Brief commissie : Brief van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing over haar verslag "Zorgvuldig wegen"
36 642 Instelling van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing
Nr. 2
BRIEF VAN DE TIJDELIJKE COMMISSIE GRONDRECHTEN EN CONSTITUTIONELE TOETSING
Aan de Leden
Den Haag, 4 september 2025
Op 21 november 2024 is de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing
(tijdelijke commissie) ingesteld voor de duur van de parlementaire periode. De tijdelijke
commissie adviseert vaste Kamercommissies en de Kamer over de grondrechtelijke en
constitutionele aspecten van regelgevende voorstellen. Vanwege de vervroegde Tweede
Kamerverkiezing komt het mandaat eerder ten einde. Om besluitvorming over de toekomst
van de tijdelijke commissie door de Kamer te faciliteren, heeft de tijdelijke commissie
een verslag opgesteld waarin het reflecteert op haar eerste ervaringen en adviseert
over mogelijke vervolgopties.1
De Kamer heeft als medewetgever een belangrijke verantwoordelijkheid om ervoor te
zorgen dat wetgeving in overeenstemming is met de Grondwet en fundamentele rechten.
De laatste jaren staat deze medewetgevende rol van de Kamer (opnieuw) in de belangstelling,
onder meer in reactie op het toeslagenschandaal. Diverse parlementaire onderzoeken
en zelfreflecties stellen dat constitutionele toetsing van wetgeving binnen de Kamer
meer gestructureerde, verdiepende en systematische aandacht verdient.
In de praktijk kan constitutionele toetsing op verschillende manieren plaatsvinden.
Het gaat de tijdelijke commissie er dan ook in de eerste plaats om dat de Kamer deze taak effectief oppakt. De afgelopen jaren streefde de Kamer ernaar
om de rol van de vaste commissies op dit vlak te versterken («verticale» werkwijze).2 In december 2023 constateert de Kamer bij motie dat dit onvoldoende is gelukt. Met
het instellen van de tijdelijke commissie in november 2024 probeert de Kamer daarom
een nieuwe «horizontale» werkwijze uit: via haar adviezen vervult de tijdelijke commissie
een faciliterende rol richting de vaste commissies.
Op basis van haar eerste reflecties meent de tijdelijke commissie dat de adviezen
een actieve bijdrage leveren aan de gewenste versterking van de controlerende en medewetgevende
rol van de Kamer, omdat zij specifiek zijn toegesneden op de Kamer. Zo schetsen de
adviezen het toepasselijke juridische kader, zien zij op het definitieve wetsvoorstel
zoals dat is ingediend bij de Kamer en geven zij inzicht in de manier waarop de regering
is omgegaan met de adviezen van de Raad van State en andere adviesorganen. Ook bevatten
zij eigenstandige aandachtspunten en concrete aanbevelingen voor de leden in de vaste
commissies. In de vaste commissies is in verschillende vormen opvolging gegeven aan
de uitgebrachte adviezen.
Vanwege de vervroegde verkiezing in oktober 2025, heeft de Kamer beperkt ervaring
kunnen opdoen met de horizontale werkwijze. De tijdelijke commissie meent op basis
van haar reflecties, dat de adviezen een actieve bijdrage leveren aan de gewenste
versterking van de controlerende en medewetgevende rol van de Kamer. Het ligt daarom
in de rede dat de Kamer, net als bij de verticale werkwijze, zichzelf de gelegenheid
biedt om meer ervaring op te doen met de adviesrol van de tijdelijke commissie. Ook
in andere parlementen hebben soortgelijke commissies hun positie gedurende een periode
van meerdere jaren opgebouwd.3
De tijdelijke commissie adviseert dan ook een doorstart te maken als tijdelijke commissie
voor een nieuwe parlementaire periode, met het mandaat zoals dat is vastgelegd in
het huidige instellingsbesluit4, en daarmee de behandeling van grondrechtelijke en constitutionele aspecten in de
Kamer te versterken. De werkwijze die de afgelopen periode al is opgezet biedt hiervoor
een solide basis. Op basis van de ervaring die de tijdelijke commissie gedurende een
volgende zittingsperiode van vier jaar opdoet, kan de Kamer vervolgens afwegen hoe
zij op de lange termijn de aandacht voor grondrechtelijke en constitutionele aspecten
van wetgeving wil versterken.
De voorzitter van de tijdelijke commissie, Van Nispen
De griffier van de tijdelijke commissie, Kling
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Nispen, voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing -
Mede ondertekenaar
Y.C. Kling, griffier