Motie : Motie van het lid Kostic over uitgaan van een werkdefinitie van "antisemitisme" die in lijn is met internationaal recht en mensenrechten
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 489
MOTIE VAN HET LID KOSTIĆ
Voorgesteld 23 september 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat antisemitisme een schadelijke vorm van discriminatie is die wereldwijd
schade aanricht aan Joodse gemeenschappen en effectief bestreden moet worden;
overwegende dat kritiek op de Israëlische staat geen antisemitisme is;
overwegende dat het kabinet in de Strategie Bestrijding Antisemitisme expliciet de
IHRA-definitie ondersteunt als een juridisch niet-bindende werkdefinitie en stelt:
«bij het beoordelen van antisemitisme is onder andere deze definitie behulpzaam»;
overwegende dat de huidige IHRA-definitie ruimte biedt om kritiek op het beleid van
de Israëlische regering in te perken en te bestempelen als antisemitisme en die daarmee
de vrijheid van meningsuiting beperkt;
voorts overwegende dat de Jerusalem Declaration on Antisemitism, opgesteld door de
Israëlische historicus Alon Confino samen met honderden andere onderzoekers, een duidelijke
en politiek neutrale leidraad biedt voor het onderscheid tussen antisemitisme en kritiek
op Israël;
verzoekt de regering:
– in de uitvoering van de Strategie Bestrijding Antisemitisme uit te gaan van een werkdefinitie
van «antisemitisme» die in lijn is met internationaal recht en mensenrechten en duidelijk
onderscheid maakt tussen antisemitisme en kritiek op Israël,
– daarbij als juridisch niet-bindende werkdefinitie de Jerusalem Declaration on Antisemitism
te verkennen, hierover in gesprek te gaan met wetenschappers op het gebied van antisemitisme
en diverse Joodse groepen, zoals Een Ander Joods Geluid, en zo snel mogelijk hierover
terug te koppelen aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kostić
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ines Kostić, Tweede Kamerlid