Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op van de leden Van Nispen en Mutluer over de verantwoordelijkheid voor het politieonderwijs en de structurele tekorten in de opsporing
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de verantwoordelijkheid voor het politieonderwijs en de structurele tekorten in de opsporing (ingezonden 16 mei 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 juli 2025). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2378.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de inzetbrief van de politiebonden waarin wordt gesteld
dat de opleidingscapaciteit bij de Politieacademie de komende jaren onvoldoende is
om de uitstroom te compenseren, met name in de opsporing?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u bevestigen dat er sprake is van structurele tekorten in de opleidingscapaciteit
voor de opsporing bij de Politieacademie, en dat deze tekorten een directe belemmering
vormen voor het vergroten van de noodzakelijke instroom?
Zo ja: hoe groot is het huidige tekort aan opleidingscapaciteit bij de Politieacademie,
uitgesplitst naar instroomroutes zoals PSI, ATH-boa en specifieke rechercheopleidingen,
zoals de KO en IVOO?
Antwoord 2 en 3
Sinds enkele jaren is er sprake van druk op de politiecapaciteit. De vraag naar politiecapaciteit
is toegenomen. Deze toename viel samen met een pensioengolf en later ook met de arbeidsmarktkrapte.
Deze krapte werd in 2020 als eerste voelbaar in de gebiedsgebonden politie (GGP) en
had tot gevolg dat de vijver voor doorstroom van de GGP naar de opsporing kleiner
werd, waardoor de tekorten in de opsporing inmiddels groter zijn dan in de GGP. Daarom
hebben de korpschef en ik in samenspraak met de politievakbonden een nieuwe directe
instroomroute in de opsporing afgesproken. Deze nieuwe instroomroute in de opsporing
verloopt via de Politieopleiding Specifieke Inzet (PSI). Het vakgebied tactische opsporing
wordt hiermee hybride: dit houdt in dat het toegankelijk is en blijft voor breed opgeleide
politiemensen (doorstroom vanuit de GGP) en daarnaast ook toegankelijk wordt voor
directe instroom van buiten de politie. De besluitvorming hierover heeft op 5 juni
jl. plaatsgevonden. Deze nieuwe instroomroute komt beschikbaar naast de reeds bestaande
instroomroutes (via de GGP, via de bachelor rechercheur en als specialist via de PSI).
Sinds 2023 is er sprake van een tijdelijke alternatieve instroom waarbij ath-medewerkers
op basis van een boa-akte opsporingsbevoegdheid krijgen. Deze instroom zal stoppen
zodra de nieuwe instroomroute is uitgewerkt en geïmplementeerd.
De animo voor de opsporing is groot en de opleidingen draaien op volle toeren. Op
basis van de instroomcijfers van 2024 is de verwachting dat de opsporingscapaciteit
de komende jaren zal toenemen. Extra opleidingscapaciteit zou hier geen versnelling
in kunnen aanbrengen, aangezien er ook begeleidingscapaciteit van ervaren rechercheurs
in de eenheden nodig is om rechercheurs die net van de opleiding komen te begeleiden
in hun werk.
De opleidingscapaciteit van de Politieacademie voor alle instroomroutes in totaal
ziet er als volgt uit:
Tabel 1: aantal ingestroomde studenten per jaartal aan de Politieacademie
Instroom
2022
2023
2024
Basispolitieopleiding (PO21)
2.194
2.093
2.102
Politiemedewerker Specifieke Inzet (PSI)
402
375
653
ATH-BOA (basis BOA)1
0
510
1.022
Bacheloropleidingen
168
0
215
X Noot
1
De Politieacademie is sinds 1 januari 2023 verantwoordelijk voor de BOA basisopleiding
en sinds december 2023 verantwoordelijk voor een aantal BOA-leertrajecten. Dit verklaart
de oplopende getallen. De genoemde opleidingen worden verzorgd in samenwerking met
externe aanbieders.
De specifieke rechercheopleidingen, zoals de Kerntaak Opsporing en de opleiding Integraal
Opsporen in Meeromvattende Zaken (voorheen: Integrale Vervolgopleiding Opsporing,
IVOO), vallen onder het Vakspecialistisch Politieonderwijs (VPO). De opleidingscapaciteit
van de Politieacademie voor deze opleidingen ziet er als volgt uit:
Tabel 2: aantal studenten op specifieke rechercheopleidingen per jaartal aan de Politieacademie
Studenten
2022
2023
2024
Kerntaak Opsporing
153
101
73
Integraal Opsporen in Meeromvattende Zaken (voorheen: IVOO)
29
34
54
Vraag 4 en 5
Klopt het dat in meerdere politie-eenheden inmiddels zogenaamde «veldacademies» zijn
opgericht om de tekorten bij de Politieacademie op te vangen? Hoe beoordeelt u deze
ontwikkeling, mede in het licht van uw verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en landelijke
uniformiteit van het politieonderwijs?
Deelt u de zorgen dat het ontstaan van veldacademies kan leiden tot inhoudelijke versnippering,
ongelijke kwaliteitsniveaus, niet-gevalideerde leerroutes en extra werkdruk voor politiemedewerkers
die naast hun reguliere opsporingstaken ook als opleider fungeren?
Antwoord 4 en 5
Om de kwaliteit van het politieonderwijs te borgen vindt de examinering en certificering
van de politieopleidingen te allen tijde plaats bij de Politieacademie. Dit betreffen
zowel de politieopleidingen die gegeven worden door de Politieacademie zelf als de
opleidingen die, onder regie van de Politieacademie, zijn uitbesteed aan andere onderwijsinstellingen.
De examinering en certificering van een politieopleiding vindt plaats op basis van
onderwijskwalificaties die zijn opgesteld door de Politieacademie in samenwerking
met de politie en vastgesteld door de Minister van Justitie en Veiligheid op advies
van het onafhankelijke adviesorgaan de Politieonderwijsraad. Deze centrale aansturing,
door de Politieacademie op het politieonderwijs, borgt de uniforme kwaliteit van het
politieonderwijs. In het Landelijke Functiegebouw Nederlandse Politie zijn de opleidingseisen
per functies vastgelegd. Voor uitoefening van een functie moet de politiemedewerker
over de vastgelegde diploma’s en certificering beschikken.
Veldacademies zijn in eenheden opgericht met als doel om bij te dragen aan de verdere
ontwikkeling van kennis en vaardigheden van politiemedewerkers. Veldacademies bieden
geen erkende initiële of vakspecialistische politieopleidingen aan. In hun aanbod
staat uitwisseling van kennis en ervaring en ervaring opdoen in de praktijk centraal.
Door de inbedding van de veldacademies in de eenheden kan voor het aanbod worden ingespeeld
op de lokale problematiek en kennis- en ontwikkelingsbehoeften. Het aanbod van de
veldacademies is hiermee aanvullend, op de basispolitieopleidingen en vakspecialistische
opleidingen van de Politieacademie, en leidt niet tot een certificering.
Vraag 6 en 7
Hoe verklaart u dat, ondanks de aangenomen motie-Mutluer (Kamerstuk 29 628, nr. 1137) die oproept tot inzet van private opleiders en hogescholen naast de Politieacademie,
deze capaciteit nog nauwelijks wordt benut voor instroomopleidingen en specifieke
opleidingen binnen de opsporing?
Bent u bereid om onder duidelijke kwaliteitsvoorwaarden externe opleiders toe te laten
die (tijdelijk of aanvullend) gecertificeerd politieonderwijs kunnen aanbieden?
Antwoord 6 en 7
Naar aanleiding van de aangenomen motie van lid Mutluer, op 7 december 2022, om te
zorgen voor alternatieve mogelijkheden en versnelde trajecten om meer hoogopgeleide
mensen bij de politie te krijgen, in het bijzonder rechercheurs en daarbij nadrukkelijk
ook de samenwerking met de universiteiten op te zoeken heb ik in het tweede halfjaarbericht
politie van 15 december 20222 het volgende met uw Kamer gedeeld: «Sinds 2018 biedt de Politieacademie opleidingen
aan gericht op reeds in het regulier onderwijs opgeleide zij-instromende specialisten.
Zij worden aangesteld als executief politieambtenaar met specifieke inzetbaarheid
(ESI).»
Deze specifieke zij-instromers kunnen zonder de basispolitieopleiding direct op hun
functie aan de slag nadat zij de korte opleiding Politiemedewerker Specifieke Inzet
(PSI) hebben gevolgd. De opleiding PSI duurt 3 tot 6 maanden en is gericht op het
verwerven van algemene kennis over de politietaak en de politieorganisatie waarbinnen
ze hun vak en specialisme gaan uitoefenen. Voorbeelden van werkterreinen waar zij-instromers
als executief politieambtenaar met specifieke inzetbaarheid aan de slag gaan zijn:
Financieel-economisch, Digitale Expertise, Recherchepsychologie, Intelligence en Forensische
Opsporing. In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2022–2024 zijn hier de werkterreinen (online)
Seksuele Misdrijven (zeden), Milieu, Jeugd, Maatschappij en Recht en Bijzondere opsporingsmethoden
en -technieken aan toegevoegd.
Voor het opleiden van deze ESI-medewerkers maakt de Politieacademie gebruik van een
externe onderwijsaanbieder. Deze aanbieder biedt de PSI-opleiding aan op basis van
de vastgestelde kwalificaties door de Minister van Justitie en Veiligheid op advies
van de Politieonderwijsraad. De Politieacademie is verantwoordelijk voor de examinering.
In 2026 zijn er 720 PSI-opleidingsplekken beschikbaar om ESI-politiemedewerkers op
te leiden. Zoals al eerder aangegeven leidt extra opleidingscapaciteit, in de vorm
van samenwerking met private opleiders en hoge scholen, niet automatisch tot een grote
instroom in de opsporing, aangezien er ook begeleidingscapaciteit van ervaren rechercheurs
in de eenheden nodig is om rechercheurs die net van de opleiding komen te begeleiden
in hun werk.
Naast de ESI-instroom zijn er nog drie instroomroutes in de opsporing, namelijk de
doorstroom vanuit de gebiedsgebonden politie (GGP), de instroom via de bachelor rechercheur,
en de nieuwe structurele instroomroute waar de korpschef en ik samen met de vakbonden
aan werken. Voor de instroomroute via de GGP of bachelor rechercheur volgen politiemedewerkers
een basispolitieopleiding bij de Politieacademie. Deze politiemedewerkers worden opgeleid
tot breed executieve politiemedewerkers met bewapening. Vanwege de onafhankelijke
borging van de onderwijskwaliteit en van de uitgegeven diploma’s, in combinatie met
unieke Politiebevoegdheden, is het essentieel dat deze twee basispolitieopleidingen
door de Politieacademie worden verzorgd om de kwaliteit te borgen.
Vraag 8
Welke structurele financiering is beschikbaar of in voorbereiding om de capaciteit
van de Politieacademie (tijdelijk) te versterken en ruimte te bieden aan maatwerktrajecten,
waaronder zij-instroom en specialistische vakopleidingen?
Antwoord 8
In overleg met het korps en Politieacademie stel ik als Minister van Justitie en Veiligheid,
middels een bijzondere bijdrage in de politiebegroting, jaarlijks de financiële middelen
aan de Politieacademie ter beschikking. Deze middelen zijn beschikbaar voor het basispolitieonderwijs,
het hoger politieonderwijs, vakspecialistisch onderwijs en Kennis en Onderzoek.
Middels een behoeftestelling stelt de Politie samen met de Politieacademie vast welke
opleidingen en hoeveel opleidingsplaatsen, binnen de kaders van de beschikbare middelen,
in het volgend jaar worden aangeboden door de Politieacademie. Gezien de beschikbare
middelen vraagt dit om geprioriteerde keuzes.
De bijzondere bijdrage is gebaseerd op de vaste formatie van docenten en de normtarieven
voor deze formatie en geldt daarmee als structurele financiering. Voor de PSI-opleiding
zijn in 2026 720 opleidingsplekken, als onderdeel van de behoeftestelling, beschikbaar.
Daarnaast worden er incidentele gelden beschikbaar gesteld voor opleidingsvragen die
incidenteel van aard zijn, zoals bijvoorbeeld opleidingen ten behoeve van de invoering
van het Wetboek van Strafvordering. De onderwijscapaciteit is passend binnen de hierboven
beschreven middelen.
Vraag 9
Heeft u samen met de politietop inmiddels verkend hoe een afzonderlijke, meer gerichte
modulaire rechercheopleiding kan worden gerealiseerd, zoals opgeroepen middels de
aangenomen motie Mutluer (Kamerstuk 29 628, nr. 1244)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft die verkenning opgeleverd?
Antwoord 9
In het eerste halfjaarbericht politie van 12 juni 20253 is, naar aanleiding van de motie van lid Mutuer, toegelicht dat de korpschef en ik,
in onze rol als gezamenlijk werkgever, samen met de politievakorganisaties, een nieuwe
directe instroomroute in de opsporing afgesproken om de bezetting in de opsporing
op orde te krijgen. Via deze nieuwe directe instroomroute in de opsporing zullen nieuwe
medewerkers bekwaam worden gemaakt voor het vak rechercheur door het volgen van de
PSI-opleiding, de kerntaak tactische opsporing, en weerbaarheidstraining. We houden
hierbij oog voor voldoende loopbaanperspectief, om rechercheurs ook langere tijd voor
de opsporing te kunnen behouden.
Met de ontwikkeling van een nieuwe structurele instroomroute in de opsporing, waarin
de opleiding – verzorgd onder verantwoordelijkheid van de Politieacademie – zich richt
op een combinatie van het verkrijgen van bevoegdheden en inhoudelijke opsporingskennis
en vaardigheden wordt invulling gegeven aan deze motie.
Vraag 10
Kunt u toezeggen dat u de Kamer vóór het zomerreces informeert over de maatregelen
die u neemt om de regie te hernemen op het politieonderwijs, inclusief mogelijke inzet
van externe aanbieders en de bijbehorende financiën?
Antwoord 10
Zoals in bovenstaande beantwoording toegelicht is de kwaliteit van het politieonderwijs
geborgd, biedt de Politieacademie politieonderwijs aan binnen de kaders van de beschikbare
middelen, besteedt de Politieacademie politieonderwijs uit aan andere onderwijsinstellingen
waar passend, en werken de korpschef en ik, in onze rol als gezamenlijk werkgever,
samen met de politievakorganisaties, aan een structurele route voor (zij-)instroom
in de Tactische Opsporing om de bezetting in de opsporing op orde te krijgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.