Schriftelijke vragen : De geestelijke verzorging bij de politie
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de geestelijke verzorging bij de politie (ingezonden 17 oktober 2025).
Vraag 1
Bent u zich ervan bewust dat het politievak morele vorming van politiemensen vereist
om goed politiewerk te leveren en op de been te blijven? Hoe is morele vorming van
politiemensen nu expliciet en systematisch ingebed in de initiële opleiding en vervolgopleiding?
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat politiemensen bovengemiddeld vaak te maken hebben met geweld,
maatschappelijke spanningen, leed en de dood en dat dit leidt tot verhoogde risico’s
op morele verwonding, posttraumatische stressstoornis (PTSS) en uitval? Hoe wordt
hierin structureel voorzien door middel van geestelijke verzorging, anders dan psychologische
hulpverlening?
Vraag 3
Waarom is er voor de krijgsmacht wel structureel geestelijke verzorging ingebed met
voldoende capaciteit en is dit bij de politie nog altijd niet op vergelijkbare schaal
gerealiseerd, terwijl beide beroepen structureel blootstaan aan existentiële en morele
belasting?
Vraag 4
Kunt u garanderen dat geestelijke verzorging bij de politie met een beschermd beroepsgeheim
en onafhankelijk van de hiërarchie is ingericht, vergelijkbaar met geestelijke verzorging
bij de krijgsmacht? Zo nee, hoe wordt dan de vrijplaats beschermd en de noodzakelijke
vertrouwensband gewaarborgd?
Vraag 5
Is er sprake van een langetermijnvisie op de structurele inbedding van geestelijke
verzorging bij de politie die de vrijplaats van geestelijke verzorging garandeert,
vergelijkbaar met de structurele inbedding bij de krijgsmacht? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Derk Boswijk, Tweede Kamerlid