Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Stoffer, Diederik van Dijk, Eerdmans, Van der Burg en Ceder over de brief van omstreden VN-rapporteur Albanese aan Christenen voor Israël
Vragen van de leden Stoffer, Diederik van Dijk (beiden SGP), Eerdmans (JA21), Van der Burg (VVD) en Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van omstreden VN-rapporteur Albanese aan Christenen voor Israël (CvI) (ingezonden 23 juni 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Omstreden VN-rapporteur in dreigende brief: CvI waarschijnlijk
betrokken bij oorlogsmisdaden»1 en «VN-rapporteur Francesca Albanese valt Christenen voor Israël aan: Dit kan leiden
tot meer agressie»2?
Antwoord 1
Ik ben bekend met de berichtgeving. De brief zelf is niet openbaar gemaakt. Het rapport3 van Speciaal Rapporteur Albanese, gepubliceerd op 30 juni 2025, heeft een korte paragraaf
over faith-based organisations, die (extremistische) kolonisten in bezette gebieden financieel zouden steunen, waarbij
ook de organisatie Christenen voor Israël wordt genoemd. Ik verwijs u tevens naar
antwoorden op eerder gestelde Kamervragen hierover van het lid Van Baarle (2025Z05935).4
Vraag 2
Beschouwt u dit als binnen het mandaat van de Speciaal Rapporteur van de Verenigde
Naties (VN), Albanese, of een overschrijding daarvan?
Antwoord 2
Communicatie met niet-statelijke actoren past binnen het mandaat van Speciaal Rapporteurs.
Dit is vastgelegd in de «Manuals of Operations» of «handleiding», paragraaf 81 en 83.5
Vraag 3
Bent u bereid de Speciaal Rapporteur hierop aan te spreken?
Antwoord 3
Zoals in het antwoord op vraag twee uiteengezet, past het versturen van brieven aan
niet-statelijke actoren binnen het mandaat van Speciaal Rapporteurs. Dit betekent
niet dat ik het eens ben met de inhoud van haar brieven.
Vraag 4 en 5
Vindt u dit ook zorgelijk gelet op de aanhoudende ongeregeldheden van pro-Palestijnse
demonstraties rond activiteiten van Christenen voor Israel (CvI), verstoringen van
activiteiten, bekladding van het pand van CvI en vernielingen rondom hun activiteiten
en sprekers?
Deelt u de mening van de indieners dat dit intimidatie van een maatschappelijke organisatie
in de hand werkt?
Antwoord 4 en 5
Dergelijke vernielingen en intimidatie zijn verwerpelijk. In deze tijden van aanzienlijke
maatschappelijke spanningen rondom de situatie het Midden-Oosten is respectvolle omgang
van groot belang, ook als gezichtspunten verschillen. Alhoewel het Speciaal Rapporteur
Albanese vrij staat om, indien goed onderbouwd en met ruimte voor hoor- en wederhoor,
haar zorgen over activiteiten van bepaalde organisaties kenbaar te maken, dient ook
zij zich bewust te zijn van risico’s op verdere polarisatie. Dat Nederland bepaalde
uitlatingen van mevrouw Albanese afkeurt is bekend en dat is haar meerdere malen medegedeeld.
Nederland steunde de herbenoeming van mevrouw Albanese niet.
Vraag 6
Deelt u de mening van de indieners dat een VN-rapporteur niet met «strafrechtelijke
gevolgen» hoort te dreigen en dat dat ver buiten haar werkzaamheden dient te vallen?
Antwoord 6
Het staat Speciaal Rapporteurs vrij om eigen adviezen te geven of visies te presenteren.
Tegelijkertijd mag van een Speciaal Rapporteur zorgvuldigheid worden verwacht, zoals
ook is omschreven in de VN-gedragscode voor Speciaal Rapporteurs.6 Het is klip en klaar dat nationale overheden gaan over toepassing van nationaal strafrecht,
en niet een Speciaal Rapporteur.
Vraag 7
Wat houdt het «Advocacy ondernemen en publieksbekendheid vergroten» van het mandaat7 van de Speciaal Rapporteur van de VN in?
Antwoord 7
Zowel advocacy, oftewel het bepleiten van een bepaalde zaak, als het vergroten van publieksbekendheid
van situaties waarover een Speciaal Rapporteur rapporteert, hoort bij hun taken8. Invulling hieraan wordt gegeven door gesprekken met overheden, maar evenzeer door
interactie met het maatschappelijk middenveld, publieke optredens en het geven van
verklaringen over zowel hun rapporten als hun bevindingen.
Vraag 8
Is de voorgenoemde bevoegdheid nog verder uitgewerkt danwel begrensd voor de werkzaamheden
van de Speciaal Rapporteur?
Antwoord 8
Werkzaamheden van de Speciaal Rapporteurs zijn vastgelegd in de hierboven genoemde
Manual of Operations9, evenals in de resolutie waarin het mandaat van de betreffende Speciaal Rapporteur
wordt afgesproken. Daarnaast worden Speciaal Rapporteurs geacht zich te houden aan
de VN-gedragscode.10
Vraag 9
Acht u het wenselijk dat de Speciaal Rapporteurs deze bevoegdheid hebben? Indien ja,
acht u deze voldoende begrensd? Zo ja, acht u dit wenselijk? Zo niet, bent u het met
de indieners eens dat dit beperkt dient te worden tot advocacy richting de overheid
en niet het bedrijfsleven of maatschappelijk middenveld?
Antwoord 9
Het kabinet vindt de bevoegdheden van Speciaal Rapporteurs voldoende helder omschreven,
conform ook het antwoord op vraag 8. Dat betekent dat interactie tussen Speciaal Rapporteurs
breder kan zijn dan alleen met overheden. In het geval van bijvoorbeeld de Speciaal
Rapporteur voor Mensenrechten in Iran of de Speciaal Rapporteur voor Rechten van Personen
met een Handicap zou een beperking tot alleen overheden ook waardevolle interactie
met het maatschappelijk middenveld en/of het bedrijfsleven uitsluiten. Bij gelegenheid
zal Nederland mevrouw Albanese blijven aanspreken over de inhoud van haar rapporten
en publieke uitlatingen.
Vraag 10
Hoe is deze beschrijving van bevoegdheden van de Speciaal Rapporteurs van de Verenigde
Naties geformuleerd en waar zou deze aangepast kunnen worden?
Antwoord 10
De aard van de werkzaamheden van de Speciaal Rapporteurs is vastgelegd in de resolutie
die de werkzaamheden van de VN-Mensenrechtenraad en zijn instrumenten beschrijft (A/HRC/RES/5/2).
Specifieke uitwerking is te vinden in de «Manual of Operations» of «handleiding» (zie antwoord op vraag twee) en in resoluties over het betreffende
mandaat van de Speciaal Rapporteur. De handleiding is bedoeld als leidraad voor de
mandaathouders en ter verduidelijking van hun werk. De handleiding beoogt mandaathouders
te ondersteunen bij hun inspanningen om mensenrechten te bevorderen en te beschermen.
Daarnaast is er de gedragscode waaraan de Speciaal Rapporteurs zich dienen te houden.
De bevoegdheden van Speciaal Rapporteurs kunnen door de VN-lidstaten gezamenlijk aangepast
worden. Dat zou gebeuren via een resolutie in de Mensenrechtenraad. Los van het feit
dat er, naar alle waarschijnlijkheid, bij andere landen nauwelijks wens is om de huidige
procedures aan te passen, zou een dergelijk proces ook risico’s behelzen die goed
afgewogen moeten worden met het oog op de onafhankelijkheid van alle Rapporteurs.
Vraag 11
Gaat u bezwaar maken tegen een eventueel rapport van de Speciaal Rapporteur waar ongefundeerde
beweringen over Christenen voor Israël worden gedaan na onjuiste berichtgeving?
Antwoord 11
Zie ook het antwoord op vragen 2 en 3. Het rapport is inmiddels gepresenteerd onder
agenda-item 7 van de 59ste zitting van de Mensenrechtenraad, die loopt van 16 juni tot 9 juli. Item 7 betreft
het permanente agenda-item van de VN-Mensenrechtenraad dat is gewijd aan Israël en
de Palestijnse Gebieden. Nederland is het niet eens met het bestaan van dit aparte
agendaonderwerp en spreekt, uit algemene onvrede over dit agenda-item, net als verschillende
EU-landen daarom niet onder item 7.
Vraag 12
Is het gebruikelijk dat een Speciaal Rapporteur vertrouwelijk communiceert met externen
buiten de VN die niet een bron voor hun rapportage zijn?
Antwoord 12
Dat is niet ongebruikelijk. Dit geeft de ontvangende partij de gelegenheid om in vertrouwelijkheid
te reageren op de communicatie van de Speciaal Rapporteur, alvorens het rapport gepubliceerd
wordt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.