Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tseggai over de subsidieregeling voor geadopteerden
Vragen van het lid Tseggai (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de subsidieregeling voor geadopteerden (ingezonden 15 september 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Rutte (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 21 oktober
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 199.
Vraag 1
Kent u het bericht «Geld voor zoektocht na adoptie komt maar bij handjevol geadopteerden
terecht»?1
Antwoord 1
Ja daarmee ben ik bekend.
Vraag 2
In hoeverre is de door u eerder genoemde morele verantwoordelijkheid van de Nederlandse
overheid om geadopteerden te ondersteunen in de zoektocht naar hun afkomst in de praktijk
waargemaakt?
Antwoord 2
Het rapport van de «Commissie onderzoek interlandelijke adoptie» heeft, in afstemming
met uw Kamer, onder meer geleid tot de oprichting van een Expertisecentrum voor interlandelijk
geadopteerden (INEA). Dé centrale plek waar alle interlandelijk geadopteerden en overige
betrokkenen terecht kunnen voor ondersteuning bij vragen over interlandelijke adoptie
en afkomst, met bijzondere aandacht voor diegenen die rondom hun adoptie problemen
ervaren. Na een zorgvuldig traject, samen met belangenorganisaties en Fiom, ervaringsdeskundigen,
experts, wetenschappers, de centrale autoriteit, dossierhouders en betrokken ministeries
zijn bouwstenen opgesteld voor de functies van dit expertisecentrum. Een van die bouwstenen
is gericht op «zoektochten en landenaanpak». Daarbij is vastgesteld dat elke zoektocht
sterk wordt bepaald door de context waarbinnen de interlandelijke adoptie heeft plaatsgevonden
en die ook per land verschilt. Een specifieke aanpak per land van herkomst is dan
ook nodig en het in kaart brengen daarvan is arbeidsintensief.
INEA is druk doende om zoekinfrastructuren in landen van herkomst in kaart te brengen.
Bij de uitvoering van deze complexe opgave is een nauwe samenwerking tussen INEA en
de belangenorganisaties van interlandelijk geadopteerden uitgangspunt. De belangenorganisaties
beschikken tenslotte over waardevolle kennis, expertise, netwerken en ervaring, onder
andere met betrekking tot zoektochten. Ter versterking van deze samenwerking is de
subsidieregeling voor de belangenorganisaties beschikbaar gesteld. Met de subsidie
worden belangenorganisaties in staat gesteld zich enerzijds verder te professionaliseren
en anderzijds geadopteerden in Nederland ondersteuning te bieden. Bijvoorbeeld door
thema- of lotgenotenbijeenkomsten te organiseren of door ondersteuning te bieden bij
zoektochten of rootsreizen, zoals de inzet van een veldwerker of tolk.
Subsidieaanvragen die betrekking hebben op ondersteuning van geadopteerden worden
op grond van artikel 7 van de subsidieregeling altijd voorzien van een advies van
INEA. INEA wordt daarmee betrokken bij de activiteiten die belangenorganisaties ontplooien
en INEA vraagt ook om een terugkoppeling van de ervaringen van de belangenorganisaties
met die activiteiten. INEA deelt deze ervaringen ook op de website, zodat andere belangenorganisaties
daar ook kennis van kunnen nemen en inspiratie kunnen opdoen. Ondertussen is het ondersteuningsaanbod
van INEA op het gebied van zoektochten volop in ontwikkeling. Daarbij zoekt INEA niet
alleen de samenwerking met belangenorganisaties, maar wordt ook gebouwd aan een internationaal
netwerk. In dat kader heeft INEA recent onder meer een internationale werkconferentie
georganiseerd. Daarmee kan INEA op den duur geadopteerden uit steeds meer landen van
herkomst ondersteuning bieden bij zoektochten, bijvoorbeeld door begeleiding te bieden
bij het vinden van biologische familieleden of dossiers in het land van herkomst.
Vraag 3
Hoeveel geadopteerden hebben inmiddels gebruik gemaakt van de subsidieregeling om
onderzoek te kunnen doen naar hun afkomst?
Antwoord 3
Belangenorganisaties die, kort gezegd, de belangen behartigen van interlandelijk geadopteerden
in Nederland, kunnen jaarlijks een subsidie aanvragen van maximaal € 35.000,=. Op
grond van de subsidieregeling kan jaarlijks maximaal € 10.000,= subsidie worden aangevraagd
voor de professionalisering van de eigen organisatie en om de bekendheid van de organisatie
te vergroten. Daarnaast kan een belangenorganisatie jaarlijks maximaal € 25.000,=
subsidie aanvragen om het ondersteuningsaanbod aan interlandelijk geadopteerden te
versterken (bijvoorbeeld door het organiseren van thema- of lotgenotenbijeenkomsten)
of om ondersteuning te bieden aan interlandelijk geadopteerden bij zoektochten of
rootsreizen voor een groep van ten minste vijf geadopteerden. Ik vind het belangrijk
daarbij te benadrukken dat met de subsidie geen individuele rootsreizen worden gesubsidieerd.
De regeling bepaalt dat geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht
zijn op het verstrekken van individuele tegemoetkomingen of vergoedingen voor individuele
kosten van individuele geadopteerden (artikel 3 onder c). Belangenorganisaties bepalen
zelf waarvoor subsidie wordt aangevraagd en welke activiteiten zij daarmee willen
bekostigen. Niet alle belangenorganisaties bieden ondersteuning bij zoektochten en
soms blijken plannen van een belangenorganisatie in de praktijk niet haalbaar, bijvoorbeeld
vanwege de veiligheidssituatie in het land van herkomst. Artikel 8 van de subsidieregeling
bepaalt dat de gesubsidieerde activiteiten binnen twee jaar na subsidieverlening moeten
worden uitgevoerd. In de meeste gevallen loopt die bestedingstermijn nog. Daarna wordt
dus pas duidelijk welke activiteiten gedurende de bestedingstermijn daadwerkelijk
zijn uitgevoerd.
Vraag 4
Hoeveel geadopteerden willen gebruik maken van die subsidieregeling maar komen daar
nu nog niet voor in aanmerking?
Antwoord 4
Zoals in het antwoord op vraag 3 al is weergegeven kan de subsidie worden benut ter
ondersteuning van zoektochten, maar onder meer ook voor de professionalisering van
de belangenorganisatie of het organiseren van een evenement. Belangenorganisaties
maken autonoom keuzes over de activiteiten die zij met behulp van de subsidie willen
organiseren. Dat hoeft dus niet altijd ondersteuning bij zoektochten te zijn. De belangenorganisaties
bepalen ook zelf hoe zij de activiteiten uitvoeren. Daarvan is mede afhankelijk hoeveel
geadopteerden worden ondersteund.
Vraag 5
Naar welke landen kunnen met behulp van de subsidie reizen worden georganiseerd? Hoeveel
herkomstlanden komen niet in aanmerking voor gesubsidieerde reizen?
Antwoord 5
In beginsel kan de subsidie worden benut om ondersteuning te bieden bij rootsreizen
naar ieder land van herkomst. Belangenorganisaties maken zelfstandige keuzes met betrekking
tot het aanvragen van een subsidie en de daarmee te financieren doelen of activiteiten.
Dit jaar heb ik drie subsidieaanvragen ontvangen van belangenorganisaties die eerder
geen subsidie hebben aangevraagd. Indien zij voornemens zijn ondersteuning te bieden
bij rootsreizen, dan vereist de subsidieregeling dat deze ondersteuning wordt geboden
ten behoeve van minimaal vijf geadopteerden. Er zijn belangenorganisaties die zich
tot dat minimum beperken. Er zijn ook belangenorganisaties die de subsidie benutten
om een groter aantal geadopteerden te ondersteunen. De plannen van een belangenorganisatie
om een rootsreis te ondersteunen kunnen worden beïnvloed door de situatie in het land
van herkomst, bijvoorbeeld omdat de veiligheid van de geadopteerden in het land niet
gegarandeerd kan worden. Als blijkt dat de subsidie gedurende de bestedingstermijn
niet kan worden benut voor een geplande rootsreis, dan is overleg over de subsidiering
van andere vormen van ondersteuning altijd mogelijk.
Vraag 6
Welk deel van de geadopteerden is afkomstig uit herkomstlanden waarvoor wel dan wel
niet gesubsidieerde reizen mogelijk zijn?
Antwoord 6
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Hoeveel van het beschikbare subsidiegeld wordt nu niet besteed? Blijft dat deel beschikbaar
voor het doel om geadopteerden te helpen bij hun zoektocht? Zo ja, op welke wijze?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Voor het tijdvak 2025 is een maximaal subsidiebudget beschikbaar van
€ 600.000,=. Tot op heden is in 2025 aan subsidies uitgekeerd een bedrag van
€ 280.932,=. Op een aantal subsidieaanvragen moet nog worden beslist. Mijn inschatting
is dat niet het volledige voor dit tijdvak beschikbare subsidiebudget van € 600.000,=,
dat ook in 2026 en 2027 beschikbaar zal zijn, wordt benut. Met INEA ben ik daarom
in overleg over de vraag op welke wijze resterend budget kan worden benut ter ondersteuning
van geadopteerden. In samenwerking met INEA is in juni van dit jaar een bijeenkomst
gehouden voor belangenorganisaties en belangstellenden, waarin de subsidieregeling
is besproken en toegelicht. Tijdens die bijeenkomst zijn de aanwezigen uitgenodigd
om contact op te nemen met een contactpersoon van het ministerie, indien zij vragen
hebben over de subsidieregeling. Dat kunnen bijvoorbeeld vragen zijn over de reikwijdte
van de regeling en de te subsidiëren activiteiten of over de aanvraag of verantwoording
van de subsidie na afloop van de bestedingstermijn.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de zoektocht van geadopteerden niet afhankelijk mag zijn van
de vraag of er een belangenorganisatie is die reizen organiseert? Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik ben mij ervan bewust dat niet alle geadopteerden uit de verschillende landen van
herkomst worden vertegenwoordigd door een belangenorganisatie en dat niet alle belangenorganisaties
een subsidie aanvragen of de subsidie benutten voor het bieden van ondersteuning ten
behoeve van zoektochten of rootsreizen. INEA is druk doende internationale zoekinfrastructuren
in kaart te brengen en het ondersteuningsaanbod van INEA op het gebied van zoektochten
is daarmee volop in ontwikkeling. Daardoor zullen geadopteerden voor de ondersteuning
bij zoektochten minder afhankelijk worden van het bestaan van belangenorganisaties.
Vraag 9
Bent u bereid om al op korte termijn en nog gedurende de looptijd van de bestaande
subsidieregeling de werking daarvan te herzien met als doel dat alle geadopteerden
die dat willen in staat worden gesteld om onderzoek te gaan doen? Zo ja, op welke
termijn? Zo nee, waarom niet en op welke wijze kunnen die geadopteerden dan wel financieel
geholpen worden bij het doen zoektochten of rootsreizen?
Antwoord 9
De tussenevaluatie van de subsidieregeling, waarover uw Kamer bij brief van 4 maart
20252 is geïnformeerd, heeft hiertoe geen aanleiding gegeven. Zoektochten en de mogelijkheden
en beperkingen daarvan binnen de subsidieregeling zullen onderdeel zijn van de evaluatie
van de subsidieregeling naar de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling.
De resultaten daarvan worden meegenomen in de overwegingen over de eventuele verlenging
van de regeling na oktober 2027. Uw Kamer wordt daar te zijner tijd over geïnformeerd.
In de tussenliggende periode kunnen geadopteerden zich vanzelfsprekend wenden tot
INEA voor ondersteuning bij hun zoektocht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.