Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 782 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PbEU L 2023/2226) (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op de internationale
bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen
aan te passen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2226 van de
Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen (PbEU L 2023/2226);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt
als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
s door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:
t. bewaarrekening:
een bewaarrekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 3, van
Richtlijn 2011/16/EU;
u. inkomsten uit dividenden zonder bewaarneming:
dividenden of andere inkomsten die in de lidstaat van de betaler als dividenden worden
behandeld en die worden betaald of bijgeschreven op een andere rekening dan een bewaarrekening;
v. levensverzekeringsproducten die niet onder andere rechtsinstrumenten van de Europese
Unie inzake inlichtingenuitwisseling en andere soortgelijke maatregelen vallen:
verzekeringscontracten, met uitzondering van kapitaalverzekeringen die op grond van
bijlage I, deel I, van Richtlijn 2011/16/EU moeten worden gerapporteerd, waarbij uitkeringen
uit hoofde van de overeenkomsten verschuldigd zijn bij overlijden van een polishouder.
B
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de onderdelen c, d, g, h en i wordt «sectie» telkens vervangen door «deel».
b. Onderdeel j vervalt.
c. In de onderdelen k en l wordt «sectie» vervangen door «deel».
d. In onderdeel m vervallen het eerste subonderdeel en de aanduiding «2°.». Voorts wordt
«sectie» vervangen door «deel» en vervalt «onderdeel b,».
e. In de onderdelen n en o wordt «sectie» vervangen door «deel».
f. In onderdeel p wordt «vennootschap» telkens vervangen door «entiteit» en wordt «sectie»
telkens vervangen door «deel».
g. In de onderdelen r, s en u tot en met y wordt «sectie» vervangen door «deel».
2. In het zesde lid wordt «10j en 10l» vervangen door «10i, 10j, 10l, 10oa, 10ob en
10od».
C
In artikel 2b, eerste lid, onderdeel c, wordt «of op de» vervangen door «, op de»
en aan dat onderdeel wordt toegevoegd «of op een natuurlijk persoon die op grond van
een door de inspecteur dan wel Onze Minister afgegeven ruling al dan niet fiscaal
ingezetene van Nederland is».
D
Aan artikel 2d, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. cliënt:
een persoon als bedoeld in artikel 3, onder 31, van Richtlijn 2011/16/EU.
E
Aan artikel 2e wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
z. identificatiedienst voor rapporterende platformexploitanten:
een elektronisch proces als bedoeld in bijlage V, deel I, onderdeel C, onder 10, van
Richtlijn 2011/16/EU.
F
Na artikel 2e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2f
Voor de toepassing van dit artikel, artikel 6h, artikel 8, eerste lid, hoofdstuk II,
afdeling 4aca, en de daarop berustende bepalingen, artikel 10r en artikel 11 wordt
verstaan onder:
aanbieder van cryptoactivadiensten:
een aanbieder van cryptoactivadiensten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder
15, van Verordening (EU) 2023/1114;
Autoriteit Financiële Markten:
Stichting Autoriteit Financiële Markten;
bijkantoor:
een bijkantoor als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel F, onder 4, van Richtlijn
2011/16/EU;
CARF:
het Crypto-Asset Reporting Framework, zoals opgenomen in de publicatie van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling met als citeertitel: «OECD (2023), International
Standards for Automatic Exchange of Information in Tax Matters: Crypto-Asset Reporting
Framework and 2023 update to the Common Reporting Standard, OECD Publishing».
cryptoactivadiensten:
cryptoactivadiensten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder 16, van Verordening
(EU) 2023/1114, met inbegrip van diensten en activiteiten die verband houden met staking
en uitlenen van een cryptoactivum;
cryptoactivum:
een cryptoactivum als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder 5, van Verordening (EU)
2023/1114;
distributed-ledger-adres:
distributed-ledger-adres als bedoeld in Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie;
entiteit:
een entiteit als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel F, onder 2, van Richtlijn
2011/16/EU;
exploitant van cryptoactiva:
een aanbieder van cryptoactivadiensten als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel
B, onder 2, van Richtlijn 2011/16/EU;
fiduciaire valuta:
valuta als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel C, onder 5, van Richtlijn 2011/16/EU.
financiële activa:
activa als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel E, onder 9, van Richtlijn 2011/16/EU;
financiële instelling:
een instelling als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel E, onder 2, van Richtlijn
2011/16/EU;
gebruiker van cryptoactiva:
een natuurlijke persoon of een entiteit als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel
D, onder 2, van Richtlijn 2011/16/EU;
gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied:
een niet-Unierechtsgebied als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel F, onder 6,
van Richtlijn 2011/16/EU;
identificatiedienst voor rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten:
een elektronisch proces als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel F, onder 8,
van Richtlijn 2011/16/EU;
instelling die deposito’s neemt:
een entiteit als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel E, onder 4, van Richtlijn
2011/16/EU;
overdracht:
een transactie als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel C, onder 4, van Richtlijn
2011/16/EU;
persoon van een lidstaat:
een entiteit of een natuurlijke persoon als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel
D, onder 8, van Richtlijn 2011/16/EU;
rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten:
een aanbieder van cryptoactivadiensten als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel
B, onder 3, van Richtlijn 2011/16/EU;
te rapporteren cryptoactivum:
een cryptoactivum als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel A, onder 4, van Richtlijn
2011/16/EU;
te rapporteren gebruiker:
1°. te rapporteren gebruiker onder Richtlijn 2011/16/EU: een gebruiker van cryptoactiva als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel D,
onder 1, van Richtlijn 2011/16/EU;
2°. te rapporteren gebruiker onder CARF: een gebruiker van cryptoactiva als bedoeld in deel IV, paragraaf D, van het CARF
die ingezetene is als bedoeld in deel IV, paragraaf D, onder 8, van het CARF van een
niet-Unierechtsgebied dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst met Nederland
heeft die voorziet in de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige gegevens en inlichtingen
tussen Nederland en die staat;
te rapporteren persoon:
1°. te rapporteren persoon onder Richtlijn 2011/16/EU: een persoon als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel D, onder 7, van Richtlijn
2011/16/EU;
2°. te rapporteren persoon onder CARF: een persoon als bedoeld in deel IV, paragraaf D, onder 7, van het CARF die ingezetene
is als bedoeld in deel IV, paragraaf D, onder 8, van het CARF van een niet-Unierechtsgebied
dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst met Nederland heeft die voorziet in
de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige gegevens en inlichtingen tussen Nederland
en die staat;
te rapporteren retailbetalingstransactie:
een transactie als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel C, onder 3, van Richtlijn
2011/16/EU;
te rapporteren transactie:
een transactie als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel C, onder 1, van Richtlijn
2011/16/EU;
uiteindelijk belanghebbenden:
de natuurlijke personen als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel D, onder 9,
van Richtlijn 2011/16/EU;
van kracht zijnde adequate overeenkomst:
een overeenkomst als bedoeld in bijlage VI, deel IV, onderdeel F, onder 5, van Richtlijn
2011/16/EU;
Verordening (EU) 2023/1114:
Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende
cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU)
nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937.
G
Aan artikel 6b, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. inkomsten uit dividenden zonder bewaarneming, met uitzondering van inkomsten uit dividenden
die zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting overeenkomstig artikel 4, 5 of 6 van
Richtlijn 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke
fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende
lidstaten (PbEU 2011, L 345).
H
Artikel 6d wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt na «natuurlijke persoon» ingevoegd «, tenzij de voorafgaande
grensoverschrijdende ruling betrekking heeft op een natuurlijk persoon en overeenkomstig
het derde lid wordt verstrekt».
b. In onderdeel k wordt na «natuurlijke personen» ingevoegd «, tenzij de voorafgaande
grensoverschrijdende ruling betrekking heeft op een natuurlijk persoon en overeenkomstig
het derde lid wordt verstrekt».
2. Aan het derde lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot door «, tenzij:»,
twee onderdelen toegevoegd, luidende:
a. het bedrag van de transactie of reeks van transacties van de voorafgaande grensoverschrijdende
ruling groter is dan € 1.500.000 of het equivalent daarvan in een andere valuta, indien
dat bedrag wordt vermeld in de voorafgaande grensoverschrijdende ruling; of
b. de voorafgaande grensoverschrijdende ruling bepaalt of een persoon al dan niet fiscaal
ingezetene van Nederland is.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het derde lid, onderdeel b, is niet van toepassing op voorafgaande grensoverschrijdende
rulings inzake bronbelasting op door niet-ingezetenen genoten inkomsten als bedoeld
in artikel 6b, eerste lid, onderdelen a, b en d.
I
In artikel 6g, eerste lid, wordt «tweede, derde en vijfde lid» vervangen door «tweede,
derde, vijfde en negende lid».
J
Aan hoofdstuk II, afdeling 2, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 6h
1. Onze Minister verstrekt op grond van Richtlijn 2011/16/EU met betrekking tot een
persoon van een lidstaat aan de bevoegde autoriteit van de betreffende lidstaat automatisch
de gegevens en inlichtingen, bedoeld in de artikelen 10ob, derde, vierde en vijfde
lid, en 10od, vierde en vijfde lid.
2. Onze Minister verstrekt de gegevens en inlichtingen jaarlijks binnen negen maanden
na het einde van het kalenderjaar waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben.
K
In artikel 8, eerste lid, wordt na «6g» ingevoegd «, 6h».
L
Artikel 10b wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt na «die persoon» ingevoegd «en of die persoon een geldige eigen
verklaring heeft verstrekt».
b. Aan onderdeel c worden twee subonderdelen toegevoegd, luidende:
3°. de rol of rollen op grond waarvan elke te rapporteren persoon een uiteindelijk belanghebbende
van die entiteit is;
4°. of voor elke te rapporteren persoon een geldige eigen verklaring is verstrekt;
c. Onder verlettering van onderdeel d tot en met f tot e tot en met g wordt een onderdeel
ingevoegd, luidende:
d. of de te rapporteren rekening een gezamenlijke rekening is en, indien dat het geval
is, het aantal gezamenlijke rekeninghouders;
d. Aan onderdeel e (nieuw) wordt toegevoegd «, het soort rekening en of het om een bestaande
of nieuwe rekening gaat».
2. In het tweede lid wordt «onderdeel f» vervangen door «onderdeel g».
M
Artikel 10c wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. indien het een aandelenbelang betreft als bedoeld in bijlage I, deel VIII, onderdeel
C, onder 4, van Richtlijn 2011/16/EU in een beleggingsentiteit als bedoeld in bijlage
I, deel VIII, onderdeel A, onder 6 bis, van Richtlijn 2011/16/EU die een juridische
constructie is: de rol of rollen op grond waarvan de te rapporteren persoon een houder
van een aandelenbelang is.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, hoeft een rapporterende financiële
instelling de brutoopbrengsten niet te rapporteren voor zover zij die opbrengsten
met toepassing van de bepalingen van hoofdstuk II, afdeling 4aca, rapporteert, tenzij
zij voor een bepaalde groep te rapporteren rekeningen anders besluit.
N
In artikel 10d, tweede lid, wordt na «aangemerkt» ingevoegd «en telkens wanneer de
informatie betreffende die rekening op grond van het bij of krachtens de Wet ter voorkoming
van witwassen en financiering van terrorisme gestelde moet worden bijgewerkt».
O
Artikel 10h wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt na «intermediair» ingevoegd «, met uitzondering van de intermediair
die zich met vrucht kan beroepen op artikel 53a, eerste lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen».
b. in onderdeel d wordt «en een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten
of constructies, in algemene bewoordingen gesteld» vervangen door «en een beschrijving
van de relevante constructies, alsook alle andere inlichtingen die voor de bevoegde
autoriteit van belang kunnen zijn bij het beoordelen van een mogelijk belastingrisico».
2. In het vijfde lid wordt «andere intermediairs die bij dezelfde meldingsplichtige
grensoverschrijdende constructie zijn betrokken» vervangen door «zijn cliënt, indien
deze een intermediair is,» en wordt «de relevante belastingplichtige» vervangen door
«indien die cliënt de relevante belastingplichtige is,». Voorts wordt «hun, onderscheidenlijk
diens,» vervangen door «diens».
P
Aan artikel 10j wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. In afwijking van het derde lid, onderdeel a, en het vijfde lid, onderdeel a, rapporteert
de rapporterende platformexploitant de naam van de te rapporteren verkoper, de identificatiecode
of identificatiecodes van de identificatiedienst voor rapporterende platformexploitanten
en de lidstaat of lidstaten van afgifte indien de rapporterende platformexploitant
gebruik heeft gemaakt van een identificatiedienst voor rapporterende platformexploitanten
om de identiteit en alle fiscale woonplaatsen van de te rapporteren verkoper vast
te stellen.
Q
Artikel 10l wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «derde of vijfde lid» vervangen door «derde, vijfde of negende
lid».
2. In het zevende lid wordt «derde en vijfde lid» vervangen door «derde, vijfde of negende
lid».
R
Artikel 10m wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot tweede tot en met vierde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister verwijdert een rapporterende platformexploitant uit het centraal register
indien:
a. de platformexploitant Onze Minister ervan in kennis stelt dat hij niet langer als
platformexploitant actief is;
b. er bij gebreke van een kennisgeving op grond van onderdeel a redenen zijn om te veronderstellen
dat de platformexploitant zijn activiteiten heeft beëindigd;
c. de platformexploitant niet langer beantwoordt aan de voorwaarden van bijlage V, deel
I, onderdeel A, onder 4, van Richtlijn 2011/16/EU;
d. Onze Minister de registratie, bedoeld in artikel 10l, tweede lid, op grond van het
tweede lid heeft ingetrokken.
2. In het derde lid (nieuw) wordt na «intrekking» ingevoegd «, bedoeld in het tweede
lid».
S
Na hoofdstuk II, afdeling 4ac, wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 4ACA. VERPLICHTINGEN TEN BEHOEVE VAN DE VERZAMELING EN VERIFICATIE VAN INLICHTINGEN
OVER GEBRUIKERS DOOR RAPPORTERENDE AANBIEDERS VAN CRYPTOACTIVADIENSTEN EN DE RAPPORTAGE
DAARVAN
Artikel 10oa
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden verzamel- en verificatievereisten
gesteld aan rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten als bedoeld in de artikelen
10ob, eerste en tweede lid, en 10od, vierde lid, met het oog op het door die aanbieders
van cryptoactivadiensten rapporteren van gegevens en inlichtingen als bedoeld in de
artikelen 10ob en 10od. Ook worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop die gegevens en inlichtingen aan
Onze Minister worden verstrekt.
Artikel 10ob
1. Een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten rapporteert aan Onze Minister
de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het derde tot en met het vijfde lid, indien
hij
a. een entiteit is waaraan door de Autoriteit Financiële Markten overeenkomstig artikel
63 van Verordening (EU) 2023/1114 een vergunning is verleend voor het verlenen van
cryptoactivadiensten of die na een notificatie aan de Autoriteit Financiële Markten
overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EU) 2023/1114 cryptoactivadiensten mag
verlenen;
b. een entiteit, niet zijnde een entiteit als bedoeld in onderdeel a, of een natuurlijk
persoon is die een fiscaal ingezetene van Nederland is;
c. een entiteit is, niet zijnde een entiteit als bedoeld in onderdeel a, die
1°. is opgericht of georganiseerd naar Nederlands recht; en
2°. rechtspersoonlijkheid heeft in Nederland of verplicht is bij de rijksbelastingdienst
belastingaangiften de doen of aangiften met fiscale inlichtingen in te dienen met
betrekking tot de inkomsten van de entiteit;
d. een entiteit is, niet zijnde een entiteit als bedoeld in onderdeel a, die vanuit Nederland
wordt beheerd; of
e. een entiteit, niet zijnde een entiteit als bedoeld in onderdeel a, of een natuurlijk
persoon is met een reguliere bedrijfszetel in Nederland.
2. Een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten die een rapportageplicht heeft
in een andere lidstaat rapporteert aan Onze Minister de gegevens en inlichtingen,
bedoeld in het derde lid tot en met het vijfde lid, met betrekking tot de te rapporteren
transacties die zijn uitgevoerd via een bijkantoor in Nederland.
3. De rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten rapporteert zijn naam, adres,
fiscaal identificatienummer en, indien beschikbaar, het individuele registratienummer
dat op grond van artikel 10od, derde lid, aan hem is toegekend en de mondiale identificatiecode
voor juridische entiteiten.
4. De rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten rapporteert de volgende gegevens
en inlichtingen met betrekking tot elke gebruiker van cryptoactiva die te rapporteren
gebruiker is of te rapporteren personen als uiteindelijk belanghebbenden heeft:
a. de gegevens en inlichtingen die de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
krachtens artikel 10oa dient te verzamelen en te verifiëren;
b. voor elk soort te rapporteren cryptoactivum dat deel uitmaakt van door de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten gedurende het betrokken kalenderjaar uitgevoerde
te rapporteren transacties, indien van toepassing:
1°. de volledige naam van het soort te rapporteren cryptoactivum;
2°. het totale brutobedrag dat is betaald na aftrek van transactiekosten, het totale aantal
eenheden en het aantal te rapporteren transacties met betrekking tot aankopen tegen
fiduciaire valuta;
3°. het totale brutobedrag dat is ontvangen na aftrek van transactiekosten, het totale
aantal eenheden en het aantal te rapporteren transacties met betrekking tot verkopen
tegen fiduciaire valuta;
4°. de totale reële marktwaarde na aftrek van transactiekosten, het totale aantal eenheden
en het aantal te rapporteren transacties met betrekking tot aankopen tegen andere
te rapporteren cryptoactiva;
5°. de totale reële marktwaarde na aftrek van transactiekosten, het totale aantal eenheden
en het aantal te rapporteren transacties met betrekking tot verkopen tegen andere
te rapporteren cryptoactiva;
6°. de totale reële marktwaarde, het totale aantal eenheden en het aantal te rapporteren
retailbetalingstransacties;
7°. de totale reële marktwaarde, het totale aantal eenheden en het aantal te rapporteren
transacties, onderverdeeld naar soort overmaking indien bekend bij de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten, met betrekking tot overdrachten aan een te rapporteren
gebruiker die niet onder de subonderdelen 2° en 4° vallen; en
8°. de totale reële marktwaarde, het totale aantal eenheden en het aantal te rapporteren
transacties, onderverdeeld naar soort overmaking indien bekend bij de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten, met betrekking tot overdrachten door een te rapporteren
gebruiker die niet onder de subonderdelen 3°, 5° en 6° vallen;
5. In aanvulling op het vierde lid rapporteert de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
voor elk soort te rapporteren cryptoactivum dat deel uitmaakt van door de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten gedurende het betrokken kalenderjaar uitgevoerde
te rapporteren transacties:
a. met betrekking tot elke gebruiker van cryptoactiva die een te rapporteren gebruiker
onder Richtlijn 2016/11/EU is of te rapporteren personen onder Richtlijn 2016/11/EU
heeft: de totale reële marktwaarde en het totale aantal eenheden van overdrachten
die door de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten zijn uitgevoerd naar
distributed-ledger-adressen waarvan niet bekend is dat zij verbonden zijn met een
aanbieder van virtuele activadiensten of een financiële instelling;
b. met betrekking tot elke gebruiker van cryptoactiva die een te rapporteren gebruiker
onder CARF is of te rapporteren personen onder CARF heeft: de totale reële marktwaarde
en het totale aantal eenheden van overdrachten die door de rapporterende aanbieder
van cryptoactivadiensten zijn uitgevoerd naar wallet-adressen waarvan niet bekend
is dat zij verbonden zijn met een aanbieder van virtuele activadiensten of een financiële
instelling;
6. Bij de toepassing van het vierde lid, aanhef en onderdeel b, onder 2° en 3°, rapporteert
de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten het betaalde of ontvangen bedrag
in de fiduciaire valuta waarin het is betaald of ontvangen. Indien de bedragen in
meerdere fiduciaire valuta’s zijn betaald of ontvangen, rapporteert de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten de bedragen in één valuta, die hij op het tijdstip
van elke te rapporteren transactie omrekent op een wijze die door hem consequent wordt
toegepast.
7. Bij de toepassing van het vierde lid, aanhef en onderdeel b, onder 4° tot en met
8°, en het vijfde lid bepaalt en rapporteert de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
de reële marktwaarde in één valuta, die hij op het tijdstip van elke te rapporteren
transactie waardeert op een wijze die door hem consequent wordt toegepast.
8. De rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten vermeldt bij elk bedrag in de
rapportage de fiduciaire valuta waarin dat bedrag wordt gerapporteerd.
9. In afwijking van het vierde lid, aanhef en onderdeel a, is de rapporterende aanbieder
van cryptoactivadiensten uitgesloten van de plicht om de geboorteplaats van een te
rapporteren gebruiker die een natuurlijk persoon is en van een uiteindelijk belanghebbende
van een entiteit die een te rapporteren persoon is te rapporteren, indien hij op grond
van het nationale recht niet anderszins verplicht is dat gegeven te verkrijgen en
te rapporteren.
10. In afwijking van het vierde lid, aanhef en onderdeel a, is de rapporterende aanbieder
van cryptoactivadiensten uitgesloten van de plicht om een fiscaal identificatienummer
te rapporteren, zolang dat door het niet-Unierechtsgebied waarmee Nederland een van
kracht zijnde adequate overeenkomst heeft die voorziet in de wederkerige uitwisseling
van gelijkwaardige gegevens en inlichtingen tussen Nederland en dat niet-Unierechtsgebied
niet is uitgegeven of het nationale recht van dat niet-Unierechtsgebied het verzamelen
van het uitgegeven fiscaal identificatienummer niet voorschrijft.
11. In afwijking van het vierde lid, aanhef en onderdeel a, rapporteert de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten de naam van de te rapporteren persoon, de identificatiecode
of identificatiecodes van de identificatiedienst voor rapporterende aanbieders van
cryptoactivadiensten en de lidstaat of lidstaten van afgifte, alsmede de rol of rollen
op grond waarvan elke te rapporteren persoon een uiteindelijk belanghebbende van de
entiteit is, indien de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten gebruik heeft
gemaakt van een identificatiedienst voor rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten
om de identiteit en de fiscale woonplaats of fiscale woonplaatsen van de te rapporteren
persoon vast te stellen.
12. De rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten rapporteert de gegevens en inlichtingen,
bedoeld in het derde tot en met elfde lid, jaarlijks uiterlijk op 31 januari van het
kalenderjaar volgend op het jaar waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben
aan Onze Minister.
Artikel 10oc
1. In afwijking van artikel 10ob, eerste lid, is een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
niet verplicht aan Onze Minister te rapporteren, indien hij:
a. een entiteit is als bedoeld in artikel 10ob, eerste lid, aanhef en onderdelen c, d
of e, die in een andere lidstaat of in een ander gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied
de rapportageplicht vervult omdat hij in die lidstaat of dat gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied
zijn fiscale woonplaats of fiscale vestigingsplaats heeft;
b. een entiteit is als bedoeld in artikel 10ob, eerste lid, aanhef en onderdelen d of
e, die in een andere lidstaat of in een gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied de rapportageplicht
vervult, omdat het een entiteit is die
1°. naar het recht van die andere lidstaat of dat gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied
is opgericht of georganiseerd; en
2°. in die andere lidstaat of in dat gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied rechtspersoonlijkheid
heeft, dan wel verplicht is bij de belastingautoriteit van die andere lidstaat of
dat gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied belastingaangiften te doen of aangiften met
fiscale inlichtingen in te dienen met betrekking tot de inkomsten van de entiteit;
c. een entiteit is als bedoeld in artikel 10ob, eerste lid, aanhef en onderdeel e, die
de rapportageplicht vervult in een andere lidstaat of een gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied,
omdat de feitelijke leiding van de entiteit vanuit die andere lidstaat of dat gekwalificeerd
niet-Unierechtsgebied wordt uitgeoefend;
d. een natuurlijk persoon is als bedoeld in artikel 10ob, eerste lid, aanhef en onderdeel
e, die de rapportageplicht vervult in een andere lidstaat of in een ander gekwalificeerd
niet-Unierechtsgebied, omdat hij in die lidstaat of dat gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied
zijn fiscale woonplaats heeft; of
e. een entiteit of een natuurlijk persoon is als bedoeld in artikel 10ob, eerste lid,
aanhef en onderdelen b, c, d, of e, die bij Onze Minister een kennisgeving in een
door Onze Minister gespecificeerde vorm heeft ingediend waarin hij bevestigt dat hij
die gegevens en inlichtingen rapporteert volgens de regels van een andere lidstaat
of gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied op grond van een criterium dat in wezen vergelijkbaar
is met artikel 10ob, eerste lid, onderdelen b, c, d, of e op grond waarvan hij in
Nederland zou moeten rapporteren.
2. Een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten is niet verplicht aan Onze Minister
te rapporteren met betrekking tot de te rapporteren transacties die zijn uitgevoerd
via een bijkantoor waarover dat bijkantoor de rapportageplicht vervult in een andere
lidstaat of een ander gekwalificeerd rechtsgebied.
3. In afwijking van artikel 10ob, eerste lid, is een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
niet verplicht aan Onze Minister te rapporteren met betrekking tot een te rapporteren
gebruiker van cryptoactiva en uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen
zijn die ingezetenen van Nederland zijn, indien de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
de rapportageplicht met betrekking tot die te rapporteren gebruiker of uiteindelijk
belanghebbenden die te rapporteren personen zijn vervult in een niet-Unierechtsgebied
dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst met Nederland heeft die voorziet in
de wederkerige uitwisseling van gelijkwaardige inlichtingen tussen Nederland en die
staat.
Artikel 10od
1. Een exploitant van cryptoactiva die een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
is en die op grond van het bepaalde in artikel 10ob een rapportageplicht in Nederland
heeft en een exploitant van cryptoactiva die in meer dan één lidstaat voldoet aan
één van dezelfde voorwaarden van artikel 10ob, eerste lid, aanhef en onderdelen b,
c, d of e, of tweede lid, en die kiest voor registratie in Nederland registreert zich
uiterlijk op de datum, bedoeld in artikel 10ob, twaalfde lid, bij Onze Minister.
2. In afwijking van het eerste lid registreert een exploitant zich niet bij Onze Minister
indien hij op grond van artikel 10oc niet verplicht is in Nederland te voldoen aan
de rapportageplicht bedoeld in artikel 10ob, eerste lid.
3. Indien de exploitant van cryptoactiva die een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
is zich in Nederland registreert, kent Onze Minister hem een individueel registratienummer
toe. Onze Minister deelt dit individuele registratienummer via elektronische weg mee
aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten.
4. De exploitant van cryptoactiva verstrekt bij registratie aan Onze Minister de volgende
gegevens en inlichtingen:
a. zijn naam;
b. zijn postadres;
c. zijn elektronische adressen, met inbegrip van websites;
d. fiscale identificatienummers die aan hem zijn toegekend;
e. een overzicht van de lidstaten waarvan de te rapporteren gebruikers ingezetenen zijn
als bedoeld in bijlage VI, deel III, onderdelen A en B, van Richtlijn 2011/16/EU;
en
f. een overzicht van elk gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied als bedoeld in artikel
10oc, eerste lid, onderdeel a, tot en met d, of tweede lid.
5. De exploitant van cryptoactiva die zich in Nederland heeft geregistreerd stelt Onze
Minister in kennis van iedere wijziging die zich voordoet ten aanzien van de gegevens
en inlichtingen, bedoeld in het vierde lid.
Artikel 10oe
1. Onze Minister verwijdert de registratie van een exploitant van cryptoactiva, bedoeld
in artikel 10od, eerste lid, uit het centraal register van exploitanten van cryptoactiva
indien:
a. de exploitant van cryptoactiva Onze Minister ervan in kennis stelt dat hij niet langer
te rapporteren gebruikers in de Europese Unie heeft;
b. er bij gebreke van een kennisgeving op grond van onderdeel a, redenen zijn om te veronderstellen
dat de exploitant van cryptoactiva zijn activiteiten heeft stopgezet;
c. de exploitant van cryptoactiva niet langer voldoet aan de voorwaarden van bijlage
VI, deel IV, onderdeel B, onder 2, van Richtlijn 2011/16/EU; of
d. Onze Minister de registratie op grond van het tweede lid heeft ingetrokken.
2. Indien een exploitant van cryptoactiva na twee aanmaningen van Onze Minister niet
voldoet aan de rapportageverplichtingen, bedoeld in artikel 10ob, derde, vierde en
twaalfde lid, trekt Onze Minister de registratie in.
3. De intrekking vindt niet eerder plaats dan na het verstrijken van dertig dagen na
de tweede aanmaning en niet later dan na het verstrijken van negentig dagen na die
aanmaning.
4. Onze Minister stelt de Europese Commissie onverwijld van de intrekking in kennis.
5. Een exploitant van cryptoactiva die een rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten
is ten aanzien van wie de registratie is ingetrokken op grond van een met artikel
8 bis quinquies, zevende lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling,
kan zich enkel in Nederland registreren indien hij aan Onze Minister passende waarborgen
verstrekt inzake zijn verbintenis om te voldoen aan de rapportageverplichtingen, bedoeld
in artikel 10ob, derde, vierde en twaalfde lid, inclusief de rapportageverplichtingen
die hij alsnog moet nakomen.
Artikel 10of
1. De Autoriteit Financiële Markten zendt Onze Minister jaarlijks op 30 december een
lijst waarop staat vermeld aan wie en op welke datum in het afgelopen kalenderjaar
een vergunning op grond van Verordening (EU) 2023/1114 voor het aanbieden van cryptoactivadiensten
is verleend.
2. Indien de datum, genoemd in het eerste lid, een zaterdag of een zondag is, wordt
de lijst op de laatste werkdag vóór 30 december aan Onze Minister gezonden.
T
Artikel 10p wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «of rapporterende» vervangen door «rapporterende» en wordt na
«tweede lid,» ingevoegd «of rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten als bedoeld
in de artikelen 10ob, eerste of tweede lid, of 10od, vierde lid,».
2. In onderdeel b wordt «intermediair of rapporterende platformexploitant» vervangen
door «intermediair, rapporterende platformexploitant of rapporterende aanbieder van
cryptoactivadiensten».
U
Na artikel 10q wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10r
Met betrekking tot de gegevens en inlichtingen die andere lidstaten ingevolge artikel
8 bis quinquies van Richtlijn 2011/16/EU hebben verstrekt, heeft Onze Minister slechts
recht op gebruik van de in het gegevensbestand, bedoeld in artikel 21, vijfde lid,
van Richtlijn 2011/16/EU opgeslagen informatie met betrekking tot te rapporteren gebruikers
en te rapporteren personen die in Nederland verblijven.
V
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «vierde categorie» vervangen door «zesde categorie».
2. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Indien het aan opzet of grove schuld van de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten,
bedoeld in de artikelen 10ob, eerste en tweede lid, en 10od, vierde lid, is te wijten
dat de verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 4aca, en de daarop berustende
bepalingen, niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig zijn of worden nagekomen, vormt
dit een vergrijp ter zake waarvan Onze Minister hem een bestuurlijke boete van ten
hoogste het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van
het Wetboek van Strafrecht, kan opleggen.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «tweede of derde lid» vervangen door «tweede, derde
of vierde lid».
4. In het zesde lid (nieuw) wordt «tweede en derde lid» vervangen door «tweede, derde
en vierde lid».
5. In het zevende lid (nieuw) wordt «afdelingen 4a, 4ab en 4ac» vervangen door «afdelingen
4a, 4ab, 4ac en 4aca» en aan dat lid wordt toegevoegd «, met dien verstande dat voor
de derde categorie en de vierde categorie de zesde categorie moet worden gelezen».
W
In artikel 14, vijfde lid, wordt «6f en 6g» vervangen door «6f, 6g en 6h».
X
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «omzetbelasting en andere indirecte belastingen» vervangen door
«omzetbelasting, andere indirecte belastingen, douanerechten en de bestrijding van
witwassen van geld en financiering van terrorisme».
b. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel d wordt
een onderdeel toegevoegd:
e. voor de op grond van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie getroffen beperkende maatregelen.
2. In het vierde lid wordt «tien werkdagen» vervangen door «vijftien kalenderdagen».
3. In het vijfde lid wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid».
Y
In artikel 19, derde lid, wordt «6f en 6g» vervangen door «6f, 6g en 6h».
Z
In artikel 28 wordt «10j en 10l» vervangen door «10j, 10l, 10ob en 10od».
AA
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «omzetbelasting en andere indirecte belastingen» vervangen
door «omzetbelasting, andere indirecte belastingen, douanerechten en de bestrijding
van witwassen van geld en financiering van terrorisme».
2. In het derde lid wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot
van onderdeel c, een onderdeel toegevoegd:
d. voor de op grond van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie getroffen beperkende maatregelen.
3. In het vijfde lid wordt «het vijfde lid» vervangen door «het zesde lid».
4. In het zesde lid wordt «tien werkdagen» vervangen door «vijftien kalenderdagen».
ARTIKEL II
De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 53bis wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «10j, tweede, derde en vijfde lid» vervangen door «10j, tweede,
derde, vijfde en negende lid».
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. Met betrekking tot de verplichtingen die volgen uit het eerste, tweede en derde lid:
a. wordt bij toepassing van de artikelen 68, eerste lid, en 69, eerste lid, voor de derde,
onderscheidenlijk vierde, categorie gelezen de zesde categorie;
b. vervalt bij toepassing van artikel 69 het vereiste dat het feit ertoe strekt dat te
weinig belasting wordt geheven.
B
Na artikel 53bis een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 53ter
1. Rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten als bedoeld in artikel 10ob, eerste
en tweede lid, en 10od, vierde lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening
bij de heffing van belastingen, zijn verplicht om gegevens en inlichtingen als bedoeld
in artikel 10ob, derde en vierde lid, en artikel 10od, vijfde lid, van de Wet op de
internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen te rapporteren aan
de inspecteur, voor zover de te rapporteren gebruiker, bedoeld in artikel 2f van de
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, een ingezetene
als bedoeld in bijlage VI, deel III, onderdelen A en B, van Richtlijn 2011/16/EU is
van Nederland. De rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten verstrekt de gegevens
en inlichtingen uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar
waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben en voor het eerst uiterlijk op
31 januari 2027 met betrekking tot de gegevens en inlichtingen die betrekking hebben
op het kalenderjaar 2026.
2. Artikel 10oa van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van
belastingen en de daarop berustende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing
voor zover de rapportage ziet op gegevens en inlichtingen als bedoeld in het eerste
lid.
3. De artikelen 10oc, 10oe en 10p van de Wet op de internationale bijstandsverlening
bij de heffing van belastingen zijn van overeenkomstige toepassing op de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten, bedoeld in het eerste lid, met het oog op het
door die aanbieder van cryptoactivadiensten rapporteren van gegevens en inlichtingen,
bedoeld in het eerste lid.
4. Artikel 53bis, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
C
Aan hoofdstuk VIIIA, afdeling 1, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 67fa
1. Indien het aan opzet of grove schuld van de rapporterende platformexploitant of de
rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten, bedoeld in artikel 53bis, onderscheidenlijk
artikel 53ter, is te wijten dat de verplichtingen die volgen uit artikel 53bis onderscheidenlijk
artikel 53ter, niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig zijn of worden nagekomen,
vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur aan hem een bestuurlijke boete
kan opleggen van ten hoogste het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel
23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
2. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete, bedoeld in het eerste lid, vervalt
door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de verplichting,
bedoeld in het eerste lid, is ontstaan.
D
In artikel 67o, vierde lid, wordt «67e en 67f» vervangen door «67e, 67f en 67fa».
E
In artikel 67ob wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en
vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De bevoegdheid om aan anderen dan de rapporterende platformexploitant of de rapporterende
aanbieder van cryptoactivadiensten een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 67fa,
eerste lid, op te leggen, vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het
kalenderjaar waarin de verplichting, bedoeld in artikel 67fa, eerste lid, is ontstaan.
ARTIKEL III
In artikel 8.133a van de Belastingwet BES wordt «afdeling 4A» telkens vervangen door
«hoofdstuk II, afdeling 4a,».
ARTIKEL IV
1. Artikel 6d, derde lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de
heffing van belastingen is eerst van toepassing op voorafgaande grensoverschrijdende
rulings die na 1 januari 2026 zijn afgegeven, gewijzigd of hernieuwd.
2. Met betrekking tot rapportageperioden die eindigen op 31 december 2027 dient een
rapporterende financiële instelling inlichtingen betreffende de rol of rollen als
bedoeld in artikel 10b, eerste lid, onderdeel c, onder 2° en 10c, eerste lid, onderdeel
d, uitsluitend te rapporteren indien die inlichtingen beschikbaar zijn in de elektronisch
doorzoekbare gegevens die door de rapporterende financiële instelling worden beheerd.
ARTIKEL V
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.
ARTIKEL VI
Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling
cryptoactiva.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.