Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over het volgen van Duitsland in een wapenexportboycot naar Israël
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het volgen van Duitsland in een wapenexportboycot naar Israël (ingezonden 11 augustus 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 september 2025)
Vraag 1, 2, 3, 4 en 5
Heeft u kennisgenomen van het bericht van Tagesschau dat de Duitse regering per direct
wapenexporten naar Israël verbiedt, vanwege de door Netanyahu aangekondigde bezetting
van Gaza?1
Deelt u de analyse dat deze beslissing van Duitsland erkent dat wapenleveranties aan
Israël een reëel risico vormen om bij te dragen aan schendingen van het internationaal
humanitair recht en genocide? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om het Duitse voorbeeld te volgen en per direct alle Nederlandse wapenexporten
of leveringen van militaire goederen en technologie naar Israël stop te zetten die
in Gaza kunnen worden gebruikt? Zo nee, waarom wilt u niet alles eraan doen om een
genocide te voorkomen?
Kunt u uitsluiten dat vanuit Nederland, direct of indirect, militaire goederen of
technologie naar Israël worden geleverd die in de Gazastrook kunnen worden ingezet?
Bent u bereid om in navolging van Duitsland ook de uitvoer van zogenoemde dual-use-goederen
naar Israël te beperken of te stoppen, wanneer er een risico bestaat dat deze bijdragen
aan militaire operaties in Gaza? Zo nee, waarom wilt u niet alles eraan doen om een
genocide te voorkomen?
Antwoord 1, 2, 3, 4 en 5
Het kabinet heeft kennis genomen van het besluit van Duitsland om uitvoer naar Israël
van militaire goederen die in Gaza kunnen worden ingezet te stoppen.
Het kabinet is, net als Duitsland, van mening dat bij uitvoer naar Israël van militaire
goederen die ingezet kunnen worden in de Gazastrook duidelijke risico’s bestaan op
mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht en
is bovendien van mening dat die duidelijke risico’s eveneens gelden ten aanzien van
mogelijke inzet op de Westelijke Jordaanoever. In dat kader zijn sinds 7 oktober al
11 vergunningen afgewezen.
Zoals de situatie nu is, is het uitgesloten dat Nederland een vergunning verleent
voor de uitvoer of doorvoer van Nederland naar Israël van militaire goederen of dual-use
goederen met militair eindgebruik die kunnen bijdragen aan de activiteiten van de
Israëlische krijgsmacht in de Gazastrook of op de Westelijke Jordaanoever. Nederland
gaat daarmee verder dan Duitsland.
Vraag 6
Heeft Nederland in de afgelopen twee jaar wapenexporten of leveringen van militaire
goederen of technologie naar Israël goedgekeurd die ingezet kunnen worden in Gaza?
Antwoord 6
Het kabinet heeft de afgelopen jaren geen export goedgekeurd van goederen waarvan
werd beoordeeld dat er een duidelijk risico was dat deze zouden worden gebruikt bij
het begaan van ernstige schendingen van mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht.
Daar waar dat risico wel is geconstateerd heeft het kabinet afgifte van vergunningen
afgewezen (11 gevallen).
Ook heeft het kabinet onlangs drie reeds verleende vergunningen voor de uitvoer van
reserveonderdelen voor marineschepen vanwege de catastrofale situatie in de Gazastrook
herbeoordeeld aan de hand van de Europese wapenexportcontrolecriteria. De uitkomst
van deze herbeoordeling was dat het risico op ongewenst eindgebruik dermate groot
werd geacht dat deze drie vergunningen zijn ingetrokken.
In dezelfde periode werden acht vergunningen toegewezen voor de uitvoer naar Israël
van militaire goederen en dual-use goederen met militair eindgebruik. Dit gaat om één vergunning voor de uitvoer van
schokdemperonderdelen voor containers op marineschepen, twee vergunningen voor de
uitvoer van onderdelen voor het Iron Dome-luchtafweersysteem (conform motie-Kahraman2), één vergunning voor de uitvoer van demonstratiematerieel dat na beursdeelname in
Nederland weer is geretourneerd naar Israël waarvan het eindgebruik niet bij de Israëlische
krijgsmacht ligt, één vergunning voor de uitvoer van minimaal noodzakelijke technologie
ter ondersteuning van uit te brengen offertes naar diverse landen waaronder Israël
en drie vergunningen voor de uitvoer van reserveonderdelen voor (hangar)deuren/luiken
van Israëlische marineschepen. Bij al deze 8 afgegeven vergunningen werd op moment
van toetsing geoordeeld dat er geen sprake was van een duidelijk risico op schendingen
van de mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht. De laatstgenoemde drie vergunningen
met betrekking tot de uitvoer van reserveonderdelen voor Israëlische marineschepen
zijn onlangs, na een herbeoordeling aan de Europese kaders voor wapenexportcontrole
in het licht van de zorgen over de wijze van inzet van de Israëlische strijdkrachten
in en ten aanzien van de Gazastrook en de verslechterende omstandigheden aldaar, ingetrokken.
Tot slot heeft het kabinet sinds 7 oktober 2023 ook vergunningen afgegeven voor de
(tijdelijke) uitvoer naar, of doorvoer via, Israël voor ontwikkel-, productie- of
onderhoudsdoeleinden. In geen van deze gevallen was sprake van eindgebruik door de
Israëlische krijgsmacht. Over dergelijke transacties is de Tweede Kamer meermaals
geïnformeerd (zie bijvoorbeeld het antwoord op vragen van de leden Hirsch en Piri
over de nieuwe regels en controles op (wapen)export naar Israël, d.d. 6 juni 2025,
Kamerstuk 2025D26676).
Vraag 7, 8, 9,10 en 11
Herinnert u zich de aangenomen motie van het lid Teunissen c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3120) waarin de regering wordt verzocht om in EU-verband te pleiten voor het toevoegen
van honden die als wapen kunnen worden ingezet aan de controlelijst van de EU-verordening
voor dual-use, en tevens alle andere opties te verkennen om zo snel mogelijk een einde
te maken aan de export van dergelijke vechthonden naar Israël? Herinnert u uw toezegging
van 11 juli om binnen een week een brief te sturen naar de kamer hierover?
Waarom duurt het zo lang om de in deze motie genoemde mogelijkheden te verkennen?
Wat is de huidige status van de uitvoering van deze motie?
Kunt u aangeven welke concrete stappen de regering sinds de aanneming van deze motie
heeft gezet om de export van vechthonden uit Nederland, die als wapen kunnen worden
ingezet, te stoppen?
Wanneer stopt de export van vechthonden uit Nederland naar Israël, gezien het herhaaldelijk
gedocumenteerde gebruik daarvan bij ernstige schendingen van het internationaal humanitair
recht?
Antwoord 7, 8, 9,10 en 11
Over de uitvoering van de motie van het lid Teunissen3 over het toevoegen van honden aan de Dual-Use Verordening heb ik u op 24 juni 2025 bericht. Voor het antwoord op deze vragen verwijs
ik u dan ook naar desbetreffende brief.4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.