Plenair verslag Tweede Kamer, 14e vergadering
Dinsdag 18 november 2025

  • Begin
    13:00 uur
  • Sluiting
    0:00 uur
  • Status
    Ongecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Paulusma

Aanwezig zijn leden der Kamer, te weten:

De voorzitter:
Ik open de vergadering van 18 november.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Aan de orde is een zeer korte regeling van werkzaamheden.

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie de leden Paternotte, Belhirch, Van der Werf, Podt en Bamenga tot lid en de leden Klos, Vijlbrief, Rooderkerk, Sneller en Van Asten tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Sneller, Bamenga, Huizenga, Van Asten en Köse tot lid en de leden Belhirch, Podt, Synhaeve, Heera Dijk en El Boujdaini tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Van der Werf, Belhirch, Bamenga, Podt en Paternotte tot lid en de leden Klos, Oosterhuis, Rooderkerk, Sneller en Van Asten tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de leden Bamenga, Belhirch, Van der Werf, Podt en Paternotte tot lid en de leden Klos, Oosterhuis, Rooderkerk, Sneller en Van Asten tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie de leden Belhirch, Bamenga, Van der Werf, Podt en Paternotte tot lid en de leden Klos, Oosterhuis, Rooderkerk, Sneller en Van Asten tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken de leden El Boujdaini, Schoonis, Oualhadj, Van der Werf en Biekman tot lid en de leden Huizenga, Vellinga, Köse, Huidekooper en Vervuurt tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Klos, Belhirch, Van der Werf, Schoonis en Paternotte tot lid en de leden Bamenga, Oosterhuis, Rooderkerk, Sneller en Van Asten tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Oualhadj, Schoonis, El Boujdaini, Van der Werf en Biekman tot lid en de leden Huizenga, Vellinga, Köse, Huidekooper en Vervuurt tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën de leden Van Berkel, Vijlbrief, Sneller, Neijenhuis en Oosterhuis tot lid en de leden Synhaeve, Biekman, Oualhadj, Huidekooper en Paulusma tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de leden Van Asten, Huidekooper, Köse, Vellinga en Oualhadj tot lid en de leden Klos, Schoonis, Huizenga, Bamenga en Podt tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de leden Sneller, Van der Werf, Synhaeve, Van Berkel en Paternotte tot lid en de leden Vijlbrief, Paulusma, Klos, Oosterhuis en Neijenhuis tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei de leden Klos, Huidekooper, Köse, Vellinga en Vijlbrief tot lid en de leden Van Asten, Schoonis, Huizenga, Bamenga en Podt tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Heera Dijk, Bamenga, Biekman, Paternotte en Paulusma tot lid en de leden Van Berkel, Huizenga, Neijenhuis, Vervuurt en Huidekooper tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de leden Podt, Vellinga, Huidekooper, Köse en Klos tot lid en de leden Schoonis, Van Asten, Oualhadj, Huizenga en Oosterhuis tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Rooderkerk, Biekman, Podt, Oualhadj en Paulusma tot lid en de leden Heera Dijk, El Boujdaini, Synhaeve, Van Berkel en Schoonis tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven de leden Sneller, Oosterhuis, Van Berkel, Neijenhuis en Synhaeve tot lid en de leden Vijlbrief, Huidekooper, Van Asten, Oualhadj en Biekman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Neijenhuis, Biekman, Synhaeve, Bamenga en Vervuurt tot lid en de leden Paulusma, Oosterhuis, Van Berkel, Oualhadj en Rooderkerk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Paulusma, Vervuurt, Synhaeve, Podt en Huizenga tot lid en de leden Biekman, Heera Dijk, Paternotte, El Boujdaini en Rooderkerk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de leden Van Asten, Huidekooper, Köse, Vellinga en Vijlbrief tot lid en de leden Klos, Schoonis, Huizenga, Bamenga en Podt tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik:

  • in de vaste commissie Asiel en Migratie de leden Rajkowski, Ellian, Michon-Derkzen en Erkens tot lid en de leden Becker, van Campen, Wendel en de Peter de Groot tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Erkens, Rajkowski, Michon-Derkzen en Den Hollander tot lid en de leden Van Eijk, Ellian, Bevers en Van der Burg tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de leden Van Campen, Van der Burg, Ellian en Becker tot lid en de leden Van Eijk, Wendel, Rajkowski, en Schutz tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Buitenlandse Zaken de leden Van der Burg, Ellian, Van Campen en Kisteman tot lid en de leden Wendel, Bevers, Schutz en Becker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Defensie de leden Ellian, Van der Burg, Den Hollander en Rajkowski tot lid en de leden Martens-America, Erkens, Kisteman en Peter de Groot tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Digitale Zaken de leden Martens-America, Rajkowski, Erkens en Michon-Derkzen tot lid en de leden Wendel, Van Eijk, Kisteman en Schutz tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Economische Zaken de leden Martens-America, Kisteman, Michon-Derkzen en Den Hollander tot lid en de leden Erkens, Van Eijk, Peter de Groot en Schutz tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Europese Zaken de leden Van Campen, Van Eijk, Den Hollander en Van der Burg tot lid en de leden Ellian, Michon-Derkzen, Martens-America en Becker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Financiën de leden Van Eijk, Martens-America, Den Hollander en Kisteman tot lid en de leden Erkens, De Kort, Rajkowski en Schutz tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Infrastructuur en Waterstaat de leden Peter de Groot, Schutz, Den Hollander, Bevers tot lid en de leden Wendel, Becker, Erkens en De Kort tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Justitie en Veiligheid de leden Ellian, Michon-Derkzen, Wendel en Rajkowski tot lid en de leden Becker, Van der Burg, Van Campen en De Kort tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Klimaat en Groene Groei de leden De Groot, Schutz, Den Hollander en Erkens tot lid en de leden Martens-America, Van Eijk, Michon-Derkzen en Bevers tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Koninkrijksrelaties de leden Van der Burg, Van Eijk, De Kort en Peter de Groot tot lid en de leden Michon-Derkzen, Martens-America, Wendel en Bevers tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de leden Den Hollander, Van Campen, Schutz en Peter de Groot tot lid en de leden Erkens, Van Eijk, De Kort en Bevers tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Kisteman, Rajkowski, Martens-America en Bevers tot lid en de leden Van der Burg, Michon-Derkzen, Van Campen en De Kort tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Michon-Derkzen, Kisteman, De Kort en Van der Burg tot lid en de leden Martens-America, Becker, Rajkowski en Wendel tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Bevers, Wendel, De Kort en Kisteman tot lid en de leden Van Campen, Schutz, Ellian en Becker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de leden Peter de Groot, Den Hollander, Schutz en Wendel tot lid en de leden Becker, Bevers, De Kort en Kisteman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie Rijksuitgaven de leden Van Eijk, Den Hollander, Martens-America en Schutz tot lid en de leden Erkens, Peter de Groot, Van Campen en Ellian tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van GroenLinks-PvdA benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie de leden Westerveld, Piri, Patijn en Mohandis tot lid en de leden Van der Lee, Kröger, Bromet en Mutluer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Tseggai, Kröger, Kathmann en Bushoff tot lid en de leden Zalinyan, Lahlah, Mutluer en Bromet tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Piri, Van der Lee, Kröger en Klaver tot lid en de leden Abdi, Bushoff, Van Oosterhout en Stultiens tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de leden Kröger, Piri, Van der Lee en Abdi tot lid en de leden Vliegenthart, Bromet, Mohandis en Mutluer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie de leden Piri, Kröger, Van der Lee en Bushoff tot lid en de leden Bromet, Mohandis, De Hoop en Kathmann tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken de leden Kathmann, Tseggai, Mutluer en Abdi tot lid en de leden Patijn, Bromet, Stultiens en Van der Lee tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Van der Lee, Piri, Kröger en Klaver tot lid en de leden Bushoff, Stultiens, Bromet en Kathmann tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden de leden Van der Lee, Kathmann, Stultiens en Patijn tot lid en de leden Piri, De Hoop, Zalinyan en Bushoff tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën de leden Stultiens, Bushoff, Westerveld en Van der Lee tot lid en de leden Moorman, Mohandis, Patijn en Kröger tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de leden De Hoop, Zalinyan, Kröger en Bromet tot lid en de leden Oosterhout, Van der Lee, Stultiens en Kathmann tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de leden Mutluer, Abdi, Kathmann en Westerveld tot lid en de leden Zalinyan, Moorman, Tseggai en Bromet tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei de leden Oosterhout, Kröger, De Hoop en Van der Lee tot lid en de leden Stultiens, Bromet, Zalinyan en Patijn tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Tseggai, Mutluer, Kathmann en Abdi tot lid en de leden Piri, Bromet, Zalinyan en De Hoop tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de leden Bromet, Zalinyan, Kröger en Van Oosterhout tot lid en de leden De Hoop, Van der Lee, Vliegenthart en Bushoff tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Moorman, Abdi, Tseggai en Westerveld tot lid en de leden Mohandis, Vliegenthart, Lahlah en Patijn tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven de leden Stultiens, Bushoff, Van der Lee en Patijn tot lid en de leden Lahlah, Moorman, Vliegenthart en Kröger tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Patijn, Lahlah, Moorman en Mohandis tot lid en de leden Tseggai, Van der Lee, Vliegenthart en Bushoff tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Bushoff, Vliegenthart, Westerveld en Mohandis tot lid en de leden Moorman, Bromet, Stultiens en Tseggai tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de leden De Hoop, Zalinyan, Kröger en Moorman tot lid en de leden Westerveld, Patijn, Abdi en Bromet tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie de leden Bart van den Brink, Straatman, Tijs van den Brink en Armut tot lid en de leden Bontenbal, Van Ark, Steen en Boswijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Boelsma-Hoekstra, Tijs van den Brink, Bart van den Brink en Armut tot lid en de leden Boswijk, Zwinkels, Straatman en Van Lanschot tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Boswijk, Van Ark, Tijs van den Brink en Van Lanschot tot lid en de leden Bart van den Brink, Straatman, Armut en Bontenbal tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de leden Van Ark, Tijs van den Brink, Boswijk en Straatman tot lid en de leden Armut, Zwinkels, Van Lanschot en Bart van den Brink tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie de leden Van Lanschot, Boswijk, Boelsma-Hoekstra en Van Ark tot lid en de leden Straatman, Armut, Bart van den Brink en Tijs van den Brink tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken de leden Zwinkels, Krul, Hamstra en Tijs van den Brink tot lid en de leden Boswijk, Van Lanschot, Inge van Dijk en Tijmstra tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Bontenbal, Boswijk, Van Ark en Zwinkels tot lid en de leden Van Lanschot, Bart van den Brink, Straatman en Tijs van den Brink tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Van Lanschot, Inge van Dijk, Bühler en Hamstra tot lid en de leden Jumelet, Van Ark, Steen en Zwinkels tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën de leden Inge van Dijk, Bühler Van Lanschot en Van Ark tot lid en de leden Tijs van den Brink, Hamstra, Bart van den Brink en Krul tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de leden Boelsma-Hoekstra, Jumelet, Zwinkels en Steen tot lid en de leden Korevaar, Krul, Van Lanschot en Boswijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de leden Straatman, Tijs van den Brink, Armut en Bart van den Brink tot lid en de leden Boelsma-Hoekstra, Boswijk, Zwinkels en Van Lanschot tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei de leden Jumelet, Zwinkels, Steen en Koorevaar tot lid en de leden Boelsma, Bontebal, Boswijk en Inge van Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Tijs van den Brink, Boswijk, Van Ark en Bart van den Brink tot lid en de leden Straatman, Armut, Boelsma-Hoekstra en Zwinkels tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de leden Koorevaar, Zwinkels, Boelsma-Hoekstra en Jumelet tot lid en de leden Steen, Bart van den Brink, Boswijk en Van Lanschot tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Armut, Hamstra, Straatman en Tijmstra tot lid en de leden Krul, Van Lanschot, Van Ark en Inge van Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven de leden Inge van Dijk, Bühler, Van Lanschot en Van Ark tot lid en de leden Tijs van den Brink, Hamstra, Bart van den Brink en Krul tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Bühler, Van Ark, Tijs van den Brink en Hamstra tot lid en de leden Inge van Dijk, Van Lanschot, Armut en Tijmstra tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Krul, Tijmstra, Hamstra en Inge van Dijk tot lid en de leden Straatman, Armut, Bühler en Bart van den Brink tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de leden Steen, Jumelet, Koorevaar en Boelsma-Hoekstra tot lid en de leden Zwinkels, Boswijk, Tijmstra en Inge van Dijk tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van Forum voor Democratie benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie de leden De Vos en Van Meijeren tot lid en de leden Frederik Jansen en Baudet tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Van Meijeren en Van Houwelingen tot lid en de leden Dekker en Baudet tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Dekker en Baudet tot lid en de leden Frederik Jansen en De Vos tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de leden Dekker en Van Houwelingen tot lid en de leden Van Duijvenvoorde en Baudet tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie de leden Van Duijvenvoorde en Dekker tot lid en de leden Frederik Jansen en Van Meijeren tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken de leden Frederik Jansen en Baudet tot lid en de leden Dekker en Van Houwelingen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Baudet en Van Houwelingen tot lid en de leden Dekker en Van Meijeren tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Frederik Jansen en Baudet tot lid en de leden Dekker en Van Houwelingen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën de leden Baudet en Frederik Jansen tot lid en de leden Dekker en Van Houwelingen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de leden Van Duijvenvoorde en Frederik Jansen tot lid en de leden De Vos en Van Houwelingen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de leden Van Meijeren en Van Duijvenvoorde tot lid en de leden De Vos en Dekker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei de leden De Vos en Van Meijeren tot lid en de leden Frederik Jansen en Dekker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Van Duijvenvoorde en Baudet tot lid en de leden Frederik Jansen en Dekker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de leden De Vos en Van Meijeren tot lid en de leden Frederik Jansen en Dekker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Van Duijvenvoorde en Van Houwelingen tot lid en de leden Baudet en Dekker tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven de leden Baudet en Frederik Jansen tot lid en de leden Dekker en Van Houwelingen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Van Houwelingen en Frederik Jansen tot lid en de leden Van Meijeren en De Vos tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Van Houwelingen en Van Meijeren tot lid en de leden Dekker en Frederik Jansen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de leden Frederik Jansen en Van Duijvenvoorde tot lid en de leden Van Meijeren en De Vos tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van BBB benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie het lid Keijzer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Keijzer tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp het lid Van der Plas tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie het lid Wiersma tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid Wiersma tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Keijzer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Wiersma tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Van der Plas tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van der Plas tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Vermeer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Keijzer tot lid en het lid Van der Plas tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het lid Wiersma tot lid en het lid Vermeer tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van DENK benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie het lid Van Baarle tot lid en het lid El Abassi tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken het lid Ergin tot lid en het lid Van Baarle tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid El Abassi tot lid en het lid Van Baarle tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën het lid Ergin tot lid en het lid Van Baarle tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid El Abassi tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid El Abassi tot lid en het lid Van Baarle tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei het lid El Abassi tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Ergin tot lid en het lid Van Baarle tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Ergin tot lid en het lid El Abassi tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven het lid Van Baarle tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Ergin tot lid en het lid Van Baarle tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid El Abassi tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het lid El Abassi tot lid en het lid Ergin tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van de PvdD benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei het lid Teunissen tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Ouwehand tot lid en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het lid Kostić tot lid en het lid Teunissen tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van de SP benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie het lid Jimmy Dijk tot lid en het lid Dobbe tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Beckerman tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Dobbe tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp het lid Dobbe tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie het lid Dobbe tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken het lid Beckerman tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Dobbe tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Jimmy Dijk tot lid en het lid Beckerman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën het lid Jimmy Dijk tot lid en het lid Beckerman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid Beckerman tot lid en het lid Dobbe tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Dobbe tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei het lid Jimmy Dijk tot lid en het lid Beckerman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Beckerman tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Beckerman tot lid en het lid Dobbe tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Beckerman tot lid en het lid Dobbe tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven het lid Jimmy Dijk tot lid en het lid Beckerman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Jimmy Dijk tot lid en het lid Beckerman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Dobbe tot lid en het lid Jimmy Dijk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het lid Beckerman tot lid en het lid Dobbe tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van 50PLUS benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven het lid Struijs tot lid en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het lid Van Brenk tot lid en het lid Struijs tot plaatsvervangend lid.

Op verzoek van de fractie van Volt benoem ik het lid Dassen tot lid:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp;
  • in de vaste commissie voor Defensie;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken;
  • in de vaste commissie voor Financiën;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Op verzoek van de fractie van de PVV benoem ik:

  • in de vaste commissie voor Asiel en Migratie de leden Vondeling, Schilder, Lammers, Emiel van Dijk en Markuszower tot lid en de leden Vlottes, Prickaertz, Ten Hove, Boon en Stöteler tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Lammers, Mooiman, Prickaertz, Faber en Vlottes tot lid en de leden Jansen, Raijer, Ten Hove, Stöteler en Schilder tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden De Roon, Stöteler, Wilders, Schilder en Maeijer tot lid en de leden Lammers, Vlottes, Vondeling, Faber en Markuszower tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp de leden Markuszower, De Roon, Stöteler, Wilders en Maeijer tot lid en de leden Claassen, Mooiman, Moinat, Raijer en Prickaertz tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Defensie de leden Maeijer, Vlottes, Faber, Schilder en Vondeling tot lid en de leden Prickaertz, Emiel van Dijk, Boon, De Roon en Stöteler tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Digitale Zaken de leden Emiel van Dijk, Raijer, Markuszower, Heutink en Boon tot lid en de leden Prickaertz, Kops, Vlottes, Vondeling en Mooiman tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Stöteler, Markuszower, De Roon, Maeijer en Vondeling tot lid en de leden Tony van Dijck, Schilder, Prickaertz, Graus en Boon tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Prickaertz, Kops, Boon, Vlottes en Van Meetelen tot lid en de leden Edgar Mulder, Vondeling, Heutink, Mooiman en Graus tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Financiën de leden Tony van Dijck, Vlottes, Edgar Mulder, Raijer en Prickaertz tot lid en de leden Lammers, Kops, De Roon, Jansen en Graus tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de leden Heutink, Moinat, Mooiman, Kops en Graus tot lid en de leden Tony van Dijck, Jansen, Faber, Maeijer en Edgar Mulder tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de leden Schilder, Emiel van Dijk, Faber, Vondeling en Lammers tot lid en de leden Boon, Markuszower, Stöteler, Van Meetelen en Moinat tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei de leden Kops, Jansen, Prickaertz, Graus en Heutink tot lid en de leden Claassen, De Roon, Moinat, Emiel van Dijk en Boon tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Vlottes, Maeijer, De Roon, Wilders en Raijer tot lid en de leden Ten Hove, Edgar Mulder, Stöteler, Moinat en Van Meetelen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de leden Jansen, Graus, Heutink, Kops en Moinat tot lid en de leden Schilder, Claassen, Mooiman, Ten Hove en Raijer tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Raijer, Stöteler, Emiel van Dijk, Maeijer en Ten Hove tot lid en de leden Lammers, Faber, Markuszower, Edgar Mulder en Van Meetelen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Rijksuitgaven de leden Vlottes, Tony van Dijck, Mooiman, Edgar Mulder en Claassen tot lid en de leden Raijer, De Roon, Emiel van Dijk, Schilder en Heutink tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Edgar Mulder, Boon, Van Meetelen, Ten Hove en Claassen tot lid en de leden Markuszower, Kops, Vlottes, Vondeling en Heutink tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Claassen, Ten Hove, Van Meetelen, Kops en Boon tot lid en de leden Raijer, Tony van Dijck, Graus, Emiel van Dijk en Jansen tot plaatsvervangend lid;
  • in de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de leden Mooiman, Kops, Heutink, Lammers en Jansen tot lid en de leden Maeijer, Edgar Mulder, Van Meetelen, Moinat en Markuszower tot plaatsvervangend lid.

Daartoe wordt besloten.

Verkiezing Voorzitter van de Tweede Kamer

Verkiezing Voorzitter van de Tweede Kamer

Aan de orde is het debat over de verkiezing van de Voorzitter van de Tweede Kamer.


Termijn inbreng

De voorzitter:
Dan is nu aan de orde het debat met de kandidaten voor de functie van de Voorzitter van de Tweede Kamer. Dat is altijd een zeer bijzonder moment, waarop wij als Tweede Kamer onze Voorzitter voor de komende periode kiezen. Drie kandidaten hebben zich gemeld: de leden Van Campen, Bosma en Van der Lee. Zij hebben inmiddels ook plaatsgenomen in vak K. Van harte welkom! Er hebben zich dertien sprekers van de zijde … Er hebben zich veertien sprekers van de zijde van de Kamer gemeld. Het telt gewoon op waar ik bij sta. Na de eerste termijn van de kant van de Kamer zal ik het lot laten beslissen in welke volgorde de kandidaten op uw vragen zullen antwoorden.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie. Ik geef alvast de Kamer mee dat ik vier interrupties toesta. Gebruik ze wijs.

Gaat uw gang, meneer Grinwis.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Allereerst mijn dank aan de drie kandidaten voor hun kandidaatstelling en voor het feit dat ze dit avontuur aan willen en durven gaan, in een debat nota bene in de plenaire zaal. Bij een gewone sollicitatie hoef je hooguit te hopen dat je geen koffie over je eigen cv morst. Hier kan heel Nederland daarvan meegenieten, dus sowieso hulde voor alle drie!

Het zijn drie mannen deze keer, maar wel totaal verschillende kandidaten met een ieder zo z'n eigenaardigheden en ervaringen. Eén is Kamervoorzitter, de ander is al jaren Ondervoorzitter en de derde is dat ook, alleen minder lang. Maar voordat dat laatste een heel punt gaat worden vanmiddag, zou ik oud-president Reagan willen parafraseren: laten we van leeftijd geen issue maken in deze campagne voor het Voorzitterschap; laten we de jeugdigheid van de een of de ouderdom van de ander niet exploiteren voor politieke doeleinden.

Voorzitter. We hebben met elkaar drie hoofdtaken vastgesteld voor de Voorzitter. Ten eerste: hij leidt de werkzaamheden van de Tweede Kamer en van het Presidium, met een bijzonder oog voor de zeer gewaardeerde medewerkers van dit huis. Ten tweede: hij ziet erop toe dat het Reglement van Orde wordt nageleefd. Ten derde: hij vertegenwoordigt de Tweede Kamer als instituut bij externe optredens. Kortom, het is een ambt van gewicht.

Voorzitter. We hebben met elkaar een profielschets vastgesteld en daarop hebben drie kandidaten gesolliciteerd. Als je die schets leest, lijkt het alsof we op zoek zijn naar het spreekwoordelijke schaap met de vijf poten. Ik heb net even geteld, maar in vak K zitten toch echt gewone mensen: geen extra poten, geen verborgen superkrachten. De vraag is dus: wat weegt nu het zwaarst? Voor mijn fractie wil ik er drie dingen uitlichten.

In de eerste plaats: gezaghebbend kunnen optreden. Drie maanden geleden bleek uit het RTL-panel dat nog slechts 4% van de Nederlanders vertrouwen heeft in de politiek. Dat cijfer zou ons als Kamerleden echt aan het denken moeten zetten. Mijn fractie vindt dat het uitstralen van gezag, het normerend optreden en het waardig vertegenwoordigen van ons instituut een belangrijk deel van het herstel van vertrouwen vormt. Daarom is mijn eerste vraag aan de kandidaten: hoe wilt u gezaghebbend optreden, normeren en bijdragen aan het herstel van vertrouwen in de politiek en in dit instituut? Natuurlijk heb ik het dan ook over het debat, dat fel mag zijn, maar tegelijkertijd respectvol moet zijn. Wanneer treedt u wel normerend op? Wanneer niet? Waarom dan?

Natuurlijk hebben we hier zelf, als gewone leden, ook een grote verantwoordelijkheid in. Maar ik roep ook in herinnering het recente akkefietje met twee Kamerleden van de PVV-fractie, die oud-collega Timmermans zwartmaakten door met behulp van door AI gefabriceerde beelden onfrisse en ronduit bedreigende reacties uit te lokken. Hoe treedt u daar wel of niet tegen op? En waarom dan? Denk ook aan recente uitingen van de fractievoorzitter van de PVV op X, waarin de betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag van dit huis ter discussie werd gesteld. Laat een voorzitter dat passeren of neemt hij stelling? Meneer Bosma, u koos ervoor om beide zaken te laten passeren. Waarom? Vindt u dat we er niet zo zwaar aan moeten tillen? Of is het lastig om op te treden tegen leden van de fractie waar u uit voortkomt? Hoe ligt dat voor de heren Van der Lee en Van Campen? Wat is uw visie op wel of niet normerend optreden? Wanneer wel of niet? Hoe dan?

Ten tweede, de vertegenwoordigende rol van de Voorzitter. Natuurlijk is het belangrijk dat debatten hier ordelijk, met humor en een mooie dosis zelfspot verlopen, en dat het licht 's avonds gewoon op tijd uitgaat. U mag best weten: ik vond het de afgelopen twee jaar heerlijk debatteren onder het voorzitterschap van de heer Bosma. Maar het voorzitterschap gaat verder dan het leiden van het debat, het bewaken van de agenda en het sluiten van de zaal. De Voorzitter vertegenwoordigt een instituut, namelijk ons parlement. Onze oud-Voorzitter Dolman verwoordde het mooi: het Kamervoorzitterschap is het hoogste democratische ambt, en de Voorzitter is degene die het Nederlandse volk in het kwadraat vertegenwoordigt. Dat vraagt dus om iemand die dat niet alleen binnen deze muren, maar ook daarbuiten doet, die de waardigheid, de kracht en de verantwoordelijkheid van dit huis daar uitdraagt. Daarom heb ik de volgende vraag aan de kandidaat-Voorzitters: hoe ziet u die vertegenwoordigende rol? Hoe wilt u binnen en buiten deze Kamer het instituut dat we samen vormen zichtbaar, waardig en krachtig vertegenwoordigen? Vergt dat bijvoorbeeld geen lidmaatschap van een democratisch georganiseerde partij? Hoe kijken de drie kandidaten daartegen aan?

Overigens, van de heer Bosma kan ik me werkelijk prachtige toespraken herinneren bij herdenkingen, zoals bij de laatste Indiëherdenking in de Kamer, maar een laatste interview waarin hij als Voorzitter ons instituut neerzette, kan ik mij zo snel niet heugen. Hoe zou de heer Bosma in die vertegenwoordigende rol willen groeien? En hoe zien de heren Van der Lee en Van Campen deze opgave voor zich?

Ten derde. De Kamer is ook een huis waar heel veel mensen met hart en ziel werken. Zij maken ons werk mogelijk. Ik zie er hier een aantal staan, lopen en zitten. De afgelopen jaren is er veel gebeurd dat diepe sporen heeft nagelaten bij ambtenaren binnen de Kamerorganisatie, bij voormalig medewerkers van de Kamer en bij oud-politici. Er zijn verdachtmakingen geweest en velen voelden zich niet veilig. Natuurlijk zijn we niet van suiker, maar het staat buiten kijf dat eenieder die dit gebouw binnenloopt, of het nou een ambtenaar, fractiemedewerker of Kamerlid is, zich veilig moet voelen. U, meneer Bosma, heeft er samen met de Griffier en talloze anderen aan bijgedragen dat de Kamer weer een prettige werkplek is voor velen. Daar ben ik u dankbaar voor. Tegelijk is mijn vraag aan alle drie de kandidaten: hoe blijft u hier werk van maken?

Voorzitter. Ik vraag kort nog even aandacht voor een bekend standpunt van mijn fractie met betrekking tot de verkiezing van een Kamervoorzitter. Wij respecteren democratische meerderheden vanzelfsprekend, maar wij willen geen dictatuur van de meerderheid. Onze Grondwet kent geen fracties. 150 Kamerleden zijn door het Nederlandse volk gekozen om hier, met mandaat, hun werk te doen voor alle Nederlanders. Maar het is ook een gegeven dat we na de verkiezingen tien fracties hebben die kleiner zijn dan tien zetels, en alle kandidaten komen uit grotere fracties. Wij zagen bij de zitplaatsenverdeling in deze zaal hoe precair de verhouding tussen grotere en kleinere fracties soms kan zijn. In het Presidium zitten ook alleen grotere fracties. Is de Voorzitter straks niet alleen de Voorzitter van Jetten, Wilders, Yeşilgöz en Klaver, maar ook van Dijk, Bikker, Struijs en Dassen? Bent u straks ook mijn Voorzitter? Hoe merken we dat dan?

Ten slotte. Het is een geweldig voorrecht om volksvertegenwoordiger, medewetgever en controleur van de regering te mogen zijn en om er met z'n 150'en voor te zorgen dat de Kamer geen lammetje is, maar een leeuw. Dat is een serieuze zaak en taak. Tegelijkertijd houden we het niet vol zonder luchtigheid. Hoe gaan de kandidaten er als Voorzitter voor zorgen dat we in dit huis niet alleen de zwaarte van ons ambt voelen en we ons zeer serieus inzetten voor ons land en volk, maar dat we het werk ook met een zekere lichtheid en met veel onderlinge waardering mogen verrichten? Bosma gaf ons gedichten. Wat willen Van der Lee en Van Campen ons nalaten? Een treffende imitatie van een bijzondere collega of bewindspersoon? Na elk moeizaam stikstofdebat een karaoke met je grootste tegenstander? Een gezellige borrel? Ik laat me graag verrassen. Succes zo meteen in uw termijn. Ik ga er eens goed voor zitten.

Tot zover.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Sneller van de fractie van D66 uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Sneller (D66):
Dank, voorzitter. Ik neem graag het stokje over van collega Grinwis. Omdat de Kamervoorzitter niet in de gelegenheid was om een gedicht voor te dragen, neem ik graag de honneurs waar. Het heet "Iemand stelt de vraag" van Remco Campert.

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z'n kop krijgt

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen.

De Kamervoorzitter heeft hiermee een mooie traditie ingezet.

Voorzitter. In de aanloop naar dit debat hebben we onszelf allemaal een vraag gesteld: welke eigenschappen vind ik belangrijk in de volgende Kamervoorzitter? Ik wil in de eerste plaats de drie collega's prijzen voor hun kandidatuur, want een democratie kan niet zonder mensen die bereid zijn om hun nek uit te steken.

Ik zal me eerst tot de heer Bosma richten. In de afgelopen periode heeft hij als Kamervoorzitter hard gewerkt voor ons parlement. Daarvoor wil ik hem namens mijn fractie danken. Hij bracht ontspanning. Met humor en de beloofde blik op de klok — om 23.00 uur gaat het licht uit — leidde hij deze debatten. Kamerbewoners die na vele trouwe dienstjaren met pensioen gingen, zette hij in deze zaal in de Voorzittersloge in het zonnetje. Dat was een mooie vondst. Ook buiten deze zaal toonde hij persoonlijke betrokkenheid bij de medewerkers die dit instituut dragen. Bovendien bevorderde hij de rust in de organisatie. Ik snap dan ook heel goed dat velen hem hierom waarderen.

Maar iemand met zijn staat van dienst verdient ook een open vizier. De slotsom is dat ik vandaag niet voor hem zal stemmen. Dat is niet omdat ik hem graag terugzie als woordvoerder in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Dat is ook niet, hoewel teleurstellend, door het gebrek aan een eigen positieve agenda of initiatieven om de positie van het parlement tegenover het kabinet of als zelfstandig instituut te verstevigen. Nee, wat mij betreft zijn de redenen waarom de heer Bosma de beste Voorzitter is die deze Kamer nooit had mogen krijgen, fundamenteler van aard. Ik heb die bij zijn vorige kandidatuur uitvoerig toegelicht. Ik zal ze nog eens kort noemen. Als Kamerlid is hij wederom verkozen namens een partij die zich bij herhaling in krenkende bewoordingen diskwalificerend heeft uitgelaten over alle pijlers van de democratische rechtsstaat. Bovendien bevat het programma waarop hij gekozen is, uitgesproken discriminerende voorstellen. Hij diende zelf een wetsvoorstel in om meer dan een miljoen Nederlanders met een dubbele nationaliteit hun kiesrecht af te pakken. Deze Kamer verdient een Kamervoorzitter die ondubbelzinnig de democratische waarden uitdraagt en die de voorbeeldfunctie door zijn handelen in de praktijk waarmaakt. Juist in deze tijd van democratische erosie is dat van cruciaal belang. Hierin schiet collega Bosma tekort. Ten slotte moet de Kamervoorzitter ons geloofwaardig kunnen vertegenwoordigen, bijvoorbeeld bij alle nationale herdenkingen. Ook dat is niet het geval.

Voor mijn fractie resteren twee kandidaten. Allereerst heb ik drie vragen voor beide kandidaten. Zij schrijven in hun brieven dat zij belang hechten aan het bevorderen en beschermen van de democratie. De heer Grinwis refereerde ook al aan mijn eerste twee vragen. Mijn vraag is: hoe willen zij hier vanuit de rol van Kamervoorzitter concreet invulling aan geven? Wat betekent die overtuiging bijvoorbeeld als het gaat om haatzaaiende en racistische AI-plaatjes die door een Kamerlid worden gemaakt of als er twijfel wordt gezaaid over de verkiezingsuitslag en de minister van Binnenlandse Zaken daar niet zo'n moeite mee blijkt te hebben?

De tweede vraag. Specifiek ook onze Kamer staat voor grote uitdagingen als het gaat om geloofwaardigheid en verbondenheid met de samenleving. Hoe zouden de kandidaten willen bijdragen aan het vergroten van dat vertrouwen? Nou zijn beide kandidaten reeds lid van het Presidium en hebben ze vanuit die hoedanigheid ook goed zicht op het interne reilen en zeilen van de Kamerorganisatie. Wat zouden zij op dit vlak nou anders hebben gedaan dan de heer Bosma? Kunnen zij daar ook een concreet voorbeeld van geven?

Ik heb het alfabetisch gedaan; ik heb niet geloot. Ik heb als eerste drie vragen voor de heer Van Campen. De heer Van Campen schrijft terecht dat Kamerleden recht hebben op antwoorden. Hij stelt dat een Voorzitter ervoor moet zorgen dat er ruimte is om door te vragen, ook als de vergadering daardoor langer duurt. Mijn vraag is daaraan gekoppeld: hoe bent u verder van plan om dat recht op inlichting uit artikel 68 van de Grondwet — twee woorden — te bewaken?

De heer Bosma poneert in zijn brief de stelling dat bij deze verkiezing senioriteit van doorslaggevend belang is en dat dit geen tijd is voor experimenten. Ik weet natuurlijk niet of deze vileine passage als sneer bedoeld was, maar feit is wel dat de heer Van Campen de enige niet-zestiger in vak K is. Ik nodig hem graag uit om zijn eigen visie op dit vraagstuk te geven.

Ten derde. Als Voorzitter moet je boven de partijen staan, maar je blijft formeel lid van je fractie. Hoe wil de heer Van Campen de verhouding met zijn fractie vormgeven, mocht hij gekozen worden als Voorzitter?

Dan kom ik bij de heer Van der Lee. Ook voor hem heb ik drie vragen. Hij schrijft in zijn brief dat alle 400 vergaderingen die hij heeft voorgezeten "tijdig zijn verlopen". Nou meen ik me te herinneren dat ik één of twee van die debatten heb meegemaakt en dat die wel wat waren uitgelopen. Ik sprak de afgelopen tijd een aantal collega's die ook meenden zoiets te hebben meegemaakt. Kan de heer Van der Lee die feedback plaatsen en kan hij daarop reageren?

Ten tweede. In zijn brief schrijft de heer Van der Lee over de ruime ervaring die hij met dit instituut heeft als medewerker, als Kamerlid en als lid van het Presidium. Wat ziet hij zelf als de grootste verandering in het werk van de Kamer sinds hij hier voor het eerst binnenkwam? Welke verandering zou hij graag zelf willen initiëren of teweegbrengen?

Ten derde. De Eerste Kamer der Staten-Generaal wordt reeds voorgezeten door een lid van de GroenLinks-PvdA-fractie aldaar. Vanuit de gedachte van de spreiding van macht is het wenselijk dat beide Kamers een Voorzitter hebben van een andere politieke kleur. Hoe kijkt de heer Van der Lee hier zelf naar?

Voorzitter. Ik kijk ook uit naar de beantwoording van de kandidaten. Laten we vandaag gezamenlijk een keuze maken die onze democratie versterkt en recht doet aan de essentiële rol die onze Kamer in de rechtsstaat vervult.

De voorzitter:
Dank u wel. U was aan het einde van uw bijdrage gekomen? Ik zie dat dit aanleiding geeft tot één interruptie. Gaat uw gang, meneer Ergin.

De heer Ergin (DENK):
Ik heb een verhelderende vraag aan de heer Sneller. We weten dat bij eerdere verkiezingen van de Kamervoorzitter een beeld werd geschetst dat de formerende partijen een deal hadden gesloten over de verkiezing van de Voorzitter. Nou ben ik de laatste die nu gaat beweren dat er een deal is, maar ik wil de heer Sneller wel in de gelegenheid stellen om te reflecteren op het beeld dat twee formerende partijen, namelijk CDA en D66, onderling een lichte voorkeur hebben uitgesproken voor de toekomstige Kamervoorzitter; "deal" is misschien een groot woord. Dat beeld kan mogelijkerwijs naar aanleiding van dit debat ontstaan. Ik wil de heer Sneller in de gelegenheid stellen om daarop te reageren.

De heer Sneller (D66):
Er is geen sprake van welke afspraak dan ook. Dat was eigenlijk mijn korte reflectie.

De voorzitter:
Dank u wel. Dat geeft aanleiding tot de tweede interruptie van de vier die de heer Ergin in totaal heeft.

De heer Ergin (DENK):
Nou, het is heel, heel duidelijk dat er geen deal is. Ik hoop dat dat ook geldt voor de formulering waarbij ik het had over een lichte voorkeur. Dat is namelijk inderdaad geen deal, maar in dat geval is het wel besproken. Daar zou ik ook graag een reflectie op hebben van de heer Sneller. In het verlengde daarvan heb ik een voor mijzelf verhelderende vraag. Gaat de fractie van D66 de verkiezing van de Kamervoorzitter straks bij de stemming een vrije kwestie maken of gaat de fractie van D66 als één blok, als één geheel, kiezen voor een kandidaat? Daar ben ik ook benieuwd naar.

De heer Sneller (D66):
Het is een individuele, geheime stemming. We hebben daar uiteraard in de fractie over gesproken maar geen conclusie getrokken. Ik heb de heer Krul als woordvoerder van de CDA-fractie niet over dit debat gesproken. Ik sluit niet uit dat andere leden van de verschillende fracties elkaar wel hebben gesproken en onderling voorkeuren, of "lichte voorkeuren" zoals de heer Ergin zegt, hebben uitgesproken, maar ik heb dat niet gedaan richting iemand van de CDA-fractie.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Markuszower van de fractie van de PVV uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang!

De heer Markuszower (PVV):
Zeer veel dank, voorzitter, tijdelijk Voorzitter, kandidaten-Voorzitters. Op 29 oktober jongstleden heeft Nederland zijn nieuwe volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer gekozen. Alle 150 leden zijn inmiddels vorige week beëdigd en vandaag zullen wij conform artikel 3.1 van het Reglement van Orde als nieuw geïnstalleerde Kamer aan het eind van de kandidaatstellingsprocedure een nieuwe Voorzitter benoemen. Wellicht treed ik in herhaling, want ik ben de derde spreker, dus een aantal dingen zijn al gezegd, maar ik zeg het toch voor de volledigheid. De Voorzitter van de Kamer is onder andere belast met het leiden van de werkzaamheden van de Kamer en het Presidium, het doen naleven van het Reglement van Orde, het uitvoeren van door de Kamer genomen besluiten en het vertegenwoordigen van de Kamer.

Onze Kamer heeft vorige week de profielschets van de nieuwe Voorzitter vastgesteld. Mede naar aanleiding van deze profielschets hebben drie Kamerleden zich gekandideerd voor de functie van Voorzitter van de Tweede Kamer: de heer Thom van Campen, lid van de VVD, de heer Tom van der Lee, van GroenLinks-PvdA, en de heer Martin Bosma, afkomstig uit de fractie van de PVV.

Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers door te beginnen met het uitspreken van mijn waardering voor de drie heren. Anders dan de meeste sollicitatieprocedures vindt deze in de totale openbaarheid plaats. De drie kandidaten laten zich vandaag door hun collega's, hun ambtgenoten, publiekelijk op de politieke barbecue grillen en laten zich door ons, middels een plenair debat, wegen. Daar is enige vorm van lef voor nodig. De kandidaten tonen zich bereid verantwoordelijkheid te nemen en zich namens ons allen hier in te zetten voor het goed functioneren van dit mooie instituut. Bovendien zorgt hun kandidatuur ervoor dat wij vandaag iets te kiezen hebben. Dat is een groot democratisch goed, zeg ik de heer Sneller na. Hulde dus aan de drie kandidaten. Het is aan ons om die keuze zorgvuldig te maken.

Kijkend naar de kandidaten, zien we wat overeenkomsten en wat verschillen. Thom van Campen werd geboren in 1990, het jaar dat Martin Bosma afstudeerde als politicoloog c.q. bestuurskundige en één jaar voordat Van der Lee international relations afrondde. Eenzelfde soort studie, namelijk internationale betrekkingen, koos Thom van Campen, nadat hij eerst journalistiek had gestudeerd. De oud-journalist Bosma was toen al lang en breed Kamerlid. De heer Bosma is al bijna 7.000 dagen lid van de Staten-Generaal, terwijl de heer Van Campen er hier bijna 1.700 dagen heeft op zitten. Daar zit een dikke factor vier aan ervaring tussen in het voordeel van de heer Bosma. De dienstdagen van Van der Lee liggen met iets meer dan 3.000 dagen zo ongeveer in het midden. De afgelopen paar maanden fungeerde de heer Van Campen als tweede ondervoorzitter van deze Kamer, een functie die heer Bosma jarenlang als eerste ondervoorzitter heeft bekleed. De heer Van der Lee doet dat al enkele jaren. Van alle kandidaten kan men zeggen dat hun capaciteiten aansluiten bij de zeer algemeen opgestelde profielschets. Net als de vorige spreker heb ik vragen, alleen heb ik wat minder vragen. Bij een sollicitatie horen vragen. Daarom heb ik de volgende vraag aan alle drie de kandidaten: indien u gekozen wordt, welke drie zaken hebben met prioriteit uw aandacht in de eerste 100 dagen van uw voorzitterschap?

Bij de voorbereiding op dit debat stuitte ik op een post op dat dekselse X, voorheen Twitter, van de bij ons allen bekende en de door ons allen zeer gerespecteerde Menno de Bruyne. De heer De Bruyne werkte meer dan 40 jaar in de Tweede Kamer en staat bekend om zijn kennis van het Nederlandse staatsrecht en de parlementaire geschiedenis. U weet wat ze zeggen: zij die de geschiedenis goed kennen, hebben een goed gevoel voor wat de toekomst nodig heeft. De heer De Bruyne vat kort en bondig samen waarom de heer Bosma het verdient om onze Kamervoorzitter te blijven. Zowel binnen als buiten de Kamer, zegt de heer de Bruyne, vinden velen dat Bosma goed en onpartijdig voorzit. Bosma is ervaren en kent de regels. Na eerder voorzittersgedoe is continuïteit nodig. Hij, Bosma, is geliefd bij het Kamer personeel en heeft humor. Dat is goed voor de sfeer.

Als ik in de zaal kijk, zie ik een Kamer die graag leeuw wil zijn, geen lam. Ik zie een Kamer die dualistisch en geloofwaardig de regering wil kunnen controleren. Dat kan vooral goed met een Voorzitter die zo ver mogelijk verwijderd is van enig coalitiebelang of de schijn ervan. Daar hoort een Voorzitter bij die gewend is om oppositioneel te fungeren. Dat kunnen wij als Kamer goed doen met een Voorzitter die ook de belangen van de niet-systeempartijen beschermt en die met ervaring en gezag het kabinet de oren kan wassen. Dit alles lukt alleen met een Voorzitter die als een tandem met de Griffier en het Kamerpersoneel optrekt. De organisatie achter de schermen moet gesmeerd lopen. Ik vraag aan u allen, beste Kamerleden, beste collega's, ambtgenoten, zo u wilt, om straks bij het stemmen de naam van de heer Martin Bosma op te schrijven. Ik vraag aan u om Martin Bosma zijn karwei af te laten maken. Ik vraag dat niet omdat hij afkomstig is uit een fractie die net zo veel zetels heeft behaald als D66, de grootste partij, de partij die naar alle waarschijnlijkheid ook de premier gaat leveren. Maar ik vraag dat omdat Martin Bosma het de afgelopen twee jaar voortreffelijk heeft gedaan als onze Voorzitter. Ik vraag u om op Martin Bosma te stemmen omdat de continuïteit bij hem geborgd is en omdat het Kamerpersoneel met hem wegloopt. Ik vraag u om op Martin Bosma te stemmen omdat hij objectief gesproken, gezien zijn kennis, kunde en ervaring, de kandidaat is met de beste papieren voor deze functie.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dat geeft aanleiding tot een vraag. Meneer Sneller, gaat uw gang.

De heer Sneller (D66):
Ik heb één vraag, voorzitter. Artikel 3.2 beschrijft de taken van de Voorzitter, onder andere het doen naleven van dit reglement. Soms vraagt dat om normeren vanuit de voorzittersstoel, soms via de media en op andere plekken en soms ook in een-op-eengesprekken. Nou hebben we naar aanleiding van de uitvoerige discussies over sociale veiligheid ook in dat Reglement van Orde opgenomen dat elke fractie het arbeidsomstandighedenbeleid openbaar moet maken. De PVV-fractie doet dat niet. Het staat ook niet op de website van de Tweede Kamer, zoals dat er bijvoorbeeld van de VVD of van GroenLinks-PvdA staat. Ik vroeg me het volgende af. Het is nooit publiek geworden dat de Voorzitter daarop genormeerd heeft. Heeft hij dat in de richting van de PVV-fractie wel ooit gedaan?

De heer Markuszower (PVV):
Ik dacht toen u begon met de vraag dat u solliciteerde naar een functie bij de PVV-fractie en dat u daarom dat personeelshandboek wilde inzien. Maar de vraag is dus, als ik het goed begrijp, of de heer Bosma contact heeft gehad over dit personeelshandboek. Ik begrijp de vraag niet helemaal.

De heer Sneller (D66):
De heer Markuszower en ik hebben het debat gevoerd over de wijziging van het Reglement van Orde toen dit artikel erin werd opgenomen. De heer Markuszower zei toen: het maakt niet uit wat je doet; zet het in het Reglement van Orde en wij gaan ons er nooit aan houden. Het is een paar keer aan de orde geweest. De heer Van Campen heeft ook in een interview in de krant gezegd: er moet meer genormeerd worden. Die regels moeten worden nageleefd. Dat is ook in het Reglement van Orde vastgelegd als taak van de Voorzitter. Ik heb de heer Bosma er nooit op kunnen betrappen dat hij er publiekelijk een punt van heeft gemaakt dat de PVV-fractie die regels aan de laars lapt. Dat mag, want soms kan het zich ook voltrekken buiten het beeld van de rest van de Kamer, zoals met de heer Baudet gebeurde, die werd uitgenodigd voor een goed gesprek. Dat kan ook een effectieve manier blijken. Mijn vraag is: heeft de heer Bosma dat nou gedaan op dit belangrijke punt van de sociale veiligheid, waar het hier over gaat?

De heer Markuszower (PVV):
Ik denk toch dat als u vragen heeft over wat de heer Bosma wel of niet heeft gedaan, u die aan de heer Bosma moet stellen. Ik kan u wel geruststellen dat het bij ons allemaal goed op orde is.

De heer Sneller (D66):
Als laatste dan, voorzitter. Het is niet op orde, want het Reglement van Orde zegt dat je het openbaar moet maken. De PVV-fractie doet dat als een van de weinige fracties niet. Dat doet ze niet per ongeluk niet, maar dat doet ze expres niet. Daarom vraag ik aan de heer Markuszower of hij of zijn fractie daarop is aangesproken. Hij kan zeggen: ik begrijp de vraag niet en dat moet u aan een ander vragen. De vraag was heel helder; de heer Markuszower loopt ervan weg. Het was een hele simpele vraag, dus ik zou het waarderen als ik daar antwoord op krijg.

De heer Markuszower (PVV):
Nee, ik heb antwoord gegeven. Als u vragen heeft over wie wel of niet met onze fractie heeft gesproken, moet u dat aan degene vragen die wel of niet met onze fractie heeft gesproken. Voor de rest heb ik netjes antwoord gegeven.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Ergin van de fractie van DENK uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Om te beginnen wil ik de heren Bosma, Van Campen en Van der Lee bedanken voor hun bereidheid om zich beschikbaar te stellen als Voorzitter van de Tweede Kamer, althans, om zich te kandideren. Want ongeacht wat mijn fractie inhoudelijk van u vindt, is het gewoon waardevol dat collega's zich fulltime beschikbaar stellen om Kamervoorzitter te zijn. Nogmaals dank daarvoor.

Voorzitter. In de afgelopen periode voerde deze Kamer 468 commissiedebatten en 486 tweeminutendebatten. De Kamer diende 1.758 amendementen in en 8.065 moties. Dan noem ik nog maar een deel van het werk dat we hier dag in, dag uit en jaarlijks verzetten. De Voorzitter speelt daar gewoon een cruciale rol in als hoeder van het parlementaire proces.

Maar een Kamervoorzitter is niet alleen een procesmanager. Hij is een uithangbord van het instituut en het gezicht van onze democratie. Hij zou moeten staan voor een Kamer waarin iedereen zich veilig voelt, waar iedereen gelijkwaardig wordt behandeld en waar de waardigheid van het debat wordt bewaakt.

Voorzitter. Voordat ik inga op het voor DENK beslissende punt, namelijk leiderschap, wil ik twee andere punten maken over het reilen en zeilen van de Kamer. Ik wil beginnen met de positie van de kleinere fracties. Daar maakte ik de vorige keer — toen was het mijn maidenspeech — ook een punt van. De kleinere fracties maken namelijk geen deel uit van het Presidium en komen daardoor in de positie terecht dat ze, wat mij betreft, nog te vaak zaken uit de krant moeten vernemen. We hebben een buddysysteem; mijn buddy zit rechts van mij. Ik ben heel blij met de samenwerking, maar toch doet het iets met de positie van met name kleinere fracties. Ik ben benieuwd naar de manier waarop de kandidaten denken in de komende periode, los van het buddysysteem, de positie van de kleinere fracties te verbeteren.

Voorzitter. Mijn tweede punt, voordat ik inga op het onderwerp leiderschap, gaat over diversiteit in de Kamerorganisatie. Daar praten we al jarenlang over bij de verkiezing van de Voorzitter en bij de Ramingen, maar ik ben benieuwd wat de kandidaten nou gaan doen om de diversiteit van de Kamerorganisatie te bevorderen; daarom is het een vraag aan alle kandidaten. Dus wanneer gaan we nou stoppen met het bespreken van het onderwerp en gaan we daadwerkelijk stappen zetten? Aan alle kandidaten zou ik de hoe-vraag willen stellen: hoe willen ze dat bevorderen? Ik heb één specifieke vraag aan de heer Bosma, want hij is nu Kamervoorzitter en ik ben benieuwd welke stappen hij heeft gezet om de Kamerorganisatie diverser te maken. Het lid Bosma kennen wij natuurlijk als iemand die irritatie krijgt van de woorden "diversiteit" en "inclusiviteit". We weten gewoon dat hij tegen diversiteits- en inclusiviteitsbeleid is. Ik wil dus specifiek van hem horen welke stappen hij nou heeft gezet.

Voorzitter. Dan kom ik aan bij het belangrijkste punt: het moreel kompas van onze Kamervoorzitter. Je kunt dan altijd heel flauw vergelijkingen trekken met andere Kamervoorzitters, maar dat ga ik niet doen. We zien dat alle drie de kandidaten op zich voldoende ervaring hebben om het proces te begeleiden, een Kamerdebat voor te zitten en een Kamerorganisatie aan te sturen, maar wij zoeken gewoon naar meer. Wij zoeken een Voorzitter die op basis van leiderschap durft in te grijpen als het moet, als het nodig is; niet als het de Kamervoorzitter goed uitkomt, niet als het politiek opportuun is, maar wanneer het moet.

Voorzitter. Dan kom ik aan bij de heer Bosma. Hem kunnen we beoordelen op basis van twee jaar praktijkervaring en ik moet heel eerlijk zijn: er zijn dingen die goed gaan. Zo leidt hij de vergaderingen vrij strak. De poëzie van de heer Bosma hoeft wat DENK betreft niet, maar eerlijk gezegd: soms heeft het wel zijn charme. We zeggen er ook eerlijk bij dat hij grappen kan maken, dat hij humor heeft; dat wil ik hem ook wel toegeven. Dat hij die humor inzet als wapen is allemaal prima, maar wat DENK betreft blijft het wel bij deze drie kleine punten. Wij blijven bij onze conclusie dat iemand die jarenlang partijideoloog is geweest van de PVV, de bedenker is van de "kopvoddentaks", spreekt over "kalifaat Hollandistan", het heeft over "slavernijgedram", nooit Kamervoorzitter had mogen worden. Je kunt niet na het jarenlang verspreiden van bagger en haat van de ene op de andere dag zeggen: nu ben ik knetterneutraal. Dat is alsof je een pyromaan de ruimte geeft om opeens brandweerman te zijn. Iedereen voelt aan dat dat nooit gaat werken. Dat zagen we in de afgelopen twee jaar, want sinds de heer Bosma Kamervoorzitter is, is de Kamervoorzitter niet welkom bij de jaarlijkse Ketikotiherdenking. Wat DENK betreft is dat een totale afgang. Als je niet eens welkom bent bij een hele belangrijke herdenking, kun je de Kamer gewoon niet vertegenwoordigen.

Voorzitter. Er waren moment waarop in dit huis, vanuit het vak rechts van mij, hele groepen Nederlanders tot op het bot werden beledigd. Palestijnen werden "een nepvolk" genoemd. De meest walgelijke uitingen werden gedaan door de fractiegenoten van de heer Bosma. Toen greep hij niet in. Er was een live uitgezonden dreigement waarbij het ene Kamerlid tegen het andere Kamerlid zei: ik zal je op je bek slaan. Toen greep hij niet in. Toen zijn collega's jarenlang nepbeelden konden maken, niet alleen van collega's maar, nog belangrijker, over hele bevolkingsgroepen, en die beelden via nep-Facebookaccounts verspreidden, greep de Kamervoorzitter niet in. Toen zijn fractievoorzitter op basis van een paar mails de verkiezingsuitslag in twijfel trok, greep de Kamervoorzitter niet in. Nota bene de vertegenwoordiger, de Voorzitter, van het instituut dat op basis van die verkiezingen is gekozen, zei helemaal niks. Weet u wanneer de heer Bosma wel ingreep? Toen de PVV "een extreemrechtse partij" werd genoemd. Dat kon niet. Dat mocht dan opeens niet, want dat ging allemaal te ver. Toen greep de heer Bosma in. Dat was voor ons het moment waarop duidelijk werd — wij wisten dat al — dat de heer Bosma "knetterneutraliteit" gebruikt als een soort leuke beeldspraak om neutraal over te komen, maar in feite is hij dat niet.

Voorzitter. De heer Bosma is gezakt op het belangrijkste examenpunt van een Kamervoorzitter: geloofwaardigheid en representatief leiderschap voor alle Nederlanders. Daarom is het wat DENK betreft mooi geweest. We pakken vandaag de voorzittershamer van de heer Bosma af.

Voorzitter. Dat betekent niet dat de overige twee kandidaten automatisch onze steun hebben. Daar moeten ze wel voor werken. Daar heb ik straks nog een aantal vragen over en daar heb ik ook al een aantal vragen over gesteld. Ze krijgen net als de heer Bosma een eerlijke behandeling van DENK.

Ik kom aan bij de heer Van Campen. Als ik zo naar de heer Van Campen kijk, dan zie ik toch wel een vrolijke liberaal, die met iedereen goed kan omgaan. Volgens mij is niemand in de Kamer, in dit huis, boos op hem. Dat is toch wel het beeld, het idee dat bij mij opkomt als ik zo naar de heer Van Campen kijk. Maar in een interview, volgens mij van afgelopen weekend, zei hij dat de Kamervoorzitter meer moet normeren. Daar heb ik een vraag over. Kan de heer Van Campen een concreet voorbeeld noemen uit de afgelopen twee jaar waarin hij vond dat er meer genormeerd moest worden maar dat niet werd gedaan? Wat zou hij toen anders gedaan hebben dan de huidige Kamervoorzitter?

Voorzitter. Dan nog één vraag aan de heer Van der Lee. Als ik zo naar de heer Van der Lee kijk, dan zie ik iemand met heel veel passie, iemand die een enorme bagage aan ervaring met zich meedraagt. Hij schrijft in zijn brief dat hij constateert dat autocratische krachten aan terrein winnen en dat hij de politieke cultuur van Nederland wil verbeteren en daaraan wil bijdragen. Ik zou aan hem de vraag willen stellen of hij een recente situatie kan noemen waarin hij vond dat de Kamercultuur ontspoorde en wat hij dan zelf had gedaan als hij Kamervoorzitter was geweest.

Voorzitter. Wij bepalen als fractie … Het zijn uiteraard schriftelijke stemmingen, maar ik ben er open en transparant over dat wij als fractie na afloop van het debat bij elkaar komen. Ik zal dan als deelnemer van dit debat mijn fractie adviseren om te stemmen op welke kandidaat dan ook. Uiteraard proberen wij daar als DENK één duidelijke lijn in te trekken.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Mohandis uit voor zijn bijdrage namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Laat ik beginnen met alle drie de kandidaten, de heer Bosma, de heer Van der Lee en de heer Van Campen, te bedanken voor het feit dat zij zich gekandideerd hebben en het gezicht, het boegbeeld willen zijn van onze Kamer. Dat is nogal wat.

Voorzitter. Voor mijn fractie is het van groot belang dat de Kamervoorzitter ervoor zorgt dat alle Kamerleden en alle medewerkers in de gelegenheid worden gesteld om op een prettige manier en op een veilige manier hun werk te kunnen doen. De Kamervoorzitter draagt zorg voor het faciliteren van het goede debat hier in de plenaire zaal, waarin Kamerleden en iedereen die ons ondersteunt op basis van inhoud ideeën laten botsen, maar creëert ook een sfeer waarin er wordt geluisterd naar elkaar. Dat doet mij denken aan de Latijnse spreuk "audi alteram partem", oftewel: hoor ook de ander. Deze spreuk is niet te missen in de Goudse raadszaal en is weliswaar ook iets uit het Romeinse procesrecht, maar in de politieke context wordt deze spreuk vooral gebruikt om het belang van goed luisteren naar de ander duidelijk te maken. Namens mijn fractie stellen wij alle kandidaten verschillende vragen, maar de focus ligt vooral op het zijn van boegbeeld namens ons allemaal, ook naar buiten toe, op het voorzitten, dus het normeren tijdens debatten, en tot slot op de politieke verantwoordelijkheid van de Voorzitter als het gaat om het reilen en zeilen van de ambtelijke organisatie.

Voorzitter. Ik begin met het eerste punt. Ik richt me eerst tot de heer Van Campen, want in zijn brief heeft hij het over "de taak om altijd uit te leggen wat wij hier doen". Vindt u, vraag ik aan de heer Van Campen via de Kamervoorzitter, dat de Voorzitter actiever dan in de afgelopen twee jaar het gezicht had moeten zijn, dus ook proactief in de media het belang van het werk dat wij hier doen had moeten uitdragen. Ik vraag aan de heer Bosma waarom hij, ten opzichte van zijn recente voorgangers en zijn voorgangers in de afgelopen twintig jaar, de media lijkt te mijden. U geeft weinig mediaoptredens. Kunt u toelichten waarom dat zo is? Zit daar iets achter? Of is dat gewoon omdat u denkt "laat de camera's maar deze kant op komen" of "ze zijn hier toch al"? Graag een reactie.

Aan de heer Van der Lee vraag ik of hij van plan is om wel vaker dan de afgelopen jaren is gebeurd, naar buiten toe te treden als Voorzitter om ons instituut te vertegenwoordigen. Ik bedoel dus ook dat dit proactief gebeurt, en niet dat er gewacht wordt tot een journalist een vraag heeft over iets wat zich heeft voorgedaan.

Meneer Bosma, heeft u enig begrip voor het feit dat er werd geworsteld met uw afwezigheid bij de herdenking van het slavernijverleden, met Ketikoti om precies te zijn, en dat daar ophef over was? Herkent u dit? Graag een reflectie hierop. Als ik het goed heb, is er eerder niemand afgevaardigd namens de hele Tweede Kamer. Een jaar later is er een vervanger gegaan. Hoe is dat toen gegaan? Ik ben ook benieuwd naar hoe alle drie de kandidaten ervoor zorgen dat zij boven de partijen staan als zij straks Voorzitter zijn. Wellicht kunt u voorbeelden geven vanuit uw huidige of vorige rol. Richting de heer Van Campen en de heer Van der Lee heb ik het dan specifiek over hun rol als ondervoorzitter.

Dan kom ik bij het normeren tijdens debatten en het werk dat wij hier met elkaar doen. De heer Van Campen heeft het in zijn brief, en volgens mij ook in het AD, gehad over normeren. Hij wijst specifiek op artikel 8.19 uit het Reglement van Orde. Daarin staat dat er geen beroep op de Kamer gedaan kan worden ten aanzien van beslissingen van de Voorzitter. U geeft aan dat wij deze verantwoordelijkheid niet moeten onderschatten. Vindt u dat die wordt onderschat, is mijn vraag. Kunt u dat uitleggen? Hoe zit dat? Wellicht kunt u voorbeelden geven van hoe het beter had gemoeten. Mijn persoonlijke ervaring als voorzitter van de vaste Kamercommissie voor VWS met ordeverstoringen en hoe daarmee om te gaan, is dat dat niet altijd eenvoudig is.

Een vraag aan alle drie de kandidaten: vindt u dat ons Reglement van Orde voldoende handvatten geeft om te normeren? Of moet bijvoorbeeld artikel 8.16, dat gaat over ongeoorloofd gedrag en ordeverstoring, worden aangescherpt? Graag een algemene reflectie op ons reglement, of u daarmee uit de voeten kunt en hoe dat eventueel anders zou moeten. Ik heb daarover een specifieke vraag aan de heer Bosma: hoe vindt u dat het normeren gaat? Er zijn al voorbeelden genoemd door de vorige sprekers. Daarbij kan ik me grotendeels aansluiten. Wanneer stapt u wel naar buiten om namens de hele Kamer te zeggen: tot hier en niet verder? Graag een concreet antwoord.

Over dit onderwerp heb ik nog een specifieke vraag. Die gaat over het versterken van de positie van de Kamer tegenover die van het kabinet. Ik worstel er zelf binnen commissies weleens mee dat de totale spreektijd van de Kamerleden korter is dan de totale antwoordtijd van het kabinet. Ik kan me voorstellen dat dat hier in de plenaire zaal ook gebeurt. Zou dat niet anders moeten, vraag ik aan alle drie de kandidaten.

Voorzitter. Dan kom ik bij het derde blok, over het reilen en zeilen van de ambtelijke organisatie. De Kamer als instituut is veelvuldig in het nieuws geweest de afgelopen jaren. Hoe denkt u, vraag ik aan alle drie de kandidaten, rust en stabiliteit te borgen? Hoe denkt u dat op een manier te doen waarop het prettig werken is? Meneer Bosma, u heeft het er in uw brief specifiek over dat de keuze voor een Voorzitter enorme impact heeft gehad op de ambtelijke organisatie. U heeft het ook over verziekte arbeidsrelaties. Wat heeft u vanuit uw rol gedaan om dat te herstellen de afgelopen tijd? Kunt u ook aangeven hoe dat de komende jaren anders zou moeten?

De heer Van Campen en de heer Van der Lee zijn beiden ondervoorzitter. Ook in deze rol hebben zij veelvuldig te maken gehad met de ambtelijke organisatie en de ambtelijke leiding. Wat is er volgens u nodig, vraag ik aan beiden, om de Tweede Kamer als organisatie verder te versterken? Welke uitdagingen ziet u bij het ondersteunen van de onmisbare rol van de ambtelijke organisatie en alle ondersteuning die daarbij hoort? Kunnen de heer Van der Lee en de heer Van Campen specifiek ingaan op hun ervaring met leiding geven in een organisatie? Ik zou ook graag horen over uw vorige ervaringen daarmee.

Dan kom ik op het verloop van Kamerleden. Inmiddels is de gemiddelde zittingsduur van Kamerleden volgens het Montesquieu Instituut drieënhalf jaar. Wat betekent dit volgens u voor het Kamerwerk?

Tot slot, voorzitter. Ik zeg tegen de drie kandidaten: u hebt alle drie een beeld van waarom u de geschikte kandidaat bent. Waarom ... Nee, laat ik het anders vragen: wat waardeert u eigenlijk in elkaar? Dan vraag ik om één punt. Het hoeft niet heel veel te zijn, anders wordt het een heel boekwerk. U kent elkaar als ondervoorzitter c.q. Voorzitter; ik ben wel benieuwd hoe u naar elkaar kijkt. Als ik het goed begrijp, draagt de heer Bosma gedichten voor van dichters die inmiddels zijn overleden. In mijn rol als cultuurwoordvoerder en liefhebber van de Nederlandse literatuur was ik benieuwd waarom dat zo is. Is daarover nagedacht? Is dat gewoon omdat dat mooie gedichten zijn? Krijgen levende dichters een kans? Het kan ook zijn dat ik niet altijd goed heb opgelet als u een gedicht heeft voorgedragen. Graag een reactie.

Voorzitter. Ik houd het hierbij. Het mag geen geheim zijn dat ikzelf en natuurlijk ook mijn fractie een kandidaat heel geschikt vinden, maar het zou heel gek zijn als ik daar nog weer een hele pagina aan ga wijden. Ik wens u allen wijsheid bij de stemming.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Krul uit van de fractie van het CDA voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter ... Of eigenlijk moet ik dan ook "ondervoorzitter" zeggen. Eigenlijk is "kandidaat-Voorzitters" nog beter. Veelgehoord is de kritiek dat Den Haag minder met zichzelf bezig moet zijn. Daarom leek het ons ook ditmaal een uitstekend idee om de eerste reguliere dinsdag volledig aan onszelf te besteden. Ik hoop dat het ons vergeven wordt, want er staat een gewichtig besluit op de agenda vandaag: de Kamer kiest haar nieuwe Voorzitter. De democratische rechtsstaat is een huis gebouwd op robuuste pilaren, instituties, wetten en grondrechten, maar vindt haar ziel in rituelen, tradities en mores. Het debat met de beoogde Voorzitters is zo'n traditie, gevangen in ons Reglement van Orde. De hamer is vele handen gepasseerd. De langstzittende Voorzitter was Rad Kortenhorst uit de KVP-gelederen. Hij mocht maar liefst vijftien jaar de voorzittershamer zwaaien. In 1998 was Jeltje van Nieuwenhoven de allereerste vrouwelijke Voorzitter. Slechts één keer in 210 jaar parlementaire geschiedenis trad een Voorzitter voortijdig af. Nu kunnen de kandidaten gelijk triviapunten scoren, want in welk jaar was dat? Dat was het jaar dat we 200 jaar parlementaire democratie vierden.

Goed, voorzitter, ik wil beginnen met het uitspreken van hulde. Hulde aan alle drie de heren. Zij zetten een stap naar voren in een van de meest openbare sollicitatieprocedures die dit land kent, een sollicitatie die live op tv te volgen is. Zij steken hun nek uit. Daar verdienen zij respect voor. De CDA-fractie dankt hen hiervoor.

Voorzitter. Tot zover de categorie trivia. Nu de toekomst. De politiek staat op een kruispunt. Breken we met een periode van spektakelpolitiek en streven we naar een nieuwe politieke cultuur of doen we wat we altijd deden opdat we krijgen wat we altijd kregen? Het CDA kiest voor de eerste optie: van spektakel naar inhoud, van het jagen op reacties en likes naar het boeken van resultaten. Wij kiezen voor een politiek waarbij dit huis zacht is op de relatie, maar scherp op de inhoud. Hoewel dit begint bij ieder individu en diens bereidheid om hieraan bij te dragen, zien wij in de Voorzitter wel degelijk een hoeder van die nieuwe cultuur. Want de Voorzitter van de Tweede Kamer disciplineert, corrigeert en normeert wanneer noodzakelijk. Dat is maar goed ook. Dat doet hij zelfs als er een handgemeen dreigt in de plenaire zaal, hetgeen in de vorige periode zelfs aan de orde was, waarbij het ene Kamerlid zegt het andere Kamerlid "op de bek te slaan". Saillant detail: hij bleek zelfs op kickboksen te zitten. Maar goed dat de Kamervoorzitter ingreep. Dat is het normeren dat het CDA graag ziet. De Kamervoorzitter is het spreekwoordelijke elastiekje om de pols dat ons er feilloos aan herinnert als we de bocht uit vliegen. Mijn eerste vraag aan de kandidaten is dan ook misschien wel de belangrijkste voor de CDA-fractie: zien zij ook de noodzaak voor die nieuwe cultuur? Welke rol willen zij als Voorzitter hierin spelen?

De leden van de CDA-fractie hebben enkele algemene vragen aan alle drie de Voorzitters, of beter gezegd, aan de kandidaten, want het kunnen er geen drie zijn. We hebben ook een paar specifieke vragen voor de individuele kandidaten. Wat het CDA betreft staan drie woorden bovenaan de prioriteitenlijst van de nieuwe Voorzitter: rust, reinheid en regelmaat. Graag licht ik middels deze drie woorden toe wat voor ons belangrijk is. Ik begin met "rust". De Voorzitter is niet alleen de bewaker van de orde in de zaal, hij of zij is ook het gezicht van een organisatie met honderden medewerkers: van Griffier tot bode, van bewaker tot restaurantmedewerker. Het gegeven dat het Voorzitterschap van de Kamer steeds vaker rouleert, betekent ook dat de organisatie steeds vaker een nieuw hoofd krijgt. Deze organisatie heeft de afgelopen jaren het nodige meegemaakt. In de gesprekken die ik de afgelopen weken heb gevoerd, krijg ik vooral het volgende terug: het roer hoeft niet elke twee jaar om, het roer moet recht. Graag hoor ik van de kandidaten hoe zij continuïteit en stabiliteit in de Kamer denken te brengen.

Voorzitter. Het tweede punt is reinheid. Een van de belangrijkste taken van de Voorzitter is het brengen van hygiëne in de Kamer. Zo schrijft artikel 7.31, lid 1 van het Reglement van Orde bijvoorbeeld voor dat moties niet worden ingediend indien de inhoud hiervan niet aan de orde is geweest tijdens het debat. Dit is een letter op papier, maar wordt in de praktijk nooit of zelden gehandhaafd. Zijn de kandidaten voornemens om moties ook écht buiten de orde te verklaren? Dat gezegd hebbende, hoe gaan de voorzitters er überhaupt voor zorgen dat er minder moties worden ingediend? Het CDA heeft nog wel een paar suggesties. Voor het beoordelingskader van moties, dat blauwe kaartje dat niemand leest, geldt hetzelfde: dat kan en moet echt beter. Wanneer bewindspersoon a een motie oordeel Kamer geeft, omdat deze motie het huidige beleid onderschrijft, verklaart de andere bewindspersoon de motie om exact dezelfde reden overbodig. Als we de motiestortvloed willen indammen, dan zullen de voorzitters strenger moeten handhaven in de Kamer op dat kader.

Voorzitter. Een ander punt is de neutraliteit, impliciet en expliciet. De heer Bosma heeft een paar verkiezingsbeloftes gedaan. Over het Binnenhof zullen we maar niet beginnen. Maar een andere belofte die hij twee jaar geleden deed, was dat hij de PVV-fractievergaderingen niet langer zou bijwonen. Het CDA vindt dat eigenlijk wel een gezonde situatie. Wij zijn benieuwd of de andere twee kandidaten dit gebruik willen voortzetten. De heer Van der Lee hoeft daarbij niet toe te zeggen dat hij de PVV-fractievergaderingen niet meer bijwoont, want dat deed hij waarschijnlijk toch al niet.

Voorzitter. Dan kom ik op regelmaat. Wat het CDA betreft streeft een goede Voorzitter naar voorspelbaarheid in een inherent onvoorspelbare omgeving, van het moment waarop de Kamer stemt tot het tijdstip waarop de Kamer vergadert. Dat wil zeggen: niemand hier kan met zekerheid zeggen dat de Kamer nooit na 23.00 uur vergadert, maar dat kan wel het streven zijn. De beweging die door de heer Bosma is ingezet, is een goede. Daar past dan ook een vraag bij aan de andere twee kandidaten. Zijn zij voornemens om die beweging te volgen en gaan we onnodige nachtelijke vergaderingen voorkomen, wetende dat het soms nu eenmaal niet anders kan? Zijn de kandidaten van plan om "woensdag wetgevingsdag" in ere te herstellen? Ja, ik moet "herstellen" zeggen, want dat was nu ook de ambitie, maar het is toch niet helemaal gelukt. Zijn de kandidaten scherp op onnodige verzoeken om toch op donderdag te stemmen over moties van debatten van diezelfde dag?

Voorzitter. Nu de categorie individuele kandidaten. Ik begin bij de heer Van Campen. We zijn gecharmeerd van het idee van zo'n jonge Voorzitter, maar we hebben van de heer Grinwis begrepen dat we dat geen thema mogen maken in deze verkiezingen. Toch heb ik een specifieke vraag. De Voorzitter is ook de chef van honderden vakbekwame ambtelijke medewerkers. Hoe wil de heer Van Campen de komende jaren richting gaan geven aan die grote organisatie?

Voorzitter. Dan de heer Bosma. De inzet van de heer Bosma is om voor iedere Nederlander het gezicht van de parlementaire democratie te zijn, ook bij bijvoorbeeld herdenkingen. Tegelijkertijd blijft het hier schuren. Het valt mij op dat hier in de brief geen aandacht aan wordt besteed. Kunnen we op dit gebied inspanningen verwachten?

Voorzitter. Dan de heer Van der Lee. Hij heeft een brok aan ervaring en zat maar liefst 400 keer de plenaire vergadering voor. Hij brengt deze ervaring mee in zijn kandidatuur. Ik vond het mooi om te lezen waar zijn motivatie vandaan komt, namelijk bij dat jongetje uit Oost-Nederland. Daar heb ik een vraag over. Hoe zou de heer Van der Lee die specifieke representatieve functie ook naar regio's vorm willen geven?

Voorzitter. Ik ga afronden. Daarvoor keer ik nog één keer terug naar de categorie trivia. Ik kom bij een gezegde dat hier vandaag al twee keer genoemd is, namelijk door de heer Grinwis en de heer Markuszower. Het gaat om de uitspraak: lam of leeuw? Die was van een van de langstzittende Voorzitters van de Kamer, Anne Vondeling, die het boek "Tweede Kamer: lam of leeuw?" schreef. "Wil de Kamer een leeuw zijn", stelde hij, "dan zal zij haar instrumenten niet bot moeten maken." Maar wie zich dit debat van twee jaar geleden nog herinnert, weet dat er ook een diepere betekenis zit in de vergelijking "lam of leeuw?" Hier scoorde Bosma toen triviapunten. Anne Vondeling vond deze vergelijking namelijk onbewust in het verhaal van Jesaja, waarin staat: "De leeuw zal neerliggen met het lam." Daarmee wordt bedoeld dat in de goede toekomst natuurlijke vijanden vredig naast elkaar zullen bestaan.

Voorzitter. Aan alle drie de kandidaten wil ik meegeven dat we hier de afgelopen jaren voorzichtig stapjes in hebben gezet. Dat wil het CDA graag doorzetten. Het zijn de absolute eerste, voorzichtige stapjes. De CDA-fractie dankt de kandidaten voor hun kandidatuur en daarmee dus ook hun bijdrage aan de parlementaire democratie. Wij verblijven in afwachting van hun antwoorden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dat geeft aanleiding tot een interruptie. Gaat uw gang, meneer Ergin.

De heer Ergin (DENK):
Ik zal de vraag heel direct stellen: is er nou wel of geen sprake van een onderonsje tussen CDA en D66?

De heer Krul (CDA):
Het antwoord is nee. De heer Sneller zei het al: wij hebben hier als woordvoerders geen contact over gehad. Ik heb het net even gecheckt in mijn appgeschiedenis; dat is tegenwoordig slim om te doen. Het gaat tussen de heer Sneller en mij meestal over onenigheden over drugs, maar over de verkiezing is niet gesproken.

De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Ergin.

De heer Ergin (DENK):
Dat is een duidelijk antwoord; dank u wel. De laatste vraag: is dit voor de CDA-fractie straks nou een vrije kwestie of gaat de heer Krul de fractie op basis van het debat adviseren om op een bepaalde kandidaat te stemmen?

De heer Krul (CDA):
Wij respecteren het stemgeheim. Uitspraken daarover gaan we dus hoe dan ook niet doen. We hebben het er als fractie natuurlijk wel over. De heer Grinwis gaf een mooie uiteenzetting van hoe het hier werkt. We hebben 150 gekozen volksvertegenwoordigers. Er zijn geen fracties in de Grondwet. Alle Kamerleden kunnen hun stemrecht dus gebruiken. Maar net zoals de heer Ergin dat straks gaat doen en net zoals hij zelf ook nog geen conclusie kan delen voordat het debat is afgerond, zullen wij daar ook het gesprek verder over voeren.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Diederik van Dijk van de fractie van de SGP uit voor zijn bijdrage. Daarmee zijn we officieel op de helft van het aantal sprekers. Gaat uw gang.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Uit pure verbazing heb ik de brieven van de kandidaten drie keer gelezen, maar er staat niks over in, echt niet. Over anderhalf jaar zouden we weer weg mogen uit ons betonnen ballingschap, maar geen van de drie kandidaten rept over hoe de verhuizing moet gaan gebeuren. Hoe is dat nou mogelijk? Misschien zullen de kandidaten ter verontschuldiging wijzen op de geruchten dat ons verblijf hier toch iets langer gaat duren. Tot mijn schrik hoor ik zelfs over de zomer van 2031. In dat geval vind ik het merkwaardig dat geen van de kandidaten de belofte doet dat we voor de reguliere verkiezingen van 15 mei 2030 terug zijn op het Binnenhof. De SGP had bij de ambitieuze kandidaten een vleugje Trump verwacht. Daarbij heb ik de volgende vraag. Welke ideeën hebben de kandidaten om bij nieuwe Kamerleden — we hebben er nogal wat — het verlangen naar het verloren land op te wekken, het land dat ze niet kennen, en te voorkomen dat ze straks helemaal niet terug willen? Misschien jaarlijks een minuut stilte op 22 augustus, de verhuisdag naar B67?

Voorzitter. In een tijd van ballingschap is het in ieder geval belangrijk dat het leiderschap stabiel is. Om mensen mee te kunnen nemen, is het bovendien een voordeel als iemand uit eigen ervaring het verloren land kent en erover kan vertellen. Dat de oude Tweede Kamer na twee jaar alweer vertrok, betekent niet dat we de opgebouwde ervaring van de Voorzitter ook meteen aan de kant moeten schuiven. Als ik dit allemaal op me laat inwerken, komt de volgende vraag boven aan beide T(h)oms, TomThom zogezegd. Waarom vinden zij het in het belang van de Kamer überhaupt wenselijk dat er andere kandidaten zijn dan de heer Bosma?

Voorzitter. Het leveren van duidelijke prestaties verdient ook bij het Voorzitterschap aandacht. De voorzitter van de eerste Nationale Vergadering in Nederland, Pieter Paulus, zei in 1796, tijdens zijn toespraak in de Oude Zaal aan het Binnenhof, dat er in een periode van ruim een jaar meer was bereikt dan in de twee eeuwen ervoor. Zo ver gaat de heer Bosma in zijn brief niet als hij het heeft over zijn termijn van twee jaar, maar hij wijst wel op zijn prestaties. Hij doet bijvoorbeeld bijna altijd op tijd het licht uit. De SGP vindt het belangrijk dat hij de positie van de ambtelijke organisatie uitdrukkelijk benoemt. Welke concrete doelstellingen willen de kandidaten voor de komende periode formuleren?

Voorzitter. Dan toch ook een kritische noot richting de heer Bosma. Met zijn brief doet hij een opzichtige poging om de SGP te verschalken. Hij dacht natuurlijk: stop er een ijsvogel in met Willem van Oranje en Kees van der Staaij, en ik heb die drie zetels in ieder geval binnen. Maar zo werkt dat bij ons niet. Bovendien zijn de tijden erg veranderd sinds het vertrek van Kees van der Staaij. Naar verluidt is de SGP minder staatsrechtelijk en meer populistisch geworden. Is hem dat echt ontgaan? Of, zo vraag ik me nu af, klopt dat verhaal over het gewijzigde profiel van de SGP kennelijk niet?

Voorzitter. De Voorzitter heeft volgens het reglement ook de taak om op te komen voor de Kamer. De SGP merkt daarbij op dat het wel gaat om het Voorzitterschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het Koninkrijk der Nederlanden, niet in een kosmopolitische republiek. Hoe kijken de kandidaten naar de rol van en het contact met de Koning, bijvoorbeeld in de formatie? Vinden zij ook dat een hoorzitting voor nieuwe ministers vóór hun benoeming niet goed past in ons bestel, maar dat de vaste kennismaking na de benoeming wél goed kan zijn? En, om dicht op de actualiteit te blijven, wat vinden zij er eigenlijk van dat de formerende partijen zelf besluiten over een wijziging inzake informateurs, in plaats van dat de Kamer dat doet? De SGP is ook benieuwd wat de kandidaten vinden van de situatie waarin organisatoren van een landelijke herdenking een Kamervoorzitter niet willen uitnodigen vanwege eerdere uitspraken. Zou de Kamer dan niet pal achter de gekozen Voorzitter moeten gaan staan en verstek moeten laten gaan?

Voorzitter. Ik ga mijn bijdrage waardig eindigen, en dat doe ik met de waardigheid van de Tweede Kamer. Artikel 8.14 van ons Reglement van Orde bepaalt dat ieder lid zich gedraagt op een wijze die getuigt van onderling respect en die geen afbreuk doet aan de waardigheid van de Kamer. Hoe willen de kandidaten eraan bijdragen dat dit gebeurt? Welke actie gaan ze uitvoeren om te voorkomen dat Nederlanders zich groen en geel ergeren aan het optreden van het parlement? De SGP vraagt hierbij specifiek aandacht voor de voorbeeldfunctie in taalgebruik. Scheldwoorden en grove taal horen hier niet thuis, om over vloeken maar te zwijgen. Willen de kandidaten hier actief op toezien?

De voorzitter:
Ik was op zoek naar een punt, maar ik heb ook het vermoeden dat u bijna aan het einde van uw bijdrage bent.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik heb nog één blokje.

De voorzitter:
Ik kijk even naar mevrouw Michon. Ik ga haar het woord geven.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank, voorzitter. Ook veel dank voor de bijdrage van de collega van de SGP. Daarin horen we ook het "staatsrechtelijk geweten", zoals we de heer Van der Staaij ook wel noemden. Het is altijd goed om dat hier in het debat naar voren te brengen. In dat kader heb ik een vraag. In zijn brief vraagt de heer Bosma ons uitdrukkelijk om ons oor ook te luister te leggen bij de ambtelijke organisatie. Hij geeft aan dat de ambtelijke organisatie ook zeer aan zijn aansturing gehecht is. Nu weet ik niet beter dan dat je de ambtenaren juist niet het politieke domein in moet trekken en vice versa. Een Voorzitter is hier onze Voorzitter en heeft een politiek mandaat, en de Griffie en de 800 ambtenaren worden aangestuurd door de Griffier. Kan de heer Van Dijk daar nog iets over uitweiden? Hoe verhoudt de Voorzitter zich in zijn ogen nou tot die ambtelijke Kamerorganisatie?

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dat vind ik een mooie vraag van mevrouw Michon. Ze heeft het over de gescheiden verantwoordelijkheden. Tegelijkertijd staat het buiten kijf dat de Kamervoorzitter gewoon een belangrijke positie heeft, ook ten opzichte van deze ambtelijke organisatie. Als Kamervoorzitter heeft de heer Bosma er in ieder geval aan bijgedragen dat er een zekere rust is teruggekeerd. Dat horen we ook terug uit de ambtelijke organisatie. Daarom vind ik dit punt heel wezenlijk en snap ik ook wel dat de heer Bosma het heeft ingebracht. Hoe je ook denkt over een wissel naar welke persoon ook — de heer Bosma mag er nu twee jaar zitten en er is een zekere rust in de ambtelijke organisatie — ik vraag me oprecht af of dit niet een heel slecht moment is, ook voor de ambtelijke organisatie, om überhaupt tot een wissel te komen. Het is dus ook best een beetje een pragmatisch antwoord, dat misschien niet helemaal recht doet aan de principiële vraag van mevrouw Michon, maar ik constateer simpelweg dat met het huidige bestel de Kamervoorzitter wel van grote betekenis is voor de rust in de ambtelijke organisatie.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dat deel ik zeer met de heer Van Dijk, maar ik denk ook dat die rust erin gelegen is om de ambtenarij, dus de Griffie en alle medewerkers van de Kamer, juist niet de politiek in te trekken en vice versa. We hebben hier met elkaar veelvuldig het debat over een vreselijk voorval waarin dat wel gebeurd is. Daarom hecht ik aan de opvatting van de heer Van Dijk over hoe het staatsrechtelijk zit met de verhouding tussen de Kamervoorzitter en de ambtelijke organisatie. Fijn dat iedereen het nu goed met elkaar kan vinden, maar zo zou het niet moeten zijn. De organisatie zou zo ingericht moeten zijn dat ze, met een Chinese muur, dus los van elkaar, altijd goed kan functioneren en dat dat niet alleen maar afhangt van de vraag of je elkaar aardig, leuk of wat dan ook vindt.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Op dit punt kan ik mevrouw Michon principieel natuurlijk alleen maar gelijk geven, maar dat vergt dan wel echt een overleg in een ander gremium over de manier waarop we het bestel nu hebben ingericht en de positie van de Kamervoorzitter daarbij. Hoe zou je zo'n Chinese muur, zoals u het noemt, dan kunnen vormgeven? Ik vind dat best ingewikkeld. Ik voel me nu in ieder geval wel gerechtigd om dit punt te maken. Het voorzitten van politieke debatten is absoluut belangrijk. Dat kunnen echt ook meer Kamerleden. Maar rust brengen in de Kamerorganisatie en de verantwoordelijkheden die daarbij horen vind ik minstens zo belangrijk. Daarom vind ik het wel goed dat dit op dit moment in ieder geval een rol speelt in dit debat.

Voorzitter. Mijn laatste opmerking gaat over een traditie waarmee de huidige Voorzitter is begonnen: de poëtische start van de vergadering. Wat vinden de andere twee kandidaten van deze gewoonte? Aan alle drie heb ik de vraag: gaan ze dit in hun termijn gebruiken en hebben ze daarbij ook oog voor de bijzondere positie van de Statenvertaling, die op last van de Staten-Generaal is vervaardigd? De zachte schoonheid van de Nederlandse taal is een verkwikking naast de harde woorden of de bloedeloze beleidsblurrie die hier nog weleens voorbij stroomt. We laten ons graag verrassen!

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie dat de heer Dassen van de fractie van Volt al klaarstaat voor zijn bijdrage. Dat waardeer ik als voorzitter. Gaat uw gang!

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik wil graag mijn dank uitspreken aan alle kandidaten, omdat zij zich beschikbaar hebben gesteld en hun nek uitsteken. Het is een belangrijke verkiezing in de openbaarheid. Wellicht treedt één van hen in de voetsporen van eerdere Kamervoorzitters, zoals bijvoorbeeld mr. J.K. baron van Goltstein. In 1849 werd hij als gematigd liberaal Voorzitter van de eerste op basis van rechtstreeks kiesrecht gekozen Tweede Kamer. Hij sprak na zijn benoeming: ik zal proberen deze eervolle benoeming waardig te vervullen door tijdens uw beraadslagingen geheel volgens het Reglement van Orde de nodige orde en regelmaat te bewaren, iets wat onmisbaar is voor het welslagen van ons werk.

De rol van Kamervoorzitter is dus belangrijk, zoals de heer Van Goltstein ook al benoemde. Het is een bepalende rol, in vele opzichten. Het is agendabepalend, bepalend voor het vertrouwen, bepalend voor het reilen en zeilen van de ambtelijke organisatie en het is een gezaghebbende rol in dit huis. Ik wil de heer Bosma dan ook van harte danken. Hij heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan het versterken van de ambtelijke organisatie. Hij heeft met humor en gezag de vergaderingen van dit parlement voorgezeten.

Toch heeft kandidaat Bosma eerder verschillende uitspraken en voorstellen gedaan die haaks staan op de verbindende en vertegenwoordigende rol, zoals ik ook bij vorige Voorzittersverkiezingen heb aangegeven. Ook deze keer is de heer Bosma als Kamerlid verkozen via een programma dat haaks staat op deze waarden. Dat zal voor mij een reden zijn om niet op hem te stemmen.

Zoals ik al eerder zei: het is een belangrijke rol. De Kamervoorzitter bepaalt deels de Kameragenda en kan daarin een sturende rol hebben. Ik ben benieuwd hoe de kandidaten daarnaar kijken. Wordt er ook rekening gehouden met de wens van een grote minderheid? We zien vaker dat debatten meerdere keren aangevraagd worden door een grote minderheid, maar pas later geagendeerd worden.

Ook voor het verdedigen van de rechtsstaat en de staatsrechtelijke verhoudingen is een Kamervoorzitter belangrijk. De heer Van der Lee geeft aan dat de autocratische krachten in opkomst zijn. Welke rol ziet hij als Voorzitter voor zich om de positie van het parlement te versterken, ook richting het kabinet in het geval dat er weer een motie niet wordt uitgevoerd of naast zich neergelegd wordt? We hebben zelfs te maken gehad met een amendement dat op een andere manier werd uitgelegd. Welke rol ziet hij als bepaalde informatie niet gedeeld wordt terwijl het parlement daar wel degelijk recht op heeft en ook meerdere malen om heeft verzocht? Kunnen de kandidaten daarop reflecteren?

Ook spreekt de heer Van der Lee over het verbeteren van de politieke cultuur. Ik ben benieuwd welke stappen hij zelf voor zich ziet, ook in vergelijking met de afgelopen jaren. Welke stappen zien de andere kandidaten hier voor zich?

Het is mooi dat alle drie de kandidaten waardering uitspreken voor de ambtelijke organisatie en voor het belang daarvan. Ik denk dat wij allemaal onderschrijven hoe goed deze is en hoe belangrijk deze is voor het werk dat wij hier doen. Ik ben dus ook benieuwd hoe de kandidaten er als Voorzitter voor gaan zorgen dat de ambtelijke organisatie verder versterkt gaat worden.

Ondanks dat de heer Bosma schrijft dat interrupties korter zijn geworden, blijkt uit navraag dat dat niet helemaal het geval is. De trend van de afgelopen tien jaar is doorgezet en de gemiddelde interruptie is wel degelijk iets langer geworden, met het absolute record van de heer Wilders met een interruptie van drieënhalve minuut. Dat is een behoorlijke inbreng aan de interruptiemicrofoon. Hoe kijken kandidaten naar de methode-Klaver, die bij de commissie voor Buitenlandse Zaken is ingesteld? Daarbij zijn er een onbeperkt aantal interrupties indien deze onder de twintig seconden blijven. Er is strikte handhaving op het moment dat een interruptie langer dan 45 seconden duurt. Daardoor gaat het debat sneller en is er meer ruimte voor interrupties. Ik heb daar zelf altijd erg veel plezier in. Het komt het debat ten goede. Volgens mij is dat beter dan dat we hier nog een keer drieënhalve minuut naar de heer Wilders moeten gaan staan luisteren.

Voorzitter. Ik heb nog een vraag specifiek aan de heer Van der Lee. Bij uw vorige kandidatuur sprak u over de mogelijkheden van digitalisering. Dat zie ik nu niet terug. Is dat omdat u daar geen kansen meer voor ziet of omdat dat de vorige keer geen goed verkiezingsthema bleek te zijn geweest?

Dan nog een vraag specifiek aan de heer Van Campen. Meneer Van Campen, u bent de jongste kandidaat. Ik ben benieuwd wat we daarvan mogen verwachten? Welke voordelen brengt dat met zich mee?

Ik kijk uit naar de beantwoording, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag mevrouw Michon-Derkzen van de fractie van de VVD uit voor haar bijdrage in deze termijn. Gaat uw gang.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank, voorzitter. Allereerst wil ik natuurlijk ook de drie kandidaten heel erg bedanken voor hun moed om hier vandaag te zitten en hun vinger op te steken voor het Voorzitterschap. Het is een openbare sollicitatie — dat hebben velen al gezegd — maar het is eigenlijk ook een openbaar functioneringsgesprek. De heer Bosma is namelijk al een aantal jaar Voorzitter en ook de andere twee heren, Van Campen en Van der Lee, hebben we al veel aan het werk gezien als ondervoorzitter.

Het zijn drie mannen; dat is dan weer net jammer. Twee mannen zijn 61 jaar. Zij komen allebei uit Amsterdam. Ze zouden, als je niet uitkijkt, in elkaars straat kunnen wonen. En dan hebben we nog één jonge man, van 35 jaar, uit Zwolle. In die zin bewijst hij maar weer dat je ook als jonge man je vinger op kan steken voor heel zwaar werk. Dat gaan we overigens ook terugzien bij onze premier, die ook een jonge leeftijd heeft.

Voorzitter. We hebben vorige week — dat hoorden we net ook — afscheid genomen van een heel aantal leden en een heel aantal nieuwe leden beëdigd. In die zin is het ook een nieuw begin. Ik kijk ook uit naar dit nieuwe begin. We hebben veel nieuwe gezichten. Daar hoort de nieuwe voorzitter bij. Het is aan ons allemaal, aan alle 150 Kamerleden, om een aantal dingen anders en wat mij betreft beter te gaan doen. Ik zal daar zo in mijn bijdrage ook iets over zeggen. De Voorzitter is daar eigenlijk het voorbeeld van. De Voorzitter vertegenwoordigt het instituut. De Voorzitter vertegenwoordigt ons, net zoals wij een voorbeeld zijn voor onze samenleving. De Voorzitter is in die zin ons visitekaartje. De Voorzitter — dat is al veel gezegd — moet de vertegenwoordiging zijn van alle 150 Kamerleden. Als ik de bijdragen tot nu toe hoor, zie je hoe ingewikkeld dat is. Want wat de ene partij een hele normale uitspraak vindt, vindt een andere partij een onwelgevallige uitspraak. Waar de een denkt "nou, mooi gedaan, het was mijn motie of amendement niet, maar prima", gaat de ander daar een hoop kabaal over maken. Waar de een wordt uitgenodigd voor een activiteit, wordt een ander dat niet en wordt dat ook politiek. Ik zou dus aan alle drie de kandidaten willen vragen: wat kunnen zij doen om de polarisatie die je ziet in alles wat wij hier doen, ook in deze Kamer, tegen te gaan?

Ik moet ook denken aan de vorige verkiezing, twee jaar geleden, waarna de heer Bosma uiteindelijk de Voorzittershamer kreeg, wat in sommige vakken niet leidde tot geroffel. Ik vond dat pijnlijk. We kiezen hier vandaag met elkaar een Voorzitter. Dat betekent dat twee kandidaten het niet worden. Dat is hoe dan ook vervelend voor diegenen. Ik hoop eerlijk gezegd dat we wel met 150 mensen voor de nieuwe Voorzitter gaan roffelen. Hoe kijken de kandidaten daartegen aan? Dan kijk ik oprecht het meest naar de heer Van der Lee, want het was natuurlijk uw eigen verlies, maar ook in uw fractie lag dat zwaar. Hoe zorgt u er dan voor, meneer Van der Lee, dat u ook de Voorzitter bent van fracties die wellicht niet op u zullen stemmen en vice versa? Ook daar zie je de polarisatie die ik echt zou willen tegengaan.

Ik denk dat een belangrijk punt is dat de Voorzitter verbindt. De derde helft na een groot debat, zoals door de heer Bosma is ingericht, met een borrel in het Ledenrestaurant, vind ik een heel goed idee. Ik heb hier eerder al gehoord dat een kandidaat, de heer Van Campen, wel met een karaokemachine uit de weg kan. Wat zijn de voorstellen? Dat vraag ik in het bijzonder aan de heer Van der Lee, want van u weet ik het eigenlijk het minst en ik denk dat het goed is om ook van u te horen hoe u gaat zorgen voor verbinding onderling? Want dat is zo essentieel. Dat hoorden we ook bij het afscheid vorige week. De onderlinge relaties zijn namelijk veel beter dan menigeen op de tv van deze Kamer ziet.

Dan het volgende. De Voorzitter is het visitekaartje van de Tweede Kamer naar buiten. Eerdere sprekers zeiden het ook. De heer Grinwis begon ermee. Ik heb ook gezocht naar alle bijdragen van de heer Bosma in de media. Die kon ik niet vinden, maar wellicht hebben we het gemist. Ik wil de heer Bosma uitnodigen om daar iets over te zeggen. Hoe heeft hij de Kamer uitgedragen voor de buitenwacht? Wat raadt hij aan om wel en niet te doen? Als we hier een debat hebben waarover aan elke keukentafel van alles wordt gezegd en dat wordt gerecenseerd, dan zou ik het mooi vinden als we ook van de Voorzitter een recensie krijgen in de media, niet zozeer over de inhoud van het debat maar wel over de orde van het debat. Ik denk dat dat heel goed is.

Dat brengt mij bij de orde: het derde punt. Dat gaat natuurlijk over het naleven van de regels in het Reglement van Orde. We kunnen allemaal oeverloos bakkeleien over hoe we die regels naleven, maar ik denk dat juist de zachte normen, de normering, voor een Voorzitter essentieel is: wat laat je toe en wat niet? Hoe zorgen we ervoor dat de agenda goed gevuld is en dat er op woensdag inderdaad wetgeving op de agenda komt te staan en niet de actualiteit? Want natuurlijk is er ook elke week actualiteit die om een debat vraagt. Het zal u niet vreemd voorkomen dat het in mijn ogen belangrijk is dat we wetgeving voor laten gaan.

Hoe zorgen we ervoor dat de tijd goed in de gaten gehouden wordt? Daarvoor verdient de heer Bosma een groot compliment. Ik ben het eens met wat eerder vandaag is besproken. Een debat met de heer Van der Lee, waar ik ook bij zat, liep ongelofelijk uit. Dat komt natuurlijk ook door de Kamerleden, maar wat gaat de heer Van der Lee daaraan doen?

Voorzitter. Dan nog een enkele korte vraag, allereerst over de veiligheid. Daar hebben we het ook vaak in de Raming over: de veiligheid van het gebouw, de veiligheid onderling en de veiligheid in de omgang met elkaar. Kunnen de kandidaten daar iets over zeggen?

Tot slot over de vernieuwing. Dat was een expliciet punt in het profiel. Ik heb eerder gevraagd om digitaal te stemmen, in ieder geval als we teruggaan naar het Binnenhof. Dat gaat weer langer duren. Het is vreselijk. Hoe staan de drie kandidaten daarin? Er is eerder gesproken, ook in de coronatijd, over het op een andere manier leveren van het quorum. Hoe staan deze drie kandidaten daarin?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dat geeft aanleiding tot een vraag. Meneer Krul, gaat uw gang.

De heer Krul (CDA):
Ik heb een korte vraag over vernieuwen. Het is goed dat mevrouw Michon-Derkzen nog even over de karaokemachine begint. Die komt bij ons op het lijstje. De heer Bosma heeft iets vernieuwends gedaan, namelijk de fractievergaderingen. Is mevrouw Michon-Derkzen het met onze fractie eens dat het vernieuwend en goed is dat de Kamervoorzitter niet meer expliciet onderdeel is van zijn eigen fractie?

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Zolang ik in de Kamer zit, heb ik niet met een fractiegenoot te maken gehad die Kamervoorzitter is, dus ik weet niet wat daarin een goed gebruik is. Ik neem er kennis van dat de heer Bosma dat niet heeft gedaan. Eerlijk gezegd heb ik oprecht geen idee. Ik denk dat u zegt: vindt u dat de heer Van Campen in de fractie moet aansluiten? Ik heb geen idee. Ik ben benieuwd wat hij daar zelf van vindt. Ik kan me heel goed voorstellen dat er veel meer afstand is tussen de Kamervoorzitter en de fractie, maar tegelijkertijd is hij wel gewoon gekozen als VVD-volksvertegenwoordiger. Ik denk dat het heel goed is als hij daar zelf iets over zegt.

De voorzitter:
Dank u wel. Ook de heer Eerdmans kan zijn enthousiasme niet bedwingen. Gaat uw gang namens de fractie van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Om te beginnen ook vanuit JA21 waardering voor de kandidatuur van de drie kandidaten. Het vergt moed om in deze woelige tijden een stap naar voren te zetten. Wij hebben de sollicitatiebrieven tot ons genomen. Ik vind het mooi om te zien dat alle drie een andere klemtoon leggen in hun brief. Het gaat over het respect voor het debat, over de continuïteit van de organisatie, over stabiliteit en over ervaring. Dat zijn wat ons betreft allemaal belangrijke kenmerken voor onze Voorzitter.

Naast alle beschreven vaardigheden en eigenschappen uit de profielschets hecht JA21 waarde aan een Voorzitter die er voor iedere partij is, die boven iedere partij staat, maar die ook tussen alle partijen in kan staan. We zoeken een gewichtig iemand, ook gezien de spanningen die zo nu en dan in het Presidium naar boven zijn gekomen. We hechten ook aan een Voorzitter die de vrijheid van meningsuiting als poortwachter wil verdedigen.