Schriftelijke vragen : De huisvesting van migranten
Vragen van de leden Welzijn en Van Hijum (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening over de huisvesting van migranten (ingezonden 6 oktober 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Migratie is niet hét probleem van de woningmarkt:
«dat is onzin»«?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting van de deskundigen die in het artikel worden geciteerd dat migratie
slechts voor een beperkt deel bijdraagt aan de huidige wooncrisis en dat het werkelijke
probleem is dat er gewoon te weinig wordt gebouwd?
Vraag 3
Welke cijfers en prognoses hanteert het kabinet over de bijdrage van migratie (in
verschillende subcategorieën: asielmigratie, arbeidsmigratie, gezinsmigratie, studiemigratie)
aan de jaarlijkse vraag naar woonruimtes (totaal, huur, sociale huur, middenhuur,
koop)? In hoeverre houdt het kabinet bij de gehanteerde cijfers en prognoses rekening
met regionale verschillen in de druk op de woningmarkt door migratie? Welke gemeenten
of regio’s hebben relatief grote druk als gevolg van migratie?
Vraag 4
Welke analyses heeft het kabinet laten uitvoeren naar de mate waarin starters en doorstromers
door migratie in hun kansen worden belemmerd, bijvoorbeeld doordat migranten woningen
innemen die anders voor deze groepen beschikbaar zouden zijn? En wat waren de uitkomsten?
Wat is bijvoorbeeld het effect van arbeids-, asiel- en studiemigratie op de wachtlijsten
voor een huurwoning?
Vraag 5
Welke concrete uitwerking geeft het kabinet aan de aanbeveling van de Staatscommissie
Demografische Ontwikkelingen om ambities en het beleid op het gebied van woningbouw
beter af te stemmen op de demografische ontwikkeling, inclusief de netto migratie?
Vraag 6
Op welke wijze geeft het kabinet opvolging aan de aanbeveling van de Staatscommissie
om daadwerkelijk te gaan sturen op alle vormen van migratie, op basis van een bandbreedte
voor gematigde groei van de bevolking met 40.000–60.000 per jaar?
Vraag 7
Welke beleidsinstrumenten (nationaal of via gemeenten) brengt het kabinet in stelling
om migratie-gerelateerde huisvestingsdruk te beperken, zoals tijdelijke huisvesting
(flexwoningen), en wat is het effect van deze instrumenten?
Vraag 8
Is het kabinet bereid om extra middelen (nationaal of regionaal) beschikbaar te stellen
voor tijdelijke huisvesting, versnelde vergunningverlening, juridisch-ambtelijke capaciteit
en infrastructuur (o.a. netcapaciteit) om zo de bouwproductie op te voeren en knelpunten
weg te nemen?
Vraag 9
Kunt u concreet aangeven hoe u gemeenten helpt bij het creëren van doorstroomwoningen
voor statushouders om zo de druk op de asielopvang te verminderen?
Vraag 10
Kunt u concreet aangeven hoeveel woningen er beschikbaar zijn voor de huisvesting
van arbeidsmigranten en hoe dit zich verhoudt tot de jaarlijkse instroom? Hoeveel
daarvan beschikken over een SNF- of AKF-keurmerk?
Vraag 11
Kunt u aangeven hoeveel woningen er in handen zijn van uitzendbedrijven en van private
investeerders die woonruimtes verhuren aan uitzendbedrijven?
Vraag 12
Kunt u concreet aangeven hoe u gemeenten helpt om de grootschalige ondermaatse en
deels illegale verhuur voor arbeidsmigranten aan te pakken en de kwaliteit van deze
huisvesting te waarborgen?
Vraag 13
Deelt u onze mening dat in de uitingen en het beleid van het kabinet onevenredig veel
aandacht is voor de druk op de woningmarkt door de asielinstroom, terwijl de druk
door arbeidsmigranten en uitzendbedrijven op de woningmarkt vele malen hoger is?
Vraag 14
Hoe waarborgt het kabinet dat statushouders en arbeidsmigranten die legaal in Nederland
wonen en verblijven een gelijke toegang tot woonruimte behouden, zonder dat dit tot
verdringing leidt van kwetsbare groepen zoals jongeren en langdurig woningzoekenden?
Vraag 15
Bent u bereid deze vragen uiterlijk binnen twee weken te beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Merlien Welzijn, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Eddy van Hijum, Tweede Kamerlid