Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over de crisis in de kraamzorg en de kabinetsreactie op het manifest 'Voor behoud van goede kraamzorg voor Nederland'
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de crisis in de kraamzorg en de kabinetsreactie op het manifest «Voor behoud van goede kraamzorg voor Nederland» (ingezonden 25 september 2025).
Antwoord van Minister Bruijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 oktober
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 242.
Vraag 1
Bent u zich ervan bewust dat de kraamzorg een onmisbare rol speelt bij het voorkomen
van kindersterfte en gezondheidsproblemen bij zowel kind als moeder en het zorgen
voor een goede start voor ieder kind?1
Antwoord 1
Ik onderschrijf het belang van kraamzorg als een essentieel onderdeel van de integrale
geboortezorg en als een belangrijke schakel voor het waarborgen van een gezonde start
voor zowel moeder als kind.
Vraag 2
Bent u zich ervan bewust dat de kraamzorg momenteel in toenemende mate onder enorme
druk staat, doordat zorgverleners het vak verlaten, er onvoldoende nieuwe instroom
is van nieuwe kraamverzorgenden, gezinnen steeds minder kraamzorg krijgen en bovendien
steeds meer gezinnen überhaupt geen kraamzorg kunnen krijgen?
Antwoord 2
Ja, hier ben ik me goed van bewust. De signalen over het oplopende personeelstekort
en teruglopende instroom zijn bekend. De sector staat hierin voor een grote opgave
met vele aspecten.
Vraag 3
Zo ja, wat gaat u doen om deze crisis echt aan te pakken? Beseft u dat enkel uw waardering
uitspreken voor de kraamzorg en zeggen dat u met de sector in gesprek gaat volstrekt
onvoldoende is?
Antwoord 3
Ik ben mij ervan bewust dat alleen waardering voor kraamverzorgenden uitspreken en
het gesprek met de sector aangaan niet voldoende is. Om de huidige problemen in de
kraamzorg het hoofd te bieden, werken Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Bo Geboortezorg
samen met de sector aan de uitvoering van een gezamenlijke toekomstvisie, die verder
is uitgewerkt in de versnellingsagenda kraamzorg2. Deze inspanningen ondersteun ik onder meer via kwaliteitsgelden voor de kraamzorg.
Daarnaast zijn eind september voor de kraamzorg transformatiemiddelen (€ 9,8 miljoen)
beschikbaar gesteld binnen het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Met deze
middelen zal door de sector gewerkt worden aan onderdelen van de versnellingsagenda:
passende kraamzorg, digitale zorg, regionale samenwerking en behoud en aantrekkelijkheid
van het beroep. Ook heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vanuit haar toezicht
een onderzoek gedaan naar de inspanningen van zorgverzekeraars op hun zorgplicht voor
de kraamzorg3.
Daarnaast ben ik momenteel, zoals toegezegd4, bezig met het verkennen van aanvullende maatregelen die nodig zijn om de toegankelijkheid
van kraamzorg te kunnen waarborgen. Zo heeft er al een bijeenkomst plaatsgevonden
op uitnodiging van de gemeente Utrecht om de situatie in Utrecht stad te bespreken.
Met verschillende lokale en landelijke partijen hebben wij verkend wat er specifiek
in Utrecht nodig is om meer inzicht te krijgen in de daadwerkelijke schaarste en welke
stappen gezet moeten worden om tot een oplossing te komen.
Vraag 4
Beseft u dat er geen realistisch alternatief is als de kraamzorg wegvalt, aangezien
ziekenhuizen geen capaciteit hebben om dit op te vangen en gezinnen simpelweg niet
zonder zorg kunnen in die eerste kwetsbare periode na de bevalling?
Antwoord 4
De kraamzorg zoals die in Nederland georganiseerd is, is uniek. In vergelijking met
andere landen is het bijzonder dat wij deze vorm van zorg aan huis kennen, met aandacht
voor zowel medische als sociale ondersteuning. Kraamzorg speelt daarmee een belangrijke
rol in het ondersteunen van gezinnen en pasgeborenen, het voorkomen van gezondheidsrisico’s
en het ontlasten van ziekenhuizen en verloskundigen. Ook heeft de kraamverzorgende
een belangrijke signalerende functie voor gezinnen die extra hulp en ondersteuning
kunnen gebruiken. Juist vanwege deze unieke waarde vind ik het belangrijk om de toegankelijkheid
van kraamzorg te waarborgen en te versterken. Daarom ondersteun ik partijen in het
veld bij het zoeken naar oplossingen om de sector toekomstbestendig te maken, zoals
aangegeven in mijn antwoord 3.
Vraag 5
Is het aangekondigde gesprek met kraamverzorgenden al ingepland?
Antwoord 5
Ja, dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. Het was een indrukwekkend gesprek,
met zeer bevlogen kraamverzorgenden uit diverse regio’s. Tijdens deze bijeenkomst
hebben we gesproken over onder andere de uitdagingen, het toekomstperspectief van
de sector en mogelijke oplossingen. Ik zie dit gesprek als één van meerdere gesprekken
die ik zal voeren om ervaringen en behoeften uit de praktijk op te halen.
Vraag 6
Is er al een gesprekspartner voor de branche binnen het Ministerie van VWS, waar in
het manifest naar wordt verwezen? Zo ja, is deze enkel beschikbaar voor de werkgevers,
of ook voor de vakbonden en zorgverleners zelf? Zo nee, waarom niet en wordt deze
nog aangewezen?
Antwoord 6
Voor de branche is een gesprekspartner beschikbaar binnen het Ministerie van VWS,
en is er contact met de beroeps- en brancheorganisaties. Daarnaast ben ik van plan
om met meer kraamverzorgenden het gesprek te voeren over het toekomstperspectief van
de sector.
Vraag 7
Beseft u dat de huidige tarieven dermate tekortschieten dat zorgverleners geen passend
salaris kunnen krijgen en dat dit de belangrijkste reden is voor zorgverleners om
de kraamzorg te verlaten? Zo ja, beseft u dat uw verantwoordelijkheid als Minister
hierbij verder gaat dan enkel wijzen op het feit dat u zich niet rechtstreeks met
de cao-onderhandelingen mag bemoeien, maar dat uw ministerie de randvoorwaarden (zoals
de tarieven en budgetten voor kraamzorg) kan beïnvloeden waaronder die cao-onderhandelingen
plaatsvinden? Zo nee, bent u bereid om hierover in gesprek te gaan met zorgverleners
uit de kraamzorg?
Antwoord 7
Uitstroomonderzoek van RegioPlus laat zien dat arbeidsvoorwaarden niet bij de belangrijkste
vijf redenen staan om te vertrekken bij een werkgever uit zorg en welzijn. Zaken als
de werk-privé balans, professionele autonomie, zeggenschap en ontwikkelmogelijkheden
spelen een grotere rol in de keuze om wel of niet in de zorg te blijven werken. Om
personeel te behouden zijn in eerste instantie werkgevers aan zet. Bo geboortezorg
heeft aangegeven de uitkomsten van bovenstaand onderzoek niet volledig te herkennen
voor de kraamzorg, zo is het salaris van kraamverzorgenden in vergelijking met andere
sectoren lager. Daarom zijn in de versnellingsagenda van Bo Geboortezorg en ZN, meerdere
onderdelen opgenomen die moeten bijdragen aan het verbeteren van deze arbeidsomstandigheden
zoals het toewerken naar passende kraamzorg met daarbij behorende passende bekostiging.
Wat betreft de randvoorwaarden voor een goede cao: de huidige maxtarieven zijn gebaseerd
op het kostprijsonderzoek van de NZa. Daarnaast stelt het Ministerie van VWS ieder
jaar extra arbeidsvoorwaardenruimte beschikbaar, zodat binnen de zorg marktconforme
cao’s kunnen worden afgesloten. Ook voor de kraamzorg.
Tot slot ben ik bereid om hierover in gesprek te gaan met kraamverzorgenden. Zoals
aangegeven heeft een eerste gesprek plaatsgevonden.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat de huidige situatie waarbij kraamverzorgenden tijdens een
wachtdienst van 8 uur binnen 45 minuten aanwezig moeten kunnen zijn, maar hiervoor
in totaal slechts € 11,44 bruto ontvangen onacceptabel en onhoudbaar is? Zo ja, wat
gaat u doen om ervoor te zorgen dat er passende vergoedingen hiervoor kunnen komen?
Antwoord 8
Het gaat hier om een cao afspraak. In het gesprek met kraamverzorgenden kwamen de
wachtdiensten ook ter sprake. Daarover gaven kraamverzorgenden aan dat deze een groot
effect hebben op hun werk-privé balans en dat daar een minimale vergoeding tegenover
staat. Dit wordt ook gezien door Bo geboortezorg. Daarom is het werken op rooster
en de inrichting van de partusassistentie met wachtdiensten onderdeel van de toekomstagenda.
Eén van de oplossingen is bijvoorbeeld het inrichten van regionale partuspoules, waardoor
niet zoveel kraamverzorgenden op wacht hoeven te staan voor de partusassistentie.
Vraag 9
Erkent u dat de invoering van marktwerking in de kraamzorg een desastreuze impact
heeft gehad op deze onmisbare zorg en een belangrijke oorzaak is voor de problemen
van kraamverzorgenden en gezinnen? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waar baseert
u dit op?
Antwoord 9
Het is te kort door de bocht om de uitdagingen in de kraamzorg te wijten aan de marktwerking.
Er zijn veel verschillende factoren die de ontwikkelingen in de kraamzorg verklaren,
waaronder de schaarste aan kraamverzorgenden en nieuwe inzichten in de beweging naar
passende kraamzorg waardoor een betere verdeling van beschikbare uren kan plaatsvinden.
Ook is marktwerking een te algemeen begrip. In de zorg is immers sprake van gereguleerde
marktwerking met diverse vormen van overheidsregulering op verschillende deelmarkten
(de zorgverzekeringsmarkt, de zorgverleningsmarkt en de zorginkoopmarkt). Zoals de
regulering van de tarieven in de kraamzorg (maxtarieven) en het toezicht van de NZa
op de zorgplicht.
Dat neemt niet weg dat veldpartijen in 2023 hebben geconstateerd dat de toegankelijkheid
van de kraamzorg te ver onder druk kwam te staan en dat de destijds geboden tarieven
niet meer passend waren om de toegankelijkheid en continuïteit te borgen. Daartoe
hebben zij gezamenlijk een convenant opgesteld om kraamzorg voor de korte termijn
te borgen, waarbij bijvoorbeeld financiële afspraken zijn gemaakt over de contractering.
Uiteindelijk heeft dit geleid tot de eerdergenoemde visie en toekomstagenda, waar
nu met de toekenning van de transformatiegelden aan gewerkt kan worden richting een
toekomstbestendige sector.
Ik vind dat een goed voorbeeld van de verantwoordelijkheid die veldpartijen in ons
stelsel kunnen en moeten nemen om de toegankelijkheid van de zorg te borgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.