Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over het bericht ‘Voortrekker Nederland blijkt fors achter te lopen met voorbereidingen Migratiepact’ en het daarin benoemde rapport van de Europese Commissie
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht «Voortrekker Nederland blijkt fors achter te lopen met voorbereidingen Migratiepact» en het daarin benoemde rapport van de Europese Commissie (ingezonden 13 juni 2025).
Antwoord van Ministers Van Hijum (Asiel en Migratie), mede namens Minister Van Weel
(Asiel en Migratie) en van Minister Keijzer (Asiel en Migratie) (ontvangen 18 juli
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Voortrekker Nederland blijk fors achter te lopen met
voorbereidingen Migratiepact» van Trouw en het daarin benoemde rapport van de Europese
Commissie?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusie van de Europese Commissie dat Nederland achterloopt
met de invoering van de migratie-afspraken uit het Europese Asiel- en Migratiepact
(het Pact)?
Antwoord 2
Het algemene beeld dat wordt geschetst is dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt
door alle lidstaten van de Europese Unie, ook door Nederland. Per bouwsteen wijst
de Commissie op wat er goed gaat, en wat uitstaande acties en uitdagingen zijn richting
de inwerkingtreding van het Pact in juni 2026.
Nederland ligt op schema om het Pact per juni 2026 te implementeren. De Commissie
benoemt dat ook in meerdere onderdelen van het rapport. De Commissie noemt wel de
Nederlandse opvangcapaciteit als aandachtspunt. Dat is niet nieuw. Om de opvangproblematiek
aan te pakken zet het kabinet in op meerdere sporen, waaronder een vermindering van
de instroom en het bevorderen van uitstroom en vertrek. Juist daarvoor biedt goede
implementatie van het Pact, met name aan de buitengrenzen, handvatten.
Het succes van het Pact zal in belangrijke mate afhankelijk zijn van de mate van implementatie
door alle lidstaten. Het kabinet is daarom blij met de voortgangsrapportage van de
Europese Commissie waar in het nieuwsartikel aan wordt gerefereerd. Het is goed om
te weten waar de lidstaten staan in hun traject, wat er goed gaat en waar de zorgen
van de Commissie zitten. Nederland dringt er ook steeds op aan dit gesprek in Europa
met elkaar te voeren.
Vraag 3
Kunt u een toelichting geven op welke vlakken Nederland achterloopt op de invoering
van het Pact en daarbij aangeven wat hiervan de oorzaak is geweest?
Antwoord 3
In de voortgangsrapportage geeft de Europese Commissie aan waar de Commissie en de
lidstaten staan in het implementatietraject, wat goed gaat en waar lidstaten nog voor
uitdagingen staan. Nederland wordt meerdere keren in het rapport genoemd, bijvoorbeeld
als een van de drie lidstaten die reeds nationale wetgeving in voorbereiding van parlementaire
behandeling heeft, als lidstaat die de adequate capaciteit voor de grensprocedure
tijdig op orde heeft, en als lidstaat met best practicesvoor een efficiënt terugkeersysteem. Voor Nederland worden ook de uitdagingen in het
Nederlands opvanglandschap specifiek genoemd. De Commissie ziet dat daar structurele
oorzaken aan ten grondslag liggen, zoals de krapte op de woningmarkt. In de voortgangsrapportage
spreekt de Europese Commissie over uitstaande acties en niet een tijdschema waar Nederland
niet mee in de pas zou lopen.
Vraag 4
Kunt u de tijdlijn «implementatie migratiepact Nederland 2025–2026» van een update
voorzien aan de hand van vertragingen in het proces en deze de Kamer toesturen?
Antwoord 4
In antwoord op de motie van leden Rajkowski en Podt, die vraagt om periodiek geïnformeerd
te worden over de stand van zaken rondom het Asiel- en Migratiepact, heeft u op 25 juni
jl. een brief ontvangen over de voortgang van de implementatie.
Vraag 5
Hoe gaat u als demissionair Minister zorgdragen voor de implementatie van het Pact?
Antwoord 5
De verordeningen van het Europees Asiel- en Migratiepact zijn per juni 2026 van toepassing.
De implementatie gaat in deze demissionaire periode voortvarend door.
Vraag 6
Kunt u toelichten op welke wijze Nederland momenteel invulling geeft aan de stelling
van de Europese Commissie dat lidstaten hun daadwerkelijke opvangcapaciteit op orde
moeten brengen, zodat zij beter kunnen inspelen op fluctuaties in migratiestromen?
Kunt u daarbij ook ingaan op het structurele gebruik van nood- en crisisopvanglocaties?
Antwoord 6
Het COA zet zich dagelijks in om de opvangcapaciteit te vergroten. Daarin wordt nauw
samengewerkt met het departement. Gelijktijdig zet het kabinet in op instroombeperkende
en uitstroombevorderende maatregelen waarmee de noodzaak voor extra opvangcapaciteit
op termijn vermindert. Het is al langer de doelstelling van het kabinet om het aandeel
nood- en crisisopvanglocaties te reduceren. Daartoe wordt waar mogelijk ingezet op
het langjarig duurzaam vastleggen van locaties bij nieuwe of verlenging van bestuursovereenkomsten.
Bovendien zet het kabinet in op goede implementatie van het Asiel- en Migratiepact
in de hele EU, ook aan de buitengrenzen. Met name de versnelde procedures voor kansarme
asielverzoeken aan de buitengrenzen en een beter Dublin-systeem bieden handvatten
voor het verminderen van migratie naar Nederland en op die manier ook tot vermindering
van druk op de opvang.
Vraag 7
In hoeverre acht u de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen, die inzet op flexibele
asielopvang en de mogelijkheid tot op- en afschalen van opvangcapaciteit, beter aansluitend
bij de doelstellingen van het Europese Migratie- en Asielpact dan de voorgestelde
Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel?
Antwoord 7
De visie beschreven in de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen (hierna: de
Uitvoeringsagenda) heeft rekening gehouden met het EU Asiel- en Migratiepact. De voorgestelde
Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel zijn eveneens in lijn
met de Uitvoeringswet van het EU Asiel- en Migratiepact opgesteld. Alle drie de wetten
zijn gericht op het ontlasten van de asielketen en het beperken van de instroom. De
inzet op flexibel op- en afschalen, voortkomend uit de Uitvoeringsagenda flex, maakt
het bovendien mogelijk efficiënt in te spelen op de benodigde opvangcapaciteit.
Vraag 8
Vindt u het zorgelijk dat Nederland achterloopt met de implementatie van het Pact,
terwijl het zich juist heeft gecommitteerd als testland om vroegtijdig ervaring op
te doen met het invoeren en onderhouden van de veranderingen? Zeker nu deze test al
voor het najaar van 2025 gepland staat?
Antwoord 8
In antwoord 2 heb ik uitgelegd dat Nederland op schema ligt. Met het oog op de gebrekkige
naleving van de huidige EU-asielafspraken door meerdere lidstaten heeft Nederland
zich in de onderhandelingen over het Pact sterk ingezet voor meer waarborgen voor
de monitoring, handhaving en naleving van de nieuw tot stand gekomen wetgeving. Een
van de resultaten daarvan is een nieuw mandaat van het Europees Asielagentschap om
een monitoringsmechanisme op de toepassing van het EU-asiel acquis in te stellen, dat bijvoorbeeld ook de Commissie in staat stelt om – als uiterste
middel – in te grijpen als een lidstaat zijn verplichtingen niet naleeft
Daarom heeft Nederland zich, samen met Estland, opgeworpen om met het Europees Asiel
Agentschap (EUAA) het nieuwe monitoringsmechanisme van het agentschap uit te testen.
EUAA doet dat op basis van het nu bestaande gemeenschappelijke Europese asielstelsel
(GEAS). De bevindingen van deze pilot worden door de EUAA uitgewerkt en zullen met
Nederland worden gedeeld in de vorm van bevindingen. De exercitie zal door het EUAA
ook gebruikt worden voor de omvorming van het monitoringsmechanisme naar de Pact-wetgeving,
waarna elke lidstaat eens in de vijf jaar gemonitord zal worden.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de zorgen van verschillende partijen in reacties op de Asielnoodmaatregelenwet
en de Wet invoering tweestatusstelsel over de grote druk die de versnelde implementatie
van deze wetten legt op uitvoeringsinstanties in het licht van het feit dat diezelfde
instanties momenteel al achterlopen met de implementatie van de regels uit het Pact?
Antwoord 9
In de voortgangsrapportage van de Commissie staan enkele aandachtspunten voor de Nederlandse
implementatie voor de komende periode, maar staat niet dat de Nederlandse uitvoeringsdiensten
achter zouden lopen met de implementatie. Dat is ook mijn beeld. Zoals hieronder wordt
toegelicht in het antwoord op vraag 10, zijn zowel de Uitvoerings- en implementatiewet
EU Asiel- en Migratiepact als de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel
prioritair voor het kabinet, elk vanuit hun eigen achtergrond.
Vraag 10
Kunt u beamen dat de invoering van de regels met betrekking tot het Pact prioriteit
zouden moeten hebben over het versnelde invoeringstraject dat voorgesteld wordt in
de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel en uw antwoord van
een toelichting voorzien?
Antwoord 10
Het Pact omvat een fundamentele wijziging van het Europese asielstelsel, onder andere
door het versterken van de Europese buitengrenzen via het invoeren van een screening
van vreemdelingen en een versnelde grensprocedure voor asielzoekers die afkomstig
zijn uit landen met weinig perspectief op verblijf. De nieuwe regels moeten het Europese
asielstelsel, inclusief het Dublinstelsel, beter laten functioneren en leiden tot
onder andere meer grip op asielstromen naar de EU. De nieuwe regels gelden per 12 juni
2026. De tijdige invoering van de EU-wetgevingshandelingen van het Pact in het Nederlandse
stelsel is dan ook een prioriteit van het kabinet. De nationale maatregelen uit de
Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel hebben eveneens prioriteit
van het kabinet vanwege de noodzaak om de druk op het nationale asiel- en opvangstelsel
zo snel mogelijk te verminderen. Beide wetgevende trajecten hebben dus vanuit hun
eigen achtergrond prioriteit.
Vraag 11
Kunt u de bovenstaande vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 11
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister voor Asiel en Migratie -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.