Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bushoff over de berichten ‘Patiënten met een darmontsteking staan maanden op wachtlijsten: onverantwoord’ en ‘Manon wachtte 7 maanden op darmoperatie: impact van darmziekte wordt onderschat’
Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichten «Patiënten met een darmontsteking staan maanden op wachtlijsten: onverantwoord» en «Manon wachtte 7 maanden op darmoperatie: impact van darmziekte wordt onderschat» (ingezonden 12 juni 2025).
Antwoord van Minister Danielle Jansen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
7 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Patiënten met een darmontsteking staan maanden op
wachtlijsten: onverantwoord» en «Manon wachtte 7 maanden op darmoperatie: impact van
darmziekte wordt onderschat»?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevinding van het MDL Fonds dat de gemiddelde wachttijd voor
operaties bij mensen met chronische darmontsteking 22 weken is in plaats van de norm
van 7 weken, die wordt gesteld op basis van de «Treeknorm» van 7 weken voor niet-spoedeisende
zorg, die is vastgesteld door artsen en zorgverzekeraars?
Antwoord 2
Dat mensen langer dan de Treeknorm op zorg moeten wachten, is een probleem. Het is
erg vervelend voor patiënten als zij hierdoor lang(er) met klachten door moeten lopen.
Het heeft invloed op de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. Het baart mij dan
ook zorgen dat de gemiddelde wachttijd voor een operatie bij mensen met chronische
darmontsteking ruim driemaal zo lang is als de Treeknorm. Ik herken het probleem breder
binnen de zorg en ook binnen de medisch specialistische zorg: ook voor andere interventies
zijn de wachttijden boven de Treeknorm.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de grootte van deze groep patiënten met ernstige, niet-omkeerbare
darmschade en soms levensbedreigende ziekteverschijnselen zoals sepsis, peritonitis
(buikvliesonsteking) en ernstige vernauwingen die op de wachtlijst staan voor een
operatie?
Antwoord 3
Nee. Ik heb geen inzicht in deze specifieke aantallen. De Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) houdt toezicht op de toegankelijkheid van zorg en monitort daarvoor onder andere
de wachttijden. De NZa publiceert drie keer per jaar de Monitor Toegankelijkheid met
de wachttijden in de medisch specialistische zorg (diagnostiek, polikliniek en behandelingen).
Deze monitor bevat geen gedetailleerde informatie over de omvang van de wachtlijst
voor specifieke patiëntengroepen.
Vraag 4
Deelt u de analyse van de directeur van het MDL Fonds dat de wachttijden «Onverantwoord
lang» zijn en dat 22 weken «echt veel te lang voor mensen die zo ziek zijn dat ze
levensbedreigende complicaties hebben»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat moet hier
volgens u aan gedaan worden en wat kunt u hierin betekenen?
Antwoord 4
Veldpartijen hebben een belangrijke rol in het bewaken van de toegankelijkheid in
de medisch specialistische zorg. Het is aan zorgaanbieders om via goede triage en
samenwerking te zorgen dat patiënten met de meest urgente zorgvraag tijdig geholpen
worden. De zorgaanbieder is verplicht om patiënten die langer dan de Treeknormen wachten
actief te wijzen op de mogelijkheid van zorgbemiddeling via hun zorgverzekeraar, zodat
zij sneller passende zorg kunnen krijgen. Zorgverzekeraars zijn op hun beurt verantwoordelijk
voor het inkopen van voldoende kwalitatief goede zorg en, in geval van wachttijden,
voor het op verzoek bemiddelen van patiënten naar aanbieders die tijdig goede zorg
kunnen leveren.
Het is belangrijk dat we ons blijven inzetten voor korte(re) gemiddelde wachttijden
en dat we ervoor zorgen dat mensen met urgente problemen tijdig zorg ontvangen. Mijn
voorgangers hebben al ingezet op het maken van bestuurlijke afspraken over transparantie
van wachtlijstinformatie en het verbeteren van wachttijdinformatie op ZorgkaartNederland.
In het onderhandelaarsakkoord van het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) zijn
verdere afspraken gemaakt om de toegankelijkheid van de zorg te borgen. Deze afspraken
gaan over het verbeteren van inzicht in de wachttijden, het mogelijk maken van actieve
wachtlijstbemiddeling en het versterken van triage.
Vraag 5
Waarom wordt er geen goede landelijke registratie bijgehouden voor patiënten die lijden
aan de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa (IBD-patiënten)?
Antwoord 5
Op dit moment bestaat er nog geen kwaliteitsregistratie voor patiënten met de aandoening
inflammatoire darmziekten (IBD), zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
Om te leren en te verbeteren kunnen er landelijke kwaliteitsregistraties worden opgezet.
Een wetenschappelijke vereniging is zelf verantwoordelijk voor het initiatief om een
kwaliteitsregistratie op te zetten. In dit geval is het aan de Nederlandse Vereniging
van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL) om het initiatief te nemen tot het opzetten van
een dergelijke registratie. Zij kunnen daarbij een beroep doen op Stimuleringsgelden
Kwaliteitsinstrumenten Medisch Specialistische Zorg (SKMS-gelden) om een registratie
op te starten voor zowel financiële als procesmatige ondersteuning.
Vraag 6
Bent u bereid om het Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) te vragen om een
registratie te gaan bijhouden van deze specifieke groep patiënten?
Antwoord 6
Het opzetten van een kwaliteitsregistratie is de verantwoordelijkheid van de betreffende
wetenschappelijke verenigingen. De NVMDL pakt het opzetten van een kwaliteitsregistratie
voor IBD-patiënten inmiddels ook op.
Vraag 7
Is het u bekend of er een normering bestaat voor aanvaardbare wachttijden voor een
operatie voor IBD-patiënten?
Antwoord 7
De Treeknorm voor klinische behandelingen is 7 weken. De NVMDL geeft aan dat er, naast
de Treeknorm, geen specifieke landelijke norm voor aanvaardbare wachttijden bij IBD-operaties
bestaat.
Vraag 8 en 9
Heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zicht op de duur van de wachttijd
voor een operatie voor deze groep patiënten van gemiddeld vijf maanden, die kan oplopen
tot een jaar?
Houdt de IGJ, gezien de ernst van het ziektebeeld bij een opvlamming en de ondraaglijke
pijn die vrijwel niet te bestrijden is, toezicht op het handhaven van de algemene
Treeknorm voor niet-spoedeisende zorg van maximaal zeven weken wachttijd voor een
operatie voor deze specifieke groep patiënten?
Antwoord 8 en 9
Zoals ik ook in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven, is de NZa verantwoordelijk
voor het toezicht op de toegankelijkheid van zorg. De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit
en veiligheid van de zorg en is niet verantwoordelijk voor het handhaven van de Treeknormen.
Als er sprake is van een (potentieel) risico voor de kwaliteit of veiligheid, bijv.
op basis van signaal van de NZa, dan kan de IGJ optreden. Overigens is het aan aanbieders
om met behulp van triage en samenwerking ervoor te zorg dat patiënten met urgente
klachten tijdig geholpen worden. Zo kunnen patiënten rekenen op spoedzorg wanneer
zij dat nodig hebben.
Vraag 10
Zo nee, bent u bereid om de IGJ te vragen om toezicht te gaan houden, of te verbeteren,
opdat de Treeknorm voor deze groep patiënten wordt gehaald?
Antwoord 10
De NZa, en niet de IGJ, houdt toezicht op de toegankelijkheid van zorg en ziet toe
op de naleving van de zorgplicht door zorgverzekeraars. Daarbij verwijs ik ook naar
het antwoord bij vraag 4, waarin ik heb aangegeven dat veldpartijen een belangrijke
rol hebben in het bewaken van de toegankelijkheid in de medisch specialistische zorg.
Vraag 11
Hoe beoordeelt u het voorstel van MDL Fonds om operaties voor patiënten met chronische
darmziekten op te nemen in de OK-programma’s van ziekenhuizen, en om de registratie
bij deze groep te verbeteren? En bent u bereid hierover in gesprek te gaan met ziekenhuizen,
zorgprofessionals en patiëntenorganisaties en hierover de Kamer voor het einde van
jaar over te informeren?
Antwoord 11
Het verbeteren van de toegang tot zorg is belangrijk voor IBD-patiënten, maar dit
moet gebeuren binnen de bredere context van druk op de medisch specialistische zorg
en lange wachttijden voor meerdere patiëntengroepen. Daarom zijn in het AZWA concrete
afspraken gemaakt met zorgpartijen om de toegankelijkheid te verbeteren. De verantwoordelijkheden
voor de verdeling van operatietijd en prioritering van ingrepen liggen bij de zorgaanbieders
en beroepsgroepen, niet bij de Minister van VWS.
Daarnaast wordt ingezet op betere kwaliteitsregistraties om de kwaliteit van zorg
te verbeteren. De afgelopen jaren heb ik daarom samen met de partijen van het Bestuurlijke
Overleg Kwaliteit medisch specialistische zorg hard gewerkt aan het verbeteren en
professionaliseren van het kwaliteitsregistratielandschap. Hierbij biedt het in uw
Kamer aangenomen wetsvoorstel Kwaliteitsregistraties Zorg een belangrijke juridische
basis. Specifiek is voor IBD een uitkomstenset ontwikkeld binnen het programma Uitkomstgerichte
Zorg, in samenwerking met de wetenschappelijke vereniging. Ik moedig partijen aan
om in gesprek te blijven over verdere stappen naar een landelijke kwaliteitsregistratie,
maar ziet op dit moment geen verdere rol voor mijzelf.
«Onverantwoord» (Patiënten met een darmontsteking staan maanden op wachtlijsten: «Onverantwoord»
– RTV Noord)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.