Amendement : Amendement van het lid Kouwenhoven over het terugdraaien van de verhoging van de arbeidskorting en het schrappen van de verhoging van het tarief in de eerste schijf
36 812 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)
Nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID KOUWENHOVEN
Ontvangen 1 oktober 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Het in artikel I, onderdeel A, onder 2, subonderdeel a, genoemde getal wordt verhoogd
met 0,05%-punt.
II
Artikel I, onderdeel H, vervalt.
III
Het in artikel III, onderdeel B, onder 2, subonderdeel a, genoemde getal wordt verhoogd
met 0,05%-punt.
IV
Artikel III, onderdeel C, vervalt.
V
Artikel XLIII vervalt.
Toelichting
In het Belastingplan 2026 stelt het kabinet voor de arbeidskorting te verhogen door
het tweede knikpunt met € 25 en het derde knikpunt met € 27 te verhogen. Dit leidt
tot een structurele derving van circa € 185 miljoen. Deze derving wordt gedekt door
een verhoging van het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting met 0,05
procentpunt, wat vanaf 2026 circa € 189 miljoen oplevert en structureel € 176 miljoen.
De dekking van de arbeidskorting via een hogere belastingdruk in de eerste schijf
pakt onevenredig uit. Groepen die geen of nauwelijks voordeel hebben van de arbeidskorting,
zoals gepensioneerden, mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en minimumloonverdieners,
worden hierdoor extra belast. Daarmee wordt de kloof tussen werkenden en niet-werkenden
verder vergroot.
Dit amendement stelt daarom voor de verhoging van de arbeidskorting terug te draaien
en de verhoging van het tarief in de eerste schijf te schrappen. Daarmee blijven de
lasten in de eerste schijf op het huidige niveau en wordt de extra verhoging van de
arbeidskorting niet doorgevoerd.
Kouwenhoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.J. Kouwenhoven, Tweede Kamerlid