niet hebben over zomaar wat geld, percentages en techniek, maar dat het bijvoorbeeld draait om wat zo mooi in artikel 20 van de Grondwet staat, namelijk: "de bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid". Zo staan er nog een aantal van die prachtige sociale grondrechten in onze Grondwet, waar we het hier uiteindelijk voor doen. Mij dunkt, een aanmoediging voor ons allemaal bij de behandeling van het Belastingplan, waarbij het niet alleen gaat om het ophalen van geld om overheidsuitgaven te kunnen doen, maar ook om bestaanszekerheid, om rechtvaardigheid en om begrijpelijkheid. En ja, ook om uitvoerbaarheid.

Dat is gelijk de brug naar mijn dringende aanmoediging, aan het begin van mijn bijdrage, gericht aan de formerende partijen: D66, het CDA en waarschijnlijk nog een derde partij, hetzij GroenLinks-PvdA, hetzij de VVD —ja inderdaad, een minderheidskabinet lijkt mij helemaal prima. Maak van belastingen en toeslagen geen sluitpost, maar maak van hervorming en vereenvoudiging een prioriteit. We weten allemaal dat hervorming van de inkomstenbelasting en van de toeslagen, vooral van die twee, maar ook van box 3, van de autobelastingen en noem maar op, dringend noodzakelijk is. Laten eenvoud en rechtvaardigheid dan het leidmotief zijn. En dan echte eenvoud: kap bomen om in het woud van de inkomensafhankelijke heffingskortingen en toeslagen en fiscale regelingen, en laat je daarbij niet gevangennemen door koopkrachtfetisjisme. Eenvoud is ook rechtvaardigheid. Bovendien moet je je bij rechtvaardigheid niet blindstaren op de koopkrachtverandering voor elke groep ten opzichte van het toevallige jaar daarvoor. We moeten veel beter dan nu gaan letten op de verhoudingen tussen groepen en huishoudens.

In mijn bijdrage tijdens het wetgevingsoverleg had ik het al over het te grote verschil tussen werkenden en voormalig werkenden die arbeidsongeschikt zijn geraakt als gevolg van de zwaar opgepompte arbeidskorting. Bij normale indexatie over de afgelopen 25 jaar zou de maximale arbeidskorting nu op €1.500 moeten liggen, maar in werkelijkheid is deze meer dan €4.000 hoger: in 2025 maximaal €5.599. Het verschil tussen deze korting wel en niet hebben is natuurlijk gigantisch.

De verhoudingen zijn ook zoek tussen kostwinners en tweeverdieners. Het wordt helemaal bizar als je kostwinnergezinnen vergelijkt met alleenstaande ouders met één kind. Stel dat je alle romantiek en waarden als liefde en trouw buiten haken zet. Ik zou dat niet durven, maar stel dat je dat doet. Je zou dan als belastingadviseur tegen een kostwinnersgezin moeten zeggen: hebt u weleens een scheiding overwogen? De optelsom van de arbeidskorting, de combinatiekorting, de alleenstaandeouderkop in het kindgebonden budget en het gemeentelijk armoedebeleid zijn de facto een premie op scheiden. Ik zal het niemand aanraden, maar ik wil hiermee aangeven dat de verhoudingen in ons belastingstelsel zoek zijn. De verschillen bij nota bene dezelfde bruto-inkomens zijn te groot. Dan heb ik nog niet eens stilgestaan bij alle terugvorderingen bij de toeslagen, de schuldenproblematiek die daarbij meekomt en het niet gebruiken van toeslagen, van wel 10%. Dat is vaak door angst bij burgers voor de toeslagen en een overheid die ze terug komt vragen, of vanwege de complexiteit.

Kortom, het komt er nu op aan: blijven we praten over belastinghervorming of pakken we door? Wat de ChristenUnie betreft pakken we het aan en pakken we door. We weten allemaal dat de kabinetsformatie daarvoor dé window of opportunity is. Spreek je nu niets af en zet je geen geld opzij voor vereenvoudiging in de financiële bijsluiter van het coalitieakkoord, dan kan de Belastingdienst het de komende jaren niet alleen niet leuker maken, maar ook niet makkelijker. Dat zou onze eer te na moeten zijn.

O ja, ik heb nog een tip aan de collega's van D66 en het CDA: u kunt prima inspiratie opdoen bij de belastingplannen van de ChristenUnie, zowel in ons verkiezingsprogramma als in de doorrekening van het CPB. Maar dat is u beiden bekend.

Voorzitter. Over de toenemende fiscale discriminatie door de eerste nota van wijziging heb ik tijdens het eerste wetgevingsoverleg de staf al gebroken. Een amendement is onderweg. Daar wordt nog hard aan gewerkt. Veel dank sowieso aan de ambtenaren van het ministerie van Financiën, die daar hard mee bezig zijn. Mijn fractie is echt heel dankbaar voor de amendementenservice. Ik besef dat door de ingedikte Belastingplanbehandeling, in slechts anderhalve week, de druk erg hoog is voor hen. Ik zal echt niet meer amendementen indienen dan nodig is. Maar ja, "wat nodig is" is een politieke uitspraak. Dat besef ik.

Voorzitter. Dan kom ik bij box 3. Zoals u weet, klopt het hart van de ChristenUnie voor mensen die in de knel zitten en die te maken hebben met armoede. Niet voor niets heeft mijn partij met Carola Schouten als minister voor armoedebestrijding de laatste jaren het terugdringen van armoede tot speerpunt gemaakt. De vruchten daarvan plukken we nog steeds, afgaande op de cijfers, wat niet wil zeggen dat het voor veel gezinnen geen worsteling is om iedere maand weer zonder tekorten de volgende salarisdatum te halen. Dat is zeker het geval met de inflatie van de laatste jaren. Dat laat echter onverlet dat alle onrecht het verdient om aangepakt te worden, ook als dat mensen betreft die wel een gevulde bankrekening, een aandelenportefeuille of verhuurpanden hebben. Overigens is dat lang niet altijd een vorm van rijkdom, maar soms ook een vorm van sparen voor je eigen pensioen als zelfstandig ondernemer.

De verhoging van het forfait met 1,78% en de verlaging van het heffingsvrij vermogen, feitelijk om de uitspraak van de rechter te kunnen betalen, vindt mijn fractie dan ook niet kies. Dat is juist ook omdat deze lastenverhoging leidt tot onwenselijke gevolgen voor de woningmarkt, door de drastische afname van het aantal private huurwoningen door uitponding. Daarom heb ik inmiddels samen met collega Stoffer een amendement ingediend om de voorgestelde incidentele belastingverhoging voor 2026 en 2027 terug te draaien. Dat doen we logischerwijs dan ook met een incidentele dekking.

Wij zijn uitgekomen bij de aftrek voor geen of geringe eigenwoningschulden, ook wel bekend als de wet-Hillen. Die wordt momenteel al afgebouwd, zoals collega Vermeer ook al benadrukte. Die wordt al afgebouwd met 3,33% per jaar. Zonder ingrijpen zal die per 2048 dus helemaal van het toneel zijn verdwenen. Als we die afbouw iets versnellen, met 1,47%, naar 4,85% per jaar, dan is de regeling afgebouwd in 2041. Dat is dus zeven jaar eerder. Dat levert over die looptijd ruim genoeg op om de verhoging van het forfait en de verlaging van het heffingsvrij vermogen in box 3 terug te draaien. Uitgaande van een huis met een WOZ-waarde van vijf ton — ik zeg niet zomaar "vijf ton", maar dat is op dit moment de gemiddelde huizenprijs — waarvan de hypotheek helemaal is afgelost, kost dat een belastingplichtige over heel 2026 ongeveer een tientje extra. Dat zijn dus de proporties. Natuurlijk is dat in het jaar daarna weer een tientje extra, dus dan heb je het over €20 meer ten opzichte van nu voor wat ze kwijt zijn aan het eigenwoningforfait. Dan heb ik het over een werkende en niet over een gepensioneerde, want voor hen ligt het nadeel wat lager.

Voorzitter. Dat was het even over box 3. Ik reken, gelet op de dekking van de benzineaccijnzen, op een zeer welwillende houding en een zeer welwillend oordeel van het kabinet.

De voorzitter:
U heeft een interruptie van de heer Stultiens.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Mijn complimenten aan de heer Grinwis voor al het harde werk en de creatieve dekkingsopties. Ik ga er oprecht met een open houding naar kijken, maar ik ben wel benieuwd naar een beetje zelfreflectie bij de ChristenUnie. Eerder werd het verwijt "Klarna-kabinet" gemaakt, dat is een term van de heer Grinwis. Nu wordt er geld uit de jaren veertig gehaald als dekking voor de komende twee jaar. Is de heer Grinwis het met ons eens dat het dan ook een Klarna-amendement is?

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik heb weleens begrepen dat Klarna verslavend is.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dit beschouw ik als een "ja".

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zal er even serieus op ingaan.

De voorzitter:
Wat een ontboezeming.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het is wat. Maar ik heb er serieus naar gekeken. Het is een incidenteel probleem, dat is gedekt door een belastingverhoging in 2026 en 2027. Het is overigens onduidelijk of het nadeel, namelijk het gebruik van de tegenbewijsregeling, ook precies in die jaren tot extra uitgaven zou hebben geleid, tot inkomstenderving. Maar oké, we hebben te maken met dit voorstel van het kabinet. Ik heb gekeken naar wat hiervoor een verantwoorde dekking is. Dan kijk je enerzijds naar een dekking in het vermogensdomein of daaraan gelieerde percelen, zonder uit te komen bij box 1 — want dat is ook een discussie geweest — maar anderzijds ook zonder uit te komen bij een structurele dekking. Ik heb verschillende mogelijkheden overwogen en uiteindelijk kwam ik uit bij de wet-Hillen. Dat is niet omdat iedereen dat leuk vindt, want ik krijg natuurlijk ook mails van mensen die zeggen: dat is helemaal niet fijn. Soms zit daar een misverstand onder, want de wet-Hillen wordt al afgebouwd. Uiteindelijk heb ik hiervoor gekozen, omdat ik het een verantwoorde dekking vind voor dit probleem. Ik heb zelfs de afbouw zodanig versneld dat die meer ophaalt dan de 2,5 miljard. In die zin zit er iets van inflatiecorrectie in, omdat het wat later binnenkomt dan in 2026 en 2027.

Maar inderdaad, er zit een mismatch tussen de jaren waarin we de verhoging in box 3 weghalen en de jaren waarin de extra inkomsten voor de Staat binnenkomen, dus dat herken ik volledig. In die zin bezondig ik mij aan dezelfde dekkingsfout als het kabinet en is Klarna dus verslavend. Dat neemt niet weg dat ik ook amendementen indien waarmee ik sommige kasschuiven naar voren weer naar achteren duw, bijvoorbeeld mijn amendement om de CBAM-inkomsten niet naar voren te halen en niet in te zetten voor benzineaccijns, maar voor het ov. Daarbij respecteer ik het jaar waarin ze daadwerkelijk binnenkomen, namelijk in het jaar 2026 en 2027, terwijl het kabinet deze opbrengsten helemaal inzet voor 2026.

Dus als ik de totale optelsom maak van de meerdere amendementen die ik heb ingediend, dan is mijn gedrag zeker niet slechter dan dat van het kabinet. Ik geef toe dat dat normaal gesproken geen goed argument is, maar inhoudelijk is het wel een fantastische dekking.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Grinwis. U continueert, denk ik.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. Ik dacht: de staatssecretaris is eerlijk geweest, dus dan zal ik het ook zijn.

De voorzitter:
Dat siert u.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dank u. Dan kom ik op het mooie domein van de heilige koe: de autofiscaliteit. Dat het beleid van dit kabinet niet altijd even doordacht en samenhangend is, wordt geïllustreerd door de autobelastingen en de omgang met het openbaar vervoer. Ik heb het al gehad over de benzineaccijns, dat zal ik niet nog een keer in de verf zetten. Het volgende is echter wel het geval. Er ligt veel focus op de benzineaccijns en de korting wordt helemaal doorgezet, wat een derde betekent van 1,7 miljard in 2026. Dat gebeurt terwijl de bezuiniging of de bijstelling of de herijking op het studentenreisproduct in het ov van 225 miljoen per jaar wel helemaal wordt doorgezet. Dat betekent dat er een kaalslag plaatsvindt in de exploitatie van het openbaar vervoer in onze dierbare regio's. Dat gaat bijvoorbeeld om 10% in de provincie Drenthe en 12,5% in de provincie Friesland. Dat zijn echt enorme klappen voor het openbaar vervoer. Vandaar mijn amendement om niet alleen automobilisten korting te geven op de accijns, maar de komende jaren ook bezuinigingen op het openbaar vervoer terug te draaien en dat te betalen uit de opbrengsten uit de Europese grensheffing CBAM. Dat is dus een grensheffing waarmee onbelaste CO2-uitstoot buiten de Europese Unie wordt gecorrigeerd. Het lijkt mij ook beter bij de beleidsdoelstellingen van CBAM passen om die inkomsten hier aan het openbaar vervoer te besteden in plaats van aan benzine, diesel of lpg.

Dan is er de pseudo-eindheffing en de bijtelling. Het is natuurlijk verstandig om bedrijven te stimuleren hun autovloot te vergroenen, maar de pseudo-eindheffing waarvan de gedragseffecten mijns inziens schromelijk worden onderschat, is wel erg kort door de bocht. Je zou deze maatregel op z'n minst gepaard moeten laten gaan met een concurrerend bijtellingstarief voor elektrische auto's, voor EV's. Wat het kabinet nu doet, is én EV's onaantrekkelijk maken voor de werknemer, én de werkgever beboeten als de werknemer de nota bene door het kabinet gecreëerde fiscale prikkel volgt.

Men spreekt weleens over "de wortel en de stok", maar hier worden de zakelijke leaserijder én zijn baas met twee stokken gemept, en wel in tegengestelde richting. Dat is simpelweg niet logisch en heeft kwalijke gevolgen. Daarom ben ik een amendement aan het uitwerken waarin de bijtelling voor EV's, elektrische auto's, de komende jaren laag blijft — 18% in 2026, 20% in 2027 en 22% in 2028 — en dat kan precies gedekt worden door de youngtimerregeling in de komende jaren geleidelijk aan te scherpen van 15 naar 25 jaar. Ik weet dat ook daar hard aan wordt gewerkt en ik hoop het amendement morgen in te kunnen dienen.

Voorzitter. Al het gepruts aan de autogerelateerde belastingen onderstreept de noodzaak van snelle besluitvorming over toekomstige stabiele autobelastingen. Een steeds grotere vloot aan elektrisch aangedreven auto's, een op CO2-uitstoot gebaseerde bpm, die bovendien fraudegevoelig is, en wispelturig beleid waar geen automobilist en ook geen autodealer op kan bouwen, vragen om keuzes. Er ligt een brief van de voorganger van deze staatssecretaris met voorstellen om de motorrijtuigenbelasting te baseren op het oppervlak, of beter gezegd de spoorbreedte, en de bpm te vervangen door een tenaamstellingsbelasting, een soort overdrachtsbelasting bij auto's. Hoe staat de staatssecretaris tegenover die brief en de voorstellen van zijn voorganger? Worden de voorbereidingen om die veranderingen door te voeren gewoon doorgezet, zodat deze wijzigingen ook daadwerkelijk op tijd doorgevoerd kunnen worden? De situatie wordt namelijk nijpender en nijpender als het gaat om autobelastingen.

Voorzitter. Dan kom ik bij de vliegbelasting, van de heilige koe naar het vliegen. Differentiatie van de vliegbelasting acht de ChristenUnie in principe een goed plan van PVV, VVD, NSC en BBB. Maar wij hebben er dus wel een innovatief amendement over ingediend om vliegen op Suriname met fiscaal respect te blijven behandelen.

Dan kom ik bij de afvalstoffenbelasting, de technische maar ondertussen o zo politieke verhoging van de afvalstoffenbelasting. Daar hebben we al uitgebreid over gesproken in het wetgevingsoverleg. Ik kijk uit naar de invulling door de staatssecretaris van de aan mij gedane toezegging en hoop dat de brief die wij voor dinsdag krijgen, niet enkel procedurele teksten bevat, maar ook inhoud. Ik schat in dat de staatssecretaris aanstaande dinsdag in de tweede termijn een motie van mij tegemoet kan zien, want zolang deze beslissing als een zwaard van Damocles boven de afvalverwerkers hangt, moeten daar op z'n minst SDE++-middelen voor de afvalverbrandingsinstallaties tegenover worden gezet, om de gewenste emissiereductie waar te maken en om niet te maken te krijgen met heel veel export van afval, waar het kabinet op dit moment niet mee rekent.

De voorzitter:
Meneer Grinwis, u heeft een interruptie van de heer Vlottes.

De heer Vlottes (PVV):
Meer een punt van orde. Ik meen gehoord te hebben dat de heer Grinwis zei dat de differentiatie van de vliegbelasting ook een voorstel was van de PVV, maar wij zijn niet betrokken geweest bij het opstellen van het Belastingplan 2026. Wat het kabinet dus naar de Kamer heeft gestuurd, is niet namens ons.

De voorzitter:
Waarvan akte.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nee, voorzitter, niet "waarvan akte", want dit stond gewoon in het hoofdlijnenakkoord. Het was dus een compromis. Waarschijnlijk was de PVV-fractie daar niet blij mee, maar ze heeft er wel haar handtekening onder gezet. Het gaat dus om het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB, van nog niet eens zo heel lang geleden. Dat was in — wanneer was dat eigenlijk? — 2024 en is nu in het Belastingplan 2026 geland. Maar ik constateer dat meer partijen die betrokken waren bij die afspraak, inmiddels oppositie voeren tegen die afspraak. Dat is op zich geen nieuws, maar het is wel degelijk een afspraak geweest van verschillende fracties, waar ook de PVV-fractie bij betrokken was.

De voorzitter:
Dan was het toch geen punt van orde.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Maar wel een interruptie en dat is altijd leuk.

De voorzitter:
Precies. En u heeft ook geantwoord.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja, ja, ja. Dan kom ik nog heel kort bij wonen. Corporaties komen tekort. Dat bleek vandaag opnieuw uit de jaarrapportage van de woningcorporaties. Op de huidige verhuur van huizen alleen al leggen ze €48 per huis per jaar erop toe. Dan hebben we het nog niet eens over het geld dat nodig is om huizen te bouwen. Hoe zit het nou met de uitvoering van mijn aangenomen taakoverdrachtsmotie? Volgens mij heb ik op deze vraag geen antwoord gekregen in het wetgevingsoverleg.

Over de verbruiksbelasting niet-alcoholhoudende dranken is al gesproken. Wat mij betreft zijn de varianten 4a, 4b en 5 over. Er is wel degelijk haast bij, want consumenten van groente- en vruchtensappen worden nu onterecht uitgeperst met een te hoge verbruiksbelasting. Dit is mijn standpunt, met of zonder donatie.

Ten slotte landbouw. Voorzitter, een punt dat ik ben vergeten in te brengen tijdens het wetgevingsoverleg en dat u zal aanspreken, is de samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers. Die samenwerking juichen wij als ChristenUniefractie — ik weet dat dat ook voor de voorzitter geldt — zeer toe. Melkveehouders die mest afvoeren naar akkerbouwers zodat er planten kunnen groeien en akkerbouwers die grond ter beschikking stellen om voer voor de koeien te verbouwen: kringlooplandbouw in optima forma. Maar om tot een echt geïntegreerd bouwplan te komen staan wetten in de weg en fiscale bezwaren. Ter illustratie: voor vruchtwisseling in een geïntegreerd bouwplan van twee boerenbedrijven is het uitruilen van grond nodig tussen de melkveehouder en de akkerbouwer in kwestie, maar uitgeruilde grond valt buiten de BOR. Kan de staatssecretaris dit oplossen door de schenk- en erffaciliteit altijd te laten gelden bij uitruil van grond tussen melkveehouders en akkerbouwers?

Een vergelijkbaar probleem is er bij de toepassing van de landbouwvrijstelling. Voor grond die feitelijk niet wordt gebruikt door de eigenaar, geldt dat voor de boekwinst die door de grondwaardestijging ontstaat in de tijd dat hij die grond bij zijn buurman in beheer heeft, geen beroep kan worden gedaan op de landbouwvrijstelling. Dat belemmert de samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers en is een sta-in-de-weg naar een duurzamere landbouw. Onderkent de staatssecretaris dit probleem en welke oplossing ziet hij hiervoor? Kan de regelgeving niet zo worden gewijzigd dat pachtgrond en vruchtwisseling over percelen van meerdere eigenaren kunnen worden benut zonder dat de landbouwvrijstelling voor eigenaren verloren gaat?

Met deze twee technische, maar voor de toekomst van een verantwoorde en volhoudbare landbouw wel degelijk belangrijke punten zet ik een punt achter mijn bijdrage in de eerste termijn.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u, meneer Grinwis. Het is altijd een cadeautje als het weer even — ik mag het eigenlijk niet meer zeggen — over landbouwpolitiek gaat. Tot slot van de zijde van de Kamer is het woord en de eer aan de heer Jimmy Dijk van de Socialistische Partij. Wie het laatst lacht … Gaat uw gang.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Voorzitter, als u wat langer in functie bent, heeft u op een gegeven moment door dat als ik aan het woord kom, de spreektafel heel ver naar beneden moet.

De voorzitter:
Ik zal u daar voortaan bij helpen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dat is goed, maar dan weet u alvast dat dat vanaf nu het geval is.

Felicitaties aan de heer Oosterhuis van D66, die een gloedvol betoog hield over het minder belasten van arbeid en het zwaarder belasten van kapitaal. Dat klinkt mij natuurlijk als muziek in de oren. We gaan zien hoeveel daden bij die woorden gevoegd worden de komende tijd. Wij zullen u daarin stimuleren. Natuurlijk ook felicitaties aan de heer Hoogeveen, die een iets andere bijdrage hield. Die ging toch vooral over de markt versus de Staat. Ik had het idee dat de Staat het er niet zo goed af bracht in uw betoog. Maar laat ik u daarbij steunen. Ik ga altijd prat op de uitspraak van Domela Nieuwenhuis — dat is ook al lang geleden — die een groot denker, een groot socialist ook, was en zei: voor een arbeider maakt het niet uit of hij wordt uitgebuit door het kapitaal of door de Staat. Ik ben meer van mensen die het voor het zeggen hebben. Dat wil ik ook graag gebruiken als rode draad voor mijn bijdrage.

Het gaat de SP namelijk om de democratie, om zeggenschap van gewone mensen over onze economie. Eén middel daarvan is het heffen van belastingen. Het is een van de weinige middelen die onze democratie heeft om in te grijpen op de economie en tot een eerlijkere verdeling te komen van onze welvaart, die wordt voortgebracht door werk. Laten we proberen daarover overeenstemming te bereiken als we de discussie aangaan over belastingen: werk voegt waarde toe aan producten. Dit Belastingplan maakt ook heldere keuzes, keuzes waarbij inkomen uit werk wederom meer wordt belast dan inkomen uit vermogen en winst. Dat zien we al een tijdje. Als we kijken naar de verdeling van de belastinginkomsten, dan is dat glashelder: 50% komt voort uit arbeid, dus van mensen die iedere dag hun best doen op hun werk, en slechts 20% komt uit kapitaal, oftewel geld dat geld maakt. Dat is niet alleen scheef, maar dat wordt ieder jaar schever. In 25 jaar tijd is de winstbelasting met 10 procentpunt verlaagd: miljarden minder belasting voor mensen en bedrijven die het al erg goed hebben en die grote winsten maken. En dat gaat zo maar door. In totaal krijgen de meest vermogenden voor 3,3 miljard euro aan belastingvoordelen en het stond in geen een verkiezingsprogramma. Het schrappen van plannen tegen belastingtrucs voor de rijken: stond nergens. Verlagen van het box 2-tarief: stond in geen verkiezingsprogramma. Geen belasting op de inkoop van eigen aandelen: stond niet in de verkiezingsprogramma's. Renteaftrekbeperking niet aanscherpen: stond niet in de verkiezingsprogramma's. Extra voordelen voor de hypotheekrenteaftrek voor de hoogste inkomens: stond niet in de verkiezingsprogramma's.

Ik begon net mijn betoog over democratie en zeggenschap over onze economie. Het stond in geen van de verkiezingsprogramma's. Wat wel altijd in verkiezingsprogramma's staat, is dat de belastingen op inkomens naar beneden moeten, de belasting op arbeid, dat hardwerkende mensen meer moeten overhouden. De cadeaus waar ik het net over had, kosten ons tientallen miljarden euro's en dat geld komt niet zomaar ergens vandaan. Dat komt precies bij de mensen vandaan die hard werken, de werkende klasse. We zien het nu weer: afvalstoffenheffing, een belasting op vakanties, de btw op boodschappen. Je ziet het steeds terugkomen.

Laat ik tussendoor even een voorbeeld noemen van hoe gaat voor mensen met grote vermogens die daar flinke rendementen uit halen. Stel je voor dat iemand 5 miljoen euro in aandelen heeft. Het langdurige gemiddelde rendement is zo'n 7%. Dat betekent €350.000 per jaar erbij, €29.000 per maand erbij. Per maand, niet-werkend vermogen. Schoonmakers, caissières, kappers, magazijnmedewerkers, callcenterwerkers, thuiszorgwerkers: zij verdienen dit niet eens in een jaar. €6.700 per week erbij, op een vermogen van 5 miljoen. Per week erbij. Ik weet niet wat uw uitgaven zijn, maar ik zou het niet op kunnen maken in een week. Misschien één keer, als je een auto koopt. Dit is geld, €6.700 per week erbij, dat niet wordt verdiend door te werken, maar door te zien hoe andere mensen aan het werk zijn. Bij hen doet een verhoging van de afvalstoffenheffing geen pijn. Bij hen doen hogere parkeertarieven geen pijn. Bij hen doet een btw-tarief van 9% op boodschappen geen pijn. Bij hen doet een verhoogd btw-tarief op een vakantie geen pijn. Sterker nog, grote kans dat ze een huis in het buitenland hebben.

Voorzitter. We leven dus wel in een land waar aan de andere kant jarenlang bezuinigd wordt op onze zorg en op ons onderwijs en tegelijkertijd de belastingen voor werkende mensen blijven stijgen. Deze keer weer. De overheid snijdt de komende jaren voor 5 miljard euro in de zorg en daarbovenop betalen de werkende mensen nog eens 555 miljoen extra aan inkomstenbelastingen. De conclusie is pijnlijk duidelijk: de werkende klasse wordt elk jaar verder uitgeknepen. Nooit eens een belastingverlaging voor werkenden, maar wel elk jaar die cadeautjes aan de miljonairs en ik heb ze in geen verkiezingsprogramma teruggezien. Wat heeft dat met democratie te maken?

Ik zag net heel eventjes een interruptiedebatje dat ging over beïnvloeding via donateurs. Heel goed dat die vragen hier gesteld worden, heel goed. Blijf ze gewoon altijd stellen. Ik vond overigens het antwoord van de SGP niet per se verkeerd. Dat moet ik erbij zeggen. Maar die vragen moeten gesteld worden: welke belangen worden er gediend? Het is cruciaal in een democratie dat dat gedaan wordt. Ik mag hopen dat u mij die vragen altijd stelt als u bedenkingen heeft. Maar ja, wij laten ons vooral betalen doordat wij leden hebben en doordat wij een mooie afdrachtregeling hebben waar wij trots op zijn.

Voorzitter. De inkomstenbelasting wordt in kleine stukjes verhoogd: hogere tarieven in de eerste en de tweede schijf, een trucje met de tabelcorrectiefactor. Samen 555 miljoen euro aan belastingverhogingen. Waarom? Wie zegt dat dit verstandig is? Hoe verklaart de staatssecretaris dat zijn eigen ministerie waarschuwt dat arbeid al te zwaar wordt belast, zéker in verhouding tot kapitaal? Graag een reactie.

Wij horen altijd, met name vanuit de rechterflank van deze Kamer, dat een lagere winstbelasting goed zou zijn voor investeringen. Maar de cijfers laten het tegenovergestelde zien: 24 jaar aan verlagingen van de winstbelasting zorgt ervoor dat er 47 keer meer aan uitkeringen naar aandeelhouders ging ten opzichte van investeringen in die eigen bedrijven. Bedrijven worden leeggehaald om aandeelhouders te belonen, terwijl 85% van die aandeelhouders in het buitenland woont. Zullen we daar eens een keer de grenzen voor gaan sluiten, voor dat vluchtende kapitaal? Zullen we een heel streng beleid voeren op die vorm van vluchtelingen? Dat geld wordt namelijk hier door werkende mensen verdiend, hier, en het stroomt gewoon weg.

Ondertussen hebben onze samenleving en onze economie behoefte aan een overheid die investeert. Ik hoor het u ook allemaal zeggen. Ik hoor u ook altijd al die mooie woorden zeggen dat er betaalbare energie moet zijn met een goed netwerk. Dat vraagt om investeringen. Ik hoor u ook altijd zeggen dat er genoeg woningen moeten zijn voor werknemers. Dat vraagt om investeringen. Ik hoor u ook altijd zeggen dat er genoeg infrastructuur moet zijn, dus goede wegen en goed openbaar vervoer. Dat vraagt om investeringen. Ik hoor u ook altijd zeggen dat er goed onderwijs moet zijn. Dat vraagt om investeringen. Dat kan alleen met een sterke overheid. Nee, dat kan niet met een overheid met ontzettend veel regels en dat kan niet met een overheid die veel te veel belast, absoluut niet. Maar het kan wel met een overheid met gezonde en eerlijke belastingen. Dat krijg je alleen met een eerlijke belastingbalans tussen werk, winst en vermogen. Met eerlijke belastingen kunnen we onze economie namelijk wél versterken, het weglekken van miljarden stoppen en de inkomstenbelasting voor werkende mensen flink verlagen, zodat werken eindelijk loont.

De heer Baudet (FVD):
Ik heb toch even een vraag over het begrip "eerlijk". Want wat kan er eerlijk zijn aan herverdeling? Als de een beter is en meer verdient dan de ander, dan is het toch eerlijk dat diegene dat zelf mag houden? Privé-eigendom is eerlijk. Belastingen zijn fundamenteel oneerlijk. Belastingen dienen misschien een bepaald nut, maar het principe dat iets van jou mag worden afgepakt, is toch gewoon oneerlijk? Je kunt zeggen "oké, je hebt het nodig" of "uiteindelijk heb je het nodig om bepaalde dingetjes te doen, zoals de dijken of zo". Maar het is toch fundamenteel ...

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dat is het grootste collectieve goed van Nederland ...

De heer Baudet (FVD):
Maar wat is nou ... Hoe kan je nou ...

De heer Jimmy Dijk (SP):
... en ook non-exclusief.

De heer Baudet (FVD):
Maar hoe kan herverdelen nou ooit eerlijk zijn? Hoe kan afpakken ooit eerlijk zijn?

De heer Jimmy Dijk (SP):
De heer Baudet kijkt heel eenzijdig naar afpakken. Ik vind namelijk dat werkende mensen geld wordt afgepakt. Ik vind dat werkende mensen geld wordt ontnomen. Zij voegen de waarde toe aan een product, en niemand anders. Het werk dat je doet met je hoofd, je hart en je handen zorgt voor een toegevoegde waarde. Je hebt mensen die op een zak geld zitten en tegen anderen zeggen: jullie gaan aan het werk om mijn vermogen, mijn geld, te vermeerderen. Dat vind ik geen werken. Dat heeft geen toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde zit in werk en niet in het luie vermogen van een ander die zegt: jij gaat voor mij aan het werk, terwijl ik ondertussen in het buitenland zit en wacht op hoe jij mijn vermogen aan het vermeerderen bent. Dat is geen werken. Dat vind ik niet eerlijk.

De heer Baudet (FVD):
Dat is eigenlijk wel interessant.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ja, hè!

De heer Baudet (FVD):
Ja, want dit is natuurlijk een socialistische filosofie op de economie en op geld. Maar volgens mij is dit aantoonbaar onjuist. Volgens mij is het aantoonbaar dat dit niet is hoe de menselijke samenleving functioneert. Want er zijn maar heel weinig mensen die een bedrijf kunnen leiden. Er zijn maar heel weinig mensen ... Als je geld hebt, dan heb je dat niet als Oom Dagobert uit de Donald Duck ergens in een pakhuis zitten. Nee, je gaat iets met dat geld doen. Dat geld wordt geïnvesteerd. Heel veel kapitaal verdwijnt ook weer. Een bekend grapje bij de Rotary en zo gaat als volgt. Hoe kom je aan een klein vermogen? Nou, dat is heel makkelijk. Je begint met een groot vermogen. Dat ga je beleggen. Dan houd je een klein vermogen over. Heel veel mensen verliezen ook weer hun kapitaal. Het is niet zo dat dat altijd maar blijft of vanzelfsprekend is. Omgekeerd werken de meeste mensen wel hard bij hun bedrijf of zo, maar hebben niet het vermogen om zo'n bedrijf te leiden. Dat is een heel zeldzame kwaliteit. Eerlijk gezegd is het dus ook wel heel erg belangrijk dat er mensen zijn die kunnen leiden en geld hebben.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik heb dat ook nooit ontkend. Ik denk dat de beste vorm en de beste ontwikkeling van de mensheid voortkomen uit samenwerking. Dat is fantastisch. Ik vind het erg goed. Ik zou er ook groot voorstander van zijn als we bijvoorbeeld in onze bedrijven, in onze productieprocessen, zouden aanwijzen wie er tijdelijk — laten we zeggen ongeveer vier jaar lang — onze bedrijven leidt en dat we dan ongeveer één keer in de vier jaar een verkiezing hebben over de vragen hoe dat dan ongeveer zou moeten, waar de prioriteiten liggen, of we meer vrije tijd nodig hebben en of we meer beloning willen krijgen. Dat zou ik een goede vorm vinden van het inrichten van een economie. Het is een beetje zoals we dat hier ook doen. Het is best wel gek dat we dat niet doen in de economie. Dat is best wel raar. Het zou een mooie manier zijn om mensen mede-eigenaar te maken en medezeggenschap te geven over die bedrijven. Wat mij betreft mogen er dan investeerders zijn die zeggen: ik investeer in dit bedrijf in de hoop dat dat mijn waarde vermeerdert. Maar ja, de werkende mensen besluiten dan wel hoeveel er wordt uitgekeerd. Nu is het zo dat zij daar niets over te zeggen hebben. Dat heet aandeelhouderskapitalisme en dat vind ik geen goede vorm van het inrichten van onze samenleving, temeer omdat dat niet voldoet aan wat wij als eerlijk beschouwen, namelijk dat degene die waarde toevoegt aan werk, daar genoeg voor terugkrijgt. Nu wordt hem dat ontnomen door luie aandeelhouders die niet werken.

De heer Baudet (FVD):
Ik zou bijna willen zeggen: kom eens bij een van de bedrijven die ik leid. Kom eens langs en dan gaan we het daarover hebben. Ik denk echt dat de economie absoluut niet zo functioneert. Alleen mensen die zelf nooit een bedrijf hebben geleid, die nooit iets hebben opgezet en die nooit met hun eigen vermogen zijn gaan investeren in iets, zouden dit kunnen geloven. Laten we dus een keer samen op werkbezoek gaan. Ik weet wel een paar bedrijven waar we samen naartoe kunnen gaan.

De voorzitter:
Gaat u daarop in?

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik weet ook wel een paar bedrijven. Laat ik een voorbeeld noemen van een plek waar dit in een bepaalde mate wel werkt en waar deze Kamer altijd de mond vol van heeft: het midden- en kleinbedrijf. Waarom werkt het daar? Omdat het midden- en kleinbedrijf zo afhankelijk is van een individuele werknemer, die ziek wordt of uitvalt, dat daar bijna als vanzelf een soort democratisch proces plaatsvindt. Het midden- en kleinbedrijf is veel minder anoniem en veel minder vervreemd dan grote bedrijven met aandeelhouders die van bovenaf bepalen welke lijn een directie moet voeren. Door nauw samen te werken, worden juist in kleine bedrijven mooie dingen ontwikkeld. Daar vinden innovaties en vernieuwingen plaats. Daar wordt ook meestal veel meer betrokkenheid van een werknemer bij een bedrijf gecreëerd, juist omdat die schaal zo menselijk is. Zo werkt de democratie eigenlijk ook. Het zou heel mooi zijn als we grote bedrijven veel meer op die manier inrichten. Laat ik daar één voorbeeld van noemen om één stap te zetten: we kunnen bedrijfsverplaatsingen omdat er elders meer winst te behalen is, voorkomen. In plaats daarvan zit er hier een mooi bedrijf dat onderdeel uitmaakt van een gemeenschap. Daar wordt ook winst gemaakt, maar die wordt wel geherinvesteerd in het bedrijf, in plaats van dat anonieme aandeelhouders hun zakken vullen en ook nog belastingvoordelen krijgen van een politiek die hun kant kiest, in plaats van die van de menselijke schaal en een economie die werkt voor mensen in plaats van aandeelhouders.

De voorzitter:
Tot slot, meneer Baudet.

De heer Baudet (FVD):
Heel kort. Dan denk ik dat er toch een raakvlak is, want daar ben ik het mee eens, met de kritiek op de grote bedrijven dat ...

De heer Jimmy Dijk (SP):
Dat denk ik ook.

De heer Baudet (FVD):
Roofinvesteerders, roofkapitalisme: dat bestaat en dat komt met name door het vrij verkeer van kapitaal, wat ik inderdaad ook een probleem vind. Ik heb het over het mkb. Daar moet een grote vrijheid zijn, ook om rijk te kunnen worden. Dat is namelijk een prikkel voor mensen om dingen te bereiken, hard te werken en dat soort zaken meer. Maar er bestaan inderdaad hele grote bedrijven waarvoor winst maken helemaal geen doel op zich meer is, maar die zo'n kapitaal hebben dat ze andere bedrijven uit de markt kunnen drukken, een monopoliepositie kunnen verwerven en daarna de prijzen systematisch kunnen gaan opdrijven. Dat is inderdaad een reële bedreiging voor een goed functionerende economie.

Het is dus misschien toch mooi, deze uitweiding. Er zijn wel degelijk dingen te vinden waarover we het eens zijn met elkaar.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik zou het heel gek vinden als mensen het nooit met elkaar eens zouden kunnen worden over wat dan ook. Misschien verschillen de heer Baudet en ik heel wezenlijk van mening over een heleboel dingen, bijvoorbeeld over wat rijk zijn is. Ik denk dat wij daarover een groot verschil van mening hebben. Ik hoor u namelijk zeggen dat dit een doel op zich is van mensen. Ik denk van niet. Gezondheid. Ook toegevoegde waarde in de zin van waardering en samenwerking: daar zit de kracht van de mens. De waardigheid van mensen kan beter worden gediend als we daar onze economie en onze samenleving op inrichten in plaats van op alleen maar "hoe kan ik snel rijk worden?"

Voorzitter. Over iets anders dan rijkdom en werk, maar wel over belastingen, over iets waar het te weinig over gaat en te weinig over gegaan is: het recht op vrije tijd en het belang van vrije tijd. Want terwijl de winstbelasting heilig is voor dit kabinet, wordt de belasting op consumptie in de vorm van op vakantie gaan, flink verhoogd. Als je maandenlang hard hebt gewerkt en eindelijk eens een keer een weekend weg wilt of weg kunt, betaal je straks niet 9% maar 21% btw. Waar komt dit opeens vandaan? Ook dat stond in geen van de verkiezingsprogramma's. Het is toch frappant dat in een democratie voorafgaand aan de verkiezingen grote beloftes worden gedaan en er niet wordt gezegd "we gaan uw vakantie, uw vrije tijd extra belasten", maar op het moment dat men hier op de zetel zit die vakanties wel degelijk meer belast worden, tot 1,1 miljard euro. Dat is nog buiten het gegeven dat die 1,1 miljard euro op drijfzand rust. Want u weet ook allemaal dat mensen dan een vakantie kiezen net iets over de grens, waar die btw een stuk lager is. Het gevolg is wel dat een simpel uitje — dat heb ik hier zo opgeschreven, maar voor heel veel mensen is het een heel belangrijk uitje — voor gewone mensen steeds duurder wordt of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. Daarvoor zullen wij met een voorstel komen.

Dit kabinet zegt: vermogen mag meer lonen en werkende mensen betalen daarvoor de prijs. Dat raakt mensen in hun werk, in hun wijk, in hun woning en, zoals ik net ook al zei, in hun vrije tijd. Mensen die geen woning kunnen vinden, niet rond kunnen komen — dat is ondertussen een derde van de bevolking, ook de werkende — of het gevoel hebben dat zij en hun kinderen er niet op vooruitgaan, terwijl wij met z'n allen wel veel langer en veel meer zijn gaan werken. Mensen moeten meer terugkrijgen van wat hun ontnomen is. Mensen moeten meer krijgen voor het werk dat zij doen. Dit Belastingplan voldoet daar op geen enkele manier aan.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Dat leidt nog wel tot een interruptie van mevrouw Inge van Dijk. Gaat uw gang.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik had van collega Dijk toch wel iets verwacht over het fiscaal inzagerecht, over hoe hij kijkt naar het voorstel zoals dat er nu ligt. Hoe vindt hij dat we hiermee verder zouden moeten gaan?

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik heb u daar vragen over horen stellen. Daar ben ik het roerend mee eens. Mag ik het daarbij houden, zo kort?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dat vind ik fijn. Ik hoop dan dus dat hij onze voorstellen hiervoor gaat steunen.

De heer Jimmy Dijk (SP):
Ik heb u net goed beluisterd. Ik heb het niet in mijn eigen bijdrage genoemd, maar ik was het roerend met u eens.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Daarmee zijn we voor nu aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:
Dinsdag wordt de behandeling voortgezet, met de beantwoording van het kabinet in de eerste termijn. Daar zal ook de minister van Klimaat en Groene Groei bij aanwezig zijn. Ik wil de staatssecretaris danken voor zijn aanwezigheid en de leden voor hun medewerking. Ik dank ook het Kamerpersoneel. Daarmee sluit ik de vergadering van 20 november.

Sluiting

Sluiting 17.15 uur.