Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ellian en Michon-Derkzen over het bericht dat het Joods Politienetwerk tijdelijk uit het netwerkoverleg van de politie is gestapt
Vragen van de leden Ellian en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat het Joods Politienetwerk tijdelijk uit het netwerkoverleg van de politie is gestapt (ingezonden 22 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 september
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 3090.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «We hebben geen zin meer in politiek»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat het Joods Politienetwerk uit het netwerkoverleg is gestapt omdat
zij continu op de situatie in Gaza wordt aangesproken?
Antwoord 2
De politie heeft mij laten weten dat het Joods Politie Netwerk heeft besloten tijdelijk
een rustpauze in te willen bouwen, omdat collega’s het gevoel hebben zich in de organisatie
te moeten verantwoorden voor gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Ik respecteer net
als de Korpschef deze keuze van de medewerkers. Wel wil ik aangeven dat ik het betreurenswaardig
vindt dat deze Nederlandse Joodse agenten het gevoel hebben zich te moeten verantwoorden
voor gebeurtenissen in het Midden-Oosten. We moeten er als samenleving voor waken
dat conflicten elders een wig drijven tussen mensen en groepen hier. De politieleiding
is goed in contact met het Joods Politie Netwerk en ik heb er vertrouwen in dat de
Korpschef hier op een zorgvuldige manier mee omgaat.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat Joden in Nederland verantwoordelijk worden gehouden voor acties
van de Israëlische regering en wat gaat u direct doen om dit te stoppen?
Antwoord 3
In het algemeen geldt dat het niet juist is om mensen aan te spreken op zaken waarvoor
zij niet verantwoordelijk zijn omwille van een vermeende band met de verantwoordelijken.
Dat werkt polarisatie en stigmatisering in de hand. In gesprekken met Joden door heel
het land wordt regelmatig aangegeven dat zij verantwoordelijk worden gehouden voor
de acties van de Israël. Dat is niet acceptabel. Joden in Nederland zijn niet verantwoordelijk
voor de politiek in Israël, wat je er ook van vindt.
In november 2024 heeft het kabinet de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024–2030
aan de Tweede Kamer gestuurd. Op 23 september a.s. zal ik met uw kamer spreken over
de voortgang.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat bij de politie mensen werken die geen onderscheid kunnen of
willen maken tussen Joodse burgers in Nederland en de Israëlische regering?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Wat gaat u eraan doen om te zorgen dat juist de politie niet bijdraagt aan het grote
onveiligheidsgevoel van Joden?
Antwoord 5
Mij zijn geen signalen bekend dat de politie als geheel in haar handelen bijdraagt
aan het onveiligheidsgevoel van Joden. Mochten personen binnen de organisatie zich
hier wel schuldig aan maken, dan ga ik er vanuit dat de Korpschef dit stevig aanpakt.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat ook de Joodse burgers van Nederland kunnen vertrouwen
op de neutraliteit van de politie en dat de politie ook de Joodse gemeenschap beschermt?
Antwoord 6
In Nederland moet iedereen zich veilig kunnen voelen en vertrouwen kunnen hebben in
de politie. Als mij signalen ter ore komen dat de neutraliteit in het geding is, zal
ik dat laten uitzoeken en waar nodig met de Korpschef bespreken.
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat het Joods Politienetwerk niet meer aangesproken
wordt op Gaza, maar juist op vakmanschap?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 8
Kunt u deze vragen uiterlijk voor het plenair debat over antisemitisme in september
2025 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.