Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie en Nederlandse bijdrage anti-drone capaciteiten in Denemarken (Kamerstuk 28676-552)
2025D43790 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Defensie hebben de onderstaande fracties de behoefte
vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Defensie over de NAVO Defensie
ministeriële van 16 en 17 oktober.
De voorzitter van de commissie,
Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie,
Manten
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II
Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven van
de Minister en hebben voor het moment geen aanvullende vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bijgaand
dit schriftelijk overleg. Deze leden hebben naar aanleiding van de stukken nog enkele
vragen.
Eastern sentry
Met interesse lazen de leden van de NSC-fractie over «Eastern sentry». Graag horen
deze leden in hoeverre er al meer bekend is over deze missie, taak en het mandaat
en welke Nederlandse bijdrage aan deze missie is voorzien.
Droneafweer
Enkele dagen geleden heeft de Minister toegezegd om ontwikkelingen rond de «drone
muur» aan te jagen en dat terwijl eigenlijk nog niet helemaal duidelijk blijkt te
zijn wat wij hieronder zouden moeten verstaan. De leden van de NSC-fractie vragen
zich dan ook af of de Minister op de NAVO ministeriële zal proberen om hier meer duidelijkheid
over te verschaffen.
Bij de informele Europese Raad in Kopenhagen heeft Nederland een bijdrage aan de bescherming
van het luchtruim geleverd. De leden van de NSC-fractie vroegen zich af of er verwacht
wordt dat er in de toekomst vaker beroep zal worden gedaan op Nederlandse expertise
op dit gebied van droneafweer en in hoeverre dit ten koste zou kunnen gaan van de
bescherming van het Nederlandse luchtruim.
1,5%-norm
In de stukken konden de leden van de NSC-fractie lezen dat de internationale discussie
over de concrete invulling van de 1,5%-norm nog steeds behoorlijk open is. Graag horen
deze leden hoe deze discussie op dit moment wordt gevoerd en vooral ook waarop Nederland
in deze wil sturen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorliggende
geannoteerde agenda. Zij hebben enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie onderstrepen het belang van het intensiveren van de defensieproductie
en Europese samenwerking daarbij. Deze leden horen in dit verband graag op welke wijze
de Minister uitvoering gaat geven aan de motie Diederik van Dijk over in EU-verband
inzetten op verdere standaardisatie van defensiematerieel, aansluitend bij de NAVO-normen
(Kamerstuk 21 501-20, nr. 2290), ook tijdens de komende Raad.
De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat de overheid nog te vaak voor een dubbeltje
op de eerste rang wil zitten en defensiematerieel, zoals antidrone systemen, buiten
Nederland inkoopt, terwijl ook Nederlandse bedrijven dit zouden kunnen produceren.
Is het de inzet van de Minister om waar mogelijk in eigen land in te kopen om strategische
productiecapaciteit op te bouwen? Deze leden horen ook graag hoe Nederland inzet op
langdurige samenwerking met het bedrijfsleven, inclusief meerjarig budget, zodat bedrijven
bij opschaling zekerheid hebben over de afname van producten.
De leden van de SGP-fractie constateren dat Nederland richting 2030 wat betreft de
defensie-uitgaven niet verder komt dan ongeveer 2% van het bbp. Deze leden horen graag
wat de Minister een geloofwaardig pad acht om op 3,5% uit te komen. Hoe denken andere
NAVO-bondgenoten hierover?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor
de NAVO Defensie ministeriële van aanstaande 16 en 17 oktober en hebben de volgende
vragen en opmerkingen.
De recente schendingen van het NAVO-luchtruim baren de leden van de Volt-fractie grote
zorgen. Zij zien deze schendingen als provocaties vanuit Rusland, die door middel
van zogenoemde horizontale escalatie probeert de westerse steun aan Oekraïne te doen
afbrokkelen. De leden van de Volt-fractie zien dit om die reden als aanmoediging om
Oekraïne nog meer te steunen in de existentiële strijd die het voert tegen de koloniale
overheersingsdrang vanuit het Kremlin. Zij vragen zich af of het kabinet dit ook zo
ziet. Ook vragen zij zich af of de wens om de Russische bevroren tegoeden in te zetten
ook in NAVO-verband besproken wordt en, zo ja, met welke inzet vanuit het kabinet.
De leden van de Volt-fractie willen ook graag weten tot welke acties de afgelopen
Artikel 4-procedures hebben geleid op het gebied van civiele gereedheid van Nederland.
Houdt het kabinet er rekening mee dat, nu de Artikel 4-procedure tweemaal is ingeroepen,
we dichter op een potentiële Artikel 5-procedure zitten?
Daarnaast wordt er zowel vanuit de NAVO als de EU opgeroepen tot de opbouw van een
zogenoemde «drone wall» aan de oostgrens van de NAVO om het NAVO-luchtruim te beschermen
tegen toekomstige droneaanvallen. Er zijn recent echter internationaal vraagtekens
gezet bij de haalbaarheid van dit conceptproject. De leden van de Volt-fractie willen
graag weten wat het kabinet van plan is aan de «drone wall» bij te dragen, en hoe
het kabinet ervoor wil zorgen dat deze zo spoedig mogelijk wordt gerealiseerd.
Bovendien zijn de leden van de Volt-fractie benieuwd naar de Nederlandse invulling
van de nieuwe NAVO-norm zoals vastgelegd op 25 juni 2025 in de The Hague Summit Declaration.
De leden van de Volt-fractie vragen zich in het bijzonder af hoe het kabinet de invulling
van de 1,5%-norm voor zich ziet. Daarnaast is het al langer bekend dat Nederland onderdeel
uitmaakt van de Drone Capability Coalition (DCC) en dat Nederland flink investeert
in droneproductie voor Oekraïne. Maar recent werd het bekendgemaakt dat Defensie ook
aan een plan werkt waarmee Oekraïense wapenproducenten op Nederlandse bodem wapens
kunnen produceren. De leden van de Volt-fractie vragen zich af of er meer opties zijn
om ook de productie van ander militair materieel dan drones te ondersteunen vanuit
Nederland. Verkent het kabinet bijvoorbeeld ook de mogelijkheden om onderdelen voor
de nieuwe Flamingo-raketten te produceren?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.