Schriftelijke vragen : De antwoorden op schriftelijke vragen 'NAVO-verplichtingen' met betrekking tot 'pandemische paraatheid'
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de antwoorden op schriftelijke vragen «NAVO-verplichtingen» met betrekking tot «pandemische paraatheid» (ingezonden 14 juli 2025).
Vraag 1
U schrijft in antwoord op Kamervragen (2025Z11435) dat er geen «NAVO-verplichtingen» zijn op het gebied van pandemische paraatheid
maar waarom heeft uw ambtsvoorganger dit, bijvoorbeeld bij de plenaire begrotingsbehandeling
VWS afgelopen oktober, dan keer op keer letterlijk zo gezegd in de Kamer?
Vraag 2
Deelt u de mening dat de uitspraken van uw ambtsvoorganger, in het begrotingsdebat,
maar ook later bijvoorbeeld bij Ongehoord Nederland («Aan NAVO-verplichtingen zijn
we gehouden», «daar zal ik mee moeten dealen», «De oud-premier heeft deze afspraken
[met de NAVO] getekend dus wij houden ons eraan» enzovoort, enzovoort) er sterk op
wijzen dat uw ambtsvoorganger (terecht of ten onrechte, dat doet er verder niet toe)
blijkbaar van mening was dat deze NAVO-doelstellingen voor haar «verplichtingen» waren?
Zo nee, waarom niet? Al deze formuleringen van uw ambtsvoorganger, meermaals en op
verschillende momenten gedaan, terug te vinden in de Handelingen van de Kamer of na
te luisteren bij de NPO, zijn toch overduidelijk niet vrijblijvend maar dwingend geformuleerd?
Vraag 3
Begrijpt u dat het daarom dus voor de Kamer belangrijk is erachter te komen op welke
wijze (vrijblijvend of dwingend) uw ambtsvoorganger (in ieder geval door de NCTV maar
wellicht ook door andere instellingen) is geïnformeerd over de «NAVO-doelstellingen»
(u wil de vraag immers blijkbaar niet beantwoorden als ik net zoals uw ambtsvoorganger
spreek over «NAVO-verplichtingen») die op een of andere manier raken aan pandemische
paraatheid?
Vraag 4
Wederom de vraag, waar, wanneer, door wie en op welke wijze (mondeling en/of schriftelijk,
wel of niet vertrouwelijk etc.) is uw ambtsvoorganger na haar aantreden op de hoogte
gesteld van de «NAVO-doelstellingen» die betrekking hebben op of op een of andere
manier gerelateerd zijn aan «pandemische paraatheid»?
Vraag 5
Kan u deze vragen afzonderlijk en binnen de normale termijn van drie weken beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pepijn van Houwelingen, Tweede Kamerlid