Schriftelijke vragen : De uitvoering van de CBb-uitspraak inzake de HRN-concessie
Vragen van het lid Veltman (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de uitvoering van de CBb-uitspraak inzake de HRN-concessie (ingezonden 24 september 2025).
Vraag 1
Deelt u de opvatting dat reizigers er belang bij hebben dat zij hun treinreis net
zo gemakkelijk via een platform naar keuze kunnen boeken – bijvoorbeeld een app waarin
trein, bus, fiets en deelauto gecombineerd worden (Mobility as a Service, MaaS) – als rechtstreeks bij NS? Hoe wordt dat belang nu geborgd in de concessie?1
Vraag 2
Hoe zorgt u ervoor dat reizigers de zekerheid hebben dat zij via verschillende kanalen
toegang krijgen tot dezelfde reisproducten, tegen dezelfde voorwaarden en tarieven,
zodat er sprake is van keuzevrijheid en gelijke behandeling?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u, na de uitspraak van 30 juni jl. van het College van Beroep voor
het bedrijfsleven om in de HRN-concessie een gelijk speelveld voor MaaS-aanbieders
te borgen en gezien uw brief aan de Kamer hierover op 29 augustus jl.,2 of de door u voorgestelde conceptwijziging van de HRN-concessie voldoende recht doet
aan de uitspraak, en hoe wordt dat getoetst?
Vraag 4
Welke stappen worden gezet om zeker te stellen dat de op 29 augustus jl. gepubliceerde
concessiewijziging volledig in lijn is met de uitspraak van het College van Beroep
voor het bedrijfsleven van 30 juni jl.?
Vraag 5
Welke onafhankelijke partij, bijvoorbeeld de Autoriteit Consument en Markt (ACM),
krijgt een formele rol bij het beoordelen van de aangepaste concessietekst en het
referentieaanbod van NS? En als dit niet het geval is, acht u het wenselijk dat uw
ministerie – als zowel concessieverlener als aandeelhouder van NS – deze toetsing
zelf uitvoert?
Vraag 6
Op welke wijze zijn consumentenorganisaties en andere marktpartijen, naast NS zelf,
betrokken geweest bij de totstandkoming van de conceptconcessie? Zijn alle partijen
gelijk behandeld in dit proces?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat commerciële diensten van NS, zoals de NS-Businesscard, de NS-app
en NS Flex, de afgelopen vijf jaar niet direct of indirect zijn bekostigd met middelen
uit het openbaar dienstencontract?
Vraag 8
Vloeien de genoemde commerciële diensten van NS voort uit verplichtingen in de HRN-concessie,
of voert NS deze geheel op commerciële basis uit? En hoe wordt daarbij geborgd dat
geen concessiemiddelen worden ingezet voor commerciële activiteiten?
Vraag 9
Klopt het dat NS geen gescheiden administratie hanteert voor haar publieke HRN-diensten
en commerciële activiteiten, zoals de NS-app, de NS-Business Card en NS Flex? Hoe
wordt in dat geval gecontroleerd dat er geen publieke middelen uit het dienstencontract
worden aangewend voor commerciële diensten?
Vraag 10
Bent u bekend met de adviezen van consumentenorganisaties, verenigd in het Locov,
waarin is aanbevolen om NS-reisproducten – zoals abonnementen en jongerentickets –
op gelijke voorwaarden beschikbaar te stellen aan MaaS-aanbieders, vergelijkbaar met
praktijken elders in Europa? En kunt u het meest recente Locov-advies uit 2025 met
de Kamer delen?
Vraag 11
Hoe wordt gegarandeerd dat reizigers die via een MaaS-platform boeken dezelfde toegang
hebben tot kortingsproducten van NS (bijvoorbeeld voor jongeren of ouderen) als reizigers
die rechtstreeks bij NS boeken, zodat er geen sprake is van ongelijke behandeling?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Hester Veltman, Tweede Kamerlid