Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bushoff over onnodig lang hogere verzekeringspremie na kankergenezing
Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over onnodig lang hogere verzekeringspremie na kankergenezing (ingezonden 2 september 2025).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 23 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onnodig lang hogere verzekeringspremie na kankergenezing»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat jonge ex-kankerpatiënten bij de aanvraag van een verzekering
tot tien jaar later worden geconfronteerd met hun medische verleden, terwijl hun overlevingskans
vier jaar na de diagnose vaak hetzelfde is als die van leeftijdsgenoten die geen kanker
hebben gehad?
Antwoord 2
Kanker is een zeer ingrijpende ziekte. Juist om onnodige beperkingen voor ex-patiënten
bij het verkrijgen van een verzekering hierom is de schonelei-regeling geïntroduceerd.
Deze regeling schrijft voor dat verzekeraars slechts gedurende een bepaalde termijn
aan een aanvrager mogen vragen of in het verleden kanker is gediagnosticeerd. Daarbij
is een belangrijke voorwaarde dat de doorgemaakte ziekte geen aanwijsbare gevolgen
meer heeft. De termijn wordt bepaald door middel van algemeen aanvaarde medische inzichten
en actuariële en statistische gegevens. Als de verzekeraar op een andere wijze over
de informatie beschikt, bijvoorbeeld omdat de betrokkene de informatie al heeft verstrekt
bij afsluiten van een eerdere verzekering bij dezelfde verzekeraar (nog binnen de
termijn uit de schonelei-regeling), dan mag dit niet meer worden gebruikt bij de premiestelling
of klantacceptatie.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze jongeren niet onnodig moeten worden blijven geconfronteerd
met deze nare periode in hun leven en dat hier mogelijk sprake is van onterechte stigmatisering
en discriminatie van ex-kankerpatiënten?
Antwoord 3
Voor ex-patiënten, zowel jongeren als oudere personen, is dit inderdaad doorgaans
een moeilijke periode uit hun leven en het is niet fijn daar opnieuw mee geconfronteerd
te worden. De schone-lei regeling is een belangrijk instrument om te voorkomen dat
zij hier onnodig aan herinnerd worden.
Vraag 4
Heeft u inzicht in hoe vaak het voorkomt dat jongeren die genezen zijn van kanker
fors hogere premies moeten betalen?
Antwoord 4
Nee, ik heb geen informatie beschikbaar over de premies die individuele verzekerden
betalen.
Vraag 5
Volstaat de schone-lei-regeling die sinds 2021 in Nederland is ingevoerd wat u betreft
nog? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De schone-leiregeling is een belangrijk instrument. De termijnen die binnen deze regeling
gelden worden gezamenlijk vastgesteld door de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
(NFK) en het Verbond van Verzekeraars.
De schone-leiregeling hanteert een standaardtermijn van maximaal tien jaar waarna
doorgemaakte kanker sowieso geen rol meer speelt bij het aanvragen van een verzekering.
Er is tevens ruimte gelaten voor het hanteren van kortere termijnen, die worden vastgesteld
op basis van zowel algemeen aanvaarde medische inzichten als actuariële gegevens.
Dit zorgt ervoor dat er balans is tussen enerzijds de toegankelijkheid van verzekeringen
voor ex-kankerpatiënten en anderzijds de prudentiële verantwoordelijkheid van verzekeraars
om passende premies te vragen. De laatste aanpassing van de termijntabel was op 1 januari
2025, waarbij de termijn voor enkele kankersoorten werd ingekort en er vijf kankersoorten
zijn toegevoegd waarvoor nu een kortere termijn geldt.
Verder biedt de regeling een differentiatie die is gebaseerd op leeftijd. Er geldt
een standaardtermijn van vijf jaar in plaats van tien jaar voor iedereen bij wie er
voor het eenentwintigste levensjaar kanker wordt gediagnosticeerd.
Het is van groot belang dat de regeling actueel blijft en dat inzichten die aanleiding
geven om termijnen te verkorten worden toegepast. Ik zal de komende tijd opnieuw in
overleg treden met de patiëntenorganisaties, verzekeraars en eventuele andere betrokkenen
om te bespreken of en welke nieuwe wetenschappelijke inzichten er zijn waardoor verdere
differentiatie van de leeftijdstermijnen wenselijk en passend is.
Vraag 6
Hoe kijkt u in het licht van de schone-lei-regeling naar de bevindingen uit het onderzoek
van het Nederlands Kanker Instituut, het onderzoeksinstituut van het Antoni van Leeuwenhoek
met het Erasmus Medisch Centrum waaruit blijkt dat de overlevingskans van jongvolwassenen
die zijn genezen van kanker vier jaar na de diagnose vaak hetzelfde is als die van
leeftijdsgenoten die geen kanker hebben gehad?
Antwoord 6
Deze onderzoeken leveren een waardevolle bijdrage in het beoordelen van de passendheid
van de geldende termijnen. Deze onderzoeken en andere relevante bevindingen zullen
ook betrokken worden bij het overleg waar in vraag 5 naar is verwezen.
Vraag 7
Is het mogelijk om de regeling naar leeftijd te differentiëren, waarbij bijvoorbeeld
een korte termijn voor jongeren tot een bepaalde leeftijd wordt gehanteerd? Is dit
wenselijk volgens u? Welke voor- en nadelen zou dat kunnen hebben?
Antwoord 7
Ja, de regeling kent reeds differentiatie voor personen tot hun eenentwintigste levensjaar.
Voor- en nadelen van dergelijke differentiatie zijn in de kern dezelfde als geldend
voor de gehele regeling. Het is een balans tussen betere toegankelijkheid van verzekeringen
en hogere prudentiële risico’s. Bij de vaststelling en eventuele aanpassing van termijnen
is het daarom belangrijk om dit te baseren op objectieve wetenschappelijke inzichten.
Vraag 8
Voor welke kankersoorten geldt inmiddels een kortere termijn dan tien jaar? Welke
termijnen gelden bij deze kankersoorten?
Antwoord 8
De kortere termijnen zijn gebaseerd op zowel het type kanker als het stadium van de
ziekte ten tijde van de diagnose. Zie hieronder de huidige termijntabel.2
soort kanker
stadium
kankervrije termijn
Baarmoederhalskanker
FIGO-stadium 1A1
3 jaar
FIGO-stadium 1A2
3 jaar
FIGO-stadium 1B
6 jaar
Borstkanker
Stadium T1a/bNoMo
7 jaar
Stadium TicNoMo
9 jaar
Centraal Zenuwstelsel (CZS: meningeoom, mits volledig verwijderd)
Stadium G1
5 jaar
Kanker aan dikke darm en endeldarm (Adenocarcinoom)
T1NoMo en T2NoMo
9 jaar
Stadium 1A
5 jaar
Hodgkin
Stadium 1B
6 jaar
Stadium 2A
8 jaar
Maagkanker
Stadium 1A
8 jaar
Melanoom
Stadium 1
vervalt
Stadium 1A
5 jaar
Stadium 1B
6 jaar
Nierkanker
T1NoMoG1
8 jaar
Stadium 1, overig
9 jaar
Schildklierkanker
(Hürthle-celkanker, folliculaire kanker, papillaire kanker, inclusief mengvormen daarvan),
T1NoMo en
T2NoMo en
T3NoMo
3 jaar
Schildklierkanker
(Hürthle-celkanker, folliculaire kanker, papillaire kanker, inclusief mengvormen daarvan),
Waarbij leeftijd bij diagnose jonger dan 55 jaar
T1NoMo en
T2NoMo en
T3NoMo
6 jaar
Schildklierkanker (Medullaire tumoren)
TiNiMo
6 jaar
Vaginakanker
FIGO-stadium 1
8 jaar
Zaadbalkanker
(type seminoom en tumormarkers negatief)
stadium 1
5 jaar
stadium 2A en stadium 2B
6 jaar
stadium 2C
8 jaar
Zaadbalkanker non-seminoom
(type en tumormarkers negatief)
stadium 1 en stadium 2A
6 jaar
stadium 2B en stadium 2C
8 jaar
Vraag 9
Wordt periodiek gemonitord of de schone-lei-regeling goed werkt en niet onterecht
(jonge) ex-patiënten dupeert? Zo ja, op welke manier? Zo nee, bent u bereid dit alsnog
in te voeren?
Antwoord 9
In 2022 en 2024 heeft overleg plaatsgevonden met betrokken partijen, waaronder vertegenwoordigers
van patiënten. Zoals genoemd in antwoord 5 zal ik opnieuw met betrokkenen bespreken
of en welke nieuwe wetenschappelijke inzichten er zijn waardoor verdere differentiatie
van de leeftijdstermijnen wenselijk en passend is.
Vraag 10
Bent u bereid met verzekeraars en ex-patiënten in gesprek te gaan om tot een toekomstbestendige
en rechtvaardige regeling te komen en de termijn van tien jaar in de schone-lei-regeling
in te korten, bijvoorbeeld naar vier of vijf jaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zoals toegelicht in antwoord 5 zal ik met betrokken partijen bespreken of en welke
nieuwe wetenschappelijke inzichten bestaan waardoor verdere differentiatie van de
leeftijdstermijnen wenselijk en passend is.
Vraag 11
Kunt u deze vraag los van elkaar beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.