Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Paulusma en Bamenga over een mogelijk naderend staakt-het-vuren in Gaza
Vragen van de leden Paternotte, Paulusma en Bamenga (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een mogelijk naderend staakt-het-vuren in Gaza (ingezonden 8 juli 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 21 augustus 2025).
Vraag 1
Klopt het dat een nieuw staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas in Gaza op korte termijn
tot stand zou kunnen komen?
Antwoord 1
De oorlog in Gaza moet stoppen. Een onmiddellijk staakt-het-vuren is noodzakelijk
voor het vrij krijgen van de gijzelaars die zijn ontvoerd door Hamas, kan bijdragen
aan de snelle, massieve opschaling van humanitaire hulp voor de noodlijdende bevolking,
en is een noodzakelijke stap voor het bereiken van een duurzame oplossing. Over de
ontwikkelingen rond het staakt-het-vuren staat het kabinet in nauw contact met partners
die een bemiddelende rol spelen in de onderhandelingen, waaronder Qatar, Egypte en
de Verenigde Staten.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat bij een dergelijk staakt-het-vuren de Verenigde Naties (VN),
het Internationale Comité van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan onmiddellijk en
volledig toegang moeten krijgen tot Gaza om humanitaire hulp te bieden en op te schalen?
Zo ja, hoe gaat Nederland zich hier actief voor inzetten?
Antwoord 2
Ja. Nederland roept Israël reeds op om de VN, de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging
en de relevante internationale ngo’s onmiddellijke, veilige en ongehinderde toegang
te verlenen tot de hele Gazastrook. Daartoe blijven wij oproepen, in bilaterale dialoog
met Israël en in multilateraal verband.
Vraag 3
Klopt het dat tijdens het vorige tijdelijke staakt-het-vuren slechts 35 procent van
de humanitaire hulp via de VN en haar partners verliep, en 65 procent via door Israël
geselecteerde kanalen? Acht u deze verdeling acceptabel? Zo ja, waarom?
Antwoord 3
Het kabinet kan deze cijfers niet verifiëren. Tijdens het vorige staakt-het-vuren
hebben professionele en gemandateerde humanitaire organisaties hun hulpoperaties snel
kunnen opschalen. Het bleek dat hulp op grote schaal geleverd kan worden op het moment
dat Israël stappen zet om veilige en ongehinderde toegang te verlenen. Nederland blijft
benadrukken dat humanitaire hulp via het reguliere humanitaire hulpsysteem – onder
leiding van de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging – geleverd moet kunnen worden.
Dit garandeert dat hulp volgens de humanitaire principes wordt geleverd en helpt ervoor
zorgen dat alle mensen in nood in de Gazastrook, waaronder de meest kwetsbaren, de
juiste hulp kunnen ontvangen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat humanitaire hulp uitsluitend via neutrale en internationaal
erkende organisaties zoals de VN, UNRWA en het Rode Kruis zou moeten verlopen, en
niet via een door een conflictpartij geselecteerde of gecontroleerde kanalen?
Antwoord 4
Het is cruciaal dat professionele en gemandateerde humanitaire organisaties, zoals
de VN, de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en de relevante ngo’s, vrije en veilige
toegang hebben tot alle burgers in nood in de Gazastrook. Deze organisaties hebben
de capaciteit en expertise om te reageren op de extreme, escalerende noden in de Gazastrook
en werken volgens humanitaire principes, neutraal ten opzichte van strijdende partijen.
Nederland onderstreept daarom steevast dat hun werk gefaciliteerd en beschermd dient
te worden.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat het Gaza Humanitarian Framework (GHF), waarin humanitaire
toegang afhankelijk werd gesteld van politieke toestemming van Israël, volledig onacceptabel
is? Bent u bereid zich ervoor in te zetten dat een dergelijk model niet opnieuw wordt
ingevoerd?
Antwoord 5
Nederland heeft het distributiemechanisme van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF) afgekeurd, nog vóór de GHF-distributiepunten in gebruik werden genomen. Het
was toen reeds bekend dat de manier van werken van GHF niet overeenkomt met de humanitaire
principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gepaard
gaat met gedwongen verplaatsing en leidt tot dodelijke situaties. De chaos, met de
slachtoffers die bij de GHF-distributiepunten vallen, is onacceptabel, en de gelimiteerde
hoeveelheid hulp die GHF distribueert komt ernstig tekort om de catastrofale noden
te verlichten. Bovendien is deze hulp voor een groot deel van de bevolking niet toegankelijk.
Deze zorgen blijft Nederland onderstrepen in EU-verband en in gesprekken met Israël.
Vraag 6
Deelt u de inschatting dat talloze Gazanen zich in acute medische nood bevinden, mede
als gevolg van uithongering en het systematisch vernietigen van ziekenhuizen en medische
infrastructuur?
Antwoord 6
Ja. De medische infrastructuur in de Gazastrook is grotendeels verwoest, en dit heeft
grote, levensbedreigende impact op burgers in de hele Gazastrook. Zoals ook onderstreept
in het gepubliceerde rapport op 29 juli 2025 van het IPC, wordt er gesproken van een
situatie van hongersnood met een toename van het aantal doden door honger.
De WHO meldt op 12 augustus jl. dat gezondheidsinstellingen niet de benodigde behandeling
kunnen bieden aan patiënten terwijl het aantal slachtoffers door geweld en het aantal
patiënten dat lijdt aan infectieziekten blijven stijgen. Momenteel zijn er circa 230
gezondheidscentra – waaronder 18 ziekenhuizen, 10 veldhospitalen, 66 eerstelijnsgezondheidszorgklinieken,
112 medische, mobiele klinieken en 25 ambulancecentra – gedeeltelijk operationeel.
Geen enkel ziekenhuis biedt nog volledige zorgcapaciteit, wegens ernstige tekortkomingen
in personeel, apparatuur, medische infrastructuur en brandstoftekorten.
Vraag 7
Is Nederland bereid actief bij te dragen aan grootschalige medische evacuaties uit
Gaza, bijvoorbeeld door: het beschikbaar stellen van transportcapaciteit (zoals ambulancevluchten
of medische schepen), het financieren van evacuatietrajecten via VN-organisaties of
Ngo’s en het tijdelijk opnemen van ernstig gewonde patiënten in Nederlandse ziekenhuizen?
Antwoord 7
Uw Kamer is hierover schriftelijk geïnformeerd in de brief van 28 juli jl. Bij het
Commissiedebat van 7 augustus is onderstreept dat Nederland onderzoekt welke financiële
en praktische ondersteuning het kan bieden voor medische evacuaties en medische capaciteit
in de regio.
Nederland spant zich in om Israël ertoe te bewegen ongehinderde en veilige medische
evacuaties te faciliteren, ook naar Palestijns gebied (inclusief Oost-Jeruzalem).
We werken eraan dat we, middels diplomatieke interventies en in overleg met organisaties
die medische bijstand verlenen, de in- en uitreismogelijkheden voor patiënten naar
landen als Egypte en Jordanië zo concreet en effectief mogelijk kunnen uitbreiden.
Hiertoe zetten we ook diplomatieke capaciteit in. Uiteraard houden we daarnaast de
opvangcapaciteit in de diverse landen in de regio in de gaten. Waar nodig en mogelijk
wordt gekeken naar verdere ondersteuning van deze capaciteit.
Het kabinet is daarbij voornemens om een nieuwe bijdrage te doen aan de WHO, met oog
op de versterking van medische capaciteit voor patiënten in de Gazastrook en geëvacueerde
patiënten in de regio. De WHO speelt tevens een centrale, faciliterende rol in processen
rond medische evacuaties uit de Gazastrook, inclusief identificatie, transport en
behandeling. Het kabinet acht het van belang dat de WHO zo goed mogelijk wordt ondersteund
bij het uitvoeren van deze taken. De details over deze bijdrage worden op korte termijn
met uw Kamer gedeeld.
Nederland spande zich reeds in voor de versterking van medische zorg in de Gazastrook
en de regio. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld een bijdrage van 3 miljoen euro aan
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beschikbaar gesteld. Ook hebben we medische
hulpgoederen geleverd (ter waarde van 1,5 miljoen euro, ten laste van de begroting
van VWS) aan Egyptische ziekenhuizen, die ook toen verreweg de meeste uit de Gazastrook
geëvacueerde patiënten opvangen.
De Nederlandse zorg is in principe goed instaat medische evacuees te behandelen, echter
acht het kabinet evacuatie naar Nederland op dit moment niet wenselijk. Vanuit patiënt
perspectief heeft het de voorkeur om in eigen regio te verblijven aangezien ze hier
hulp krijgen in hun eigen taal en familie en naasten nabijer zijn. Daarnaast is behandeling
in de regio ook doelmatiger, dit biedt de mogelijkheid meer patiënten te helpen. Ook
is er nog onderbenutte capaciteit in de regio is. Het heeft de voorkeur deze dus eerst
die te versterken.
Vraag 8
Zo ja, welke concrete voorbereidingen treft u daartoe, bijvoorbeeld in coördinatie
met andere EU-lidstaten of VN-organisaties? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zie de beantwoording van vraag 7.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het feit dat vele Gazaanse kinderen als gevolg van de oorlog geamputeerde
ledematen hebben, maar protheses Gaza nauwelijks binnenkomen vanwege «dual use»-risico’s?
Bent u bereid druk te zetten om te zorgen dat hulpmiddelen voor gewonde Gazanen weer
naar binnen mogen?
Antwoord 9
Sinds begin maart, toen Israël een humanitaire blokkade afkondigde, is ruimte voor
invoer van humanitaire goederen buitengewoon beperkt. Op 26 juli jl. kondigde Israël
aan tijdelijke maatregelen (waaronder gevechtspauzes en veilige routes) te zullen
treffen die een verbeterde invoer en Gazastrook. Sinds deze maatregelen werden aangekondigd
is de humanitaire toegang echter nog niet voldoende verbeterd, waardoor veel burgers
nog altijd verstoken blijven van humanitaire hulp. De catastrofale humanitaire noden
in de hele Gazastrook onderstrepen de noodzaak van maatregelen om de invoer en distributie
van hulp door professionele, gemandateerde hulporganisaties beter te faciliteren.
Nederland heeft het afgelopen jaar veelvuldig opgeroepen tot verruiming van niet alleen
de kwantiteit van humanitaire goederen, maar ook de kwaliteit (e.g. mogelijkheid voor
het invoeren van als dual-use aangemerkte goederen, bijvoorbeeld protheses of materialen voor het herstel van waterfaciliteiten).
Het is onvoorstelbaar dat restricties op de invoer van goederen aangemerkt als dual-use als gevolg hebben dat bijvoorbeeld kinderen met geamputeerde ledematen geen toegang
hebben tot protheses. Dit zal Nederland expliciet benadrukken in contacten met de
Israëlische autoriteiten.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan de komende Raad Buitenlandse Zaken?
Antwoord 10
Het is niet gelukt deze vragen te beantwoorden voor de Raad Buitenlandse Zaken van
15 juli jl.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.