Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over het bericht dat Oekraïense mannen zelf huisvesting moeten regelen
Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Asiel en Migratie over het bericht dat Oekraïense mannen zelf huisvesting moeten regelen (ingezonden 22 september 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Asiel en Migratie) (ontvangen 2 oktober 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Keijzer: Oekraïense mannen moeten zelf huisvesting
gaan regelen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven op welke termijn u van plan bent om mannen die werken uit te zonderen
van de rechten die ze hebben op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming?
Antwoord 2
Er is de ruimte om ontheemden die daartoe in staat zijn en bereid zijn, omdat zij
bijvoorbeeld een inkomen hebben, zelfstandig een woonplek te laten zoeken. Gebruikmaking
van deze ruimte hiervan acht ik wenselijk en ook gerechtvaardigd doordat de opvangcapaciteit
voor ontheemden tegen zijn grenzen aanloopt. Er zijn zo goed als geen opvangplekken
meer beschikbaar en dit levert schrijnende situaties op voor de meest kwetsbaren onder
de doelgroep, zoals gezinnen met kinderen. Daarom moedig ik ontheemden die hiertoe
bereid en bij machte zijn zelf een plek te zoeken. Er zijn al ontheemden die dat is
gelukt. Zo blijft er ruimte voor hun meer kwetsbare landgenoten in de opvang. Wel
blijven ontheemden uit Oekraïne die aan de voorwaarden van de Richtlijn Tijdelijke
Bescherming (RTB) voldoen, recht hebben op bescherming. Dit vloeit voort uit de RTB
waaraan Nederland is gebonden en is neergelegd in de Tijdelijke Wet Opvang ontheemden
Oekraïne (TWOO). Het is niet mogelijk hierop eigenstandig specifieke doelgroepen uit
te zonderen. Daarnaast verken ik met de VNG en andere betrokkenen hoe we redelijk
en billijk met de nu ontstane situatie aan krapte om kunnen gaan en kunnen bezien
wie op welk bed geplaatst wordt, met inachtneming van het recht op bescherming zoals
dit is voorgeschreven in de RTB. Ik verwacht binnenkort meer te kunnen delen.
Vraag 3
Kunt u concretiseren welke doelgroep specifiek u van plan bent uit te zonderen en
kunt u aangeven hoe hoog het inkomen dan moet zijn?
Antwoord 3
Ontheemden uit Oekraïne die zichzelf kunnen redden en bereid zijn om zelfstandig een
woonplek te regelen, vraag ik met klem dit te doen.
Vraag 4
Bent u voornemens om vervolgens vrouwen die werken uit te zonderen van de opvang?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Er zullen ongetwijfeld (ook) Oekraïense vrouwen zijn die zichzelf kunnen redden en
bereid zijn om een eigen woonplek te realiseren. Ook aan hen geldt mijn oproep. Door
middel van deze oproep torn ik niet aan het recht op opvang, maar beoog ik de meest
kwetsbaren onder de doelgroep als eerste te kunnen blijven opvangen.
Vraag 5
Klopt het dat u stelt dat de Richtlijn ruimte biedt om mensen terug te sturen naar
het land waar ze eerder waren, of om te vragen zelf onderdak te regelen? Zo ja, kunt
u artikelen in de Richtlijn aanwijzen die deze ruimte zouden moeten bieden?
Antwoord 5
In het kader van de laatste verlenging van de tijdelijke bescherming tot en met 4 maart
2027 die onlangs plaatsvond2, met behoud van de op EU niveau afgegeven verklaring over het niet toepassen van
artikel 11 van de RTB, is de mogelijkheid opgenomen dat lidstaten geen tijdelijke
bescherming hoeven te verlenen aan ontheemden uit Oekraïne die al tijdelijke bescherming
hebben in een andere EU-lidstaat (overweging 5 verlengingsbesluit). Ik bekijk momenteel
met de IND hoe we hier invulling aan kunnen geven. Dit zou dan in principe per 4 maart
2026 ingaan, omdat deze verlenging dan ingaat. Ik verwacht uw Kamer hierover dit najaar
nader te kunnen informeren. Voorgenoemd artikel 11 van de RTB3 stelt dat een persoon met tijdelijke bescherming in een EU-lidstaat, dat land die
persoon mag terugsturen als diegene zonder toestemming in een ander EU-land is of
daar probeert te komen. Sinds het begin van de grootschalige Russische invasie is
er in EU-verband evenwel onvoldoende steun voor toepassing van artikel 11 van de RTB.
Daarom is een verklaring4 afgegeven dat artikel 11 van de RTB niet wordt toegepast in solidariteit met lidstaten
die door activering onevenredig worden belast.
Er kan aan ontheemden uit Oekraïne die zichzelf kunnen redden, omdat zij bijvoorbeeld
een inkomen hebben worden gevraagd om een eigen woonplek te regelen.5 In het langetermijnbeleid dat ik, samen met betrokken departementen, uitwerk, zet
ik in op een transitie naar huisvesting. Het doel is normaliseren zodat ontheemden
op basis van hun inkomen huur kunnen gaan betalen.
Artikel 13 (1) van de RTB stelt dat de EU-lidstaten ervoor dienen te zorgen dat de
begunstigden van tijdelijke bescherming een fatsoenlijk onderkomen krijgen of, in
voorkomend geval, middelen ter beschikking krijgen om huisvesting te vinden. Dat betekent
dat aan ontheemden middelen ter beschikking gesteld kunnen worden ten behoeve van
huisvesting, of bij vaststelling van voldoende inkomen, dat hen gevraagd wordt zelf
in huisvesting te voorzien. Het inregelen en uitvoeren van een dergelijke systematiek
hiervoor onder de RTB vergt een aanpassing van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne
(RooO) en mogelijk ook de Tijdelijke Wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO). Daarnaast
vergt dit substantiële inzet van gemeenten en doen zich complicerende factoren voor,
waaronder het gebrek aan een sociaal vangnet, de krapte op de woningmarkt en de sociaaleconomische
positie van ontheemden uit Oekraïne die maken dat huren of kopen naar verwachting
voor weinig ontheemden in de gemeentelijke opvang is weggelegd.
Vraag 6
In hoeverre verwacht u dat dit besluit juridisch standhoudt?
Antwoord 6
Als ik deze vraag zo moet lezen dat met besluit wordt bedoeld, het vragen aan ontheemden
om zelf in een woonplek te voorzien als ze daartoe bij machte zijn, dan is dit juridisch
mogelijk. Zoals hierboven benoemd, is het juridisch niet mogelijk specifieke groepen
ontheemden uit Oekraïne uit te zonderen van het recht op opvang onder de RTB. Het
niet verstrekken van tijdelijke bescherming aan ontheemden die tijdelijke bescherming
in een andere lidstaat hebben, wordt als onderdeel van het RTB-verlengingsbesluit
onderzocht. Hierbij wordt ook zorgvuldig gekeken naar de juridische basis voor de
afwijzing.
Vraag 7
Heeft u in kaart hoe groot de groep is die u voornemens bent uit te zonderen van de
gemeentelijke opvang?
Antwoord 7
Nee. In zijn algemeenheid kan ik uw Kamer melden dat begin september 2025 ongeveer
132.000 ontheemden uit Oekraïne zijn ingeschreven in de BRP en er circa 98.000 gemeentelijk
opvangplekken zijn gerealiseerd. Ongeveer 95.000 ontheemden vallen in de leeftijdscategorie
van 18–65 jaar. Circa 60.000 ontheemden van deze leeftijdscategorie zijn vrouw en
circa 35.000 man. Het merendeel van de ontheemden heeft een baan, vaak onder hun eigen
niveau en in laagbetaalde sectoren.
Zoals hierboven vermeld, betreft het een oproep om zelf in opvang te voorzien, en
is geen sprake van het onthouden van het recht op opvang.
Vraag 8
Erkent u dat Oekraïense mannen vaak werken in laagbetaalde, tijdelijke of flexibele
banen en dat de kans dat ze zonder goede opvang op straat belanden, slachtoffer worden
van arbeidsuitbuiting en malafide huisbazen groter wordt?
Antwoord 8
In zijn algemeenheid zien we ook dat ontheemden, waaronder de mannen, veelal tijdelijke
banen hebben en in sectoren werken waar de salarissen doorgaans niet hoog zijn. Uit
onderzoek van het CBS volgt dat op 1 mei 2025 61% van de ontheemden uit Oekraïne tussen
de 15- en 65 jaar in loondienst werkte.6 In de leeftijdscategorie 15–25 jaar werkte 52% in loondienst. Onder mannen was het
aandeel werkenden 59%. De meeste ontheemden werkten op dat moment als uitzendkracht
(36%), oproepkracht (23%), of hadden een ander tijdelijk dienstverband (28%). Uit
onderzoek7 blijkt dat veel ontheemden uit Oekraïne financiële zorgen hebben en moeite hebben
om rond te komen.
Er is een risico dat zij, wanneer zij geen aanspraak kunnen maken op opvangvoorzieningen,
extra kwetsbaar worden voor slechte leef- en werkomstandigheden. Een grotere afhankelijkheid
van werkgevers, bijvoorbeeld voor de huisvesting, kan leiden tot misstanden en uitbuiting
van ontheemden uit Oekraïne. Deze problematiek is ook zichtbaar onder arbeidsmigranten.
Het kabinet heeft daarvoor verschillende maatregelen getroffen.8
Vraag 9
Verwacht u dat deze maatregel negatieve effecten zou kunnen hebben op de bereidheid
om te werken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De inzet van het kabinet blijft om belemmeringen om te werken zoveel mogelijk weg
te nemen. Werk is voor nieuwkomers in Nederland, waaronder ontheemden uit Oekraïne,
onder andere belangrijk voor het meedraaien in de Nederlandse samenleving en draagt
daarmee bij aan het versterken van hun (financiële) zelfredzaamheid.
Vraag 10
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden voor het commissiedebat vreemdelingen-
en asielbeleid van 2 oktober 2025?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.