Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Patijn en Westerveld over de voortgang van een passende zorgverlofregeling voor ouders van ernstig zieke kinderen
Vragen van de leden Patijn en Westerveld (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van een passende zorgverlofregeling voor ouders van ernstig zieke kinderen (ingezonden 8 juli 2025).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 19 augustus
2025)
Vraag 1
Staat de aangenomen motie Westerveld-Patijn1 op uw netvlies waarin de regering wordt verzocht om samen met belangenorganisaties,
vakbonden, werkgevers en uitvoeringsorganisaties een passende regeling uit te werken
voor ouders van ernstig zieke kinderen, zodat zij langdurig ziekteverlof kunnen aanvragen
met behoud van hun arbeidsovereenkomst?
Antwoord 1
Ja, deze motie staat op mijn netvlies.
Vraag 2
Wat is de huidige stand van zaken van de uitvoering van deze motie, met oog op de
val van het kabinet? Gaat u hiermee door?
Antwoord 2
Op dit moment wordt een verkenning uitgevoerd naar het probleem dat in de motie wordt
geschetst en naar de mogelijke oplossingsrichtingen. Hierbij betrek ik alle genoemde
partijen. Dit najaar verwacht ik uw Kamer verder te kunnen informeren over deze verkenning.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat ouders in loondienst momenteel slechts twee weken per
jaar gedeeltelijk doorbetaald zorgverlof krijgen, ook als hun kind ernstig ziek is?
Hoe beoordeelt u het feit dat zij daarna slechts zes weken extra verlof kunnen opnemen,
en ook nog onbetaald?
Antwoord 3
Binnen het huidige verlofstelsel bestaat recht op twee weken kortdurend zorgverlof
met behoud van zeventig procent van het loon en minimaal het minimumloon per jaar.
Dit verlof kan worden ingezet voor de noodzakelijke verzorging van een zieke naaste.
Hiernaast bestaat recht op zes weken onbetaald langdurend zorgverlof per jaar. Dit
kan worden ingezet voor de noodzakelijke verzorging van een zieke of hulpbehoevende
naaste en voor de verzorging van een levensbedreigend zieke naaste.
In het regeerprogramma is aangekondigd dat ik het verlofstelsel vereenvoudig. En dat
het kort- en langdurend zorgverlof als onderdeel daarvan worden samengevoegd.2 Het betaalde deel van dit verlof wordt daarmee breder inzetbaar. Over de vereenvoudiging
van het verlofstelsel informeer ik uw Kamer binnenkort, naar verwachting in september,
verder.
Ik kan mij voorstellen dat de huidige zorgverlofregelingen voor ouders van ernstig
zieke kinderen niet altijd toereikend zijn. Dit neem ik dan ook mee in de verkenning,
waarin ik dit graag bespreek met belangenorganisaties en andere betrokkenen.
Verder is het recht op het verzoek tot flexibel werken wettelijk vastgelegd. De Wet
flexibel werken geeft werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen voor aanpassing
van de arbeidsduur, werktijden en arbeidsplaats (bijvoorbeeld thuiswerken). Hoewel
dit niet in alle gevallen voldoende ruimte zal bieden voor (intensieve) zorg voor
een ziek kind, kan flexibiliteit in de inrichting van het werk wel bijdragen aan het
combineren van arbeid en zorg door ouders voor een ziek kind.
Vraag 4 en 5
Bent u ermee bekend dat zowel ouders, professionals, werkgevers als zorgverzekeraars
aangeven dat het gebrek aan een goede regeling een knelpunt is en dat een goede regeling
veel gedoe en zorgen bespaart?
Bent u ervan op de hoogte dat ouders in sommige gevallen gedwongen worden om te kiezen
tussen hun gezinsinkomen en het zorgen voor hun ernstig zieke kind? Bent u ervan op
de hoogte dat deze ouders vaak financiële problemen ervaren omdat zij niet (full-time)
kunnen werken? Deelt u de opvatting dat hier wat aan gedaan moet worden?
Antwoord 4 en 5
Ik onderken dat ouders van ernstig zieke kinderen zich in een moeilijke situatie bevinden.
Niet alleen hebben zij te maken met de ernstige ziekte van hun kind en de zorgen die
hiermee gepaard gaan, maar vaak ook met financiële en werk-gerelateerde problemen.
Ik vind het van groot belang dat alle ouders in staat worden gesteld om voor hun kinderen
te zorgen, zoals ook volgt uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het
Kind. Dit alles neem ik mee in de verkenning waar ik op dit moment mee bezig ben.
Inhoudelijk wil ik daar nog niet op vooruitlopen.
Vraag 6
Bent u bekend met het wetenschappelijk artikel «Werkende ouders met ernstig zieke
kinderen; klem tussen arbeid en zorg(en)»3? Hoe duidt u de conclusies uit dit artikel, waaronder dat de ouder de plicht en het
recht heeft om een minderjarig kind te verzorgen en op te voeden?
Antwoord 6
Ja, hier ben ik mee bekend. Dit artikel en de conclusies betrek ik graag in mijn verkenning,
waarover ik u in het najaar verder informeer.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat ook uit het Kinderrechtenverdrag en het VN-verdrag de verplichting
voortkomt voor de Nederlandse overheid om ouders in staat te stellen voor hun kinderen
te zorgen?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 4 en 5.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.