Brief lid / fractie : Brief van het lid Van der Lee inzake de kandidaatstelling voor de functie van Voorzitter van de Tweede Kamer

Nr. 6 BRIEF VAN HET LID VAN DER LEE

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2025

Beste collega’s,

Als klein jongetje uit de Achterhoek bezocht ik met mijn ouders tijdens het kabinet
Den Uyl voor het eerste de Tweede Kamer. Dat maakte een diepe indruk. Anne Vondeling
zat de vergadering voor en dat deed hij meesterlijk. Het gevoel van ontzag voor de
Kamer als instituut heeft mij sindsdien nooit verlaten. Op onverwachte momenten overvalt
me ook nog dat andere gevoel, dat ik als jochie uit het Oost-Nederland zeer bevoorrecht
ben dat ik zelf op een Kamerzetel ben beland.

Alle 150 genieten wij het voorrecht om vanuit eigen overtuigingen het algemeen belang
te dienen. De grote passie voor de politiek en de brandende ambitie om het verschil
te maken motiveert ons. Wel vanuit het besef dat het telkens afwegen van zeer legitieme
belangen veel moed en wijsheid vereist en niemand dit alleen kan. Daarom hebben we
de Nederlandse parlementaire democratie in ons hart gesloten.

In een wereld waar autocratische krachten steeds meer terrein winnen, kunnen we de
kracht van onze democratie niet genoeg vieren én versterken. Dat versterken kan door
onze politieke cultuur te verbeteren. Die wens werd tot mijn grote vreugde breed gedeeld
in het debat over de verkiezingsuitslag en ook al direct in praktijk gebracht. Ik
zou het een enorme eer vinden om daar betekenisvol aan bij te dragen. Daarom werp
ik mij met veel hartstocht op als kandidaat-voorzitter.

Als het belangrijkste uithangbord van onze democratie vervullen wij een voorbeeldfunctie
en mag het, nee moet het, ook stevig botsen in onze debatten. Ik wil bevorderen dat
we daarbij vooral op de bal spelen en niet op de man of vrouw. Dat is wat alle Nederlanders
van ons verwachten. Dan is er zowel ruimte om noodzakelijke compromissen te sluiten
als om met respect te accepteren dat we van mening blijven verschillen. Dan laten
we Nederland zien dat we buren zijn in een open en vrije samenleving, in plaats van
vijanden in een vechtmaatschappij.

Mijn eerste bezoek aan het parlement was één van de gebeurtenissen die mijn fascinatie
voor de politiek voedde. Een fascinatie die leidde tot een studie politicologie in
de jaren tachtig en tot een loopbaan waarin ik nu ruim drie decennia actief ben in
en rond de Tweede Kamer.

Ik ken de Kamer als mijn broekzak en beschik over alle capaciteiten die een goed voorzitter
eigen zijn, want heb:

• Ervaring met voorzitten. In de acht jaar dat ik lid ben van het Presidium zat ik bijna
400 plenaire vergaderingen voor, die goed en tijdig zijn verlopen.

• Ervaring met leidinggeven. Ik was o.a. acht jaar lid van de Raad van Bestuur van een
organisatie, die in omvang de Kamerorganisatie evenaarde.

• Ervaring met het ontvangen van buitenlandse gasten en het vertegenwoordigen van de
Kamer bij symposia, media en herdenkingen.

• Het vermogen om te verbinden en boven de partijen te staan. Zoals blijkt uit mijn
voorzitterschap van de succesvolle parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen.
En uit mijn rol als (in)formateur in steden als Amsterdam, Arnhem en de provincie
Groningen.

In al deze rollen ben ik niet alleen in staat geweest om te verbinden, maar ook om
gezag uit te stalen én uit te oefenen, doordat ik iedereen in zijn of haar waarde
laat. Tegelijkertijd treed ik fair en daadkrachtig op als het moet. Ook als het gaat
om het handhaven van ons Reglement van Orde.

Ons belangrijke werk wordt gedragen door de staf van de Kamer en van de fracties.
Zij verdienen de best denkbare werkomgeving om hun cruciale rollen te vervullen. Daarom
heb ik een heel actief aandeel gehad in het benoemen van de nieuwe Griffier en directieleden.
Samen met hen en in afstemming met leidinggevenden binnen de fracties help ik graag
mee aan een nog prettiger organisatiecultuur.

Wij bouwen een wenkende toekomst op de schouders van reuzen, van hen die voor ons
de weg hebben bereid. Ik hoop van harte dat jullie mij het vertrouwen geven om in
de voetsporen van Anne Vondeling en zijn opvolgers te treden. Om gezamenlijk onze
politieke cultuur te verbeteren, het aanzien van de Kamer te vergoten én vol overgave
de kracht van onze democratie uit te venten.

Met de allervriendelijkste groeten,

Tom van der Lee