Schriftelijke vragen : Medische evacuaties uit Gaza
Vragen van de leden Bamenga, Paternotte en Paulusma (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over medische evacuaties uit Gaza (ingezonden 12 augustus 2025).
Vraag 1
Tijdens het commissiedebat van 7 augustus 2025 verwees u naar een onderzoek door twee
oud-ambassadeurs over medische evacuaties vanuit Gaza; kunt u dit onderzoek, inclusief
eventuele bijlagen en onderliggende correspondentie, onverwijld aan de Kamer doen
toekomen? Wanneer is dit onderzoek uitgevoerd, wat was de precieze opdracht en aan
wie is het gerapporteerd? Welke concrete aanbevelingen bevatte het onderzoek en op
welke punten heeft het kabinet deze wel/niet overgenomen?
Vraag 2
Is het genoemde onderzoek gedeeld met Europese partners, de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) of uitvoerende hulporganisaties? Zo ja, welke reactie(s) kwamen hierop terug?
Vraag 3
Hoe verhoudt de conclusie uit het onderzoek – dat medische evacuaties het meest effectief
zouden zijn wanneer patiënten in de regio blijven – zich tot het feit dat tal van
Europese landen (waaronder België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Spanje, Ierland,
Italië, Luxemburg, Malta, Roemenië, Slowakije, Albanië, Noorwegen en het Verenigd
Koninkrijk) wel degelijk patiënten uit Gaza naar hun eigen ziekenhuizen overbrengen?
Vraag 4
Beschikt het kabinet over medische, logistieke of juridische informatie die deze landen
kennelijk niet hebben? Zo ja, welke specifieke feiten of risicoanalyses leiden ertoe
dat Nederland afwijkt van het beleid van genoemde landen?
Vraag 5
Acht u het aannemelijk dat de situatie voor Nederland wezenlijk anders is dan voor
deze landen, bijvoorbeeld qua reistijd, medische stabiliteit van patiënten of opnamecapaciteit,
en kunt u dit onderbouwen met cijfers en documenten?
Vraag 6
Hoeveel verzoeken van de WHO of via het EU Civil Protection Mechanism zijn sinds 1 januari
2024 aan Nederland gedaan om patiënten uit Gaza op te nemen, en wat was telkens de
reden om deze verzoeken niet te honoreren?
Vraag 7
Erkent u dat de door u genoemde praktische bezwaren, zoals reisafstand of medische
stabiliteit, ook spelen voor landen als Noorwegen, Ierland of Malta, die desondanks
wél patiënten opnamen? Waarom kiest Nederland niet voor eenzelfde aanpak, desnoods
voor een kleiner aantal patiënten?
Vraag 8
Geldt het argument dat zorg beter in de regio verleend kan worden ook voor gevallen
waarbij sprake is van ernstige complicaties en een zeer gespecialiseerde zorgvraag,
zoals bij het merendeel van de medische evacuaties van kinderen naar onder andere
het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk?
Vraag 9
Bent u bereid, mede gezien de aanhoudende oproepen van de WHO en het precedent van
andere Europese landen, alsnog een contingent patiënten en hun begeleiders uit Gaza
op te nemen, en hierover op korte termijn afspraken te maken met ziekenhuizen en het
EU-mechanisme?
Vraag 10
Hoe verhoudt het Nederlandse beleid om geen patiënten uit Gaza naar Nederland te halen
zich tot de recente analyse van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken
(CAVV), waarin wordt gesteld dat derde staten een verplichting hebben om alle redelijke
maatregelen te nemen om genocide te voorkomen? Acht u medische evacuatie van (kind)slachtoffers
uit een door hongersnood en oorlogsgeweld getroffen gebied een dergelijke redelijke
maatregel, en zo niet, waarom niet?
Vraag 11
Kunt u, gezien de extreme noodsituatie in Gaza, deze vragen elk afzonderlijk binnen
één week beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Mpanzu Bamenga, Kamerlid -
Medeindiener
Jan Paternotte, Kamerlid -
Medeindiener
Wieke Paulusma, Kamerlid