Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat de kraamzorg in Nederland onder druk staat
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de kraamzorg in Nederland onder druk staat (ingezonden 10 juni 2025).
Antwoord van Minister Tieman (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 september
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2600.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de kraamzorg in Nederland onder druk staat?1
Antwoord 1
Ik vind het belangrijk dat zwangeren en hun partners de zorg krijgen die zij nodig
hebben, om zo bij te dragen aan een goede start, voor zowel ouder als kind. Helaas
is de krapte op de arbeidsmarkt een zorgbreed probleem dat ook de kraamzorg al enige
tijd raakt, met name in de zomer. De reden hiervan is de combinatie van een piek in
bevallingen tijdens de zomermaanden, de vakantieperiode, het tekort aan kraamverzorgenden
en ziekteverzuim. Ik vind het belangrijk dat de kwaliteit en continuïteit van zorg
zoveel als mogelijk geborgd is en daarom is de transitie naar passende kraamzorg hard
nodig.
Vraag 2
Beseft u dat de huidige werkdruk, slechte werkomstandigheden en magere vergoeding
ervoor zorgen dat het vak van kraamverzorger steeds onaantrekkelijker wordt?
Antwoord 2
Ik ben op de hoogte van de capaciteitsproblemen die al langere tijd spelen en de uitdagingen
die er zijn rondom de werkdruk en vergoeding in de sector. Ook kraamzorgaanbieders
en zorgverzekeraars zien dat een transitie nodig is om te komen tot een toekomstbestendige
sector. Daarom hebben Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Bo Geboortezorg een gezamenlijke
toekomstvisie opgesteld, die verder wordt uitgewerkt in de versnellingsagenda kraamzorg2. Hierin wordt onder andere ingezet op goede loopbaanontwikkeling en voorwaarden in
de werkomgeving. Daarnaast is ook het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden hier expliciet
onderdeel van. Ik waardeer de inzet van de betrokken partijen en zie dat er stappen
gezet worden, om te komen tot een toekomstbestendige sector. Van Bo Geboortezorg heb
ik vernomen dat de sector de vaststelling van de herijkte tarieven naar aanleiding
van het kostenonderzoek voor 2026 afwacht, alvorens de gesprekken met de vakbonden
over de loonontwikkeling 2025–2026 te hervatten. Het is aan werkgevers en werknemers
om hier afspraken over te maken.
Vraag 3
Beseft u dat de tekorten in de kraamzorg die daardoor zijn ontstaan ervoor zorgen
dat mensen steeds vaker niet de juiste zorg voor hun pasgeboren baby kunnen krijgen?
Antwoord 3
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft aangegeven geen feitelijke informatie
te hebben of de tekorten vaker leiden tot het niet leveren van de juiste org. Wel
signaleerde de IGJ in 2023 al dat er tekorten in de kraamzorg zijn3. Diezelfde tekorten signaleren zij nog steeds.
ZN heeft aangegeven een daling van het aantal geleverde uren fysieke kraamzorg thuis
te zien. Tegelijkertijd zien zij dat deze uren beter verdeeld worden over de cliënten.
Aanbieders rapporteren diverse oorzaken4 voor de daling van het aantal geleverde uren, waaronder knelpunten zoals capaciteitsproblemen,
krapte en de eigen bijdrage, maar ook bevorderende factoren zoals zorg op maat, mantelzorg
en een bewuste keuze van de cliënt. Helaas is over de cliëntkeuze geen kwantitatieve
analyse beschikbaar. Gezinnen die er ondanks hun wens niet in slagen om kraamzorg
te ontvangen, kunnen zich melden bij zorgbemiddeling van hun zorgverzekeraar.
In de convenantafspraken 2024–2025 is afgesproken dat bij schaarste de beschikbare
capaciteit aan kraamzorguren zodanig wordt gespreid, dat alle verzekerden in ieder
geval minimaal 24 uur kraamzorg ontvangen. Hiermee wordt de continuïteit van de hoogstnoodzakelijke
zorg gewaarborgd. De overige uren worden, waar mogelijk, verdeeld over hen die dit
het hardst nodig hebben.
Vraag 4
Beseft u dat het dringend nodig is om zo snel mogelijk de werkdruk, werkomstandigheden
en vergoeding te verbeteren voor zorgverleners in de kraamzorg?
Antwoord 4
Zoals aangegeven ben ik op de hoogte van de capaciteitsproblemen in de sector en zie
ik dat het veld, samen met zorgverzekeraars, werkt aan de transitie naar een toekomstbestendige
sector. De sector staat hierin voor een grote opgave met vele aspecten. Om daar te
komen is onder andere een convenant afgesloten en wordt gewerkt aan de versnellingsagenda
tussen verzekeraars en aanbieders. Ik volg deze ontwikkelingen nauwgezet.
Vraag 5
Wat bent u van plan om de crisis in de kraamzorg aan te pakken?
Antwoord 5
Ik vind het van belang dat de continuïteit en toegankelijkheid van kraamzorg geborgd
is. Hiervoor zijn in eerste instantie zorgverzekeraars en kraamzorgaanbieders aan
zet. Een transitie is hard nodig om te komen tot een toekomstbestendige sector. Daarom
sta ik in nauw contact met Bo Geboortezorg, ZN, de toezichthouders (NZa en IGJ) en
het Zorginstituut Nederland. De eerste stappen voor deze transitie zijn gezet door
onder andere het convenant, de visie en bijhorende versnellingsagenda. De beweging
naar passende kraamzorg krijgt hiermee structureel vorm.
Ik zie dat de betrokken partijen zich maximaal inzetten om de uitdagingen binnen de
kraamzorg op te lossen. Ik blijf de voortgang van de genomen maatregelen volgen. Mochten
de partijen daarbij tegen belemmeringen aanlopen, dan ben ik bereid daar serieus naar
te kijken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.