Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dobbe en Dijk over het feit dat de vergoeding van vervoerskosten voor een deel van de mensen met een beperking is verlaagd
Vragen van de leden Dobbe en Dijk (beiden SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het feit dat de vergoeding van vervoerskosten voor een deel van de mensen met een beperking is verlaagd (ingezonden 2 oktober 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Financiën), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 11 november 2025).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de onderhands meegestuurde brief, waaruit blijkt dat de desbetreffende
persoon er dit jaar fors op achteruit gaat als gevolg van de aanpassing van de aftrekpost
voor medische vervoerskosten?1
Antwoord 1
Wij hebben kennisgenomen van de zorgen die de schrijver van de meegestuurde brief
uit en begrijpen dat de aanpassing van de regeling voor sommige mensen ingrijpend
kan zijn. De wijziging van de regeling aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten
ten aanzien van vervoerskosten, is bedoeld om de regeling te vereenvoudigen, beter
uitvoerbaar te maken en aan te sluiten bij de gebruikelijke normbedragen voor reiskostenvergoedingen.
Met ingang van 2025 wordt in de regeling onderscheid gemaakt tussen zogenoemde «zorgkilometers»
en «leefkilometers». Zorgkilometers zien op het vervoer voor het verkrijgen van genees
-en heelkundige hulp (medische behandeling) of voor het verkrijgen van (farmaceutische)
hulpmiddelen. Leefkilometers zien op het extra vervoer dat nodig is voor mensen die
door ziekte of invaliditeit, al dan niet met hulpmiddelen, niet meer dan 100 meter
zelfstandig kunnen lopen. De bedragen die sinds 2025 voor zorgkilometers en leefkilometers
voor aftrek in aanmerking komen vervangen de vroegere berekening op basis van werkelijke
kosten, die in de praktijk complex en foutgevoelig bleek te zijn.
Het forfaitaire bedrag van € 0,23 per kilometer is vastgesteld om aan te sluiten bij
de gebruikelijke normbedragen voor reiskostenvergoedingen en om de regeling te vereenvoudigen.
Dit bedrag past bij de variabele kosten (in enge zin) van autogebruik van een middenklasser
en vormt daarmee een gemiddelde benadering. Daarbij is onderkend dat dit bedrag niet
in alle individuele situaties volledig kostendekkend zal zijn, maar het forfaitaire
karakter zorgt voor eenvoud en duidelijkheid voor mensen en in de uitvoering. Hiermee
vervalt de noodzaak voor belastingplichtigen om hun werkelijke vervoerskosten afzonderlijk
te berekenen en te onderbouwen. Deze berekening was niet voor elke belastingplichtige
even gemakkelijk te maken en leidde vaak tot discussies. Met deze vereenvoudiging
wordt beoogd dat de regeling beter uitvoerbaar, doelmatiger en minder foutgevoelig
wordt voor zowel burgers als de Belastingdienst.
We realiseren ons dat de vereenvoudiging in individuele gevallen kan leiden tot een
lagere aftrek dan voorheen. De regeling is toegankelijker gemaakt voor burgers die
de werkelijke kosten per kilometer lastig konden bepalen en bereikt daarmee meer mensen
die dat nodig hebben. Naast de aftrek van € 0,23 per kilometer blijven de werkelijk
gemaakte parkeer-, tol- en veergelden aftrekbaar, zoals tijdens de wetsbehandeling
vorig jaar bij nota van wijziging is verduidelijkt.
Vraag 2
In hoeverre is er bij het aanpassen van deze regeling rekening gehouden met het feit
dat een deel van de mensen die hier gebruik van maken er hierdoor fors op achteruit
zou gaan?
Antwoord 2
Bij de voorbereiding van de aanpassing is nadrukkelijk gekeken naar de gevolgen voor
verschillende groepen belastingplichtigen. In de evaluatie van de regeling «aftrek
specifieke zorgkosten» uit 2022 door Dialogic is geconcludeerd dat de toenmalige systematiek
met werkelijke kostenberekening, naast complex en foutgevoelig leidt tot onduidelijkheid
en een enorme administratieve last voor zowel burgers als de Belastingdienst.
De voorgestelde aanpassingen van de aftrek van vervoerskosten beogen de regeling te
vereenvoudigen. Daarbij is onderkend dat sommige mensen minder aftrek zullen ontvangen.
Door de vereenvoudiging zullen naar verwachting meer mensen de regeling benutten en
neemt het niet-gebruik af. Er is € 1 miljoen euro extra structureel beschikbaar gemaakt.
Dit laat zien dat de verwachting is dat de regeling als geheel juist meer gebruikt
zou worden.
Deze aanpassing past binnen de eerder aan de Kamer toegezegde vereenvoudiging van
de regeling voor de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten zoals aangekondigd
in de kabinetsreactie op de evaluatie.2 Daarbij zijn de gevolgen voor de verschillende groepen in kaart gebracht.
Vraag 3
Deelt u de mening dat mensen met een beperking toegang moeten hebben tot goed en betaalbaar
medisch vervoer?
Antwoord 3
Ja. Mensen met een beperking moeten kunnen rekenen op goed en betaalbaar vervoer naar
medische zorg. De fiscale aftrek is een van de instrumenten die daaraan kan bijdragen,
maar niet de enige. Indien gebruik wordt gemaakt van ander vervoer dan een auto (niet
zijnde een taxi) blijven de werkelijke vervoerskosten aftrekbaar. Onderkend is dat
dit niet voor iedereen een optie zal zijn. In dat verband wordt gewezen op andere
(vergoedings)mogelijkheden zoals via de Zorgverzekeringswet (Zvw-vervoer)en de Wmo,
of via aanvullende regelingen van gemeenten of zorgverzekeraars. Met de vereenvoudiging
van de fiscale regeling wordt beoogd dat deze beter aansluit bij het bestaande stelsel
van voorzieningen en voor meer mensen begrijpelijk en toepasbaar is.
Voor mensen met relatief hoge vervoerskosten die mogelijk nadeel ondervinden van de
forfaitaire regeling, kunnen deze bestaande voorzieningen een aanvullende tegemoetkoming
bieden. Deze regelingen zijn niet nieuw, maar bestonden al voorafgaand aan de aanpassing
van de fiscale aftrek.
Vraag 4 en 5
Hoe verhoudt deze aanpassing zich tot het «standstill»-principe uit het VN-Verdrag
Handicap, dat stelt dat de positie van mensen met een beperking niet mag verslechteren?
Bent u bereid om stappen te zetten, waardoor deze achteruitgang voor mensen met een
beperking hersteld wordt? Zo ja, wat gaat u hiervoor doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het kabinet acht de aanpassing in overeenstemming met het VN-verdrag Handicap. Het
zogeheten «standstill» principe verplicht staten om geen maatregelen te nemen die
leiden tot een verslechtering van de positie van mensen met een beperking.
De wijziging van de regeling beoogt geen verslechtering, maar een vereenvoudiging
en verduidelijking van de fiscale ondersteuning. Daarbij is het vaste bedrag voor
de zogenoemde leefkilometers verhoogd naar € 925, en is aanvullend € 1 miljoen structureel
beschikbaar gesteld. Hierdoor verwacht het kabinet dat de regeling als geheel beter
toegankelijk wordt en de doelgroep er per saldo op vooruitgaat. De overige vervoersvoorzieningen
via de Zvw en de Wmo blijven ongewijzigd beschikbaar, waardoor het recht op toegankelijk
en betaalbaar vervoer behouden blijft.
Zoals ook in de kabinetsreactie op de evaluatie van de regeling is aangegeven, wordt
de werking van de aftrek specifieke zorgkosten onderdeel van structurele monitoring
en evaluatie. Daarnaast zal bij de herziening van de onbelaste reiskostenvergoeding
in 20283 specifiek aandacht worden besteed aan de hoogte van de kilometervergoeding en de
vaste bedragen in de fiscale vervoersregeling, waaronder deze aftrekpost.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.