Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 17 november 2025 + voortgang onderhandelingen Gemeenschappelijke Landbouwbeleid van 2028 - 2034 (Kamerstuk 21501-32-1733)
2025D45970 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over over de
geannoteerde agenda voor de Informele Landbouw- en Visserijraad op 17 november 2025
De voorzitter van de commissie,
Aardema
De griffier van de commissie,
Jansma
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
II
Antwoord / Reactie van de Minister en Staatssecretaris voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur
III
Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda.
Hierover hebben deze leden enkele vragen en opmerkingen.
Visserij
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris om duidelijk te
maken wat hij bedoelt met «interveniëren» tijdens de Landbouw- en Visserijraad (LVR)
als hij van mening is dat de belangen van ecologische, sociale, en economische duurzaamheid
niet in evenwicht zijn. Deze leden geven aan dat dit evenwicht een kwestie is van
eigen interpretatie. Kan de Staatssecretaris duidelijk maken hoe en wanneer hij zou
interveniëren? Bovendien vragen deze leden waarom er geen verdeelsleutel is overeengekomen
voor de bestanden van blauwe wijting en Atlanto Scandian haring. Eveneens zijn deze
leden benieuwd waarom er nog geen overeenkomst is gesloten over de totale visserijmogelijkheden
voor makreel.
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn benieuwd hoe de inzet van Nederland op
«een toekomstgerichte en vooral innovatieve landbouwsector» met «een billijk inkomen»
voor boeren verschilt van de inzet van de Europese Commissie (EC) en andere lidstaten.
Heeft de Staatssecretaris een fundamenteel andere opvatting hierover dan de meerderheid
van Europese Unie (EU)-lidstaten? Op het gebied van gerichte steun vragen deze leden
aan de Staatssecretaris om duidelijker uit te leggen wie hij ziet als de actieve boeren
die steun het meest nodig hebben. Bovendien pleiten deze leden ervoor om overheidsgeld
altijd ten goede te laten komen van duurzame boeren, zodat publieke middelen ook het
algemene belang van een betere natuurbescherming dienen. Hoe gaat de Staatssecretaris
pleiten voor dit doel? Welke flexibiliteit voor lidstaten beoogt de Staatssecretaris?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
LVR van 17 november 2025. Deze leden hebben hierover geen verdere vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de aankomende LVR. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de passage waarin de EC voedselzekerheid
benoemt als kerndoel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2027. Deze
leden benadrukken dat voedselzekerheid niet alleen een papieren uitgangspunt is, maar
begint bij behoud en versterking van de daadwerkelijke landbouwproductie in Europa
en Nederland. Deze leden vragen de Minister te bevestigen dat Nederland in de LVR
expliciet inzet op het niet verder afbouwen van de landbouwproductiecapaciteit, maar
juist op het versterken van het productievermogen en het inkomen van boer en tuinder.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de aangekondigde bespreking over
handelsgerelateerde landbouwdossiers en de verdere verdieping van de handelsrelatie
tussen de EU en Oekraïne. Deze leden benadrukken dat handel met derde landen nooit
mag leiden tot marktverstoring binnen de Europese landbouw, noch tot concurrentie
op basis van lagere productiestandaarden, lagere dierenwelzijnsnormen of lagere milieukosten.
Deze leden vragen de Minister hoe zij borgt dat importstromen van onder meer graan,
pluimveevlees, eieren en zuivel uit Oekraïne niet leiden tot druk op prijzen en afzetmogelijkheden
voor Nederlandse en Europese boeren.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsdiscussie over het
GLB na 2027 en plaatsen een kanttekening bij de stelling van de Minister dat steun
vooral moet gaan naar «boeren die het het meest nodig hebben». Deze leden wijzen erop
dat het GLB geen sociaal vangnet mag worden, maar een instrument dat productieve en
toekomstgerichte landbouw ondersteunt. Het doel van het GLB moet zijn dat boeren voldoende
voedsel kunnen produceren, investeren in innovatie en fatsoenlijk kunnen verdienen
aan hun producten, in plaats van structureel afhankelijk te worden van subsidies.
Deze leden vragen de Minister dan ook te bevorderen dat de herziening van het GLB
zich richt op ondernemerschap, productie en verdienvermogen. Niet op het creëren van
een systeem waarin boeren slechts kunnen overleven dankzij inkomenssteun. Daarbij
hoort dat de nadruk ligt op eerlijke prijzen in de keten en minder regelgeving, in
plaats van steeds meer afhankelijkheid van Brussel.
De leden van de BBB-fractie hebben tot slot vernomen dat de Franse Senaat een subsidiariteitsbezwaar
heeft ingediend op de herziening van de EU-schoolregeling. Het voorstel voor een herziening
heeft tot doel om de leveringszekerheid van landbouwproducten in geval van crises
te versterken. De tekst bevat verplichtingen voor lidstaten om hun voedselvoorraden
te monitoren en te coördineren en daarover verslag te doen aan de EC. Lidstaten worden
ook geacht een nationaal crisisparaatheids en -responsplan op te stellen, op basis
van richtsnoeren van de EC.
De leden van de BBB-fractie constateren dat de Franse Senaat stelt dat crisisbeheer
primair een nationale bevoegdheid is, waarbij de EU slechts een ondersteunende rol
heeft (artikel 5, lid 3 VEU). Kan de Minister aangeven in hoeverre zij meerwaarde
ziet in aanvullende Europese coördinatie en rapportageverplichtingen ten opzichte
van reeds bestaande nationale crisisstructuren en leveringszekerheidsplannen? Op welke
wijze bewaakt het kabinet dat de nationale beleidsruimte in crisisbeheersing behouden
blijft?
De leden van de BBB-fractie vinden het goed dat de adviezen van de International Council
for the Exploration of the Sea (ICES) worden gevolgd, maar zien nog altijd grote jaarlijkse
fluctuaties in de vangstadviezen. Deze leden vragen de Staatssecretaris zich te blijven
inzetten voor langjarige vangstadviezen om die schommelingen op te vangen, met oog
voor de sociaaleconomische gevolgen. Deze leden zijn van mening dat de LVR hier meer
aandacht aan moet besteden.
De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen over de daling van de Atlanto-haring
en vragen om te onderzoeken hoe deze beter kan worden opgevangen. Deze leden vragen
de Staatssecretaris zich hard te maken tegen een mogelijke trade-off met Noorwegen,
dat stelselmatig de vangstadviezen negeert ten koste van onze vissers.
De leden van de BBB-fractie constateren dat tonijn steeds noordelijker voorkomt en
vragen om vangstmogelijkheden zodat deze vissoort ook daadwerkelijk kan worden aangeland.
De leden van de BBB-fractie vragen de Staatssecretaris zich in te zetten om de Haagse
preferenties opnieuw aan de orde te stellen in de LVR, zodat er een gelijk speelveld
ontstaat. Deze leden verzoeken te verkennen of een blokkerende minderheid mogelijk
is met andere lidstaten, indien Ierland blijft vasthouden aan haar positie,
De leden van de BBB-fractie wachten de vangstadviezen uit de Middellandse Zee en de
Zwarte Zee af en vragen aandacht voor de mogelijke precedentwerking daarvan voor andere
Europese wateren. Zij steunen tevens de inzet om de Oostzee duurzaam te beheren en
hopen dat dit elders in Europa navolging krijgt.
De leden van de BBB-fractie merken op dat de ICES-adviezen steeds grotere schommelingen
laten zien, onder meer bij tong, kabeljauw en makreel. Omdat de visserij niet zomaar
kan worden stilgelegd moet meer rekening worden gehouden met sociaaleconomische omstandigheden.
De huidige juridische kaders laten dat onvoldoende toe, mede door de druk van NGO’s.
Een herhaling van de situatie rond tong moet worden voorkomen.
De leden van de BBB-fractie constateren dat er bij makreel nog geen akkoord is over
de Total Allowable Catch (TAC) of de verdeelsleutel en dat dit onderwerp waarschijnlijk
pas tijdens de Total Allowable Catch (NEAFC-jaarvergadering wordt afgerond. Voor blauwe
wijting vinden deze leden het resultaat teleurstellend, mede door de opstelling van
andere landen. Ten aanzien van Noordzeeharing vragen deze leden naar de voortgang
van de onderhandelingen en hoe Nederland wil komen tot een lange termijn managementstrategie.
De leden van de BBB-fractie benadrukken het belang van Noordzeeharing in de onderhandelingen
met het Verenigd Koninkrijk (VK) en Noorwegen. Deze leden vragen aandacht voor aanvullende
maatregelen naast de TAC’s en wijzen op de noodzaak van evenwichtige afspraken over
schelvis, schol, zwarte koolvis en wijting.
De leden van de BBB-fractie steunen de urgente oproep van Ierland en Nederland tot
actie om de Noordoost-Atlantische pelagische bestanden te beschermen. Deze leden steunen
de Staatssecretaris in het Greater North Sea Basin Initiative van Nederland en Frankrijk.
Ook steunen zij de vereenvoudigingsambitie binnen het Europees visserijbeleid. Deze
leden vragen de Staatssecretaris om de Controleverordening Visserij aan te grijpen
om verdere vereenvoudiging te realiseren, onder meer rond de weeg- en traceerbaarheidsverplichtingen,
tolerantiemarges, de 5 procent-regel, energietransitiebelemmeringen binnen de EMFAF
en de onwerkbaarheid van de aanlandplicht.
De leden van de BBB-fractie vragen de Staatssecretaris ook om aan te kaarten of de
wolhandkrab binnen de EU levend kan worden verhandeld onder strikte voorwaarden, omdat
dit de bestrijding van deze exoot kan bevorderen.
De leden van de BBB-fractie willen blijven inzetten op Europese visserij-innovatie,
omdat de Nederlandse visserij in het verleden ten onrechte is benadeeld door de Europese
Unie. Dit onrecht moet worden rechtgezet: de EU moet duurzame visserij stimuleren,
niet afstraffen. Daarnaast vragen deze leden de Staatssecretaris om een krachtig protest
aan te tekenen tegen de voorgestelde begrotingskortingen vanuit de EC met betrekking
tot het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). De enorme bezuinigingen op het budget
zijn onacceptabel.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de LVR van 17 november
2025 en hebben hier nog enkele vragen over.
Herziening dierenwelzijn
De leden van de PvdD-fractie constateren dat een belangrijk onderdeel mist op de agenda
voor de LVR, namelijk de beloofde herziening van de Europese dierenwelzijnswetgeving.
Deze wetgeving is inmiddels al meer dan twintig jaar oud en gedurende deze tijd niet
geactualiseerd of herzien. Uiterlijk in 2023 zou de EC met een nieuw voorstel komen
om dieren in de veehouderij beter te beschermen. Deze belofte is niet nagekomen. De
enige herziening die wel is gepubliceerd, alleen over diertransporten, wordt helemaal
uitgekleed en is volstrekt onvoldoende om dieren te beschermen. De overige herzieningen,
waaronder over het welzijn van dieren in de veehouderij en het lijden van dieren bij
de slacht, worden continu uitgesteld.
Hoewel de Eurocommissaris had beloofd om de herziening uiterlijk in het vierde kwartaal
van 2026 te publiceren, heeft de EC dit niet opgenomen in het werkprogramma (de lijst
met acties die de EC wil ondernemen in 2026). Deze leden vragen de Minister of dit
haar ook zorgen baart, gezien verdere uitstel en blijvende onduidelijkheid zeer onwenselijk
zijn en niet tegemoet komt aan het groeiende belang dat de samenleving hecht aan dierenwelzijn,
wat onder andere blijkt uit de oproep van 1,4 miljoen Europese burgers om een verbod
in te stellen op het houden van dieren in kooien. Deze leden vinden dat deze omissie
van de EC een stevige oproep vanuit de LVR richting de EC om de wetgeving alsnog op
korte termijn te publiceren rechtvaardigt. Is de Minister bereid om bij de LVR steun
te zoeken, bijvoorbeeld bij de andere landen die zijn aangesloten bij de Vught-groep,
om de EC op te roepen de beloofde herziening zo spoedig mogelijk te publiceren en
alsnog in het werkprogramma op te nemen? Zo nee, waarom niet?
II Antwoord / Reactie van de Minister en Staatssecretaris
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 17 november 2025 + voortgang
onderhandelingen Gemeenschappelijke Landbouwbeleid van 2028–2034
Kamerstuk 21 501-32-(2025Z19471) – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma,
d.d. 5 november 2025
Verslag Landbouw- en Visserijraad van 27 en 28 oktober
Kamerstuk 21 501-32-(2025Z19470) – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma,
d.d. 5 november 2025.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.