Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hertzberger en Bruyning over de onderzoeksjournalistiek van Zembla naar de toename van illegale THC-vapes onder scholieren
Vragen van de leden Hertzberger en Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid over de onderzoeksjournalistiek van Zembla naar de toename van illegale THC-vapes onder scholieren (ingezonden 15 september 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tielen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 20 oktober 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 202.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de ontwikkeling dat scholieren steeds vaker in aanraking komen met
en verslaafd raken aan illegale THC-vapes en zogenoemde spice-vapes met synthetische
cannabinoïden?1
Antwoord 1
De berichtgeving van Zembla over het gebruik door scholieren van THC-vapes en vapes
met synthetische cannabinoïden2 (ook wel «spice» genoemd) is zeer verontrustend. De opkomst van het gebruik van deze
vapes door met name jongeren is een onwenselijke ontwikkeling en baart ons zorgen
vanwege de daarmee samenhangende volksgezondheidsrisico’s.3 Deze producten zijn gevaarlijk, zeker voor minderjarigen. Naast het directe risico,
bestaat ook het risico dat het gebruik een opstap vormt naar andere middelen. Gestructureerde
informatie over het gebruik van THC-vapes en spice-vapes door jongeren ontbreekt op
dit moment. Het Trimbos-instituut en de verslavingszorg geven echter aan dat het aantal
gebruikers van deze vapes op dit moment nog laag is4, maar het betreft een opkomend risico met potentieel ernstige gezondheidseffecten
bij een jonge doelgroep die noodzaakt tot alertheid en monitoring.
Vraag 2
Klopt het dat er op meerdere scholen in onder andere Amsterdam, Den Haag en Noord-Brabant
leerlingen onwel zijn geworden, met ziekenhuisopnames tot gevolg, na het gebruik van
deze illegale vapes? Kunt u toelichten in hoeverre u zicht heeft op de verspreiding
van illegale THC- en spice-vapes onder jongeren en scholieren in Nederland?
Antwoord 2
Helaas is een aantal gevallen bekend waarbij leerlingen van scholen onwel zijn geworden,
verspreid over verschillende regio’s (Amsterdam, Zaandam, Den Helder, Rotterdam en
Gelderland). Het absolute aantal is waarschijnlijk klein, maar het ontbreekt aan structureel
verzamelde data. Op dit moment zijn het vooral lokale signalen.5 Afgelopen zomer heeft het Drugs Informatie Monitoring Systeem (DIMS) met de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) afgesproken dat vapes die bij instellingen voor verslavingszorg die zijn aangesloten
bij het DIMS-netwerk zijn binnengekomen, voor analyse ingestuurd kunnen worden naar
het DIMS om de samenstelling te achterhalen.
Het doel hiervan is het in kaart brengen van de verspreiding en samenstelling van
vapes met bijvoorbeeld THC of spice en ook met een zeer hoog nicotinegehalte. Dit
is een algemeen onderzoek, en niet specifiek gericht op jongeren. Tot op heden is
een zeer beperkt aantal vapes binnengekomen voor analyse.
Vraag 3
In hoeverre bent u op de hoogte van de ernstige ontwenningsverschijnselen bij jongeren
die verslaafd raken aan spice via vapes? Wordt er een toename gesignaleerd bij huisartsen,
acute zorg, verslavingsklinieken, Trimbos, GGD en jeugdzorg? Kunt u per instantie
de contacten hierover, de data en de signalen aangeven?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 4 voor wat betreft de ontwenningsverschijnselen.
Er zijn signalen vanuit het DIMS-netwerk dat het gebruik van THC-vapes en spice-vapes
op lokaal niveau speelt en toeneemt. Gestructureerde data ontbreekt echter, zoals
hierboven gesteld. Bij een aantal verslavingsklinieken zijn enkele jongeren in behandeling
met een verslaving aan THC-vapes. Hierbij past de kanttekening dat jongeren met klachten
of afhankelijkheid van vapes vaak niet of laat aangemeld worden bij de verslavingszorg.
Er is daarom een vermoeden van onderrapportage.
Vraag 4
Kunt u ingaan op de gezondheidsrisico’s van «spice», in het bijzonder voor jongeren?
Wat is bijvoorbeeld bekend over acute en chronische effecten, risico op psychose,
mate van verslaving en onttrekkingsverschijnselen, lichamelijke schade? Zijn er momenteel
voldoende gegevens beschikbaar om deze risico’s betrouwbaar in te schatten? Zo nee,
welke aanvullende onderzoeken zijn nodig?
Antwoord 4
Spice is een verzamelnaam voor een grote groep van verschillende synthetische cannabinoïden.
Daarom is het lastig om in algemene termen te spreken over de werking en risico’s,
maar er zijn gemene delers. De effecten van synthetische cannabinoïden zijn doorgaans
sterker dan die van THC, waardoor ze lastiger zijn te doseren. Ook lijken ze meer
en heftigere acute bijwerkingen te geven dan cannabis zelf: misselijkheid, paranoia,
depersonalisatie, hallucinaties, agitatie, pijn op de borst, hartritmestoornissen
en in ernstige gevallen kans op bewustzijnsverlies, epileptische insulten, agressie
en cardiovasculaire events. Ook psychose en psychotische symptomen komen voor na inname
van synthetische cannabinoïden en er zijn onderzoeken die rapporteren dat synthetische
cannabinoïden een hogere kans op psychose geven dan bij cannabisgebruik.6, 7 Over chronische effecten en eventuele omkeerbaarheid is weinig bekend omdat synthetische
cannabinoïden en vapes met synthetische cannabinoïden een relatief nieuw fenomeen
zijn.
De meeste synthetische cannabinoïden hebben een relatief korte werkingsduur. Ontwenningsverschijnselen
kunnen al snel na het staken van de inname optreden, en zijn bijvoorbeeld craving,
hoofdpijn, misselijkheid, angst en slapeloosheid.8 Ook zijn er indicaties dat synthetische cannabinoïden sneller tot en tot meer ontwenningsverschijnselen
leiden dan cannabis.9, 10 Gerapporteerde ontwenningsklachten uit de praktijk van de verslavingszorg zijn: angst-
en paniekaanvallen, braken, zweten, buikkrampen, diarree, psychotische klachten (hallucinaties,
wanen, verwardheid), trillen en niet kunnen plassen (soms in context van nauwelijks
eten/drinken).
Door deze combinatie van potente werking, significante ontwenningsverschijnselen en
de korte werkingsduur lijkt het afhankelijkheidspotentieel van synthetische cannabinoïden
hoog. Dit wordt versterkt door toediening via een vape, waarbij in korte tijd veel
werkzame stof kan worden opgenomen. Echter, de stof en frequentie/wijze van inname
zijn niet de enige factoren die in beschouwing moeten worden genomen wanneer naar
afhankelijkheid wordt gekeken. Ook de verdere omstandigheden van het individu en bijvoorbeeld
de reden voor gebruik zijn van belang.
Op dit moment is er geen informatie bekend over de effecten, mate van verslaving en
ontwenningsverschijnselen voor jongeren specifiek.
Vraag 5
Hoe dienen zorgprofessionals te handelen bij verdenking van spice-gebruik door middel
van vapes? Zijn de laboratoria in Nederland toegerust om vapes (of vapors) te analyseren
op aanwezigheid van THC, synthetische cannabinoïden («spice») en andere schadelijke stoffen? Is het mogelijk dat het RIVM of
andere nationale instituten vapes laten testen bij meldingen of verdenkingen van spice-gebruik?
Zo ja, hoe verloopt dit proces? Zo nee, wat weerhoudt dit?
Antwoord 5
Een aantal ernstige incidenten bij 13–15-jarigen met SEH-bezoek dan wel een opname
in Amsterdam was 3 september jl. aanleiding voor een gerichte, niet-publieke alert
aan (medische) professionals, waarbij het klinisch beeld en de therapie zijn beschreven.
Deze richtlijn zou ook landelijk kunnen worden toegepast. Dat vooralsnog alleen een
alert in Amsterdam is uitgegaan, is omdat er in andere regio’s niet of nauwelijks
signalen waren. Voorts kan contact worden opgenomen met het Nationaal Vergiftigingen
Informatie Centrum voor informatie.11
Op dit moment kan het DIMS vapes analyseren als op basis van de effecten bij gebruik
aanleiding is om te vermoeden dat hierin synthetische cannabinoïden aanwezig zijn. Daarnaast is het DIMS, in samenwerking met de NVWA en het RIVM,
zoals eerder in vraag 2 benoemd, bezig met het in kaart brengen van de samenstelling
van vapes die onder scholieren/jongeren worden gebruikt – deze worden binnengebracht
via de verschillende instellingen die aangesloten zijn bij het DIMS-netwerk.
Vraag 6
Wat is de strafmaat op verkoop van illegale vapes al dan niet met smaakjes, THC of
spice voor winkels en voor dealers? Verschilt de strafmaat voor THC en spice (synthetische
cannabinoiden)? Kunt u dit in een tabel per categorie, per type vape-vloeistof en
per verkoper uitsplitsen?
Antwoord 6
Het verkopen van vapes zonder THC en spice is gereguleerd in de Tabaks- en rookwarenwet.
Het is toegestaan deze vapes te verkopen, mits er geen smaak anders dan tabak is toegevoegd.
Het is niet toegestaan deze vapes aan minderjarigen te verkopen. Het verkopen van
vapes zonder THC en zonder spice, maar met een smaak anders dan tabak, is verboden
onder de Tabaks- en rookwarenwet. Bij overtreding daarvan kan een bestuurlijke boete
worden opgelegd. Deze varieert van € 450,– tot € 22.500,–, afhankelijk van wat er
precies is verkocht en of er al eerdere overtredingen zijn begaan. Daarnaast kan de
NVWA de vapes in beslag nemen en vernietigen. De kosten hiervan worden verhaald op
de overtreder. Het illegaal verkopen van THC-vapes of spice-vapes valt onder de Opiumwet.
Met illegale verkoop wordt bedoeld de verkoop van THC-vapes met lijst I middelen,
de verkoop van THC-vapes met lijst II-middelen buiten coffeeshops dan wel de verkoop
van THC-vapes in coffeeshops aan minderjarigen.12 De strafmaat voor een Opiumwetsdelict is in grote mate afhankelijk van de hoeveelheid
van de verboden stof die gevonden wordt. De officier van justitie hanteert bij het
formuleren van zijn eis de Richtlijn voor strafvordering Opiumwet, lijst I en lijst IA
(2025R005). Het is uiteindelijk aan de rechter om de strafmaat te bepalen.
De strafmaat voor verschillende soorten vapes is verschillend. De strafmaat is afhankelijk
van wat voor stof (THC of spice) er gevonden wordt, maar ook van de manier van verwerking
van de stof:
1. Vapes met een vloeistof met een THC-concentraat dat niet is verkregen door extractie
van hennep of hasjiesj, maar een gebruikelijk vast mengsel bevat van de afgescheiden
hars verkregen van hennep, met plantaardige elementen van deze planten, vallen onder
lijst II van de Opiumwet.
2. Vapes met een vloeistof met een THC-concentraat dat is verkregen door middel van een
extractie van hennep of hasjiesj vallen onder lijst I van de Opiumwet.
3. Vapes met een synthetische cannabinoïde (spice) vallen onder lijst IA van de Opiumwet.
Om een vergelijkend voorbeeld te geven voor alle drie de soorten vapes op basis van
een gewicht van 5 tot 15 gram aan stoffen die verboden zijn vanuit de Opiumwet:
Delict
Lijst I
Lijst II
Lijst IA
5–15 gram
First offender
Taakstraf 120 uur
Geldboete 250 euro
Taakstraf 90 uur
5–15 gram
1x recidive
Taakstraf 180 uur
Idem of Gevangenisstraf 3 maanden
Geldboete 375 euro
Idem of Taakstraf 28 uur
Taakstraf 135 uur
Idem of Gevangenisstraf 9 weken
5–15 gram
Meermalen recidive
Gevangenisstraf 12 maanden onvoorwaardelijk
Hechtenis 20 dagen onvoorwaardelijk
Gevangenisstraf 9 maanden onvoorwaardelijk
In de richtlijnen van het OM wordt geen onderscheid gemaakt naar (type) verkopers,
maar alleen naar het al dan niet hebben van recidive. Hierbij gelden nog wel bijzonderheden
die voor een strafverzwaring of strafvermindering kunnen zorgen in de eis van het
OM.
Vraag 7
Kunt u aangeven of er specifieke vormen van handhaving bestaan die zich richten op
THC-vapes, en in het bijzonder op varianten die spice bevatten? Wordt er samengewerkt
door de NVWA en politie om de opsporing en de handhaving te verbeteren? Zo niet, op
welke wijze gaat u deze samenwerking intensiveren? Op welke manier heeft u contact
en werkt u samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid over een verbeterde
opsporing van dealers van deze middelen die onze scholen overspoelen en jongeren verslaafd
maken?
Antwoord 7
THC en synthetische opioïden zijn middelen die onder de Opiumwet vallen en daarmee
ligt de opsporing bij de politie en het OM. De NVWA is verantwoordelijk voor het toezicht
op de naleving van de Tabaks- en rookwarenwet en dus voor de handhaving op het aanbieden
en het verkopen door ondernemers en dealers van vapes met een smaakje die niet onder
de Opiumwet vallen of aan minderjarigen. De NVWA heeft geen bevoegdheid om specifiek
op THC-vapes of spice-vapes te handhaven. De politie en de NVWA weten elkaar goed
te vinden wanneer zij situaties aantreffen op elkaars werkterrein. Ook worden gezamenlijk
inspecties uitgevoerd als er een vermoeden is dat ergens (ook) THC-vapes of spice-vapes
aanwezig zijn. Daarnaast wordt vanuit het Actieplan tegen vapen gewerkt aan een uitgebreidere
afstemming tussen het Ministerie van VWS, de NVWA en de Douane, en wordt ook de samenwerking
tussen deze partijen met gemeenten gestimuleerd. Hierbij kan gedacht worden aan samenwerking
met gemeentelijke BOA’s bij de handhaving op illegale handel in vapes.
Vraag 8
Wat is de strafmaat voor sociale media zoals Snapchat voor het bieden van een platform
aan dealers en het wegkijken van openlijk dealen van zeer verslavende middelen aan
minderjarigen? Heeft u kennis genomen van het onderzoek van het platform «Vapen jouw
keuze» over de rol van Snapchat?13 Op welke wijze gaat de ACM hier onderzoek naar doen en worden THC of spice bevattende
vapes hierin meegenomen?
Antwoord 8
Het is in eerste instantie belangrijk hierbij een onderscheid te maken tussen legale
en illegale middelen. Indien het gaat om middelen die vallen onder het bereik van
de Opiumwet kan daar via het strafrecht tegen worden opgetreden. Het online aanbieden
en verkopen van vapes met een smaak anders dan tabak valt niet onder de Opiumwet,
maar is verboden onder de Tabaks- en rookwarenwet. Ook is het verboden om vapes aan
minderjarigen te verkopen. Bij overtreding van deze verboden kan een bestuurlijke
boete worden opgelegd. De handel in middelen die vallen onder de Opiumwet is strafbaar.
Daarnaast is het op grond van artikel 3b van de Opiumwet ook verboden om de verkoop
van middelen door openbaarmaking te bevorderen. Indien aangetoond kan worden dat sociale
media medeplichtig zijn aan deze handel, kan daar tegen worden opgetreden. Voor strafrechtelijke
vervolging moet er echter wel opzet van de sociale media bij de handel of openbaarmaking
aangetoond kunnen worden.
Ik heb kennisgenomen van het onderzoek van het platform «Vapen jouw Keuze» en met
hen en de Stichting Rookpreventie Jeugd contact hierover gehad. Zij hebben mij geïnformeerd
over het handhavingsverzoek dat zij voornemens waren in te dienen bij de Autoriteit
Consument & Markt (ACM) omdat zij van mening zijn dat het platform Snapchat niet voldoet
aan de vereisten van de Digital Services Act. Inmiddels hebben zij dat gedaan en heeft
de ACM een onderzoek geopend naar Snapchat in verband met de handel van vapes aan
minderjarigen. De ACM onderzoekt daarbij of Snap voldoende doet om verboden inhoud
van hun platform te weren, zoals het aanbieden van verboden vapes met een smaakje
of met THC. Wij volgen de uitkomsten van het onderzoek van de ACM op de voet.
Vraag 9
Welke ontwikkelingen ziet u in andere EU-landen en het Verenigd Koninkrijk en wat
leert u daarvan?
Antwoord 9
Op verzoek van onder andere België en Nederland wordt het gebruik van drugs via een
vape geagendeerd in de werkgroep drugsbeleid van de Raad van de Europese Unie. Daar
zal onder andere door de lidstaten een beeld geschetst worden van de problematiek
in hun landen. Ook zal bekeken worden welke mogelijkheden er zijn om gezamenlijk,
eventueel ook met de Europese Commissie en het EU Drugsagentschap, op te trekken om
de problematiek goed in kaart te brengen en aan te pakken. Deze Raadswerkgroep heeft
nog niet plaatsgevonden en zodoende zijn daar nog geen conclusies uit te trekken.
Vraag 10
Bent u bereid te onderzoeken of een algemeen verbod op alle vormen van vapes (of op
brede categorieën) effectiever zou zijn bij het bestrijden van de problemen met steeds
nieuwe opkomende schadelijke en verslavende varianten, vergeleken met de huidige aanpak
waarbij telkens afzonderlijke stoffen (contacten onder Opiumwet, Tabaks- en rookwarenwet)
moeten worden beoordeeld en gereguleerd?
Antwoord 10
Op grond van artikel 3a van de Opiumwet worden middelen toegevoegd aan lijst I of
lijst II van de Opiumwet indien deze onder de werking van het Enkelvoudig Verdrag
of het Psychotrope Stoffen Verdrag worden gebracht of uit hoofde van de uit het Kaderbesluit
2004/757/JBZ of het Besluit 2005/387/JBZ voortvloeiende verplichting onder de werking
van de Opiumwet dienen te worden gebracht. Voorts kunnen middelen worden toegevoegd
aan lijst I of lijst II indien is gebleken dat deze het bewustzijn van de mens beïnvloeden
en bij gebruik door de mens kunnen leiden tot schade aan zijn gezondheid en schade
voor de samenleving. Op grond van artikel 3aa kan een stofgroep aan lijst IA worden
toegevoegd indien twee of meer substanties die deel uitmaken van die stofgroep zijn
of worden toegevoegd aan lijst I. Vaststaat dat THC dan wel synthetische cannabinoïden
onder de Opiumwet verboden zijn.
Indien er geen THC dan wel synthetische cannabinoïden in het product zit, dan vallen
vapes onder de Tabaks- en rookwarenwet, waarin de Europese Tabaksproductenrichtlijn14 (TPD) is geïmplementeerd. De TPD heeft op bepaalde onderwerpen regels voor vapes
vastgesteld, zoals onder andere over ingrediënten van vapes. In de TPD is bepaald
dat lidstaten op die aspecten geen regels mogen stellen die het in de handel brengen
van tabaksproducten en aanverwante producten (waaronder vapes vallen) verder beperkt
of verbiedt. Alleen op aspecten die de TPD niet regelt, is het lidstaten vrij om zelf
een keuze te maken in de mate van reguleren dan wel niet reguleren. Dit betekent dat
het verbieden van vapes in zijn algemeenheid in strijd is met Europees recht.
Om de verkoop en het gebruik van vapes met grote gezondheidsrisico’s te beperken trekt
Nederland met een aantal lidstaten op om verdergaande regulering in de TPD te agenderen
en EU-breed op te pakken.
Vraag 11
Hoe staat het met de professionalisering van het meldpunt vape-gerelateerde klachten,
zoals bedoeld in motie-Paulusma en Tielen?15 In hoeverre is dit meldpunt al ingericht, laagdrempelig, en functioneert het zo dat
gegevens systematisch worden verzameld, geanalyseerd en gebruikt voor beleidsvorming?
Antwoord 11
Er zijn op dit moment twee meldpunten voor vape-gerelateerde klachten. Het ene meldpunt
is gericht op longartsen die volwassenen behandelen en het andere is gericht op kinderlongartsen.
Ik kijk nu met de betrokken longartsen en het RIVM hoe deze meldpunten samen kunnen
gaan en hoe dit technisch kan worden geregeld. Ik hoop dat deze samenwerking binnen
enkele maanden geformaliseerd kan worden, waarna het meldpunt van start kan gaan.
Ik zal uw Kamer hier dan ook over informeren.
Vraag 12
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden binnen de termijn?
Antwoord 12
Nee, hierover heeft u een bericht van uitstel ontvangen. De reden van het uitstel
was dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.