Schriftelijke vragen : De toepassing van het Europese solidariteitsmechanisme
Vragen van de leden Van Hijum en Van Vroonhoven (beiden Nieuw Sociaal Contract) en Eerdmans (JA21) aan de Minister van Asiel en Migratie over de toepassing van het Europese solidariteitsmechanisme (ingezonden 6 oktober 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zorgen om het migratiepact: Van Weel wil dure
rekening of extra opvang vermijden»?1
Vraag 2
Klopt het bericht dat u recent heeft deelgenomen aan een overleg met een aantal landen
over de toepassing van het solidariteitsmechanisme van het EU-migratiepact voor het
jaar 2026, dat voor 15 oktober 2025 moet zijn vastgesteld door de Europese Commissie?
Vraag 3
Wat is in dit overleg concreet uw inzet geweest ten aanzien van de verdeelsleutel
die in 2026 zal worden gehanteerd voor de herplaatsing van asielzoekers binnen de
Europese Unie (EU) van landen die «onder migratiedruk» staan naar ontvangende landen?
Vraag 4
Hoe groot zal de «solidariteitspool» van over te nemen asielzaken in 2026 zijn, wat
is daarbij de status van Nederland (wel of niet «onder migratiedruk», een «risico
op migratiedruk in het komende jaar» of «te maken met een situatie van aanzienlijke
migratie») en welk procentueel aandeel moet Nederland leveren in de herplaatsing van
asielzoekers?
Vraag 5
Wordt Nederland behalve netto-betaler nu ook een netto-ontvanger van extra asielzaken,
door de toepassing van deze Europese Spreidingswet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat Nederland bij de toepassing van het solidariteitsmechanisme
moet worden aangewezen als een land dat «onder migratiedruk» staat, mede omdat het
migratiesaldo de bandbreedte van 40.000–60.000 per jaar (zoals geadviseerd door de
Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050) ver overstijgt en de asielketen
in ons dichtbevolkte land al onder grote druk staat?
Vraag 7
Hoeveel asielzaken heeft Nederland in 2024 moeten overnemen van andere EU-landen,
omdat aan de EU-buitengrens de asielprocedures en/of de kwaliteit van de opvang niet
in orde waren? Hoeveel overdrachten hebben er plaatsgevonden in 2024 en in de vijf
jaren daarvoor in het kader van de Dublinprocedure (per land, uitgedrukt in aantallen
en in percentage van het aantal Dublinclaims)?
Vraag 8
Deelt u de mening dat van Nederland geen solidariteitsbijdrage kan worden gevraagd,
zolang de afwikkeling van asielzaken aan de buitengrens van de EU niet op orde is,
en de rechter het verbiedt om asielzoekers terug te sturen naar landen van binnenkomst
omdat de kwaliteit van de opvang daar onder de maat is?
Vraag 9
Is het kabinet nog steeds voornemens om een eventuele solidariteitsbijdrage financieel
af te kopen? Kan worden uitgesloten dat Nederland daar bovenop nog extra asielzaken
krijgt overgedragen?
Vraag 10
Wat gaat u er concreet aan doen om ervoor te zorgen dat Nederland pas een solidaire
bijdrage levert aan de Europese herplaatsing van asielzoekers als de processen en
opvang aan de EU-buitengrens op orde zijn?
Vraag 11
Bent u bereid om de Kamer op 15 oktober a.s. terstond te informeren over de besluiten
van de Europese Commissie over de toepassing van het solidariteitsmechanisme, zodat
de uitkomsten kunnen worden betrokken bij het Kamerdebat over de Europese top van
16 oktober a.s.?
Vraag 12
Bent u bereid om deze vragen uiterlijk op 15 oktober a.s. een voor een te beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie -
Indiener
Eddy van Hijum, Kamerlid -
Medeindiener
Joost Eerdmans, Kamerlid -
Medeindiener
Nicolien van Vroonhoven, Kamerlid