Schriftelijke vragen : Het artikel Bonje tussen nieuwe en oude eigenaar ggz-organisatie Inter-Psy: ‘We zitten in een vechtscheiding’
Vragen van het lid Jimmy Dijk (SP) aan de Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel Bonje tussen nieuwe en oude eigenaar ggz-organisatie Inter-Psy: «We zitten in een vechtscheiding» (ingezonden 29 december 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over de escalerende ruzie tussen de huidige en
voormalige eigenaar van Inter-Psy, inclusief de dreigende rechtszaken en de faillissementsaanvraag?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat een grote ggz-instelling, die grotendeels met publieke
middelen wordt gefinancierd, zo kwetsbaar blijkt te zijn voor zakelijke conflicten
tussen aandeelhouders en vastgoedpartijen?
Vraag 3
Deelt u de zorg dat procedures en machtsstrijd tussen eigenaren direct risico’s kunnen
opleveren voor de continuïteit van zorg, wachttijden en de positie van cliënten en
medewerkers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke waarborgen zijn nu concreet aanwezig?
Vraag 4
Kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bevestigen of er signalen zijn over
continuïteitsrisico’s bij Inter-Psy? Welke acties zijn of worden genomen?
Vraag 5
Klopt het dat Inter-Psy recent een kapitaalinjectie van € 1,5 miljoen nodig had om
salarissen en lopende verplichtingen te kunnen voldoen? Wat zegt dit volgens u over
de financiële gezondheid en bedrijfsvoering?
Vraag 6
Hoe verklaart u dat een instelling die volgens het jaarverslag 2024 winstgevend was,
binnen enkele maanden afhankelijk lijkt van noodkapitaal? Ziet u hier aanwijzingen
voor mismanagement of risicovolle financieringsconstructies?
Vraag 7
Wat is uw oordeel over constructies waarbij zorgondernemers vastgoed in een aparte
BV onderbrengen, en vervolgens als verhuurder hoge of strategisch bepalende huren
vragen aan de zorginstelling die met publiek geld wordt bekostigd? Acht u dit moreel
en maatschappelijk verantwoord?
Vraag 8
Bent u bereid te onderzoeken hoe vaak dergelijke vastgoed-constructies in de zorg
leiden tot onredelijke financiële druk en continuïteitsrisico’s? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Herkent u het signaal dat winst- en bezoldigingsbeperkingen in de zorg via vastgoedconstructies
worden omzeild? Welke maatregelen overweegt u om dit te voorkomen, bijvoorbeeld door
integrale toetsing van totale opbrengsten richting zorgondernemers?
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het risico dat een verhuurder, die tevens (minderheids)aandeelhouder
is, via huurconflicten druk kan uitoefenen op de bedrijfsvoering van een zorginstelling?
Vraag 11
Wat betekent een faillissementsaanvraag door een (voormalig) eigenaar/verhuurder voor
cliënten, medewerkers en lopende behandelingen? Is de huidige wet- en regelgeving
voldoende om te voorkomen dat patiënten de rekening betalen?
Vraag 12
Kunt u uiteenzetten welke instrumenten de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en IGJ
hebben om in te grijpen wanneer zakelijke conflicten de zorgcontinuïteit bedreigen?
Zijn deze instrumenten in dit dossier benut?
Vraag 13
Acht u de productiviteitsdruk (zes van de acht uur cliëntencontact) medisch verantwoord,
gelet op de noodzaak van voorbereiding, overleg en dossiervoering? Ziet u risico’s
voor kwaliteit en werkdruk?
Vraag 14
Wat is uw oordeel over het gegeven dat diverse leidinggevenden en behandelaars zijn
vertrokken na de overname?
Vraag 15
Hoe waarborgt u dat bij overnames van zorginstellingen niet primair financiële motieven,
maar publieke waarden (kwaliteit, continuïteit, bereikbaarheid) centraal staan?
Vraag 16
Welke lessen trekt u breder voor het zorgstelsel uit dit conflict? Ziet u aanleiding
voor aanscherping van toezicht, wetgeving of voorwaarden rond private investeerders
in de ggz?
Vraag 17
Ziet u het conflict rond Inter-Psy als een incident, of als symptoom van een structureel
probleem waarin marktprikkels en aandeelhoudersbelangen botsen met het publieke belang
in de zorg? Kunt u dat onderbouwen?
Vraag 18
Deelt u de analyse dat het huidige stelsel zorginstellingen stimuleert om te denken
in termen van groei, rendement en vastgoedposities, in plaats van stabiliteit, nabijheid
en kwaliteit van zorg? Zo nee, waarom niet?
Vraag 19
In hoeverre acht u het wenselijk dat private investeerders, vaak georganiseerd in
complexe holdings, strategische zeggenschap hebben over essentiële ggz-voorzieningen?
Welke risico’s ziet u voor democratische controle en publieke verantwoording?
Vraag 20
Bent u bereid om de Kamer een integrale analyse te sturen van de effecten van private
investeringen, vastgoedconstructies en overnames op continuïteit, werkdruk, wachttijden
en kwaliteit in de ggz – inclusief beleidsopties voor structurele hervorming?
Indieners
-
Gericht aan
J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Jimmy Dijk, Kamerlid