Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Saris over het bericht ‘Groot te kort UWV-keuringsartsen, wachtlijstdreigt op te lopen van 30.000 naar 100.000’
Vragen van het lid Saris (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Groot tekort UWV-keuringsartsen, wachtlijst dreigt op te lopen van 30.000 naar 100.000» (ingezonden 12 juni 2025).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 1 juli
2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Groot tekort UWV-keuringsartsen, wachtlijst dreigt
op te lopen van 30.000 naar 100.000»?1
Antwoord 1
Ja. Dit artikel is verschenen naar aanleiding van de Kamerbrief die ik op 11 juni
jl. aan uw Kamer heb gestuurd2.
Vraag 2
In hoeverre was het volgens u voorzienbaar dat de wachtlijst voor een Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen(WIA)-claimbeoordeling bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen(UWV)
in deze mate (naar verwachting) zal gaan oplopen?
Antwoord 2
Vorig jaar heb ik aangegeven dat de verwachting is dat de achterstanden de komende
jaren weer zullen gaan oplopen en dat deze oploop niet binnen het huidige stelsel
opgelost kan worden. Daarvoor is het verschil tussen de vraag en het aanbod naar sociaal-medische
beoordelingen te groot. Er is een herziening van het stelsel nodig om de problematiek
op te lossen3. Ik heb destijds niet expliciet gemaakt wat de prognose voor de komende jaren was,
maar dat heb ik nu wel gedaan omdat deze dermate negatief is.
Dat de achterstanden zo zouden oplopen als ik in de brief van 11 juni jl. heb geschetst,
had ik niet voorzien. Het aantal beoordelingen dat UWV de komende jaren kan doen neemt
fors af doordat UWV-artsen die als zelfstandige voor UWV werken vanaf dit jaar niet
meer in zal huren. UWV is deze inhuur momenteel aan het afbouwen. Daarnaast worden
er meer mensen ziek, die uitvallen op hun werk en een beroep moeten doen op het arbeidsongeschiktheidsstelsel.
Dit komt doordat er meer mensen werken en de AOW-leeftijd stijgt, waardoor de verzekerde
populatie toeneemt. Daarnaast stijgt het aantal aanvragen als gevolg van post-covid
en psychische klachten.
Vraag 3
Herkent u de observatie dat het tekort aan verzekeringsartsen al langere tijd speelt
bij het UWV?
Antwoord 3
Het stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid staat al een aantal jaar onder druk.
Vanaf 2015 is de vraag naar sociaal-medische beoordelingen groter dan het aantal beoordelingen
dat UWV kan verrichten en is er sprake van een mismatch. De achterstanden van sociaal-medische
beoordelingen zijn de afgelopen jaren opgelopen en lopen nog steeds op. De afgelopen
periode heb ik daarom verschillende maatregelen genomen om de oploop van de achterstanden
te dempen en om de negatieve gevolgen die daardoor optreden te beperken. Meest recent
heb ik bij de voorjaarsbesluitvorming van dit jaar extra middelen geregeld om UWV
te ondersteunen bij de omslag naar sociaal-medische centra (SMC’s). Ook ben ik voornemens
de 60-plusmaatregel opnieuw in te voeren van 1 september 2025 tot 1 september 2027.
Tot slot ben ik voornemens het tijdelijke kwijtscheldingsbeleid van WIA-voorschotten
structureel en binnenwettelijk te maken.
Vraag 4
Deelt u in dat geval de mening dat het tekort aan verzekeringsartsen een gegeven is
waar het UWV ook zélf beter op moet sturen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, ik deel de mening dat UWV zelf ook beter moet sturen op het slim inzetten van
de beschikbare verzekeringsartsen. Daarnaast blijft de mismatch van sociaal-medische
beoordelingen het resultaat van de vraag naar beoordelingen enerzijds en het aantal
beoordelingen dat UWV kan uitvoeren met de beschikbare capaciteit anderzijds. UWV
kan slechts beperkt sturen op de vraag, en er zijn al jaren actieve wervingsstrategieën
om artsen aan te trekken, op te leiden en te behouden. UWV werkt daarnaast hard aan
de vormgeving van SMC’s. Deze transitie is erop gericht om kwantitatieve en kwalitatieve
verbeteringen te realiseren in de sociaal-medische dienstverlening. Er ligt voor UWV
de komende jaren een belangrijke opgave om te sturen op de verdere ontwikkeling van
SMC’s. Om ervoor te zorgen dat UWV deze inspanning kan doorzetten, zijn in de afgelopen
voorjaarsbesluitvorming middelen vrijgemaakt, structureel € 36 miljoen. Het geld dat
ik hiermee investeer is niet vrijblijvend; ik heb met UWV een prestatieafspraak gemaakt
die ziet op het verhogen van de productiviteit, zodat ik inzicht krijg in de effecten
van de investering. Ik blijf daarnaast in gesprek met UWV hoe deze doelstelling ook
past binnen alle maatregelen om de kwaliteit van de sociaal-medische dienstverlening
te verbeteren.
Vraag 5
Hoe verklaart u dat slechts 72 fte's aan zzp-artsen verantwoordelijk zijn voor ongeveer
20% van het totaal aantal claimbeoordelingen?
Antwoord 5
Eind 2024 werkten er voor UWV 739 FTE aan artsen, waarvan 72 fte extern werd ingehuurd
(10%). Extern ingehuurde artsen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 20% van het totaal
aantal WIA-claimbeoordelingen, maar beslaan minder dan 20% van de artsencapaciteit.
Dit komt doordat extern ingehuurde artsen bijna volledig ingezet worden bij de WIA-claimbeoordeling
en minder bij overige sociaal-medische beoordelingen. De andere beoordelingen die
UWV verricht zijn onder andere voor de Wajong en Ziektewet. Als gekeken wordt naar
het aandeel van extern ingehuurde artsen van het totaal aantal sociaal-medische beoordelingen,
ligt dat percentage rond de 8%.
Vraag 6
Bent u bereid om met het UWV in gesprek te gaan over hoe een oplossing kan worden
gevonden voor de uitstroom van verzekeringsartsen op zzp-basis als gevolg van het
opheffen van het handhavingsmoratorium? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 6
Ik ben doorlopend met UWV in gesprek over oplossingen voor de mismatch tussen vraag
en aanbod van sociaal-medische beoordelingen. Dit uiteraard binnen de kaders van wet-
en regelgeving, waaronder de wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (wet DBA).
UWV doet er alles aan om betreffende verzekeringsartsen te behouden. De artsen die
bij UWV werken via een ZZP-constructie hebben meerdere keren een aanbod gekregen om
bij UWV in dienst te treden. Dit aanbod blijft de komende tijd van kracht.
Vraag 7
Welke aanvullende maatregelen kunt u nemen in aanvulling op het bestaande strategische
personeelsplan van het UWV om het capaciteitsprobleem binnen de sociaal-medische dienstverlening
terug te dringen?
Antwoord 7
De maatregelen die ik neem zijn erop gericht om de druk op UWV te verlichten door
de vraag naar sociaal-medische beoordelingen te dempen. Zoals uiteengezet in de Kamerbrief
van 11 juni jl., hanteert UWV al jarenlang diverse wervingsstrategieën om artsen aan
te trekken. Dit omvat onder meer het uitbreiden van coschappen, een proef met het
werven van artsen uit het buitenland, actieve werving via sociale media, de inzet
van professionele wervingsbureaus en ambassadeurs, aanwezigheid op beurzen en uitgebreide
mogelijkheden voor artsen om binnen UWV mee te lopen.
Het structurele tekort aan verzekeringsartsen maakt het noodzakelijk om ook te kijken
naar aanpassingen in de organisatie en vormgeving van het werk, bijvoorbeeld middels
taakdelegatie- en ondersteuning.
Vraag 8
Deelt u de mening dat preventie een centrale plek moet krijgen in ons arbeidsongeschiktheidsstelsel?
Zo ja, op welke wijze?
Antwoord 8
Ja, preventie is van groot belang voor de houdbaarheid van ons ziekte- en arbeidsongeschiktheidsstelsel.
Hierbij kan het gaan om bijvoorbeeld preventie van uitval door werk en om preventie
van instroom in ons stelsel. De regels op het terrein van arbeidsomstandigheden beogen
dat iedereen gezond en veilig werkt en dat mensen niet ziek worden of overlijden door
hun werk en geen arbeidsongeval krijgen. Daar werkt het kabinet hard aan. De naleving
van de verplichtingen uit de Arbowet, zoals het hebben van een actuele Risico-Inventarisatie
en Evaluatie (RI&E) met bijbehorend plan van aanpak, blijft met name in het mkb achter.
Daarom wordt bijvoorbeeld onderzocht welke financiële prikkels werkgevers kunnen stimuleren
meer werk te maken van preventie, zodat het aantal ongevallen, gezondheidsproblemen,
zieken en doden op en door werk vermindert. De SER roept ook op tot versterking van
preventie en betere uitvoerbaarheid en effectiviteit van arboregels. De Staatssecretaris
Participatie en Integratie zal u over dit SER-advies in het najaar nader informeren.
Door risico’s vroegtijdig te signaleren en maatregelen te nemen voordat gezondheidsklachten
ontstaan, kunnen verzuim en arbeidsongeschiktheid worden voorkomen. Preventieve arbeidsgerelateerde
zorg is daarbij cruciaal. Via het subsidieprogramma Innovatieve Arbozorg wordt een
impuls gegeven aan nieuwe ideeën, werkwijzen en samenwerkingen op het terrein van
arbozorg, met focus op preventie en blijvende resultaten. Als iemand door ziekte is
uitgevallen, wordt door de werkgever en werknemer samen er alles aan gedaan om te
zorgen dat iemand op een duurzame manier terug kan keren naar werk. Dat geldt ook
voor de re-integratieverplichtingen van ZW-gerechtigden met UWV of bij eigenrisicodragerschap
samen met de voormalige werkgever. Ook de voorgenomen beleidsagenda duurzame inzetbaarheid
draagt bij aan het voorkomen van uitval door werk.
Vraag 9
Hoe is het UWV volgens u in staat om enerzijds om te gaan met dit toenemende capaciteitsprobleem
en anderzijds de kwaliteit van de sociaal-medische dienstverlening weer op orde te
krijgen?
Antwoord 9
Zoals uiteengezet in de Kamerbrief van 11 juni jl. en bij het antwoord op vraag 3,
tref ik diverse maatregelen om de achterstanden minder snel te laten oplopen. Ik vind
het van groot belang dat de capaciteitsproblemen niet ten koste gaan van de kwaliteit.
Om die reden heb ik met UWV afgesproken dat er dit jaar nog geen productiviteitsverbetering
wordt verwacht van de investeringen in de ontwikkeling van de SMC’s. Op deze manier
probeer ik UWV zo goed mogelijk in staat te stellen om zowel de kwantitatieve als
kwalitatieve problematiek het hoofd te bieden.
Vraag 10
Acht u het waarschijnlijk dat dit toenemende capaciteitsprobleem in de toekomst weer
zal leiden tot nieuwe fouten in sociaal-medische beoordelingen? Zo ja, welke stappen
bent u voornemens te zetten om dit te voorkomen?
Antwoord 10
Het is nooit volledig te voorkomen dat er (nieuwe) fouten gemaakt worden. De diverse
maatregelen zoals uiteengezet in de Kamerbrief van 11 juni jl. helpen om de impact
van de capaciteitsproblemen zoveel mogelijk te beperken. Om het risico op fouten in
de toekomst te beperken werkt UWV aan het herstel van gemaakte fouten, en structurele
verbeteringen in kwaliteitsbewaking. In de voortgangsbrief over de verbeteraanpak
WIA wordt u hierover binnenkort nader geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.