Schriftelijke vragen : Het verdwijnen van kleine woningcorporaties
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het verdwijnen van kleine woningcorporaties (ingezonden 15 juli 2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht van de koepel van woningcorporaties, Aedes, dat zeker
de helft van de kleinere woningcorporaties binnen nu en vijf jaar zal verdwijnen door
stijgende accountantskosten?1
Vraag 2
Wat verstaat u onder (zeer) kleine woningcorporaties gezien de verschillende definities
die er bestaan (Platform 31 rekent met een grens van 300 woningen, Sira Consulting
met een grens van 1000 woningen, Aedes met een grens van 5000 woningen), en hoeveel
daarvan zijn er in ons land in vergelijking met 2016?2 3
Vraag 3
Hoeveel kleine en zeer kleine woningcorporaties hebben sinds het ingaan van de nieuwe
Woningwet moeite om een accountant te vinden? Kunt u het aantal corporaties, dat moeite
heeft, per jaar aangeven, aangezien in 2017 al is gebleken dat dit voor 30% van de
corporaties geldt?4
Vraag 4
Wat is uw reactie op een andere evaluatie van de Woningwet waarin wordt gesteld dat
het accountantsprotocol omvangrijk en ingewikkeld is, en op sommige onderdelen strenger
(toleranties) dan wat volgens de wet nodig is? Kunt u uw antwoord toelichten?5
Vraag 5
Hoe ziet de ontwikkeling van de accountantskosten eruit? Kunt u dit uitsplitsen in
grote, kleine en zeer kleine woningcorporaties?
Vraag 6
Waarom spreekt u in antwoorden op feitelijke vragen van een daling van de accountantskosten,
terwijl corporaties en de Commissie Van Bochove spreken van een stijging? Kunt u het
verschil in zowel bedragen als in percentages duiden?6
Vraag 7
Hoe gaat u voorkomen dat accountants minder medewerkers beschikbaar zullen hebben
voor kleine corporaties, wier jaarrekeningen ook moeten worden gecontroleerd, wanneer
strengere, fiscale regelgeving gaat gelden, en hoe gaat u voorkomen dat de kosten
zullen stijgen?
Vraag 8
Waarom is de grens voor woningcorporaties, die hun jaarrekening moeten laten controleren
door een accountant met een oob-vergunning (organisatie van openbaar belang) gelegd
op 5000 woningen, ook omdat er nog maar 6 kantoren zijn met een oob-vergunning? Bent
u bereid de grens van 5000 woningen te heroverwegen?
Vraag 9
Wat zullen de verschillende gevolgen zijn van de nieuwe oob-status voor woningcorporaties,
grote en kleine, en hoe gaat voorkomen worden dat extra kosten worden doorberekend
aan huurders? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Hoeveel kleine en zeer kleine woningcorporaties zijn er sinds het ingaan de nieuwe
Woningwet gefuseerd?
Vraag 11
Deelt u de mening dat kleinschaligheid gestimuleerd moet worden aangezien uit uw evaluatie
blijkt dat huurders van kleine corporaties over het algemeen meer tevreden zijn over
de dienstverlening dan huurders van grote corporaties? Zo ja, wat doet u hieraan?
Zo nee, waarom niet? En wat is uw mening over fusies?
Vraag 12
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden nog voor het AO over de evaluatie van
de Woningwet op 12 september 2019?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Sandra Beckerman, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.