Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over Nederlandse Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 26643-1366)
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1401
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 26 september 2025
De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 4 juli 2025 inzake
de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 26 643, nr. 1366).
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft deze vragen
beantwoord bij brief van 26 september 2025. De vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Voorzitter van de commissie, Wingelaar
Griffier van de commissie, Boeve
1
Kunt u redenen waarom er op digitale opgaven in de afgelopen 25 jaar zo weinig voortgang
is geboekt uitgebreider toelichten?
De afgelopen 25 jaar hebben overheidsorganisaties grote stappen gezet om hun dienstverlening,
processen en taken te automatiseren. De analoge overheid is vertaald naar een digitale
en inwoners en ondernemers kunnen vaak digitaal met de overheid communiceren en zakendoen.
Ook is de uitvoering beduidend efficiënter geworden, zonder informatievoorziening
zou de overheid stilvallen. De grote maatschappelijke opgaven, de roep om meer autonomie
en betere beveiliging in de huidige geopolitieke context vragen nu om interbestuurlijke
samenwerking: een versnelde samenwerking op de digitaliseringsopgaven van de Nederlandse
overheid om daarmee het gehele huis van Thorbecke te stutten.
2
Hoe wordt een intensievere samenwerking gezocht met het bedrijfsleven, de wetenschap
en kennisinstituten?
Het bedrijfsleven, de wetenschap en kennisinstituten kunnen een goede bijdrage aan
de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) leveren met hun capaciteit, innovatievermogen
en kritische blik. Per prioriteit (en versnellers binnen die prioriteit) zoeken we
binnen het uitvoeringsprogramma voor de NDS bedrijven en kennisinstellingen die ons
helpen met het realiseren van de doelen uit de NDS. De ingestelde NDS-Raad die de
Staatssecretaris, het Bestuurlijk Overleg Digitalisering en de Directeur-Generaal
Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDOO) van onafhankelijk advies zal voorzien
met betrekking tot de uitvoering van de NDS, kijkt expliciet van buitenaf naar de
prioriteiten. Daarin zitten deskundige en gezichtsbepalende experts uit de eerdergenoemde
velden die advies geven over de aanpak en de samenwerking met die velden.
3
Hoe kan «waar nodig» worden gedefinieerd als het gaat om het herontwerpen van overheidsprocessen?
Het herontwerpen van processen is niet een doel op zichzelf. De NDS signaleert dat
digitalisering tot nu toe vooral gericht is geweest op het digitaliseren van bestaande
processen, zoals het digitaliseren van papieren documenten. Terwijl de steeds verdergaande
mogelijkheden van digitalisering kansen biedt om burgers en ondernemers beter te helpen
door processen grondig in ketens te herzien. In theorie geldt dit voor alle overheidsprocessen,
maar het ligt voor de hand om daar een prioritering in aan te brengen. Daarbij denken
we in eerste instantie aan processen waar burgers en ondernemers vastlopen in hun
contact met de overheid – veelal rondom ingrijpende (levens)gebeurtenissen. Deze processen
worden geselecteerd en geprioriteerd op basis van urgentie, de benodigde capaciteit
en het draagvlak binnen de betrokken stakeholders.
4
Waarom is kwantumtechnologie niet opgenomen in het rijtje van digitale sleuteltechnologieën,
daar waar cloud, data en AI als sleutel genoemd worden ter versteviging van de digitale
basis en deze klaarmaken voor de toekomst, alsook de vertaling naar investeringen
in de digitale overheid?
De zes prioriteiten van de NDS zijn tot stand gekomen in samenspraak met gemeenten,
provincies, waterschappen en publieke dienstverleners. Dat ging onder andere via gezamenlijke
werksessies, en besluitvorming via een serie Bestuurlijk Overleggen over de NDS. Ook
zijn er gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en kennisinstellingen
en werkbezoeken gebracht aan landen om ons heen. Zo is de NDS veelvuldig getoetst
bij een brede groep stakeholders en experts. Mijn indruk is dat de uiteindelijke prioriteiten
snel op grote steun konden rekenen en zeer breed worden gedeeld. De tijdlijn van de
totstandkoming NDS is openbaar gemaakt. Deze kunt u online vinden en geeft verder
inzicht in het proces.1
Kwantumtechnologie is niet als afzonderlijke prioriteit opgenomen, maar kwantumveilige
cryptografie is wel onderdeel van de prioriteit versterken van digitale weerbaarheid
en digitale autonomie van de overheid.
5
Hoe zijn de zes prioriteiten tot stand gekomen? Zijn er nog andere prioriteiten overwogen
en zo ja, welke?
Zie het antwoord op vraag 4.
6
Hoe wordt de Kamer periodiek geïnformeerd over de voortgang van de zes prioriteiten
en de afspraken binnen het Bestuurlijk Overleg Digitalisering?
De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de voortgang op het digitaliseringsbeleid
en daarmee ook over op de voortgang op de NDS. Dit gebeurt via de gebruikelijke verzamelbrieven
digitalisering. Uiteraard houd ik uw Kamer ook op de hoogte wanneer er belangrijke
ontwikkelingen zijn, indien nodig buiten de verzamelbrieven om.
7
Wanneer kan de burger daadwerkelijk rekenen op het principe van «altijd de juiste
deur» bij digitale dienstverlening?
Samen met publieke dienstverleners, departementen en medeoverheden werken we aan een
betrouwbare en toegankelijke overheid. Een overheid die goed bereikbaar is, aan het
loket, telefonisch, schriftelijk en digitaal. Vanuit de één-overheidsbeleving werken
we aan een digitaal landschap voor dienstverlening van de overheid. Van het zoeken
naar overheidsinformatie, contact opnemen met de overheid, tot het daadwerkelijk regelen
van zaken met de overheid. Waar iedereen, in welke rol dan ook, niet alleen de weg
vindt maar ook verder geholpen wordt. De eerste stap is om Overheid.nl te moderniseren
tot een betrouwbare, herkenbare online Wegwijzer waar alle informatie over publieke
producten en diensten in samenhang kan worden gevonden. De realisatie van deze overheidsbrede
Wegwijzer is voorzien eind 2026. In 2026 zal samen met kwartiermakers van publieke
dienstverleners een verkenning worden afgerond naar een overheidsbrede contact en
-kanalenstrategie en wat het betekent wanneer publieke dienstverleners op hun portalen
terugverwijzen naar een overheidsbrede helpdesk.
8
Hoeveel organisaties hebben (digitale) standaarden, ondanks verplicht per wet of afsprakenstelsel,
alsnog niet geïmplementeerd?
Uit de meest recente meting van de in de Wet digitale overheid verplichte standaarden
met betrekking tot de informatieveiligheid blijkt dat voor 64% van de internetdomeinen
alle afgesproken website internetveiligheidstandaarden correct zijn toegepast. Dat
betekent, om correct antwoord te geven op uw vraag, dat voor 36% van de internet domeinen
niet alle standaarden correct zijn toegepast, maar een gedeelte daarvan. Daarnaast
voldoet 59% van de websites en apps waar de Nederlandse overheid verantwoordelijk
voor is aan de wettelijke verplichting rondom digitale toegankelijkheid. Ook hier
betekent dit dat 41% procent niet alle verplichtingen nakomt, maar een gedeelte daarvan.
9
Hoe wordt het toezicht vormgegeven op organisaties die niet voldoen aan de verplichte
standaarden? Op welke wijze voert het Forum Standaardisatie dit toezicht uit, en welke
capaciteit is hiervoor beschikbaar of benodigd?
Er is geen formeel toezicht ingericht, wel wordt de toepassing van standaarden periodiek
onderzocht en gemeten. Forum Standaardisatie onderzoekt jaarlijks het gebruik van
de standaarden van de «Pas toe of leg uit»-lijst. Het onderzoek richt zich op de vraag
naar open standaarden in aanbestedingen, de toepassing in overheidsbrede voorzieningen
en overig gebruik. Daarnaast voert Forum Standaardisatie ieder halfjaar een meting
uit op de implementatie van informatieveiligheidstandaarden – waaronder de wettelijk
verplichte standaarden – bij overheidsorganisaties. Het Forum Standaardisatie wordt
bijgestaan door een secretariaat, het Bureau Forum Standaardisatie. Voor de huidige
invulling van het meten en onderzoeken is voldoende capaciteit beschikbaar.
10
Is er hulp voor overheidsinstanties beschikbaar voor het beter voldoen aan standaarden?
Zo ja, welke?
Het Forum Standaardisatie helpt overheidsinstanties door te adviseren over het gebruik
van open standaarden, dat doet zij onder andere door middel van de «Pas toe of leg
uit»-lijst en de «Beslisboom Open Standaarden». Ook is er bijvoorbeeld een Digitoegankelijk
Community en kennisbank beschikbaar.
Momenteel werken we aan de totstandkoming van implementatiesteams voor standaarden,
dit doen we als onderdeel van de Generieke Digitale Infrastructuur. Deze teams kunnen
organisaties die achterblijven bij de adoptie van standaarden ondersteunen en ontwikkelen
op basis van de geleerde lessen breder inzetbare tooling en kennis die andere organisaties zelfstandig moeten kunnen inzetten om uiteindelijk
gemakkelijker standaarden te kunnen implementeren.
11
Hoe krijgt de ondersteuning bij het invoeren en handhaven van standaarden vorm? Welke
middelen zijn hiervoor nodig?
Ondersteuning is beschikbaar middels onder andere de «Pas toe of leg uit»-lijst, de
handreiking «Vragen om open standaarden bij ICT aanschaf» en de «Beslisboom Open Standaarden».
Er wordt gewerkt aan een portaal met informatie en tooling voor ontwikkelaars van de Nederlands overheid. Zo verbeteren we de ondersteuning
voor developers die werken aan overheidssystemen om eenvoudiger standaarden te kunnen
invoeren en te controleren of dit correct is gebeurd.
Op dit moment worden de kosten voor het opzetten en onderhouden van developer.overheid.nl
geschat op € 350.000 in 2026. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan de oprichting van
implementatiesteams voor standaarden, de geschatte kosten hiervoor in 2026 bedragen
€ 1.500.000.
12
Waarom hebben organisaties zo veel moeite met het naleven van (digitale) standaarden?
Kunt u dit verklaren?
Uit de meest recente «Monitor Open Standaarden» komt het gebrek aan kennis bij aanbestedende
diensten en leveranciers over open standaarden en over de verplichtingen die voortkomen
uit het open standaardenbeleid als belangrijkste verklaring naar voren. Soms weet
men de bestaande kennis niet te vinden en men is niet bekend met de «Pas toe of leg
uit»-lijst en de hulpmiddelen van het Forum Standaardisatie zoals de handreiking «Vragen
om open standaarden bij ICT aanschaf» en de Beslisboom Open Standaarden. Daarnaast
wordt aangegeven dat er (wettelijke) verplichtingen zijn, met een hogere prioriteit.
13
Hoe gaat u collectieve oplossing en bouwstenen verplicht stellen?
Standaarden kunnen, indien nodig, bij algemene maatregel van bestuur (Amvb) onder
artikel 3 van de Wet digitale overheid (Wdo) verplicht worden gesteld voor een gewenste
doelgroep. Ook andersoortige collectieve oplossingen en bouwstenen zouden verplicht
gesteld kunnen worden onder de Wet digitale overheid.
Binnen de context van de Rijksdienst geldt het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering
en informatiesystemen Rijksdienst. Dit besluit stelt dat de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties na overleg met de Ministers die het aangaat kaders kan
vaststellen ter bevordering van de eenheid, kwaliteit of efficiëntie van de bedrijfsvoering
en informatiesystemen van de ministeries. Daarbij kunnen ook werkzaamheden of voorzieningen
worden aangewezen voor alle of een deel van de ministeries.
In het kader van de NDS koers ik aan op meer bestuurlijke sturing dan tot nog toe
het geval is. In het verlengde daarvan zal als onderdeel van het NDS-uitvoeringsprogramma
worden onderzocht of het onder het NDS-credo «de vrijblijvendheid voorbij» wenselijk
is collectieve oplossingen en bouwstenen verplicht te stellen en wat, met inachtname
van het huidige instrumentarium, de beste manier daartoe is. Hierbij is het belangrijk
om oog te hebben voor de naleving als ook het gemak waarmee organisaties gebruik kunnen
maken van deze collectieve oplossingen en bouwstenen.
14
Welke gevolgen heeft het voor een organisatie als zij geen gebruik maken van verplichte
collectieve oplossingen en bouwstenen?
Op dit moment zijn er geen consequenties verbonden aan het niet gebruiken van verplichte
collectieve oplossingen en bouwstenen, mede omdat niet alle vormen van collectieve
oplossingen en bouwstenen (daaronder scharen we afspraken, standaarden en voorzieningen)
nu verplicht zijn gesteld. Wel kunnen gevolgen zoals bijvoorbeeld een gebrek aan interoperabiliteit
of inefficiëntie in uitgave van overheidsgelden ontstaan.
In het NDS uitvoeringsprogramma wordt verkend of, in het geval collectieve oplossingen
en bouwstenen verplicht gesteld zijn, het wenselijk en/of effectief is hier consequenties
aan te verbinden en welke controle op naleving en bevoegdheden daarvoor benodigd zijn.
Er zijn landen waar het niet gebruiken van digitale bouwstenen gepaard gaat met financiële
consequenties.
15
Wat is het doel van de nieuwe IT-sourcingsstrategie? Kunt u dit specificeren?
Het doel van de nieuwe IT-sourcingsstrategie is om risico-gebaseerd, verantwoord en
uniform beslissingen te nemen over wat we zelf of samen doen, wat we inkopen en welke
eisen we aan leveranciers stellen. Dit draagt sterk bij een de verhoogde digitale
weerbaarheid en beter beheerste afhankelijkheid.
Deze IT-sourcingstrategie is aangekondigd in de NDS van juli 2025 en het belang is
recent benadrukt met het verschijnen van het rapport «Van Kwetsbaar naar weerbaar2». Een van de geleerde lessen van dit rapport is dat als gevolg van dreigende acute
en langdurige uitval van uitbestede ICT-dienstverlening bij overheidsorganisaties
vernieuwing van het bestaande inkoopbeleid noodzakelijk is.
16
Hoe waarborgt u dat gebundelde inkoop van IT leidt tot zowel prijsbesparingen als
meer strategische autonomie?
De nieuwe IT-sourcingstrategie en gebundelde inkoop is niet primair gericht op prijsbesparingen.
Het borgen van de werking van de nieuwe strategie zal onder meer vorm krijgen in de
huidige herinrichting van het rijksinkoopstelsel, mede gebaseerd op de bevindingen
van de Algemene Rekenkamer over sturing en uniformering van het stelsel. Ook wordt
gevolg gegeven aan de moties van het lid Sneller3 en van de leden Thijssen en Bruyning4 over de rijksbrede inkoop. Ik informeer u hier nader over, zodra de interdepartementale
afstemming doorlopen is.
17
Hoe voorkomt u dat gezamenlijke inkoop van IT vooral leidt tot gunstigere contracten
bij Big Tech-bedrijven, in plaats van een divers landschap van Nederlands-Europese
contracten?
Juist door het vernieuwen van strategie voor inkoop van IT, ingegeven op basis van
verschillende geconstateerde risico’s en maatschappelijke vraagstukken, wordt toegewerkt
naar andere te contracteren bedrijven en gestimuleerd om gebruik te maken van Europese
initiatieven. Hierover zijn verschillende trajecten gaande, mede ondersteund door
nieuwe EU-wetgeving.
18
Kunt u specificeren welke wet- en regelgeving u de komende periode wil «versimpelen»?
Verwacht u op afzienbare termijn met een wetsvoorstel te komen die dit regelt?
Samen met de rijksoverheid, provincies, waterschappen, publieke dienstverleners en
gemeenten wordt eerst in kaart gebracht welke wet- en regelgeving aanpassing of versimpeling
er nodig zijn. Het inzichtelijk maken en prioriteren van de benodigde wijzigingen
vindt binnen de NDS plaats, maar er wordt ook aansluiting gezocht bij het traject
dat door het Secretarissen-Generaal Overleg in het kader van Werk aan Uitvoering is
opgestart om te komen tot een Actieagenda vereenvoudiging. In deze Actieagenda worden
vereenvoudigingsvraagstukken volgens een vaste ritmiek en methodiek uitgewerkt zodat
er bestuurlijk en politiek goede keuzes kunnen worden gemaakt. In de zomer zijn hiervoor
ruim 10 domeinoverstijgende vereenvoudigingsvoorstellen gedaan die nu verder worden
uitgewerkt. In het kader van de NDS is het streven om de eventuele juridische aanpassingen
zoveel mogelijk op generiek niveau vorm te geven. Afhankelijk van de aard van de vraagstukken
kan het echter ook noodzakelijk zijn om sectorale wetgeving te wijzigen of te vereenvoudigen.
Op dit moment kan nog niet worden vooruitgelopen op concrete wetsvoorstellen, maar
zodra duidelijk is welke aanpassingen wenselijk en haalbaar zijn, zal dit met de Kamer
worden gedeeld.
19
Hoe komt de gezamenlijke investeringsagenda tot stand? Welke bestaande budgetten worden
hiervoor aangewend?
De investeringsagenda wordt interbestuurlijk opgesteld onder regie van mijn ministerie.
In werksessies per prioriteit worden kosten en baten uitgewerkt en worden financieringsopties
in kaart gebracht. De relevante bestaande budgetten van ministeries en hun uitvoeringsorganisaties
en van de decentrale overheden worden zoveel mogelijk inzichtelijk gemaakt en hierbij
betrokken.
20
Waarom is er niet gelijktijdig aan de publicatie van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS) een gezamenlijke investeringsagenda gepresenteerd?
De NDS is een richtinggevend strategie document met een duidelijke ambitie, doelstellingen,
prioriteiten en op hoofdlijnen de op te leveren resultaten. De verdere uitwerking
vindt nu plaats en vormt de basis voor de inschatting van de kosten, baten en de mogelijkheden
voor financiering.
21
Kunt u een overzicht geven van begrotingsposten per departement die u zal aanwenden
voor de gezamenlijke investeringsagenda?
Zie het antwoord op vraag 19.
22
Welke bijdrage verwacht u van medeoverheden en uitvoeringsorganisaties voor de gezamenlijke
investeringsagenda?
Zie het antwoord op vraag 19.
23
Wordt de gezamenlijke investeringsagenda gepresenteerd op Prinsjesdag? Zo niet, wanneer
verwacht u deze wel te kunnen presenteren?
De Investeringsagenda wordt niet op Prinsjesdag gepresenteerd. Ik verwacht dat de
Investeringsagenda in het eerste kwartaal van 2026 gereed is en interbestuurlijk vastgesteld
kan worden. Daarna zal ik de Investeringsagenda ook met uw Kamer delen. Ter uitvoering
van de motie Kathman5 zal ik uw Kamer zo spoedig een eerste beeld op hoofdlijnen te geven.
24
Kunt u een indicatie geven van de omvang van de gezamenlijke investeringsagenda? Is
dit een structureel budget of een eenmalige pot geld?
Op dit moment kan ik daar nog geen antwoord op geven. Dit wordt in de Investeringsagenda
uitgewerkt.
25
Geeft u uitvoering aan de aangenomen motie van het lid Kathmann (Kamerstuk
36 740-VII
-21) om nog vóór de verkiezingen de gezamenlijke investeringsagenda te presenteren?
Zie het antwoord op vraag 23.
26
Hoe wordt er bij het opstellen van een gezamenlijke investeringsagenda rekening gehouden
met een overheidsbrede soevereine clouddienst?
De overheidsbrede soevereine cloud is één van de prioriteiten uit de NDS. De kosten,
baten en financieringsopties worden uitgewerkt in de Investeringsagenda.
27
Hoe wordt het Bestuurlijk Overleg Digitalisering samengesteld? Met welke verdeling
zijn verschillende belanghebbenden vertegenwoordigd?
Het Bestuurlijk Overleg Digitalisering is vorig jaar gestart. In dit overleg zijn
de overheidsorganisaties vertegenwoordigd op politiek-bestuurlijk niveau. Aan het
Bestuurlijk Overleg Digitalisering nemen deel: vertegenwoordigers vanuit de rijksoverheid,
te weten de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bewindspersonen
van Economische Zaken en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Vanuit de medeoverheden:
de voorzitter van de Commissie Informatiesamenleving van de Vereniging Nederlandse
Gemeenten, bestuurlijk portefeuillehouder digitalisering van het Interprovinciaal
Overleg, bestuurslid vanuit de Unie van Waterschappen en de voorzitter van het Netwerk
Publieke Dienstverleners. Indien nodig wordt gezorgd voor vervanging en/of achtervang.
Ook de voorzitter van NDS-Raad neemt in een adviserende rol deel aan het overleg.
28
Welke verdeling van kennis en achtergrond betracht u in de samenstelling van de NDS-raad?
Voor de NDS-Raad is brede expertise op het gebied van de overheid, wetenschap, kennisinstellingen
en het bedrijfsleven samengebracht. Met deze samenstelling is de NDS-Raad in staat
om het innoverend vermogen van de uitvoering van de NDS te verrijken, aan te jagen
en de verhogen. De NDS-Raadsleden hebben dankzij hun brede netwerk en kennis van digitaliseringsthema’s
in de maatschappij een goed beeld van de belangrijke onderwerpen voor burgers en het
maatschappelijk middenveld. Zij kunnen dit inbrengen in de NDS-Raadsadviezen.
29
Hoe worden burgers en het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigd in de NDS-raad?
Zie het antwoord op vraag 28.
30
Worden ervaringsdeskundigen op het gebied van digitale toegankelijkheid vertegenwoordigd
in de NDS-raad? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 28.
31
Wanneer verwacht u het NDS-uitvoeringsprogramma te presenteren? Hoe zorgt u ervoor
dat deze in de demissionaire periode alsnog spoedig tot stand komt?
De met uw Kamer gedeelde NDS en voorziene rapportages daarover zijn de relevante politieke
documenten via welke uw Kamer de doelen en geboekte voortgang kan monitoren. Het NDS-uitvoeringsprogramma
refereert aan de organisatie die de uitvoering zal aanjagen. De programmaorganisatie
is samen met de bij de NDS betrokken organisaties en medeoverheden reeds van start
gegaan met de uitvoering van de NDS. U wordt periodiek op de hoogte gehouden via de
verzamelbrieven digitalisering.
32
Welke bevoegdheden krijgt de NDS-raad om overheidsinstanties ter verantwoording te
roepen?
Het ter verantwoording roepen van overheidsinstanties valt niet onder de bevoegdheid
van de NDS-Raad. De NDS-Raad geeft gevraagd en ongevraagd advies en doet voorstellen
met handelingsperspectief om de uitvoering van de NDS te versnellen en belemmeringen
weg te nemen. De NDS-Raad geeft zijn adviezen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, het Bestuurlijk Overleg Digitalisering en de Directeur-Generaal
Digitalisering en Overheidsorganisatie.
33
Geeft de NDS uitvoering aan de motie van de leden Thijssen en Bruyning over per 2029
minstens 30% van alle cloudopslagdiensten van Nederlands-Europese bodem laten komen
(Kamerstuk 36 574, nr. 5) en de motie van de leden Bruyning en Thijssen over nadere eisen opnemen in het herziene
rijksbrede cloudbeleid (Kamerstuk 36 574, nr. 13)?
Door het bundelen van de vraag naar Cloud -oplossingen, wat onderdeel uitmaakt van
de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, wil de overheid meehelpen om het Nederlandse-
en Europese cloudaanbod te vergroten. Indien er meer aanbod is, is het ook te verwachten
dat er meer gebruik gemaakt wordt van Nederlandse en Europese clouddiensten. Dit zal
zeker bijdragen om de gevraagde 30% van alle cloudopslagdiensten van Nederlands-Europese
bodem te laten komen.
De NDS geeft zelf geen uitvoering aan de motie van de leden Bruyning en Thijssen over
nadere eisen op te nemen in de herziening van het rijksbrede cloudbeleid6. De NDS is een overheidsbrede strategie met als doel voor de prioriteit Cloud om
een tweetal strategische doelen te realiseren (verkenning van het realiseren van een
overheidsbrede soevereine clouddienst en het streven naar een centrale overheidsmarktplaats
voor cloudtechnologieën).
34
Hoe wordt er bij het doen van de kosten-batenanalyses rekening gehouden met moeilijk
te voorspellen lange termijn baten?
Onzekerheden worden in de Investeringsagenda zoveel mogelijk onderkend, kwalitatief
benoemd en zo mogelijk kwantitatief uitgewerkt.
35
Hoe kan «waar nodig» worden gedefinieerd als het gaat om het besluit om een kosten-batenanalyse
te maken?
Het gaat om de naar verwachting impactvolle en budgettair omvangrijke onderdelen van
de NDS.
36
Wordt er een kosten-batenanalyse gemaakt voor een overheidsbrede soevereine clouddienst?
Zie het antwoord op vraag 26.
37
Is er voldoende inzicht in het huidige overheidsbrede IT-landschap om een gedegen
kosten-batenanalyse van de NDS uit te voeren, en is hiervoor een nulmeting gedaan
of gepland?
De NDS omvat niet het gehele overheidsbrede IT-landschap. De NDS omvat zes prioriteiten
en vier interventies die, naast een deel van het overheidsbrede IT-landschap, ook
informatievoorziening, normen en kaders en andere aspecten omvatten. Op dit moment
lijkt er voldoende inzicht te zijn in deze aspecten om de NDS uit te kunnen voeren.
38
Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de onderzoeken naar gezamenlijke financiering
en inkoop?
Het betreft geen afzonderlijk onderzoek, maar maakt onderdeel uit van de uitwerking
van de Investeringsagenda. Voor het moment waarop u daarover wordt geïnformeerd verwijs
ik u naar het antwoord op vraag 24.
39
Per wanneer verwacht u dat de overheid beschikt over een soevereine «Nedercloud»?
Welke partijen kunnen hier op aansluiten?
In het kader van de NDS ben ik op dit moment bezig met de verkenning van de realisatie
van een soevereine overheidscloud. De termijn waarop deze voorziening gerealiseerd
wordt en het beoogde verzorgingsgebied, waaronder welke partijen hierop aan kunnen
sluiten, zijn onderdeel van deze verkenning.
40
Betrekt u de aangenomen motie van het lid Kathmann over een aanbesteding voor een
rijkscloud in volledig Nederlands beheer (Kamerstuk 26643, nr. 1316) bij deze prioriteit?
Alle relevante moties van de Kamer worden meegenomen in de verkenning naar de realisatie
van een soevereine overheidscloud.
41
Kunt u een indicatie geven van de kosten voor een soevereine «Nedercloud»? Hoeveel
geld reserveert u hiervoor?
Zie het antwoord op vraag 26.
42
Op welke standaarden en Europese ervaringen doelt u, wat betreft de centrale overheidsmarktplaats
voor cloudtechnologieën?
Op een marktplaats willen we die clouddiensten aanbieden aan overheidsorganisaties
die voldoen aan de door ons gewenste standaarden. In verschillende Europese landen
wordt aan deze standaarden gewerkt. In Duitsland is al een dergelijke marktplaats
operationeel waarin diensten van Duitse aanbieders voor de overheid ontsloten worden.
Diverse leveranciers in de Dutch Cloud Coalition participeren in marktplaats en standaardisatie
initiatieven. In Nederland wordt, oorspronkelijk vanuit de gemeenten (VNG) al enige
tijd gewerkt met de Haven standaard. Deze bevordert portabiliteit tussen Cloud platformen
van verschillende dienstaanbieders. Hierdoor zijn ontwikkelde applicaties makkelijker
herbruikbaar. Er is besloten de doorontwikkeling hiervan onderdeel van het NDS Cloud
programma te maken, met zicht op mogelijke opname in de GDI. Meerdere clouddienstaanbieders
binnen en buiten de overheid zijn bezig aan deze standaard te voldoen (zoals ODC Noord,
Logius en diverse leveranciers)
Het proces om deze standaarden Europees te maken loopt en Nederland heeft het belang
daarvan recent benadrukt in de nonpaper «Strengthening cloud sovereignty of public
administrations7». Eén van de in dat kader genoemde Europese standaarden is de CSA Cloud standaard
NVN-CEN/TS 18026:2024, die is ontwikkeld op verzoek van de Europese Commissie.
Er wordt dus niet gewacht op afronding van het standaardisatieproces in Europa. Ik
stuur actief op uitbreiding van Haven en volg nauwgezet de bredere ontwikkeling die
ik overneem zodra deze is uitgekristalliseerd.
43
Hoe zorgt u ervoor dat, ook nu er nog geen «Nedercloud» of overheidsmarktplaats is,
er geen aanvullende diensten en gegevens naar de publieke cloud verhuizen in de tussentijd?
In de afweging welke data we in eigen beheer verwerken en wat in de public cloud,
moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen. Dit
neem ik mee in de aanscherping van het rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders
voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie
Rijk.
De afweging om naar de public cloud te verhuizen is een departementale verantwoordelijkheid.
Departementen nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen. CIO
Rijk faciliteert het uitvoeren van goede risicoanalyses met beleid en handreikingen.
44
Kunt u uitgebreider toelichten hoe het komt dat de rijksoverheid en medeoverheden
zo afhankelijk zijn geworden van een klein aantal externe partijen?
Het gebruik van clouddiensten brengt organisaties vele voordelen, met name op het
vlak van gebruiksgemak en efficiëntie. Grote en kleine organisaties kunnen door makkelijk
schaalbare, on-demand clouddiensten leunen op relatief hoogwaardige, veilige en continue
ICT-dienstverlening voor hun bedrijfsvoering, bijvoorbeeld voor het optimaliseren
van interne processen en dienstverlening.
Departementen en mede-overheden maken op basis van huidige regelgeving een afweging
of het gebruik van public cloud is toegestaan voor bestaande en nieuwe applicaties.
Hierbij is het gebruik van hyperscalers, mits de veiligheid is geborgd, niet uitgesloten.
In de kabinetsreactie op de initiatiefnota Wolken aan de Horizon8 is vrij gedetailleerd ingegaan op de problematiek van de cloudmarkt. Een voorname
oorzaak voor de slecht functionerende cloudmarkt is de verregaande concentratie aan
de aanbodzijde van de markt. In de Nederlandse markt beschikken met name de aanbieders
Amazon en Microsoft over grote geconsolideerde marktaandelen, zoals ook in andere
Europese markten het geval is. Dit maakt dat deze hyperscalers een dienstenaanbod
hebben dat qua integraliteit en kwaliteit op dit moment superieur is. Voor nadere
toelichting op de problematiek op de cloudmarkt verwijs ik u naar de genoemde kabinetsreactie.
45
Welke risico's heeft het om afhankelijk te zijn van een klein aantal externe partijen
op het gebied van cloud?
Digitale afhankelijkheden zijn niet te voorkomen en horen bij een open handelssysteem.
Een te grote afhankelijkheid van één of enkele leveranciers is echter niet wenselijk.
Risico’s die dan kunnen optreden zijn:
• Verlies van strategische keuzevrijheid: de leverancier bepaalt of en hoe je van infrastructuur
kunt veranderen (er is sprake van vendor lock-in)
• een beperkte onderhandelingsmacht ten aanzien van prijzen, contractvoorwaarden en
de ontwikkelagenda van de leverancier
• problemen bij de leverancier (uitval, faillissement, cyberaanval etc) kunnen direct
gevolgen hebben voor de continuïteit van de processen en dienstverlening omdat er
geen of weinig alternatieven zijn
Een diverse mix van aanbieders is uiteindelijk belangrijk voor een stabiele en veilige
digitale infrastructuur. Gelet op de veranderende geopolitieke omstandigheden heeft
het verminderen van deze afhankelijkheden onze volle aandacht.
46
Hoe gaat u cloudstandaarden dwingend maken voor alle overheden?
Vanuit de NDS zal programma-breed ingezet worden op een «versterkte aanpak op het
afspreken, invoeren en handhaven van (digitale) standaarden. Inclusief ondersteuning
bij het invoeren daarvan9».
Daarnaast is binnen de NDS prioriteit Cloud als versneller opgenomen dat we standaarden
van projecten zoals Haven plus (VNG), SURFCumulus (SURF) en vergelijkbare initiatieven
in Europa selecteren. Daarmee wordt in de uitvoering van de NDS deels invulling gegeven
aan deze wens.
Departementen en mede-overheden maken op basis van huidige regelgeving zelf een afweging
over het gebruik van deze standaarden.
47
Welke organisatie voert de verkenning naar een overheidsbrede «Nedercloud» uit? Waarom
is deze partij gekozen?
De verkenning van de realisatie van een soevereine overheidscloud wordt op dit moment
uitgevoerd door mijn departement met hulp van andere departementen en mede-overheden.
48
Hoe wordt de verkenning uitgevoerd? Welke factoren worden hierbij meegenomen?
In het kader van de verkenning naar de realisatie van een soevereine overheidscloud
stellen we allereerst een breed gedragen lijst van eisen en wensen op waaraan de voorziening
moet voldoen op. Daarnaast inventariseren we het huidige aanbod van cloud(-achtige)
oplossingen van interne- en externe dienstverleners om die vervolgens op de eisen-
en wensenlijst te beoordelen op geschiktheid. Voorts onderzoeken we ook de mogelijkheid
om in eigen beheer of bij marktpartijen een nieuwe voorziening te realiseren. De verkenning
wordt uitgevoerd met inachtneming van de in de NDS genoemde versnellers voor de prioriteit
Cloud.
49
Wanneer verwacht u de uitkomst van de verkenning naar de overheidsbrede «Nedercloud»?
De uitkomst van de verkenning naar de soevereine overheidscloud wordt in de loop van
2026 verwacht.
50
Wat wordt er vervolgens gedaan met de verkenning naar het realiseren van een overheidsbrede
rijkscloud? Wat is de vervolgstap?
De verkenning naar de realisatie van een soevereine overheidscloud levert de bouwstenen
op voor de realisatie van deze voorziening en een implementatievoorstel.
51
Hoe verwacht u een centraal inzicht te kunnen geven in het cloudlandschap van de overheid?
Worden de gemaakte kosten hierin ook inzichtelijk?
Het is niet de intentie om een centraal inzicht op te stellen van het huidige cloudlandschap
van de overheid. Ik focus op de behoeftes aan cloud en onderzoeken hoe we daar invulling
aan kunnen geven door vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen.
52
Hoe worden de uniforme definities voor verschillende soorten cloud opgesteld?
Uitgangspunt vormen de definities van Cloud computing die beschreven zijn door het
National Institute of Standards and Technology (NIST) in het document The NIST Definition
of Cloud Computing 10. Deze definities zijn ook gehanteerd in het Rijkscloudbeleid 202211 en zijn gangbaar in de markt. In eerdere Kamerstukken zijn deze definities ook gehanteerd.
De NIST biedt geen definities op het gebied van soevereiniteit. De vaststelling van
wat wij in Nederland als soeverein genoeg beschouwen is gaande. Een aanzet voor deze
definities is opgenomen in de recente nonpaper Strengthening cloud sovereignty of
public administrations 12. Dit omdat het gewenst is tot een Europees geharmoniseerde definitie te komen, die
als basis kan dienen voor collectieve Europese actie.
53
Hoe zorgt u ervoor dat het Federatieve Datastelsel nu écht van de grond komt? Waarom
is dat tot op heden niet gelukt?
Het Federatieve Datastelsel (FDS) is een doorontwikkeling van het Stelsel van basisregistraties
dat al geruime tijd (ca 20 jaar) met 10 basisregistraties functioneert. In de Interbestuurlijke
Datastrategie is de ontwikkeling geschetst naar een overheid die op meer gestandaardiseerde
wijze data gebruikt, deelt en verantwoording daarover aflegt.
Met het FDS zetten we nu voor het eerst een structuur neer waarin organisaties met
een publieke taak – onder regie van BZK – gezamenlijk afspraken maken en standaarden
(gaan) toepassen om data die overheidsbreed meerwaarde heeft op een verantwoorde wijze
en binnen de daarvoor geldende wet- en regelgeving beschikbaar te maken voor (her)gebruik.
Dergelijke ontwikkelingen die goed zijn voor het functioneren van de overheid als
geheel, maar niet direct iets opleveren voor individuele overheidsorganisaties hebben
het in het verleden in de prioriteitsstelling vaak afgelegd tegen actuele, sectorspecifieke
activiteiten. Met de NDS probeer ik daar nu verandering in aan te brengen door afspraken
minder vrijblijvend te maken.
54
Wat zijn de belangrijkste eerste stappen die u gaat nemen om het Federatief Datastelsel
tot stand te brengen? Wanneer verwacht u deze stappen te kunnen zetten?
De eerste stappen in de realisatie van het Federatieve Datastelsel (FDS) zijn gericht
op het leggen van een basis voor de (eerste) deelnemers. De eerste groep heeft in
december 2024 de Intentieverklaring FDS getekend waarmee zij de toezegging deden mee
te werken aan de realisatie van het FDS. In het najaar van 2025 wordt naar verwachting
de eerste set aan afspraken geaccordeerd. Daarin is onder andere de regierol door
BZK opgenomen. Daarnaast is het DigiLab ingericht waarin (toekomstige) deelnemers
kunnen ervaren wat werken met de FDS-kaders betekent en wordt er gewerkt aan een aantal
standaarden die het verantwoord datagebruik faciliteren. Het FDS zal vervolgens groeien
met enerzijds meer deelnemers en anderzijds additionele inhoudelijke afspraken. De
verwachting is dat dit laatste stapsgewijs middels plateaus zal gaan plaatsvinden,
mede afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar geld en de bestuurlijke aandacht hiervoor.
55
Heeft u een ideaalbeeld van hoe het Federatief Datastelsel op termijn zal moeten functioneren?
Zo ja, kunt u deze schetsen?
In het ideaalbeeld zijn alle organisaties met een publieke taak die data aanbieden
en gebruiken, verbonden in het Federatief Datastelsel. Data wordt bij de bron gehaald
en breed (her)gebruikt. Daarmee verbetert de overheidsdienstverlening en kunnen deze
data makkelijker en sneller worden gebruikt voor het oplossen van maatschappelijke
opgaven. De deelnemers zijn door middel van afspraken en standaarden gecommitteerd
aan een uniforme werkwijze. Deelnemers hebben hun processen eenmalig en uniform ingericht
waardoor tijd- en kwaliteitswinst wordt behaald. Data-aanbieders mogen erop vertrouwen
dat de data-afnemer zorgdraagt voor goed gebruik van de ontvangen data en de noodzakelijke
waarborgen rondom transparantie, veiligheid en herleidbaarheid zijn georganiseerd.
Er is een structuur waarin belemmeringen (organisatorisch, technisch, juridisch, semantisch)
rond datadelen opgepakt worden. Burgers en ondernemers kunnen inzien wie hun gegevens,
met welk doel heeft gebruikt. Het Federatief Datastelsel zal zich steeds door blijven
ontwikkelen.
56
Wat bedoelt u met «datagedreven werken»? Is dit een doel op zich?
Met datagedreven werken wordt bedoeld: werken met feiten op basis van verzamelde data,
die ten grondslag liggen aan een informatiebehoefte. Deze data worden geanalyseerd
tot informatie en samen met domeinkennis correct geïnterpreteerd om bruikbare inzichten
te genereren. Op basis van deze inzichten wordt vervolgens een afgewogen besluit genomen.
Het is in die zin niet een doel op zich, maar een middel om als overheid beter onderbouwde
keuzes te maken en daarmee beleid en dienstverlening te verbeteren.
57
Hoe staat de huidige financieringssystematiek gegevensdeling in de weg? Hoe gaat u
dit veranderen?
De huidige financieringssystematiek is vanuit het verleden per stelsel en/of per registratie
opgezet. Vanuit landelijk perspectief is de systematiek ad-hoc en versnipperd, vallen
kosten en baten bij verschillende organisaties op verschillende momenten in de keten
en zijn er ongewenste perverse prikkels die datadeling in de weg staan. Huidige financiële
afspraken zijn soms al meer dan een decennium oud. Er zijn de afgelopen jaren binnen
deze verouderde kaders puntoplossingen voor de financiële problematiek bedacht met
als resultaat een complex, onoverzichtelijk en versnipperd landschap aan financieringsafspraken.
Met een onevenredige verdeling van kosten en geld dat rondgepompt wordt met administratieve
lasten als resultaat. De budgetten voor bronhouders en data-aanbieders zijn niet altijd
voldoende om de taak naar behoren uit te voeren.
Momenteel wordt een onderzoek uitgevoerd om aan de hand van een aantal registraties
en stelsels de kosten en baten in beeld te brengen. De insteek is een generiek kader
voor de financiering van datastelsels en bijpassende financieringsarrangementen uit
te werken.
58
Wat bedoelt u met «regie [voeren] op het vaststellen, implementeren en wettelijk verplichten
van standaarden»? Welke rol heeft het Forum Standaardisatie hierin?
Voor de standaarden die voorzien zijn in het Federatief Datastelsel (FDS) ligt de
regie op het vaststellen en implementeren ervan bij het Overheidsbrede Beleidsoverleg
Digitale Overheid (OBDO). Voor het verplichten van standaarden onder de Wet Digitale
Overheid ligt de verantwoordelijkheid bij de Minister van BZK. Binnen de afspraken
van het FDS wordt aangesloten bij de reguliere werkwijze voor vaststellen en implementeren
van standaarden, waaronder de controle en advisering van het Forum Standaardisatie
in de context van de «pas toe of leg uit lijst». Zij controleren of standaarden aan
alle eisen voldoen voor plaatsing op die lijst. Zij heeft zelf geen directe bevoegdheid
om standaarden wettelijk verplicht te stellen, wel adviseren zij via het OBDO tot
verplichting onder de Wet digitale overheid door de Minister van BZK.
59
Gaat u de rol en het mandaat van Forum Standaardisatie verstevigen om datastandaarden
dwingend te maken?
De rol en het mandaat dat het Bureau Forum Standaardisatie heeft, bijvoorbeeld ten
aanzien van onderzoek, wordt op dit moment herzien. Het is belangrijk dat Forum Standaardisatie
hiermee voldoende is toegerust om haar taak uit te voeren. Er is op dit moment nog
geen lopend initiatief waarbij Forum Standaardisatie een rol speelt in het afdwingen
van datastandaarden. Het ligt niet voor de hand om toezicht te beleggen bij het adviserend
orgaan zelf. Het «afdwingende mechanisme» dient indien gewenst op een andere manier
vormgegeven te worden, dat kan eventueel via een verplichtstelling onder de Wet digitale
overheid geregeld worden.
60
Kunt u toelichten wat u voor ogen heeft bij de «centrale functie die het herontwerp
van processen in ketens aanjaagt»? Hoe kan dit er in de praktijk uitzien?
Het inrichten van een centrale actor is geen doel op zich. Waar het om gaat is dat
het herontwerpen van processen wordt gestimuleerd. Cruciaal hierin is dat verschillende
dienstverleners met elkaar samenwerken en hun dienstverleningsproces vanuit het perspectief
van de burger en ondernemer inrichten in plaats vanuit het perspectief van de wet
of het systeem. Deze dienstverleningsprocessen moeten worden ondersteund met de mogelijkheden
van digitalisering van nu, waaronder het kunnen uitwisselen van data en het raadplegen
van data bij de bron in plaats van werken met overbodige kopieën. Momenteel wordt,
samen met de betrokken publieke dienstverleners en medeoverheden, een aantal scenario’s
uitgewerkt over de invulling van de rol van de centrale actor. Hierover heeft nog
geen besluitvorming plaatsgevonden.
61
Hoe wordt voorkomen dat bestaande versnippering in beleid en uitvoering opnieuw optreedt
ondanks de federatieve inrichting van de strategie?
Versnippering in beleid en uitvoering op het delen van data tussen deelnemers in het
federatief datastelsel wordt zoveel als mogelijk voorkomen door overheidsbreed gezamenlijk
de afspraken en standaarden te maken, beproeven, beschrijven en accorderen. De afspraken
liggen vast in het afsprakenstelsel, hierop is regie ingericht. Bovendien wordt het
stelsel als geheel tweejaarlijks geëvalueerd.
62
Hoe wordt het federatief datastelsel juridisch en financieel verankerd, zodat deelname
voor alle overheidsorganisaties verplicht en haalbaar wordt?
De voorbereidingen voor zowel de juridische als financiële waarborgen om zoveel mogelijk
organisaties met een publieke taak deel te kunnen laten nemen aan het federatief datastelsel
zijn lopend.
Er wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de financiering van datastelsels
met als doel te komen tot een generiek kader voor de financiering van datastelsels
en bijpassende financieringsarrangementen, ook voor het FDS. Dit onderzoek wordt naar
verwachting eind 2025 opgeleverd. Voor het juridische deel is de Minister van BZK
verantwoordelijk voor de coördinatie van digitalisering en de NDS. In de Wet digitale
overheid (Wdo) is al opgenomen dat de Minister van BZK de verantwoordelijkheid heeft
voor de inrichting en het beheer van de generieke digitale infrastructuur, waar het
FDS als onderdeel van beschouwd kan worden.
Verder kunnen in de Wdo het gebruik van voorzieningen en standaarden verplicht worden
gesteld. Hiermee kan de noodzakelijke standaardisatie afgedwongen worden. Afhankelijk
van politieke en bestuurlijke ambities tot deelname van organisaties met een publieke
taak, kan het in een later stadium nodig zijn om aanvullende juridische maatregelen
te treffen.
63
Op welke termijn worden standaarden wettelijk verplicht gesteld onder de Wet Digitale
Overheid, en hoe wordt naleving gehandhaafd?
Er zijn nog geen trajecten opgestart om standaarden voor gegevensuitwisseling wettelijk
te verplichten onder de Wet Digitale Overheid (Wdo). Standaarden voor gebruik binnen
de overheid worden opgenomen op de Pas-toe-of-leg-uit Lijst van het Forum Standaardisatie.
Dit betekent dat bij inkooptrajecten van ICT of informatievoorziening uitgegaan moet
worden van voorzieningen die gebruik maken van deze standaarden tenzij «uitgelegd»
wordt waarom hiervan afgeweken wordt. Het Forum Standaardisatie voert jaarlijks onderzoek
uit om te monitoren op de adoptie van standaarden (monitor open standaarden).
In het kader van de NDS koers ik aan op meer bestuurlijke sturing dan tot nog toe
het geval is. In het verlengde daarvan zal als onderdeel van het NDS-uitvoeringsprogramma
worden onderzocht of het onder het NDS-credo «de vrijblijvendheid voorbij» wenselijk
is collectieve oplossingen en bouwstenen verplicht te stellen en wat, met inachtname
van het huidige instrumentarium, de beste manier daartoe is. Hierbij is het belangrijk
om oog te hebben voor de naleving als ook het gemak waarmee organisaties gebruik kunnen
maken van deze collectieve oplossingen en bouwstenen.
64
Hoe zal de regie op het vaststellen, implementeren en wettelijk verplichten van standaarden
er concreet uitzien? Bij wie ligt deze verantwoordelijkheid?
Voor de standaarden die voorzien zijn in het Federatief Datastelsel ligt de regie
op het vaststellen en implementeren ervan bij het Overheidsbrede Beleidsoverleg Digitale
Overheid (OBDO). Voor het verplichten van standaarden onder de Wet Digitale Overheid
ligt de verantwoordelijkheid bij de Minister van BZK. De Programmeringsraad Generieke
Digitale Infrastructuur heeft hierin een leidende rol voor standaarden die in de Generieke
Digitale Infrastructuur toegepast worden.
65
Wat is de beoogde termijn voor het starten van het herontwerp van deze processen?
Is het mogelijk om een concrete deadline te koppelen aan de totstandkoming van dit
overheidsbrede stelsel, en wanneer worden de eerste meetbare resultaten verwacht?
Momenteel wordt, samen met de betrokken publieke dienstverleners en medeoverheden,
een aantal scenario’s uitgewerkt over de invulling van de rol van de centrale actor.
Hiervoor geldt dat het herontwerpen van processen geen doel op zichzelf is, maar dat
dit ervoor moet zorgen dat burgers en ondernemers beter geholpen worden. Over de invulling
van de «centrale actor» heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Deze besluitvorming
hangt samen met de besluitvorming over de NDS investeringsagenda.
Het overheidsbrede stelsel waarnaar wordt verwezen heeft geen betrekking op het herontwerp
van overheidsprocessen. Wellicht wordt daarmee verwezen naar de prioriteit Data, met
het strategische doel dat er een overheidsbreed stelsel komt om gegevensknelpunten
boven water te halen en die collectief op te lossen. Op dit moment zijn er al diverse
initiatieven om zicht te krijgen op knelpunten rondom gegevensdeling, maar gebeurt
dit vooral binnen het eigen departement of sector terwijl veel knelpunten vergelijkbare
oorzaken hebben. Daarom is de ambitie om die initiatieven met elkaar te verbinden
en van elkaar te leren om tot een vergelijkbare aanpak te komen.
66
Is het terugdringen van het gebruik van niet-Europese AI-toepassingen een doel op
zich?
In lijn met het overheidsbrede standpunt generatieve AI13en de prioriteit AI in de NDS, moedigt het kabinet de inzet van Europese taalmodellen
aan. Daarmee is het aanjagen van Europese AI-toepassingen, zeker op het gebied van
generatieve AI, een beleidsmatig uitgangspunt. Dit draagt onder meer bij aan het versterken
van onze digitale autonomie en sluit ook aan bij de door uw Kamer eerder dit jaar
aangenomen motie Six Dijkstra14, die oproept om werk te maken van de samenwerking op het gebied van soevereine AI.
67
Welke (open) Nederlandse of Europese taalmodellen zijn er die binnen de overheid meer
gebruikt kunnen en moeten worden?
Op dit moment zijn er al Europese taalmodellen die worden ingezet door overheden.
Zo wordt er bij verschillende pilots, experimenten of AI-toepassingen gebruikgemaakt
van (open) taalmodellen van het Franse Mistral, of zijn daar concrete plannen voor.15 Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor een pilot die loopt binnen het Rijk. Dit gaat
om een AI-chatbot voor (rijks)ambtenaren die lokaal draait, gebruikmaakt van open
source software en ontwikkeld wordt met Nederlandse of Europese leveranciers. Ook
het recent uitgebrachte Zwitserse taalmodel Apartus is een mogelijkheid die onderzocht
moet worden in dit verband. Verder wordt er uitgekeken naar de resultaten vanuit het
Nederlandse project GPT-NL en het Europese initiatief OpenEuroLLM.
68
Wat bedoelt u met «regie [pakken] op het opschalen van AI binnen de overheid»?
Met het pakken van regie wordt bedoeld dat we actief sturen op het benutten en hergebruiken
van succesvolle AI-toepassingen binnen de overheid. Dat doen we door goede voorbeelden
op te halen en breed te delen via het platform AI & Overheid16. Hierin pakt het Ministerie van BZK de regie door de centrale coordinatierol in te
vullen voor de interbestuurlijke samenwerking.
Daarnaast werken we kansrijke toepassingen verder uit, zoals de Friese aanpak Omgevingschat.
Deze helpt overheden om ingewikkelde informatie over de Omgevingswet toegankelijk
en begrijpelijk te maken. Ook richten we een overheidsbrede opschalingsfaciliteit
in voor de komende jaren. Via die faciliteit brengen we geprioriteerde AI-toepassingen
tot wasdom, met als doel implementatie en het ontwikkelen van robuuste en herbruikbare
componenten. Dit gebeurt nadrukkelijk in co-creatie met gemeenten en andere overheidsorganisaties.
Verder verbinden we bestaande communities via het platform AI & Overheid. Zo kunnen
we gezamenlijk succesvolle toepassingen identificeren, kennis delen, maar ook knelpunten
benoemen. Door behoeften, kansen en risico’s in kaart te brengen, zorgen we ervoor
dat de overheid steeds beter kan inspelen op wat nodig is, en nemen we daadwerkelijk
regie op de opschaling van AI. Met deze aanpak voorkomen we tevens dat het wiel telkens
opnieuw wordt uitgevonden.
69
Welk aandeel van de AI-toepassingen die binnen de overheid worden gebruikt is Nederlands-Europees?
Welk aandeel is afkomstig van niet-Europese aanbieders?
In het vierde kwartaal van dit jaar brengt onderzoeksorganisatie TNO, in opdracht
van het Ministerie van (BZK), een overheidsbrede monitor generatieve AI uit. Onderdeel
hiervan is een inventarisatie onder overheden van hoeveel gebruik er momenteel wordt
gemaakt van Europese en niet-Europese (generatieve) AI-modellen. Deze monitor zal
met uw Kamer worden gedeeld.
70
Welke rol voorziet u voor publiek-private samenwerkingen op het gebied van AI-ontwikkeling
en -afname binnen de overheid?
Binnen de AI-opschalingsfaciliteit (zie antwoord vraag 68) zal nadrukkelijk aansluiting
worden gezocht met publiek-private partijen. Daarom wordt er ondermeer samengewerkt
met initiatieven zoals het Nederlandse AI-initiatief Kickstart AI en zullen wij ook
andere private partners betrekken bij de verdere ontwikkeling en toepassing van AI
binnen verschillende NDS-versnellers die raken aan AI-innovatie binnen de overheid.
71
Committeert u zich aan het afnemen en ondersteunen van GPT-NL? Op welke manier gaat
u dit doen?
Dit maakt onderdeel uit van de laatste NDS versneller onder de prioriteit AI. Het
Nederlandse taalmodel GPT-NL is mede tot stand gekomen met financiële steun van de
rijksoverheid. In het kader van de NDS wordt de komende periode in samenwerking met
TNO onderzocht hoe het gebruik van (open) Europese en Nederlandse taalmodellen, zoals
GPT-NL, verder kan worden gestimuleerd en gerealiseerd. Daarnaast zullen vanuit de
overheid in 2026 een aantal toepassingen worden verbonden aan de (door)ontwikkeling
van GPT-NL. Dat wil zeggen dat de overheid de intentie heeft om GPT-NL op verschillende
manieren te testen zodra de training van het taalmodel is afgerond.
72
Welke prioritaire AI-toepassingsgebieden zijn al aangewezen voor overheidsbrede opschaling?
Tijdens het proces om tot de NDS te komen zijn reeds een aantal geprioriteerde toepassingen
interbestuurlijk geïdentificeerd. Dit gaat onder meer om AI ter ondersteuning van
de productiviteit van ambtenaren, AI voor bezwaar- en beroepsprocessen, AI voor een
Open Overheid, AI in de publieke ruimte, AI voor interactie met burgers en bedrijven
en AI voor toegankelijkheid. Binnen deze toepassingsgebieden zal actief worden ingezet
op het opschalen van use cases die hierbinnen passen.
73
Hoe zal de regie op het opschalen van AI binnen de overheid eruit komen te zien?
Zoals al toegelicht in de beantwoording van vraag 68, versta ik onder het pakken van
regie dat wij actief sturen op het benutten en opschalen van succesvolle AI-toepassingen
binnen de overheid. Hiervoor richten wij een overheidsbrede AI-opschalingsfaciliteit
in. Daarbij gaat het met name om het identificeren van en ondersteuning bieden bij
opgaven die de opschaling belemmeren. Wij maken gebruik van bestaande innovatieve
oplossingen, schalen deze op en implementeren AI-innovaties gezamenlijk met overheid
en markt. De komende jaren werken wij toe naar een situatie waarin in de overheid
beschikt over een infrastructuur waarmee innovatieve digitale diensten kunnen worden
ontwikkeld en waarbij het hergebruik van AI-toepassingen wordt gestimuleerd, en een
overheid die in staat is in te spelen op de veranderende behoeften van burgers en
bedrijven.
74
Welke doelstellingen zijn verbonden aan het kiezen voor AI-toepassingsgebieden, het
ontwikkelen van toepassingen en het gebruik ervan?
Het doel van de verschillende geprioriteerde AI-toepassingen is om succesvolle toepassingen
verder door te ontwikkelen aan de hand van een nog te ontwikkelen afwegingskader voor
opschaling. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan belangrijke waarden als inclusiviteit
en mensgerichtheid. Vooralsnog wordt er gebruikgemaakt van toepassingsgebieden en
use cases die terugkomen in de overheidsbrede visie generatieve AI17 en de overheidsbrede handreiking generatieve AI18. Een overzicht van de toepassingsgebieden is opgenomen in de beantwoording van vraag
72. De nadruk ligt op het identificeren van reeds bestaande AI-oplossingen en -initiatieven,
waarbij wij het hergebruik nadrukkelijk stimuleren.
75
Welke hoopgevende voorbeelden heeft u van landen met een effectieve één-loketfunctie
in de digitale dienstverlening?
Voorbeelden die vaak worden genoemd zijn Estland19, Denemarken20 en de centrale website van de Britse overheid 21. In Estland zijn alle overheidsdiensten voor inwoners via één overheidswebsite digitaal
toegankelijk. Niet de overheidsinstantie, maar levensgebeurtenissen van inwoners staan
hierin centraal. Borger.dk is volgens een duidelijke centrale regie en kaders neergezet
en op basis van langjarig strategisch beleid.
76
Gaat u het contact met bibliotheken, welzijnsorganisaties, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen
verstevigen om een beter beeld te krijgen van de knelpunten in de dienstverlening?
Zo ja, hoe gaat u dit bereiken?
Ik geef uitvoering aan de visie op lokale, fysieke dienstverlening en ondersteuning:
de beleidsvisie Persoonlijk en Dichtbij. Zo geef ik inhoudelijk invulling aan de middelen
die uw Kamer heeft toegekend vanuit het regeerprogramma (paragraaf Goed Bestuur)(bijlage
bij Kamerstuk 36 471, nr. 96). Hierbij is het mijn inzet lokale formele en informele netwerken beter aan elkaar
te verbinden, om zo het lokale ecosysteem aan publieke dienstverlening te versterken.
In een goed functionerend netwerk spelen bibliotheken, welzijnsorganisaties, vrijwilligers,
ervaringsdeskundigen en andere organisaties verschillende rollen, bijvoorbeeld als
laagdrempelige en empathische ondersteuner, als warme doorverwijzer of als aanbieder
van cursussen om de (digitale) vaardigheden van inwoners te verbeteren.
Daarnaast werk ik ook aan een overheidsbrede visie op signaalmanagement. Daarbij kijk
ik naar de beschikbare bronnen van signalen, zoals die van de door u genoemde partnerorganisaties.
77
Wat bedoelt u met het «bestuurlijk agenderen» van overheidsbrede dienstverlening?
Er is de afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor het feit dat de organisatie van
de overheid (nog steeds) onvoldoende aansluit bij de leefwereld van burgers en ondernemers,
waardoor het voor veel mensen moeilijk is om inzicht in en overzicht van hun regelzaken
te hebben. Naast de legacy problemen die structureel op de bestuurlijke agenda moeten worden gezet van individuele
organisaties, moet er bij (ICT-)beslissingen ook rekening worden gehouden met het
transformeren naar een meer overheidsbrede dienstverlening. Een nog betere samenwerking
tussen overheidsorganisaties is hierbij van cruciaal belang; medeoverheden, publieke
dienstverleners en ministeries kunnen veel leren van elkaars ervaringen en gezamenlijke
oplossingen ontwikkelen. Maar de uitdaging om écht vanuit een gezamenlijkheid de burger
en ondernemer centraal te stellen, met een gezamenlijke sturing op portfolio’s, kan
raken aan de zelfstandigheid van organisaties en vraagt om minder vrijblijvendheid.
Dit geldt ook in de interdepartementale samenwerking, waarin aanpassingen nodig zijn
om echt structureel te veranderen naar een overheidsbrede dienstverlening. Gezamenlijk
werken we aan een visie en aanpak op wat nodig is om hierop een doorbraak te creëren.
78
Welke rol ziet u voor Informatiepunten Digitale Overheid in het doorontwikkelen van
de overheidsbrede loketfunctie?
Zoals reeds vermeld, geef ik uitvoering aan de visie op lokale, fysieke dienstverlening
en ondersteuning: de beleidsvisie Persoonlijk en Dichtbij, waarbij het versterken
van het lokale ecosysteem voor publieke dienstverlening centraal staat. Een belangrijk
element daarbinnen is het beter inbedden van bestaande, overheidsbrede ingangen, zoals
dienstverlening van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO) en de overheidsbrede
loketten. Het uitgangspunt is dat overheidsbrede dienstverlening wordt aangeboden
op plekken die voor mensen logisch en dichtbij voelen. Zo vergroten we het bereik
van de dienstverlening.
De dienstverlening zoals geboden door de IDO’s en overheidsbrede loketten zijn complementair
aan elkaar. IDO-dienstverlening biedt lokaal laagdrempelige en empathische ondersteuning
bij regelzaken met de (digitale) overheid. De overheidsdienstverlener van een overheidsbreed
loket kan (indien nodig) vervolgens helpen om persoonlijke casuïstiek op te lossen,
hoe complex die ook is. Bij een overheidsbreed loket is er één aanspreekpunt, waarbij
de overheidsprofessional tijd en ruimte heeft voor zowel de «vraag achter de vraag»
als het daadwerkelijk regelen van zaken. Door beide dienstverleningstypes beter aan
elkaar en aan bestaande netwerken te verbinden, kan het bereik worden vergroot.
Gemeenten kennen hun inwoners, de lokale netwerken (met sleutelpersonen daarin) en
hun behoeften. Zij voeren daarom regie op het vormgeven van het lokale ecosysteem
voor publieke dienstverlening. Het is dan ook aan hen om te bepalen waar lokaal welke
vorm van laagdrempelige en empathische ondersteuning het meest passend is. Bij de
uitvoering van de beleidsvisie Persoonlijk en Dichtbij zet ik daarom in op het versterken
van de regierol van gemeenten.
79
Per wanneer verwacht u de overheidsbrede visie op proactieve dienstverlening vast
te stellen?
Wij verwachten de overheidsbrede visie op proactieve dienstverlening eind 2025 te
kunnen opleveren, waarna deze begin 2026 bestuurlijk kan worden vastgesteld.
80
Kunt u uitgebreider toelichten hoe u het verwerken van signalen en feedback van burgers
en ondernemers in de praktijk voor u ziet?
Ik vind dat overheidsorganisaties de beleving van burgers en ondernemers centraal
moeten zetten en daarom open moet staan voor signalen, nieuwsgierig moeten blijven
en zich verantwoordelijk moeten voelen om signalen te gebruiken om hun dienstverlening
te verbeteren. Niet in de laatste plaats vind ik dat we in staat moeten zijn om uit
signalen zorgelijke patronen te herkennen.
Samen met publieke dienstverleners en medeoverheden werk ik op dit moment aan een
overheidsbrede visie op hoe de overheid om moet gaan met signalen (feedback) van burgers
en ondernemers.
Deze visie zal vervolgens worden vertaald naar een plan van aanpak om de visie in
de praktijk te brengen. Hiertoe verwacht ik aan te kunnen sluiten bij bestaande succesvolle
initiatieven die de potentie hebben om te verbreden en op te schalen. Te denken valt
bijvoorbeeld aan de initiatieven van organisaties waarmee mijn ministerie al nauw
samenwerkt. Zoals de gemeenten Rotterdam, Tilburg, Utrecht, de Belastingdienst, UWV,
DUO, RVO en het Ministerie van SZW. Daarnaast denk ik aan standaarden om uitwisseling
en samenwerking te ondersteunen.
81
Kunt u een beeld schetsen van het centrale orgaan dat herontwerp van (keten)processen
aanjaagt? Welke doorzettingskracht krijgt dit orgaan?
Zie het antwoord op vraag 60.
82
In hoeverre wordt ook rekening gehouden met de beschikbaarheid van fysieke loketten
voor burgers? Wordt hier expliciet aandacht aan besteed binnen de uitvoering van de
strategie?
Eén van de versnellers binnen de Nederlandse Digitaliseringsstrategie is de doorontwikkeling
van de loketfunctie van de overheid. Binnen deze loketfunctie werken we ernaar toe
dat alle kanalen – digitaal, telefonisch én fysiek – zelfstandig, in samenhang en
integraal overheidsbrede dienstverlening bieden die aansluit op de behoeften van burgers
en ondernemers. De centrale ambitie: altijd de juiste deur. Het moet niet uitmaken
waar iemand zich meldt, de overheid zorgt gezamenlijk voor een oplossing.
Het persoonlijk contact met de overheid, op plekken die voor burgers logisch en dichtbij
voelen, is een belangrijk aspect van deze loketfunctie en kan onder andere worden
versterkt door het ontwikkelen en inzetten van digitale toepassingen die professionals
ondersteunen in hun overheidsbrede rol.
Daarnaast geef ik uitvoering aan de visie op lokale, fysieke dienstverlening en ondersteuning:
de beleidsvisie Persoonlijk en Dichtbij, waarbij het versterken van het lokale ecosysteem
voor publieke dienstverlening centraal staat.
83
Hoe denkt u de implementatie van het Bestuurlijk Convenant Digitale Veiligheid Gemeenten
versneld te realiseren?
Met het Bestuurlijk Convenant Digitale Veiligheid is de basis gelegd voor een gecoördineerde
aanpak van digitale dreigingen bij gemeenten. In opdracht van BZK, JenV, VNG en de
G4 is een onderzoek uitgevoerd naar het lokale cyberlandschap en de rol van gemeenten
daarin. Dit rapport wordt als bijlage met de verzamelbrief Digitalisering aangeboden
aan de Tweede Kamer.
Onder coördinatie van BZK werken de betrokken partijen aan het in kaart brengen van
uitdagingen, het aanpakken van lacunes en het versterken van samenwerking. Meer concreet
betekent dit onder meer het verduidelijken van verantwoordelijkheden bij digitale
incidenten, de crisisstructuren in het fysieke en digitale domein beter op elkaar
laten aansluiten en de weerbaarheid van gemeenten versterken door samenwerking, kennis
en capaciteit efficiënter in te zetten. Versnelling wordt gerealiseerd door in te
zetten op acties met impact op de korte termijn, zoals de inzet van regio-aanjagers
die gemeenten ondersteunen bij hun informatiebeveiliging.
84
Hoe ziet u het federatief SOC-stelsel voor u?
Een security operations center (SOC) houdt actueel zicht op de digitale infrastructuur
van een organisatie, en detecteert issues met softwareonderdelen of gedrag van gebruikers
in hun technische omgeving. Als er iets ongewoons gedetecteerd wordt, bestaat opvolging
door het SOC uit het analyseren van deze afwijking. Als de afwijking wordt veroorzaakt
door een cyberaanval of hack worden mitigerende maatregelen genomen en sporen voor
digitaal onderzoek veiliggesteld. Dat alles is zeer afhankelijk van de techniek en
inrichting, en die verschilt sterk per organisatie. Daarom zijn er veel verschillende
SOC’s voor verschillende omgevingen, met verschillende risico’s, intern belegd en/of
in samenwerking met marktpartijen.
In een federatief SOC-stelsel worden overheidsbreed kennis en ervaringen uitgewisseld
voor het opbouwen en inrichten van SOC-voorzieningen. Daarnaast is meer onderlinge
samenwerking tussen SOC’s gewenst ten aanzien van het voorkomen en beheersen van dreigingen
en incidenten.
85
Wat wordt bedoeld met beleid om gezamenlijke digitale autonomie te vergroten?
In het vierde kwartaal wordt een overheidsbrede visie Digitale Autonomie en Soevereiniteit
verwacht. De publicatie van de visie heeft vertraging opgelopen, onder andere door
de val van het kabinet.
Beleidsregels op basis waarvan de overheid als geheel voor cruciale elementen afhankelijkheden
kan reduceren en organisaties hun strategie kunnen uitzetten om minder afhankelijk
te zijn van enkele grote leveranciers in het buitenland volgen daarop.
Er komen instrumenten die de implementatie van de visie en de beleidsregels ondersteunen.
Dit kunnen ook bestaande instrumenten zijn waar de beleidsregels rondom autonomie
en soevereiniteit dan in worden verwerkt.
Geambieerd wordt om zoveel mogelijk veranderingen ten behoeve van het vergroten van
de digitale autonomie van de overheidsorganisatie op te nemen in bestaande regels-
en kaders.
86
Welk beleid gaat u aanvullend ontwikkelen in het kader van de gezamenlijke digitale
autonomie? Geeft u hierin uitvoering aan de vele Kamermoties aangenomen op dit punt?
In het vierde kwartaal wordt een overheidsbrede visie Digitale Autonomie en Soevereiniteit
verwacht. De publicatie van de visie heeft vertraging opgelopen, onder andere door
de val van het Kabinet.
Beleidsregels op basis waarvan de overheid als geheel voor cruciale elementen afhankelijkheden
kan reduceren en organisaties hun strategie kunnen uitzetten om minder afhankelijk
te zijn van enkele grote leveranciers in het buitenland volgen daarop.
We werken onder de NDS aan het verkennen van het realiseren van een overheidsbrede
soevereine clouddienst. Ook is er borging van digitale autonomie in de IT-sourcing
strategie, waarin we beogen overheden richting te geven om goede afwegingen te maken
over wat we zelf doen en wat we uitbesteden. Hieronder valt ook het kijken naar marktconcentraties.
We werken samen met Frankrijk, Duitsland en Italië in een EDIC (European Digital Infrastructure
consortium) om de digitale autonomie van Europa en haar lidstaten te versterken.
Het verbeteren van de Digitale Autonomie en Soevereiniteit vereist een holistische
aanpak. Hierbij richten we ons op bestaande beleidsregels- en kaders binnen de overheid
op het gebied van onder andere nationale veiligheid, inkoop en informatievoorziening.
In die holistische aanpak worden de moties meegenomen.
87
Wanneer is de overheidsbrede aanpak voor kwantumveilige cryptografie gereed, en wat
betekent dit voor bestaande systemen?
De migratie naar kwantumveilige cryptografie is complex. Het betreft niet alleen een
technische verandering, maar vergt ook procesmatige aanpassingen en kennisopbouw.
Het PQC-migratiehandboek biedt handelingsperspectief hoe onder andere de overheid
deze uitdaging kan aanpakken.
Het programma kwantumveilige Cryptografie NL, onder de hoede van CIO Rijk, zorgt dat
overheidsorganisaties op dit thema samenwerken en zoveel mogelijk van elkaar kunnen
leren.
Met de publicatie van de Europese «Gecoördineerde implementatie routekaart voor de
transitie naar Post kwantum Cryptografie» van de EU NIS Cooperation Group, wordt het
programma gedwongen om haar inzet te evalueren en bij te sturen waar nodig. Dit proces
loopt op dit moment. Eind 2025 zal het programma de uitvoeringsagenda voor 2026 –
2027 vaststellen. Daarnaast heeft het programma reeds de ambitie om de hele overheid
en vitale sectoren verder te ondersteunen bij de migratie naar PQC. Om de ambitie
voor de komende jaren te kunnen realiseren zijn de benodigde middelen opgenomen in
de NDS investeringsagenda.
Ondertussen moeten overheidsorganisaties en vitale sectoren aan de slag met de migratie
naar PQC. Randvoorwaarden voor de migratie, zoals het in kaart brengen van cryptografische
assets en het uitvoeren van een risicoanalyse, kunnen nu al uitgevoerd worden. Daarnaast
kunnen organisaties binnen hun eigen sector samenwerken aan dit thema.
88
Welke organisaties zijn aan zet om cyberveiligheidsbouwstenen collectief te ontwikkelen
en integreren?
Cyberveiligheid bestaat uit een holistische aanpak die zowel betrekking heeft op mens,
proces als techniek. Cyberveiligheidsbouwstenen vanuit het NDS perspectief zijn de
gezamenlijke versnellers waar we overheidsbreed aan werken om de digitale weerbaarheid
te versterken. Kwantumveilige encryptie en het werken aan een federatief SOC-stelsel
zijn dan ook cyberveiligheidsbouwstenen.
Op basis van ontwikkelingen in o.a. dreiging en technologie kunnen door het overheidsbrede
aanjaagteam Digitale Weerbaarheid en Digitale autonomie in de toekomst gezamenlijke
verbetertrajecten worden geïnitieerd als collectieve cyberveiligheidsbouwstenen. Het
aanjaagteam maakt onderdeel uit van de NDS.
89
Wordt in het kader van autonomie en digitale weerbaarheid ook gedacht aan separate
gesloten netwerken voor (semi-)overheidsorganisaties?
De maatregel in de vorm van separate gesloten netwerken wordt al bij diverse organisaties
binnen de overheid toegepast.
Het scheiden van netwerken door zogenaamde segmentatie is een van de maatregelen die
is opgenomen in informatiebeveiligingstandaarden als ISO 27001 en 27002 en de BIO.
Segmentatie in de vorm van logische scheiding of ook fysiek gesloten netwerken moeten
worden door organisaties worden toegepast als dit op basis van risicomanagement nodig
is.
Daarnaast maakt de rijksoverheid gebruik van eigen besloten netwerken, zoals het RON
(Rijksoverheidsnetwerk), dat is gebouwd op het glasvezelnetwerk van defensie en het
Diginetwerk. Het Diginetwerk is bedoeld om gegevens tussen verschillende overheidslagen
uit te wisselen. Beide zijn private netwerken die alleen te gebruiken zijn door de
overheid. Ze zijn niet publiek toegankelijk en niet afhankelijk van een internetverbinding.
90
Wanneer wordt het overheidsbrede inzicht in kritieke IT-dienstverlening en de bouwstenen
daarvan verwacht?
Inzicht in kritieke dienstverlening is van belang voor een aantal versnellers waaronder
ook de continuïteit van dienstverlening.
De meeste organisaties hebben zelf zicht op wat voor hen kritieke dienstverlening
is; de criteria die zij daarvoor hanteren zijn echter verschillend. Op nationaal niveau
is de kritieke dienstverlening vastgelegd in de nationale vitale infrastructuur. Verder
worden in de Cyberbeveiligingswet (CBW) en in de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten
(WwKE) vastgelegd welke organisaties kritieke, essentiële en belangrijke diensten
leveren. Met de implementatie van deze wetgeving wordt dan ook op een eenduidige wijze
inzichtelijk wat kritieke dienstverlening (van de overheid) is.
Zodra de CBW en WwKE zijn aangenomen zal de identificatie van de kritieke in IT-dienstverlening
van start gaan. In de tussentijd is de overheidsbrede aanpak nog in de opstartende
fase. Voor deze versneller hoeven we echter niet op nul te beginnen. Voor de rijksoverheid
is er in 2024 een visie vastgesteld voor IT-assetmanagement. Deze kan als basis dienen
om een plan van aanpak op te stellen om gefaseerd overheidsbreed het inzicht in IT-bouwstenen
te verbeteren.
91
Acht u het noodzakelijk of wenselijk om een eigen functiegebouw in te richten voor
IT-functies in de overheid, zodat deze marktconform zijn?
Voor de salarisschalen 8 tot en met 13 geldt dat het beloningsniveau over het algemeen
marktconform is, zoals blijkt uit het beloningsonderzoek van november 2023. Voor het
merendeel van de functies is het beloningsniveau concurrerend, met uitzondering van
enkele hogere functieniveaus. De overheid biedt bovendien betere secundaire arbeidsvoorwaarden
dan de markt, zoals meer vakantiedagen en een goed pensioen.
Om ook op de hogere functieniveaus en bij schaarse functies, zoals informatiebeveiliging,
concurrerend te zijn met de markt, biedt het Rijk de mogelijkheid om arbeidsmarkttoelagen
toe te kennen van 16,6%.
Het Functiegebouw Rijk is aangevuld met het Kwaliteitsraamwerk-IV, gebaseerd op het
European Competence Framework. Daarmee kan binnen het bestaande functiegebouw flexibel
worden gestuurd op de werving en ontwikkeling van ICT-professionals, zonder de noodzaak
van een apart functiegebouw. Zo kan worden ingespeeld op arbeidsmarktdynamiek zonder
de extra complexiteit en risico’s van een losstaand IT-functiegebouw.
92
Hoe hoopt u regie te voeren op de ontwikkeling van digitaliseringskennis binnen de
overheid?
Er is volop aandacht voor het versterken van digitaliseringskennis, onder meer via
de Human Capital Agenda van EZ en de I-Strategie Rijk 2021–202522. Daarnaast is digitaal vakmanschap als prioriteit opgenomen in de NDS. Binnen deze
prioriteit nemen wij nadrukkelijk regie op de ontwikkeling van digitaliseringskennis
van ambtenaren.
Daartoe wordt een basiskennisniveau vastgesteld. Daarmee wordt voor organisaties,
management en ambtenaren duidelijk welk niveau van digitaliseringskennis van ieder
verwacht wordt. Dit stelt organisaties in staat hierop te sturen en dit te borgen
in de P-cyclus, bijvoorbeeld door het als vast onderdeel op te nemen in personeelsgesprekken.
Overheidsacademies en marktpartijen kunnen opleidingen aanbieden om ambtenaren aan
dit basisniveau te laten voldoen. De Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering
biedt bijvoorbeeld al cursussen op verschillende digitaliseringsdomeinen, waaronder
digitale weerbaarheid en kunstmatige intelligentie.
93
Valt het verbeteren van digitale vaardigheden van burgers en ondernemers ook onder
deze prioriteit?
Nee, het verbeteren van digitale vaardigheden van burgers en ondernemers is geen onderdeel
van de prioriteit Digitaal Vakmanschap. Deze prioriteit richt zich op het realiseren
van een effectieve en efficiënte digitale dienstverlening door de overheid.
Voor burgers en ondernemers bestaan reeds tal van initiatieven die gericht zijn op
het verbeteren van digitale vaardigheden. Voorbeelden zijn het interdepartementale
programma Tel mee met Taal, dat zich richt op basisvaardigheden van volwassenen, en het lesprogramma Welkom Online, een samenwerking van het Nationaal Ouderenfonds, Vodafone, Ziggo en ASML, met ondersteuning
van BZK. Ook bestaan er initiatieven als de app DigiHandig, het programma Digitaal Burgerschap van de Koninklijke Bibliotheek, het programma Digisterker en de online tool DigiQ, ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam met steun van BZK. Verder zijn er
de DigiHulplijn en de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO), die laagdrempelig en gratis ondersteuning
bieden.
Tot slot is er de nationale cursus digitale weerbaarheid, ontwikkeld met een brede
groep stakeholders en voor iedereen vanaf 12 jaar gratis online beschikbaar via Stichting
Lowercase, ook bekend van de nationale AI-cursus.
94
Ziet u een rol voor de overheid om meer betrouwbaar cursus- en lesmateriaal beschikbaar
te stellen voor burgers in het kader van digitaal burgerschap?
Het beschikbaar stellen van meer betrouwbaar cursus- en lesmateriaal is geen onderdeel
van de prioriteit Digitaal Vakmanschap, die zich primair richt op een effectieve en
efficiënte digitale dienstverlening door de overheid.
Wel wordt er reeds betrouwbaar cursus- en lesmateriaal beschikbaar gesteld voor burgers
in het kader van digitaal burgerschap. Voorbeelden zijn het interdepartementale programma
Tel mee met Taal, dat zich richt op basisvaardigheden van volwassenen, en het lesprogramma Welkom Online, een samenwerking van het Nationaal Ouderenfonds, Vodafone, Ziggo en ASML, met ondersteuning
van BZK. Ook bestaan er initiatieven als de app DigiHandig, het programma Digitaal Burgerschap van de Koninklijke Bibliotheek, het programma Digisterker en de online tool DigiQ, ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam met steun van BZK.
Verder zijn er de DigiHulplijn en de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO), die laagdrempelig en gratis ondersteuning
bieden. Tot slot is er de nationale cursus digitale weerbaarheid, ontwikkeld met een
brede groep stakeholders en voor iedereen vanaf 12 jaar gratis online beschikbaar
via Stichting Lowercase, ook bekend van de nationale AI-cursus.
95
Hoe bent u van plan de verkokering tussen overheidsorganisaties te doorbreken met
het aanstellen van centrale pools van IT-experts?
Er zijn reeds pools met I-professionals beschikbaar. Doel is dat deze breder beschikbaar
worden gesteld binnen de overheid. De belemmeringen voor een overheidsbrede openstelling
worden momenteel geïdentificeerd en verholpen. Hiermee zetten we de schaarse capaciteit
en kennis zo efficiënt mogelijk in en zorgen we dat deze overheidsbreed wordt ingezet.
96
Wanneer verwacht u de visie voor de digitale werkomgeving vast te kunnen stellen?
De prioriteit bevindt zich nog in de opstartfase. Het streven is om in 2026 een overheidsbrede
visie voor de digitale werkomgeving vast te stellen.
97
Wanneer start u met de versnellers die per prioriteit zijn geïdentificeerd?
De realisatie van een deel van de versnellers is al gestart. Voor sommige versnellers
geldt dat het gaat om lopende activiteiten die met de NDS extra aandacht krijgen.
Een voorbeeld hiervan is de doorontwikkeling van de overheidsbrede loketfunctie en
de samenhang tussen overheidsportalen. Een aantal versnellers krijgt een overheidsbreed
karakter. Voorbeeld hiervan is de IT-sourcingstrategie Rijk die wordt uitgebreid naar
de medeoverheden. Versnellers die nieuw zijn worden op dit moment interbestuurlijk
uitgewerkt.
98
Voor hoe lang stelt u het NDS-uitvoeringsprogramma op? Heeft deze een beoogde einddatum?
Het NDS-uitvoeringsprogramma heeft geen vastgestelde einddatum. Het uitvoeringsprogramma
heeft een regisserende en monitorende functie voor alle onderdelen van de NDS. Daarnaast
heeft het programma een kwartiermakende functie voor structurele oplossingen die uit
de NDS komen. Interbestuurlijk is de wens om de NDS als leidraad te gebruiken voor
de lange termijn.
Het uitvoeren van de versnellers in de NDS is sterk afhankelijk van een aantal zaken,
zoals financiering, politiek-bestuurlijke doorzettingskracht en juiste en voldoende
expertise.
99
Hoe vaak zal u de Kamer informeren over de voortgang op de NDS?
Zie het antwoord op vraag 6.
100
Hoe betrekt u de Kamer bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van de NDS?
Zie het antwoord op vraag 6.
101
Kunt u een tijdlijn schetsen van de komende periode? Welke deadlines komen er aan
in de uitvoering van de NDS?
Het uitvoeringsprogramma bevindt zich in de opstartfase, waarbij de in de NDS opgenomen
versnellers voor de prioriteiten en de politiek-bestuurlijke interventies worden uitgewerkt.
Er wordt momenteel al uitvoering gegeven aan het wegnemen van belemmeringen en het
realiseren van een aantal versnellers. Onderdeel daarvan is uiteraard dat er interbestuurlijke
afspraken worden gemaakt over realisatietermijnen. Parallel wordt er gewerkt aan de
investeringsagenda. Via verzamelbrieven digitalisering wordt u op de hoogte gehouden
over de voortgang op de verschillende trajecten.
102
Welke organisaties heeft u gesproken om de NDS te schrijven?
Zie het antwoord op vraag 4.
103
Op welke manier heeft u het manifest «Ons Digitaal Fundament», in december 2024 aan
uw voorganger overhandigd door leden van de Kamercommissie Digitale Zaken, betrokken
bij het totstandkomen van de NDS?
Mijn voorganger heeft dit document destijds inderdaad in ontvangst genomen. Mijn indruk
is dat hij dit zeer ter harte heeft genomen. Ik zie namelijk grote parallellen tussen
de in het document genoemde uitdagingen en oplossingen – die voor een groot deel raken
aan het vraagstuk van samenwerking en politieke regie op digitalisering – en het doel
van de NDS om als één overheid te opereren op een aantal prioritaire thema’s. Daarnaast
zijn er ook veel inhoudelijke thema’s in de NDS teruggekomen, als bijvoorbeeld de
burger centraal stellen in dienstverlening, een versterkte aanpak op het afspreken,
invoeren en handhaven van digitale standaarden en het verplichten van collectieve
oplossingen en bouwstenen.
104
Heeft u kennisgenomen van het voorstel voor een «Digitale Dienst» uit het Kamerinitiatief
«Ons Digitaal Fundament»? Welke rol ziet u voor een dergelijke Dienst in de uitvoering
van de NDS?
De NDS introduceert geen digitale dienst. Wel wordt er een uitvoeringsprogramma ingericht
dat een regisserende/monitorende functie heeft voor alle onderdelen van de NDS. Deze
programma-organisatie kan ook overheidsorganisaties faciliteren in de uitvoering van
de NDS. In de NDS is tevens opgenomen dat het programma een kwartiermakende rol heeft
voor structurele functies die voortvloeien uit de NDS.
105
Kunt u toelichten waarom het Caribische deel van het Koninkrijk niet valt onder de
reikwijdte van de NDS?
De NDS geldt voor heel Nederland, dus ook voor de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba. Ook daar moeten we als één overheid versnellen op digitalisering. Er kunnen
situaties zijn waar maatwerk nodig is en waar het tempo van adoptie kan verschillen.
Dit moet nog worden uitgewerkt in een Aansluitplan Publieke Dienstverlening en Digitalisering, dat ik heb aangekondigd in de «Agenda Goed Bestuur Bonaire, Sint-Eustatius en Saba».
Dit aansluitplan zal het kabinet naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026
vaststellen. De NDS geldt niet voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, omdat zij autonome
landen binnen ons Koninkrijk zijn.
106
Is het uw doel om het niveau van dienstverlening gelijk te stellen tussen Europees-
en Caribisch Nederland? Zo ja, hoe wordt dit bereikt als het Caribisch deel geen onderdeel
uitmaakt van de NDS?
Zie het antwoord op vraag 105.
107
Op welke termijn komt er een investeringsagenda en een soortgelijk plan voor de digitale
dienstverlening in Caribisch Nederland?
Zie het antwoord op vraag 105.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
L. Boeve , griffier