Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dassen over het artikel ‘Economic sanctions now the EU is Israel’s largest investor
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken over het artikel Economic sanctions now: the EU is Israel’s largest investor (ingezonden 16 juli 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 september 2025).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de inhoud van bovenstaand artikel?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoe beoordeelt u de bevinding dat Nederland de grootste investeerder in Israël ter
               wereld is?
            
Antwoord 2
            
Het is niet zonder meer te zeggen waar Nederland staat op de ranglijst van inkomende
               en uitgaande investeringen in relatie tot Israël. Het investeringsaandeel van Nederlandse
               bedrijven in Israël, niet zijnde een doorvoermaatschappij of een onderdeel van een
               buitenlandse multinational, lag eind 2024 op minder dan 1 miljard euro. De uitsplitsing
               die hieronder wordt gemaakt kan het kabinet niet voor andere landen maken. Om goed
               te kunnen vergelijken is dat wel nodig.
            
De Nederlandse investeringen in Israël eind 2023 (zogenaamde directionele cijfers,
               waarbij investeringen tussen moeder- en dochteronderneming binnen hetzelfde concern
               met elkaar zijn verrekend) worden geraamd op 31,2 miljard euro door de Nederlandsche
               Bank. De raming voor eind 2024 is 27,3 miljard euro. Van deze investeringen komt meer
               dan 20% vanuit Special Purpose Entities, ook wel brievenbusfirma’s genoemd, ongeveer 5% vanuit overige doorstroom-vennootschappen
               en circa 70% vanuit niet-financiële vennootschappen (bedrijven met economische substantie
               in Nederland in de vorm van productie en werknemers). Van deze niet-financiële vennootschappen
               is ruim 95% onderdeel van een buitenlandse multinational. Er lopen dus vooral buitenlandse
               kapitaalstromen via Nederland naar Israël. Het kabinet heeft hierop beperkte invloed.
            
Vraag 3
            
Erkent u dat Nederland, met inachtneming van de informatie uit bovenstaand artikel,
               over een unieke en sterke positie beschikt om het handelen van de Israëlische regering
               in Gaza te beïnvloeden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke concrete aanvullende acties
               bent u bereid hieraan te koppelen?
            
Antwoord 3
            
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli
               20252 zet het kabinet zich in om door een combinatie van druk op en dialoog met Israël
               de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever te verbeteren. Handelspolitieke
               en economische maatregelen maken deel uit van deze inzet.
            
Daarnaast is, zoals toegelicht in antwoord 2, het investeringsaandeel van Nederlandse
               bedrijven, niet zijnde een doorvoermaatschappij of onderdeel van een buitenlandse
               multinational, beperkter dan in het artikel staat. Het betreffen voornamelijk buitenlandse
               kapitaalstromen. De economische invloed richting de Israëlische regering is op dit
               gebied dus daarmee beperkter dan SOMO het Nederlandse kabinet toedicht.
            
Vraag 4, 5 en 6
            
Klopt het dat zo’n 12% van de Nederlandse investeringen in Israël voortkomt uit zogenoemde
               brievenbusfirma’s?
            
Zo ja, kunt u uiteenzetten waaruit de rest van de Nederlandse investeringen in Israël
               bestaat?
            
Zo nee, kunt u uiteenzetten waaruit het totale aantal Nederlandse investeringen in
               Israël dan concreet bestaat?
            
Antwoord 4, 5 en 6
            
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
            
Bent u bereid te komen tot het instellen van een nationaal economisch sanctiepakket
               tegen Israël naar aanleiding van bovenstaande? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli
               2025 zet het kabinet zich in om door een combinatie van druk op en dialoog met Israël
               de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever te verbeteren, zowel
               in EU-verband als op nationaal niveau. Het heeft de voorkeur van het kabinet om zo
               veel mogelijk in Europees verband op te treden. Hiermee wordt namelijk een krachtig
               signaal afgegeven. Tegelijkertijd blijft, bij uitblijven van consensus in EU-verband,
               het noodzakelijk om druk te houden door stappen op nationaal niveau te zetten.
            
Zo heeft het kabinet besloten om over te gaan tot het actiever uitdragen van het ontmoedigingsbeleid
               ten aanzien van economische activiteiten van Nederlandse bedrijven in nederzettingen.
               Sinds 15 juli 2025 wordt het ontmoedigingsbeleid uitgedragen op de websites van de
               Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de ambassade in Tel Aviv. Ook dragen
               de ambassade Tel Aviv en de RVO het ontmoedigingsbeleid actief uit richting het Nederlands
               bedrijfsleven zoals tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Daarnaast wordt verkend of
               de toepassing van het ontmoedigingsbeleid kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld naar
               Nederlandse pensioenfondsen.
            
In de Staat van de Unie-toespraak van 10 september jl. kondigde Europese Commissievoorzitter
               Von der Leyen maatregelen tegen Israël aan. De Commissie stelt de gedeeltelijke opschorting
               van het handelsgedeelte van het EU-Israël Associatieakkoord voor. Daarnaast bepleit
               de Commissie aanname van het voorstel tot het sanctioneren van de extremistische Ministers
               Ben-Gvir en Smotrich, additionele sancties tegen gewelddadige kolonisten en organisaties,
               alsmede additionele sancties tegen Hamas. Veel van de voorstellen die de Commissie
               doet zijn in lijn met hetgeen waarvoor Nederland al langer binnen de EU pleit en kunnen
               daarom rekenen op de steun van het kabinet. Verder dringt het kabinet op EU-niveau
               in samenwerking met gelijkgestemde partners aan op een voorstel van de Europese Commissie
               voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de illegale nederzettingen
               in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.3 Wegens het uitblijven van draagvlak voor dergelijke maatregelen op EU-niveau, werkt
               het kabinet aan nationale maatregelen met betrekking tot invoer van producten afkomstig
               uit de illegale nederzettingen. Dit doet Nederland parallel met gelijkgezinde landen.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om kritisch te kijken naar het belastingverdrag dat Nederland heeft
               met Israël, en deze zo mogelijk op te schorten? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Nederland staat in beginsel open voor belastingverdragen met ieder land. Belastingverdragen
               zijn primair bedoeld om fiscale belemmeringen weg te nemen bij het grensoverschrijdend
               ondernemen en werken, bijvoorbeeld door dubbele belastingheffing te voorkomen en juridische
               zekerheid te bieden aan burgers en bedrijven. Indien een verdragsland de gemaakte
               afspraken eenzijdig niet naleeft of toepast, kan dat vanuit fiscale invalshoek aanleiding
               geven om het belastingverdrag (gedeeltelijk) op te schorten. Voor het belastingverdrag
               met Israël is dat op dit moment niet het geval.
            
Vraag 9
            
Bent u bereid te pleiten voor opschorting van het Europese Unie (EU)-Israël Associatieverdrag?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli
               2025 zet het kabinet zich op EU-niveau onder meer in voor opschorting van het handelsdeel
               van het Associatieakkoord met Israël.
            
Vraag 10
            
Bent u bereid bovenstaande vragen los van elkaar te beantwoorden?
Antwoord 10
            
De vragen zijn zoveel mogelijk separaat beantwoord.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.