Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de antwoorden op schriftelijke vragen 'NAVO-verplichtingen' met betrekking tot 'pandemische paraatheid'
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de antwoorden op schriftelijke vragen «NAVO-verplichtingen» met betrekking tot «pandemische paraatheid» (ingezonden 14 juli 2025).
Antwoord van Minister Danielle Jansen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
20 augustus 2025)
Vraag 1
U schrijft in antwoord op Kamervragen (2025Z11435) dat er geen «NAVO-verplichtingen» zijn op het gebied van pandemische paraatheid
maar waarom heeft uw ambtsvoorganger dit, bijvoorbeeld bij de plenaire begrotingsbehandeling
VWS afgelopen oktober, dan keer op keer letterlijk zo gezegd in de Kamer?
Antwoord 1
Er zijn mij geen letterlijke uitspraken van mijn ambtsvoorganger in uw Kamer bekend
over NAVO-verplichtingen op het gebied van pandemische paraatheid. Zie ook het stenogram
van de begrotingsbehandeling van VWS op 23 oktober jl.1.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de uitspraken van uw ambtsvoorganger, in het begrotingsdebat,
maar ook later bijvoorbeeld bij Ongehoord Nederland («Aan NAVO-verplichtingen zijn
we gehouden», «daar zal ik mee moeten dealen», «De oud-premier heeft deze afspraken
[met de NAVO] getekend dus wij houden ons eraan» enzovoort, enzovoort) er sterk op
wijzen dat uw ambtsvoorganger (terecht of ten onrechte, dat doet er verder niet toe)
blijkbaar van mening was dat deze NAVO-doelstellingen voor haar «verplichtingen» waren?
Zo nee, waarom niet? Al deze formuleringen van uw ambtsvoorganger, meermaals en op
verschillende momenten gedaan, terug te vinden in de Handelingen van de Kamer of na
te luisteren bij de NPO, zijn toch overduidelijk niet vrijblijvend maar dwingend geformuleerd?
Antwoord 2
Zoals ook aangegeven in eerdere beantwoording van vragen van het lid Van Houwelingen2 en het lid Dekker3, heeft het kabinet Schoof zich gecommitteerd aan gemaakte NAVO-afspraken, derhalve
zijn deze politiek bindend.
Vraag 3
Begrijpt u dat het daarom dus voor de Kamer belangrijk is erachter te komen op welke
wijze (vrijblijvend of dwingend) uw ambtsvoorganger (in ieder geval door de NCTV maar
wellicht ook door andere instellingen) is geïnformeerd over de «NAVO-doelstellingen»
(u wil de vraag immers blijkbaar niet beantwoorden als ik net zoals uw ambtsvoorganger
spreek over «NAVO-verplichtingen») die op een of andere manier raken aan pandemische
paraatheid?
Antwoord 3
Net als mijn ambtsvoorganger neem ik uw Kamer en diens taken zeer serieus. Dat doe
ik onder andere door vragen naar eer en geweten te beantwoorden.
Vraag 4
Wederom de vraag, waar, wanneer, door wie en op welke wijze (mondeling en/of schriftelijk,
wel of niet vertrouwelijk etc.) is uw ambtsvoorganger na haar aantreden op de hoogte
gesteld van de «NAVO-doelstellingen» die betrekking hebben op of op een of andere
manier gerelateerd zijn aan «pandemische paraatheid»?
Antwoord 4
Zoals ook aangegeven in een eerdere beantwoording van vragen van het lid Van Houwelingen4, zijn er geen NAVO-verplichtingen met betrekking tot pandemische paraatheid. Zodoende
heeft dat logischerwijs ook nooit aan de orde kunnen zijn op welk moment en op welke
wijze dan ook.
Wel vraagt de NAVO van bondgenoten om hun zorgsysteem zo in te richten dat dit voorbereid
is op crisis en conflict, zodat de continuïteit van de zorg voor militairen en burgers
te allen tijde in stand gehouden kan worden. Dat is een begrijpelijke vraag, want
we moeten in een dergelijke situatie goed voor onze soldaten zorgen.
Infectieziekten zijn een van de dreigingen waar de zorg zich tegen moet wapenen.
Deze inzet is in lijn met de kabinetsbrede brief «Weerbaarheid tegen hybride en militaire
dreigingen» die 6 december 2024 aan de Kamer is verzonden. Daarin wordt in samenhang
uiteengezet wat een weerbare maatschappij inhoudt en welke opgave er ligt om deze
te bereiken. De zorg maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. In de uitwerking
wordt rekening gehouden met verschillende dreigingen, zowel qua omvang als qua impact:
(hybride) conflicten, natuurrampen of pandemieën.
Vraag 5
Kan u deze vragen afzonderlijk en binnen de normale termijn van drie weken beantwoorden?
Antwoord 5
Helaas is mij dat niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.