Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over bericht dat er plannen zijn voor militaire inzet in Oekraïne
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht dat er gedetailleerde plannen zijn voor militaire inzet in Oekraïne (ingezonden 2 september 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) en Minister Brekelmans (Defensie)
(ontvangen 11 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat Europees commissievoorzitter Von der Leyen aangeeft
dat er gedetailleerde plannen zijn voor militaire inzet in Oekraïne?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u deze berichtgeving bevestigen? Bent u ook op de hoogte van deze plannen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Is de Nederlandse regering betrokken bij het opstellen van deze plannen? Zo ja, wat
was de Nederlandse inzet? Is deze verwezenlijkt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja. Nederland heeft deelgenomen aan het militaire planningsproces onder leiding van
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.2 De Nederlandse betrokkenheid bij het militaire planningsproces van de Coalition of the Willing past binnen het Nederlandse beleid van onverminderde steun aan Oekraïne, conform
o.a. moties Timmermans en Yesilgöz-Zegerius (motie 36 045, nr. 191, 18 februari jl.) en Paternotte en Van Campen (motie 21 501-02, nr. 3047, 18 februari jl.). Het is cruciaal dat Europa verantwoordelijkheid neemt voor de
veiligheid van Oekraïne, die nauw verbonden is aan onze eigen veiligheid. Via een
brief is uw Kamer over de ontwikkelingen van het planningsproces geïnformeerd (Kamerstuk
2025Z15788, 10 september jl.).
Vraag 4, 5 en 6
Wordt een dergelijke eventuele militaire inzet gedaan onder de vlag van de NAVO?
Deelt u de mening dat de NAVO een defensief bondgenootschap dient te zijn, gericht
op de verdediging van het grondgebied van de lidstaten? Zo ja, hoe verhoudt deze missie
zich daartoe? Zo nee, waarom niet?
Deelt u het standpunt dat een militaire missie in Oekraïne buiten het mandaat van
de NAVO valt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5 en 6
De NAVO is een defensief bondgenootschap, met drie hoofdtaken ten behoeve van de veiligheid
van het NAVO-grondgebied: collectieve afschrikking en verdediging, crisispreventie
en -beheersing en coöperatieve veiligheid. Eventuele militaire inzet onder NAVO-vlag
is niet aan de orde. Momenteel vindt militaire planning plaats via de Coalition of the Willing. Deze internationale coalitie bestaat uit een groep landen die zich inzet voor het
vormgeven van veiligheidsgaranties voor Oekraïne, zodat Oekraïne in staat kan worden
gesteld om vanuit een zo sterk mogelijke positie te onderhandelen over een duurzaam
einde van de oorlog.
Vraag 7
Welke voorwaarden stelt de Nederlandse regering aan deelname aan een militaire missie
in Oekraïne?
Antwoord 7
De door Nederland eventuele uiteindelijke inzet van militairen is afhankelijk van
verschillende factoren, zoals de condities van een beëindiging van de vijandelijkheden,
de uitwerking van de rules of engagement en modaliteiten omtrent bestandsmonitoring. Het eventueel inzetten van Nederlandse
capaciteiten is onder uitdrukkelijk voorbehoud van nationale politieke besluitvorming.
Op het moment dat er sprake is van overeenstemming tussen de partijen over een beëindiging
van vijandelijkheden en tenuitvoerlegging in zicht komt, zal uw Kamer conform artikel 100
van de Grondwet worden geïnformeerd.
Vraag 8
Deelt u het standpunt dat eventuele Nederlandse deelname aan een militaire missie
in Oekraïne alleen kan plaatsvinden als dit onderdeel is van een vredesakkoord tussen
Rusland en Oekraïne? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Om Oekraïne in staat te stellen vanuit een positie van kracht te onderhandelen over
een duurzame vrede, zet de Coalition of the Willing zich in om na beëindiging van de vijandelijkheden met een militaire presentie de
Oekraïense krijgsmacht te versterken en moderniseren, zodat het in de toekomst Russische
agressie kan afschrikken. Oekraïne is een soeverein land dat zelf kan besluiten over
de aanwezigheid van internationale militairen binnen eigen grenzen.
Vraag 9
Deelt u het standpunt dat eventuele Nederlandse deelname aan een militaire missie
in Oekraïne alleen kan plaatsvinden als daarvoor een duidelijk mandaat van de VN-veiligheidsraad
onder ligt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee. Oekraïne bepaalt zelf of het buitenlandse troepen op diens grondgebied uitnodigt.
Een mandaat van de VN-Veiligheidsraad is hiertoe niet noodzakelijk.
Vraag 10
Deelt u het standpunt dat eventuele Nederlandse deelname aan een militaire missie
in Oekraïne alleen kan plaatsvinden als het mandaat van die militaire missie duidelijk
is en de militairen voldoende capaciteit en uitrusting hebben om dat mandaat uit te
voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja. Het kabinet deelt de mening dat elke inzet van Nederlandse troepen gepaard moet
gaan met een helder mandaat en voldoende uitrusting.
Vraag 11
Deelt u het standpunt dat eventuele Nederlandse deelname aan een militaire missie
in Oekraïne alleen kan plaatsvinden als er een duidelijke exitstrategie is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 11
Het kabinet hecht bij Nederlandse militaire inzet aan realistische doelstellingen
inclusief een exit-strategie.
Vraag 12
Deelt u het standpunt dat eventuele Nederlandse deelname aan een militaire missie
in Oekraïne alleen kan plaatsvinden als daar vooraf toestemming vanuit de Kamer voor
is gegeven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Tot op het moment dat er sprake zou zijn van activatie van de gemaakte militaire plannen,
blijven de plannen van de Coalition of the Willing in beweging en blijft Nederland betrokken bij het militaire planningsproces. Het
kabinet hecht eraan uw Kamer daarbij in de tussentijd te blijven informeren, in zoverre
mogelijk gegeven de afspraken binnen de Coalition of the Willing en zonder de onderhandelingspositie van Oekraïne te verzwakken. Zoals ook geantwoord
op vraag 7 zal uw Kamer conform artikel 100 van de Grondwet worden geïnformeerd op
het moment dat er sprake is van overeenstemming tussen de partijen over een beëindiging
van vijandelijkheden en tenuitvoerlegging van het militair plan in zicht komt.
Vraag 13
Deelt u het standpunt dat een demissionair kabinet, dat nog maar op de steun van 32
kamerzetels kan rekenen, zeer terughoudend moet zijn in het doen van toezeggingen
aan andere landen betreffende de inzet van Nederlandse militairen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 13
In uw Kamer is een brede meerderheid voor het voortzetten van steun aan Oekraïne,
alsook om een constructieve houding aan te nemen ten opzichte van een plan voor militaire
inzet in Oekraïne, in lijn met moties Timmermans en Yesilgöz-Zegerius (Motie 36 045, nr. 191, 18 februari jl.) en Paternotte en Van Campen (Motie 21 501-02, nr. 3047, 18 februari jl.). Steun aan Oekraïne is niet-controversieel verklaard en de internationale
ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Het kabinet dient zich hiertoe te verhouden.
Vraag 14
Kunt u de vragen afzonderlijk en spoedig beantwoorden?
Antwoord 14
De vragen zijn spoedig beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.