Schriftelijke vragen : Nieuwe berichten over aanvallen op christenen in West- en Centraal-Afrika

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zeker zeven christenen omgekomen bij nieuwe
aanvallen in Nigeriaanse deelstaat Benue»?1

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Slachtpartij in Oost-Congo: moslims doden meer
dan 70 christenen tijdens rouwdienst»?2

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Schutters openen vuur op dorpelingen in Niger
na doopfeest, 22 doden?»3

Vraag 4

Hoe reflecteert u op het voortgaande geweld in West- en Centraal-Afrika, waar bovenstaande
berichten voorbeelden van zijn? Klopt het dat voornamelijk christenen hiervan het
slachtoffer zijn? Klopt het dat de daders van de genoemde aanvallen voornamelijk,
zo niet uitsluitend, islamitische terroristische groeperingen zijn? Indien het bij
u onbekend is wie de daders en slachtoffers zijn, bent u bereid dit alsnog in kaart
te brengen?

Vraag 5

Erkent u dat de aanvallen, hoewel niet uitsluitend, religieus zijn gemotiveerd? Zo
ja, wat betekent dit voor uw beleid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat is uw reactie op specifiek de concrete stappen die christelijke jongerenorganisaties
in Nigeria eisen van de Nigeriaanse overheid, namelijk erkenning dat de moorden doelgericht
zijn, de terugkeer van ontheemden met eigendomsrechten, arrestatie en berechting van
daders, en onderzoek naar de rol van veiligheidsdiensten?4 Bent u bereid om de Nigeriaanse overheid erop aan te spreken om de stappen op te
volgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Meent u dat de huidige inzet van Nederland tegen dit geweld voldoende is? Zo ja, waarom?
Zo nee, op welke manier wilt u de inzet vergroten?

Vraag 8

Merkt u dat het aankaarten van gewelddadige incidenten tegen christenen in bilaterale
contacten effectief is? Zo ja, kunt u dit onderbouwen? Zo nee, bent u bereid om nieuwe
stappen te zetten om de druk te verhogen?

Vraag 9

Wanneer wordt de Speciaal Gezant van de Europese Unie voor vrijheid van religie en
levensovertuiging eindelijk benoemd? Kunt u een precieze datum noemen?

Vraag 10

Hoe is opvolging gegeven aan de motie-Ceder c.s. (21 501-20, nr. 2254)?

Vraag 11

Hoe is opvolging gegeven aan de motie-Ceder (36 600 V, nr. 48)?